Spring naar de content
bron: Al Capone

Mannen van eer: de voorgangers van Ridouan Taghi

In aanloop naar de uitspraak in het Marengo-proces schetst antropoloog en criminoloog Hans Werdmölder, auteur van het boek De Zaak Ridouan T., in een vierdelige serie de opkomst van de maffia in Nederland. Deze week het eerste deel: de opkomst van de maffia in Italië. ‘Door hun politiek van zwijgen (omertà), de zeer sterke familiebanden en hun corrupte contacten met politici zijn ze zeer moeilijk te bestrijden.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Hans Werdmölder

Dat Italië voorop loopt in de misdaadbestrijding heeft alles te maken met de van oudsher zeer machtige Siciliaanse Cosa Nostra, de Napolitaanse Camorra en de Calabrese ‘Ndrangheta. Dat zijn veelkoppige misdaadorganisaties die al heel lang en wereldwijd actief zijn. Door hun politiek van zwijgen (omertà), de zeer sterke familiebanden en hun corrupte contacten met politici zijn ze zeer moeilijk te bestrijden. Van oudsher zijn de Cosa Nostra en de ‘Ndrangheta geheime organisaties, die tegen betaling bescherming, pizzo heet dat in het Italiaans, aanbieden aan arme boeren in Sicilië en Zuid-Italië. De leden spreken nooit zelf over de maffia als organisatie, ze hebben het altijd over La Cosa Nostra (‘Onze Zaak’). In wezen gaat het bij de maffia om een web van criminele, vaak gewelddadige cliques, gebaseerd op verwantschap, geografische en etnische verbanden en wisselende allianties.  

Hoe is de maffia ontstaan? In 1861 vond, mede dankzij de strijd van Giuseppe Garibaldi en zijn leger van Roodhemden, de eenwording van Italië plaats. Daarvoor bestond Italië uit zelfstandige groothertogdommen en koninkrijken. Met de inname van de stadstaat Rome in 1870 werd het proces van Il Risorgimento (de herrijzenis) afgesloten.

Die eenheid was mede te danken aan een coalitie tussen de noordelijke stedelijke bourgeoisie en de landadel in het zuiden van Italië. Het arme zuiden werd lange tijd gedomineerd door vreemde overheersers, het laatst onder de Spaanse hegemonie. Deze periode staat bekend als de Mezzogiorno. Het is ook de spreekwoordelijke grens tussen het rijke en arme deel van Italië. In de negentiende eeuw en begin twintigste eeuw woonde de zuidelijke landadel in de grote steden, waaronder Napels, Syracuse en Palermo. Zij lieten het beheer van hun landerijen over aan de beheerders, de rentmeesters. Die stelden de campieri aan, dat waren mannen met een geweer en in het bezit van een paard. In Sicilië werd de feodaliteit (horigheid) in het begin van de negentiende eeuw officieel af geschaft op instigatie van de Engelsen, die het eiland in de napoleontische tijd enige jaren bezetten. Deze hervorming had evenwel geen belangwekkende gevolgen. Integendeel, men zou zelfs kunnen spreken van een versteviging van de bestaande structuur. De uitvoering van deze wet op anti-horigheid betekende een verslechtering van de positie van de boeren, die, hoewel legaal vrij, van ieder landbezit werden uitgesloten.

De campieri, de mannen op het paard met een geweer, bezaten de feitelijke macht op het platteland, mede als gevolg van de afwezigheid van enig centraal gezag. Dat gold in het bijzonder voor het eiland Sicilië en de zuidelijke provincie Calabrië. Daar ontstonden ook de rivaliserende broederschappen, bestaande uit de familieclans. Het woord maffia is voor het eerst gebruikt in 1863, in een toneelstuk over het gevangeniswezen in Palermo. 

In de tweede helft van de negentiende eeuw is de maffia als misdaadorganisatie ontstaan, bestaande uit zowel arme ongeschoolde boeren als welgestelde hoogopgeleide personen.

In West-Sicilië wordt het woord maffia, aldus de antropoloog en maffiakenner Anton Blok, in twee betekenissen gebruikt: 1) de maffia als antagonistische houding jegens het wettige gezag en haar vertegenwoordigers; 2) de maffia als territoriale organisatie voornamelijk bestaande uit de campieri en/of kapitalistische boeren. Voor het tegengaan van de veel voorkomende veediefstallen was interlokale samenwerking noodzakelijk. Vele grootgrondbezitters en ook boeren met enig landbezit van betekenis lieten zich tegen diefstal beschermen door de maffia, welke hiervoor een bepaald tribuut eist. Merkwaardig is dat het initiatief voor bescherming uitgaat van de beschermer. Dit ontaardde in het heffen van beschermingsgeld, niet alleen van de boeren maar ook van vele kleine en grote winkeliers, zonder dat zij daarom hadden gevraagd. In het laatste geval gaat het om afpersing. In de tweede helft van de negentiende eeuw is de maffia als misdaadorganisatie ontstaan, bestaande uit zowel arme ongeschoolde boeren als welgestelde hoogopgeleide personen.

Het eerste grote proces vond plaats in het maffiabolwerk Palermo. Op een foto uit 1901 zien we een groot aantal mannen, met hoeden en petten op hun hoofd die zijn opgesloten in een grote ijzeren kooi. Voor de kooi staat een militair in gelid met een Napoleontisch hoofddeksel en een ouderwets geweer om zijn schouder. De man lijkt zo te zijn weggeplukt uit een opera van Vincenzo Bellini. Er bestaat ook nog een landkaart van Sicilië met de broedplaatsen van de maffia. Daaruit blijkt dat de maffia vooral actief was in het westelijk deel van Sicilië, met Palermo en Corleone als criminele brandhaarden. Hun belangrijkste inkomstenbron was het bieden van bescherming en afpersing. Andere maffiapraktijken zoals ontvoering van rijke personen, de smokkel van sigaretten, handel in politieke stemmen en de zeer winstgevende handel in drugs ontstonden pas later.

Sinds 1947 kent het eiland Sicilië een regionale autonomie. Voor zijn boek The First Familiy. Terror, Extortion and the Birth of the American Mafia, gebaseerd op 100 jaar verwaarloosde rechtbankverslagen, heeft de historicus Mike Dash als motto het oude Siciliaanse spreekwoord uit de kast gehaald: ‘Bij de keuze tussen de Wet en de Maffia, is de Wet die het minst wordt gevreesd.’  

De maffia is niet alleen een geheime criminele organisatie, maar ook een wijze van denken en handelen. Op de eerste plaats een blijk van solidariteit, wederzijdse hulp, trots en familie-eer. De familie is de bron van alle macht en generositeit. Daarbij gaat het om wat wordt genoemd ‘amoreel familisme’. Je besluit niet op basis van wat moreel goed of slecht is, maar van wat goed is voor de familie. Diego Gambetta, een bekende maffia-onderzoeker, karakteriseert de maffiosi als personen die in een bepaald gebied zorgen voor rust en orde. Veediefstalen, inbraken en conflicten tussen familieclans werden op hardhandige wijze, zonder tussenkomst van de politie of een rechter, opgelost. Vaak tot weerzin en afgrijzen van de lokale autoriteiten.

Een maffioso kan ook heel goed een burgemeester zijn. Rond 1900 was de socialist Bernardino Verro burgemeester van het maffia bolwerk Corleone. Hij was ook lid van de geheime organisatie,  maar hij distantieerde zich steeds meer van hun praktijken. In 1915 kreeg hij negen kogels in zijn lichaam. Als blijk van macht en waarschuwing aan de gewone dorpelingen lag het lijk van Verro urenlang zichtbaar op het natte trottoir in een van de straatjes van Corleone. 

Bekend is het verhaal van premier Benito Mussolini die in 1924, met zijn lijfwacht, een officieel bezoek bracht aan het dorp Piana de Greci, een stadje gesitueerd in de Siciliaanse heuvels, onder de rook van Palermo. Hij werd met veel eerbetoon ontvangen door de burgemeester, Don Francesco Cuccia. Die was echter verrast door de aanwezigheid van het escorte van Mussolini’s lijfwachten. Hij liet aan Mussolini weten: ‘U bent bij mij te gast en ik sta garant voor uw veiligheid. Waar heeft u al die veiligheidsmensen voor nodig? ’ Mussolini weigerde zich onder de hoede te laten stellen van de mannen van Cuccia, dit tot belediging van de burgemeester. Als reactie liet Don Cuccio aan prominente personen in zijn dorp weten dat ze niet aanwezig hoefden te zijn bij het aanhoren van de speech van de machtspoliticus. Het plein was slechts gevuld door dorpsgekken, bedelaars, dronkenlappen en lotenverkopers. Mussolini is in woede uitgebarsten. Hij voelde zich vernederd en geschoffeerd door de maffiose burgemeester. Het ongepaste gedrag van Don Guccio fungeerde als katalysator van Mussolini’s oorlog tegen de maffia.

De reactie van Mori, de ijzeren prefect, was: ‘Hoe kun je het maffiagedrag eruit stampen als die in de genen zit.

In oktober 1925 kreeg Cesare Mori uit Lombardije de opdracht van Mussolini de Siciliaanse maffia met wortel en tak uit te roeien. Daarvoor beschikte hij over speciale volmachten. Mori formeerde een politiemacht, bestaande uit carabinieri en militiemensen, die van dorp tot dorp orde op zaken stelden. Om verdachten tot overgave te dwingen werden hun familieleden gegijzeld, het land van de maffioso in beslag genomen en het vee desnoods publiekelijk geslacht. De landeigenaren hadden op deze manier ook geen behoefte meer aan personen die hun belangen in de regio veilig stelden. In 1928 waren meer dan 11.000 personen als verdachten gearresteerd. Schuldbekentenissen werden zo nodig met geweld afgedwongen. Sommige maffiosi gingen zelfs samenwerken met de aanklagers, in de hoop op bescherming tegen hun voormalige rivalen. De bekende maffiabaas Don Vito Ferro uit Corleone, die ook enige tijd in de VS actief was geweest, behoorde tot zijn voornaamste slachtoffer.

Don Vito was een Godfather en zeer gezien personage in de regio. Menig burgermeester, gekleed in zijn beste pak, wachtte Don Vito op bij zijn entree in het dorp, kuste zijn handen en behandelde hem als een soort God. Don Vito, in het bezit van een martiale snor, werd 69 keer gearresteerd, maar nooit veroordeeld. Bij zijn zeventigste arrestatie kreeg Ferro een straf van vijftig jaar, opgelegd door de maffiabestrijder van het eerste uur Cesare Mori. De reactie van Mori, de ijzeren prefect, was: ‘Hoe kun je het maffiagedrag eruit stampen als die in de genen zit.’ Pas na de Tweede Wereldoorlog zou de maffia weer komen bovendrijven. 

Een groot aantal Amerikaanse maffialeiders zijn oorspronkelijk afkomstig uit Sicilië, zo ook Joseph Bonanno. In 1905 werd hij in het Siciliaanse stadje, Castellamare del Golfo, geboren. Hij vertrok als kleuter, woonde met zijn ouders tien jaar in Brooklyn en keerde met heimwee terug naar Sicilië. In 1924 ontvluchtte hij als antifascistisch student zijn geboortegrond, waar de toorn en de harde hand van dictator Benito Mussolini steeds voelbaarder werd. Via Cuba kwam Bonanno, als illegaal, de VS binnen om ook te profiteren van de Amerikaanse droom. Joe Bonanno begon zijn loopbaan als wapenleverancier van Al Capone, hij werd verkoper van illegaal gestookte alcohol, acteerde als afperser en werd een zware jongen in New York. Voor pas gearriveerde migranten fungeerde de stad als The Big City of Dreams. In de jaren zestig was Joe Bonanno, als opperhoofd van de New Yorkse maffiaclans, op het toppunt van zijn macht. In zijn autobiografie schreef Bonanno dat de maffia beter kan worden getypeerd als een proces. Essentiële elementen daarbij zijn vriendschap, vertrouwen, loyaliteit en gehoorzaamheid. Wat hij er niet bijschreef was dat deze elementen, als cement van de organisatie, ertoe dienden om de misdaadorganisatie beter en succesvol te laten zijn. Midden jaren zestig brokkelde zijn macht af, hij werd serieus bedreigd en dook negentien maanden onder. Zijn leven werd gespaard op voorwaarde dat hij de controle over zijn clan uit handen gaf en enkele van zijn lucratieve inkomstenbronnen opgaf.

Op 63-jarige leeftijd verhuisde Bonanno met zijn familie naar Tucson, Arizona. Dertig jaar later, op 12 mei 2000, stierf de 97-jarige maffiabaas. Zijn leven als Italiaanse patron en maffiabaas was voor Francis Ford Coppola een inspiratiebron voor zijn maffiafilm The Godfather.

Eer is het hoogste goed in deze van oorsprong Mediterrane gemeenschap. Je leeft immers voor je eer, voor niets minder. Dat betekent dat je als man verantwoordelijk bent voor zowel de goede als de slechte daden van de gezinsleden en je familie. Dat kan inhouden dat je jouw dochter vermoordt wanneer zij de eer van de familie heeft bezoedeld of dat jij je zoon doodt in het geval hij gaat praten met politie en justitie. Als man van eer moet je de rotte appel zelf verwijderen. De ‘Ndrangetha, met als geboortegrond de provincie Calabrië, bestaat uit mannen met eer en macht, die buiten de wet staan. Zij zijn autonoom en noemen zich katholiek. De maffia geeft orders aan de politie, niet andersom. Ze hebben hun eigen impliciete en expliciete mores oftewel gedragsregels. Bepaalde codes zijn meer zichtbaar; zoals in het geval van de omertà, geheimhouding en de zwijgplicht, gehoorzaamheid en de plicht om de bevelen ‘van bovenaf’ op te volgen en de inkomsten met je meerderen te delen. De meer impliciete codes betreffen de inwijdingsriten. Naast een zwarte kern van leden, de insiders van misdaadorganisatie, cirkelt er ook een grijze nevel van ondernemers, medewerkers van een gemeente, rechters en politici rond die de maffiosi bepaalde gunsten leveren. De maffia maakt zo onderdeel uit van de maatschappij.                                                                                                                                                

De journaliste Sanne de Boer schreef een zeer lezenswaardig boek over de ‘Ndrangheta in de regio Calabrië, waar zij woont en werkt. Daar leerde zij ook  over de codes en rites van dit geheime genootschap. De initiatierite houdt in dat het bloed uit de vinger van de noviet wordt gedruppeld op het plaatje van de aartsengel Michaël, de beschermheilige van de ‘Ndrangetha, waarna het plaatje wordt verbrandt. Voor deze ‘rituele doop’ moet je minstens veertien jaar oud zijn. De mannen van eer staan om je heen, je wordt op deze symbolische wijze in hun kring opgenomen.

Als je in een Ndrangheta-familie opgroeit, hoef je het doopritueel niet te ondergaan. Je maakt als kind automatisch al onderdeel uit van de maffia familie. Meisjes in zo’n gezin kunnen een zwijgende zuster worden oftewel een Sorella d’omertà. De familie staat aan de basis van de organisatie, je familie verlink je immers niet. Hoe langer iemand meedraait, hoe meer macht en verantwoordelijkheid hij verwerft. Iemands rang in de machtsorde heeft dote, een Italiaans woord dat zowel bruidsschat als talent betekent. De lagere rangen in de misdaadorganisatie weten niet wie precies wie de leiders zijn. Bij elke stap naar een nieuwe rang hoort een ritueel, met een specifiek draaiboek en formules. Een lid zweert niet alleen trouw aan zijn eigen clan, maar ook aan het topbestuur, il Crimine oftwel la Provincia.

De maffia geeft orders aan de politie, niet andersom. Ze hebben hun eigen impliciete en expliciete mores oftewel gedragsregels.

Binnen de ‘Ndrangheta organisatie bestaat een extreem en warm familiegevoel, dat zich gemakkelijk kan omzetten in beklemmende  afhankelijkheid. Gereserveerdheid verandert ook gemakkelijk in omertá, de ijzeren zwijgplicht. De kern van alle clans (ndrina’s) is het Calabrese dorp San Luca in de punt van de schoen van Italië, waar zo’n tien traditionele ‘Ndrangheta families huizen. De ‘Ndrangheta werkt ook als een multinational, met vele vertakkingen in Europa en tientallen miljarden in omzet. Zij heeft zich in stilte kunnen uitbreiden, zonder bloedige oorlogen in eigen gelederen. Dit in tegenstelling tot de maffia in Sicilië. 

In een afgelegen vallei van het Aspromonte-gebergte in Calabrië staat het Heiligdom, een Maria beeldje met kind voorstellende Madonna van de Berg van Polsi. Het naakte babytje Jesus op haar Maria’s schoot speelt met een wereldbol. Overal waar de leden van de Ndranghetra schuilen of vergaderen worden replica’s van het beeldje aangetroffen. Op deze plek, niet ver van San Luca, vinden ook de vergaderingen plaats van de regionale commissie van de ‘Ndrangheta , dat is het overkoepelend orgaan oftewel de Cupola.

Om echt lid van de ‘Ndrangetha te worden zul je gehoorzaamheid moeten tonen, ook wanneer je de opdracht krijgt een moord te plegen. Luigi Bonaventura groeide op in een maffia-familie, maar hij zou op oudere leeftijd een spijtoptant, een pentito, worden. Luigi vertelt daarover: ‘De ‘Ndrangheta is als een volksstam met een eigen religie en levensstijl. Als kind word je daarmee opgevoed en geïndoctrineerd.’ 

In opdracht van de locale clanleider moest Luigi op negentienjarige leeftijd zijn eerste moord plegen, een volgende initiatieritueel om bij de clan te behoren. Hij zegt daarover: ‘Ik deed alles zoals het me was geleerd. Ik hield mijn hartslag onder controle, ik haalde de trekker van de revolver over, schoot vijf keer en bewaarde een kogel voor het geval dat iemand me had willen tegenhouden. (…) Ik had de moord perfect uitgevoerd, maar ik voelde dat als je iemand vermoordt, je de ondergrens bereikt van wat een mens kan zijn. Het is alsof je jezelf vermoordt.’

Volgens de antropoloog Anton Blok, in zijn woordenboek voor de aankomende intellectueel, is ieder mens in staat tot het plegen van een moord, maar in dit geval kende Luigi de vermoorde persoon niet eens. Het was meer een ultieme test om zijn gehoorzaamheid aan de organisatie op de proef te stellen. Toen hij thuiskwam was zijn vader zeer tevreden over de missie die hij zojuist had volbracht. Sanne de Boer schrijft in haar boek Mafiopoli: ‘Het genoegen dat ik in mijn vaders ogen zag verwarde me, ik begreep niet waarom ik juist op dit moment werd goedgekeurd. Misschien was ik blijer geweest als ik mijn vader tevreden had gezien na een gelukte overval zonder slachtoffers.’ Wat Luigi kennelijk niet of onvoldoende begreep was dat zijn vader hiermee steeg in de achting van zijn bloedverwanten. Je bent in die gemeenschap diegene wat anderen van je denken. Vaders status en prestige als lid van de clan was met deze moeilijke en dodelijke opdracht,  die zijn zoon als beoogd troonopvolger naar aller tevredenheid had verricht, behoorlijk gestegen.

Het is juist deze folklore en de romantische beelden van The Godfather, met de bekende rites rond de eer en de familie, die de ‘Ndrangheta en de Cosa Nostra onschuldiger doen lijken dat ze in feite zijn.

Er zijn ook tal van codes in de omgang met elkaar. Zoals bij voorbeeld in het geval van een kennismaking. ‘Hij is een vriend van mij’ of ‘hij is een vriend van ons’ hebben heel verschillende betekenissen. In het laatste geval houdt het in dat die persoon ook lid van de Cosa Nostra of ‘Ndrangheta is. Je leert ook wanneer je wel of niet iemand mag tegenspreken, hoe je er ’s avonds eruit moet zien, dat je niet met anderen over je financiële of familiezaken mag spreken, dat je geen minnaressen erop na mag houden en dat je niet zomaar een aanslag kunt plegen binnen het territorium van een andere familie. De leiders komen jaarlijks bij elkaar in San Luca, een foeilelijk dorp maar wel het symbolische hart van de ’Ndrangheta.

Het is juist deze folklore en de romantische beelden van The Godfather, met de bekende rites rond de eer en de familie, die de ‘Ndrangheta en de Cosa Nostra onschuldiger doen lijken dat ze in feite zijn. In juni 2014 werd in het Calabrese stadje Cassono allo Inono een uitgebrande Fiat Punto gevonden, met daarin drie verkoolde lijken. Dat waren de driejarige peuter Cocó, zijn opa Giuseppe, een notoire drugshandelaar, en zijn vriendin. Op het dak van de verbrande auto lag een muntje van 50 eurocent, een symbolisch teken dat het ging om een afrekening in eigen kring. 

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.