Spring naar de content

Marrakech aan de Maas

Doe mee, integreer, word Nederlander, riep rechts. Izzchoet, sprak de allochtoon, en stemde links.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Als Nederland vorige week ‘links’ is geworden, zoals velen beweren, was Nederland de afgelopen vier jaar dan ‘rechts’? Als deze verkiezingsuitslag íets betekent, dan is het wat mij betreft dat we nu echt afscheid moeten gaan nemen van dat onderscheid tussen rechts en links. Het aanwijzen van de ‘linkse’ eigenschappen van Tony Blair is net zoiets als het aanwijzen van de democratische ingrediënten in Coca-Cola. Onbegonnen werk. Coca-Cola ís democratisch, zoals Pepsi republikeins is, maar met de inhoud van die flessen heeft het weinig te maken. De een kiest voor de ander en de ander voor de een, maar veel meer dan een intuïtieve, vaak al met het limonadeglas ingegoten voorkeur is het niet, en bij een blinddoektest wijst de helft van de stemmers het verkeerde product aan. Blair is alleen Blair als er Blair op staat, nee, herstel, omdát er Blair op staat.

Zo is de politiek de laatste jaren steeds meer een politieverhoor door een vriendelijke en een agressieve rechercheur geworden: de vriendelijke stelt ons gerust, en als we dan gerust zijn, slaat de agressieve toe. Bad cop Lubbers, good cop Kok, bad cop Balkenende, tijd voor good cop Bos.

Ik geef toe, meervoudig Mamma Mia!-bezoeker Balkenende lijkt op het eerste gezicht misschien niet zo’n logische keuze voor de rol van bullebak, maar ik heb het niet over de persoon van de premier, maar over het karakter van zijn kabinet, en met barse types als Donner, Remkes en Verdonk komt Balkenende natuurlijk een heel eind.

Al zo ongeveer vanaf het aantreden van Balkenende II zoeken deskundigen naar de verklaring waarom dit kabinet zo impopulair is. De toekomst van de verzorgingsstaat, de angst voor de islam, het failliet van de multiculturele samenleving, Europa, de globalisering, van alles halen ze erbij, maar het is veel eenvoudiger. Dit kabinet heeft een januskop. ‘Eerst het zuur, dan het zoet’, is hun lijfspreuk.

Maar zo werken de wetten van de dramaturgie niet. Anders zou je bij een politieverhoor net zo goed met één detective kunnen volstaan, die afwisselend de goeierd en de gemenerik speelt. Waarom gebeurt dat niet? Omdat geen verdachte het zou geloven. Na het zuur komt het zoet, inderdaad, maar daar hoort een ander gezicht bij, en een andere naam. Cowboy met zwarte hoed komt op van links, cowboy met witte hoed komt op van rechts. Na regen komt zonneschijn, dat weet iedereen, maar de regen kan geen zon beloven, en de zon geen regen, dat weet ook iedereen.

Onvermijdelijk komt op dit soort momenten de vraag op of de partij die bij de vorige verkiezingen na een periode van regeringsmacht in de oppositie belandde wel ‘voldoende vernieuwd’ is om weer te gaan regeren. Wat men daar precies mee bedoelt, wordt nooit helemaal duidelijk. Alsof de kiezer zich afkeert van een partij die niet vernieuwt. Nee, de kiezer keert zich af van een partij die de verkeerde boodschap brengt. Maar abrupt van boodschap veranderen is geen optie, want de kiezer kijkt ook naar consistentie en geloofwaardigheid. Hooguit kun je na een periode van regeren een paar accenten verleggen; een compleet andere toon aanslaan, is politieke zelfmoord.

Dat was ook het dilemma van Leefbaar Rotterdam bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen: wat te doen? Vasthouden aan de bad cop-toon, ook al is de kiezer toe aan iets anders, of switchen naar de good cop, ook al komt dat opportunistisch over? Aan de verkiezingsposter die ze lieten maken – nog geparodieerd door D66 – zie je dat ze er niet goed uit kwamen. Daar staat Marco Pastors, in een donker pak, armen streng over elkaar, kin en blik op stoer, geflankeerd door zijn secondanten Sörensen en Van den Akker, allebei in het wit, hartelijk lachend. Zwarte cowboy centraal op de voorgrond, witte cowboys links én rechts op de achtergrond.

Nee, dan dat vrolijke bonte tableau van de PvdA. Zonder die ene man op de voorgrond rechts – Van Heemst – had het ook een Coca-Cola-poster kunnen zijn. En op een bepaalde manier was het dat dus ook. Hetzelfde product, iets zoeter misschien, om Pepsi te benaderen, maar een nieuwe doelgroep: de allochtonen. Doe mee, integreer, word Nederlander, riep rechts. Izzchoet, sprak de allochtoon, en stemde links.

Hoed u voor namaak! riep Leefbaar Rotterdam, de allochtone kiezer juist naar de PvdA jagend. Vorige week sprak Wouter Bos dezelfde woorden om zíjn vermeende copycat te kijk te zetten, Mark Rutte. Iedereen in de politiek is ineens bang voor namaak. Time to market, de eerste zijn, daar gaat het in de politiek van de toekomst om, net als in de marketing. Nog even en politieke partijen gaan hun standpunten deponeren bij het octrooibureau, zoals de formules van Coke en Pepsi.

Een overwinning moet gevierd worden, natuurlijk, maar hoe groter de overwinning die een politicus boekt, hoe zwaarder de last die op datzelfde moment op zijn schouders neerdaalt, en daar was bij die uitzinnige Rotterdamse PvdA’ers weinig van te zien toen vorige week dinsdagavond de uitslag bekend werd. Het heroveren van de macht, met behulp van uitgekiende tactische technieken, dat is wat ze vooral leken te vieren. Alsof het om henzelf ging, en niet om hun stad.

Pepsi broedt op een antwoord.

Onderwerpen