Spring naar de content

Ondergedoken gidsland

Nederland duikt steeds meer weg voor steun aan Israël, waarmee we ons ooit zo verbonden voelden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Dirk-Jan van Baar

Opinieonderzoek wijst uit dat Nederland niet meer pal achter Israël staat en het jongste offensief in Libanon als een heilloze weg beschouwt. Die trend hoeft niet te verbazen. In HP/ De Tijd van twee weken terug staat een overzichtelijk artikel waarin de verwijdering in tien punten in kaart wordt gebracht. Het is dat de Palestijnen geen Nelson Mandela hebben voortgebracht en zich met hun terreuracties steeds in eigen voet schieten, anders zou Israël allang de kant zijn op gegaan van Zuid-Afrika, dat andere land waarmee Nederland een speciale verbondenheid voelde tot het vanwege de Apartheid in de ban werd gedaan.

De analogie met Zuid-Afrika maakt ook duidelijk dat Israël ons niet onverschillig laat. Er zijn weinig onderwerpen waarover de emoties in Nederland zo hoog oplopen als over het goed of fout zijn van Israël. Net als bij Zuid-Afrika zien we een verschuiving in identificatie. 

Honderd jaar geleden stonden wij pal achter de stamverwante Boeren (Paul Krüger was een nationale held, en koningin Wilhelmina was het enige staatshoofd dat hem voor een bezoek naar Europa durfde uit te nodigen), om vanaf de jaren zestig steeds meer partij te kiezen voor de onderdrukte zwarten. Met Israël ligt dat iets ingewikkelder (het woord stamverwantschap is uit den boze), heeft zich eenzijdig maar het is de vraag of Dries van Agt net zo met de Palestijnen begaan zou zijn als Israël niet de hoofdschuldige was. Voer voor theologen, die ook kunnen uitleggen waarom protestants Nederland wel een sterke band met het Heilige Land voelt en katholiek Nederland niet.

Het zionisme was ooit gekleurd door socialistische idealen, reden waarom ook links-Nederland met de kibboetsen dweepte. Maar tegenwoordig vergelijkt Jan Marijnissen Hezbollah met het Nederlandse verzet tijdens de Duitse bezetting. Orthodoxe joden gelden als intolerant. Daarentegen nam de verering voor de vermoorde premier Rabin Mandela-achtige vormen aan. Pacifistisch en neutralistisch Nederland is al jaren ontvankelijk voor ‘Een Ander Joods Geluid’ (dat vindt wat wij ook vinden) en moet niks hebben van houwdegens als Sharon of Netanjahoe.

Dat wij meer oog hebben gekregen voor het lot van de Palestijnen spoort met het Haagse streven naar evenwicht en de enthousiaste steun aan het ‘vredesproces’ in het Midden-Oosten. Nederland dacht Israel in de jaren negentig te helpen door Arafat van een Fokker te voorzien en de opbouw van een Palestijnse infrastructuur mee te financieren, een beleid dat na de tweede intifada aan flarden is geschoten. Dat deed pijn en heeft het begrip voor Israël niet vergroot. Anderzijds heeft Nederland veel te lang zijn kaarten gezet op een ‘vrede’ die vooral op wensdenken was gebaseerd. De Haagse steun aan dat vredesproces was blind, zoals de steun aan Israël ooit blind is geweest. Wij nemen het Israël kwalijk dat het niet meer het oude, vertrouwde Israël is waarmee wij solidair kunnen zijn.

Tegen deze achtergrond van gefrustreerde vredesverwachtingen vond ik het standpunt van Mient Jan Faber opvallend moedig. De oud-voorman van het IW schreef in de Volkskrant van 21 juli dat Israël opnieuw in zijn bestaan wordt bedreigd en onze steun verdient. Dat gaat recht tegen de gevoelens in van zijn vroegere achterban, die Israël met zijn sterke leger eerder als dader dan als slachtoffer ziet. Misschien is de opstelling van Faber minder opmerkelijk dan het lijkt. Eerder had hij zich ook al uitgesproken voor de inval in Irak, en met zijn calvinistische achtergrond staat Faber van nature achter Israël.

Met zijn vele contacten is Faber ook goed ingevoerd in het Midden-Oosten. Terecht wees hij erop dat de krachten waartegen Israël nu strijdt — Hamas, Hezbollah en hun beschermheren in Syrië en Iran — de joodse staat willen vernietigen. Zij nemen geen genoegen met een terugkeer naar de grenzen van 1967, terwijl veel Nederlandse critici van Israël blijven doen alsof de bezette gebieden sindsdien het kernprobleem zijn. Daarmee negeren ze het feit dat Israël zich in 2000 eenzijdig uit Zuid-Libanon heeft teruggetrokken, en in 2005 uit de Gazastrook. (Interessant: ook het IKV stond in de jaren tachtig eenzijdige stappen voor.) Uitgerekend uit die ontruimde gebieden wordt Israël onder schot genomen, wat laat zien dat Hezbollah en Hamas niet echt op duurzame vrede uit zijn. Dat betekent dat Israël nog net zo voor zijn bestaan moet vechten als in zijn begindagen, toen het wel op steun uit Nederland kon rekenen. Israël doet dat onder steeds ongunstiger omstandigheden; de tijd dat de joodse staat in een week zijn oorlogen won, is voorbij.

Misschien zit hier de echte reden waarom Nederland steeds meer wegduikt voor steun aan Israël. Intuïtiefvoelen wij aan dat het kleine Israël de boze moslimwereld niet eeuwig de baas kan blijven, Wel zou ik denken dat gidsland Nederland het aan zijn zelfbeeld verplicht is om de opvangcapaciteit voor asielzoekers alvast op te voeren, voor het geval dat de joodse staat straks nog meer raketten — made in Iran — te verwerken krijgt.