Spring naar de content
bron: anp

De diepte van armoede

Bestaanszekerheid is een van de belangrijkste thema’s van de komende verkiezingen. Wonen, zorg, voedsel, onderwijs, alles is ingewikkelder als je weinig geld hebt. Pas nu het ook de middenklasse raakt, staat het onderwerp in de aandacht. ‘De hoogopgeleide klasse grossiert in blinde vlekken en onwetendheid.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Bert Nijmeijer

Armoede is als een put met gladde wanden. Als je er eenmaal in zit, kom je er niet zomaar meer uit. Het leven is zwaar, daar op de bodem. Je hebt weinig te makken, weinig te doen, maar het ergst is misschien nog wel dat je geen zicht hebt op beter. De put is je wereld. Daarboven gaat het leven zijn gang, je hoort plezier en drukte, en je neemt er niet aan deel. 

Armoe gaat in je systeem zitten, zegt Tim ’S Jongers, directeur van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, en bevlogen armoedebestrijder. “Als je constant in onzekerheid leeft, heeft dat effect op je lichaam, je stress-huishouding. Je raakt gewoon verlamd. En het ergste is dat degene die het meest verlamd is, recht heeft op de meeste inkomensondersteuning, en in het woud aan regelingen de meeste fouten kan maken. Als je een fout hebt gemaakt, wordt de ellende nog erger.” 

Ik spreek ’S Jongers in The Social Hub in de Haagse Schilderswijk, een instuif waar je kunt koffiedrinken, op de laptop werken en meer. Hij spreekt er op een bijeenkomst van de incassobranche, vertegenwoordigd door goedgeklede mannen en vrouwen die het gaan hebben over ‘mensgericht incasseren’. Ze hebben ’S Jongers – in strijdbare jeans plus wit T-shirt – uitgenodigd vanwege zijn reputatie de heilige huisjes niet te sparen. 

Dat ook de afdeling incasso aan een menselijk gezicht wil werken, past helemaal in de zorgen over ‘bestaanszekerheid’, in deze verkiezingstijd op ieders lippen. Dat laatste stemt ’S Jongers cynisch. Bestaanszekerheid is een van de sociale grondrechten, legt hij uit, naast het recht op huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs. Al die levensbehoeften zijn door vier kabinetten-Rutte moedwillig verschraald, uitgekleed en aan de markt uitgeleverd, en pas nu de middenklasse door een cluster van crises haar onbezorgde leven bedreigd ziet, staan alle lampen op bestaanszekerheid. Het onderwerp ‘is terug naar de middenklasse getrokken’, zegt ’S Jongers. Van de armen afgepakt, kun je ook zeggen. 

Als je constant in onzekerheid leeft, heeft dat effect op je lichaam, je stresshuishouding.

Tim ’S Jongers, directeur Wiardi Beckman Stichting

De onderkant van Nederland leeft al jaren zonder ooit een bestaanszekere dag mee te maken; de enige zekerheid is dat morgen waarschijnlijk weer een klotedag is. Geen haan die ernaar kraaide: zelfredzaamheid was in de mode, eigen verantwoordelijkheid, hup, een mantra die ook van harte werd omarmd door de sociaaldemocratische PvdA. Maar de kiezer is op drift en vatbaar voor partijen met makkelijke oplossingen, waardoor zijn zorgen om pragmatische redenen nu ook die zijn geworden van de klasse die ‘aan de knoppen zit’, zoals ’S Jongers het zegt. 

Die ochtend is in de Transvaalbuurt het tweede deel gepresenteerd van het rapport Een zeker bestaan van de Commissie sociaal minimum, die in opdracht van de Tweede Kamer onderzocht hoe de leefomstandigheden van de armste Nederlanders verbeterd kunnen worden. In het eerste deel van het rapport, gepresenteerd in juni, pleitte de commissie voor een flinke verhoging van de bijstandsuitkering en het minimumloon: alleenstaanden en stellen zonder kinderen hebben tot 200 euro per maand extra nodig, gezinnen tot 500 euro. 

“Het kan iedereen overkomen,” zei demissionair minister Carola Schouten van Armoedebeleid, in de tot ‘Juliana Plaza’ verbouwde Julianakerk. “Het gevoel van urgentie leeft sterk,” zei commissielid Soler Berk, zelf opgegroeid in armoede en nu actief voor de VVD. Een bestaan in armoede is mensonterend, zei een wijkwerker: dat je 23 loketten langs moet voor een paar euro korting. Je kind krijgt het al in de buik mee, zei een slachtoffer van de toeslagenaffaire. De directeur van een basisschool in Transvaal: “Alsjeblieft overheid, geef mij gewoon geld waarmee ik structureel verder kan.”

Tim ’S Jongers is niet naar de presentatie geweest. Hij vindt er van alles van, zegt hij, zo’n elite-ufo die voor even in de achterstandsbuurt landt. “Waarom moet dat in die wijk? Waarom niet in het Statenkwartier? Leg mij dat eens uit.” Het stoort hem, geloof ik, dat zo’n groepje van bestaanszekere beslissers op de stoep van de armelui applaus in ontvangst komt nemen voor zijn zegenrijke werk. 

Straatbeeld in Den Haag vlak bij het punt waar de Haagse Soepbus maaltijden uitdeelt aan mensen die op straat leven

“Ze hebben geen zicht op de diepte. De hoogopgeleide klasse grossiert in blinde vlekken en onwetendheid. Ze vragen zich af: een miljoen mensen op of onder de armoedegrens, hoe kan dat in een welvarend land als Nederland? Dan denk ik: jullie maken al dertig jaar het beleid, jullie draaien aan alle knoppen, en dan vraag je hoe het toch kan, wat armoede echt is? Dan loopt er iets fout. Als wij het over armoede hebben, moeten wij het niet over mensen in armoede hebben.”

Dat moet u uitleggen.

“Jij draait aan de knoppen, ik draai aan de knoppen. Die mantelpakjes in de Julianakerk draaien aan de knoppen. Daar moeten we het over hebben: hoe draaien jullie aan de knoppen? Hoe komt het dat jullie het helemaal prima vonden om een minimumloon van elf euro tien jaar in stand te houden? Daar gaan die mensen in die wijk helemaal niet over. Wij gaan daarover, maar zij ervaren de gevolgen ervan.”

In de Transvaalbuurt valt op dat veel kozijnen zijn afgebladderd. Wie is daar verantwoordelijk voor? De gemeente, de woningbouwcorporatie, de particuliere huurbaas, de huurder zelf misschien? In ieder geval: iemand die aan de knoppen zou moeten draaien maar dat kennelijk niet doet. Voor de portieken staan mensen op straat, zo te zien met weinig omhanden, te kijken naar wat komen gaat. Vaak komt er niets. 

Als ik thuis in Groningen door de stad fiets, hard trappend van A naar B, want altijd haast, valt op – vooral in minder welvarende buurten – hoeveel mensen midden op de dag op hun dooie gemak hun hondje uitlaten. Je moet uitkijken met vooroordelen en voorbarige conclusies, maar gelet op hun uiterlijk (niet doen natuurlijk) vertonen ze alle kenmerken van inactiviteit: trainingspak en badslippers. Zo te zien zijn ze niet rijk, eerder arm, maar ze lijken onder die omstandigheid voor het moment niet erg te lijden.

In het fietsenrek voor de Plus-supermarkt wordt het waterflesje soms uit de bidonhouder gejat: voor het statiegeld, denk ik. Een bewoner van de flat boven de Plus vraagt om dertig cent die ze net tekortkomt voor de boodschappen. Armoe. De verkoper van De Riepe, de Groningse daklozenkrant, heeft een rode zakdoek om zijn fietsstuur. Het frame zit vol met stickers van het Forum voor Democratie en omgekeerde vlaggen. Hij verkoopt al zeker twintig jaar De Riepe, een periode waarin hij door de overheid en de gemeentelijke werkvoorziening in leven is gehouden. Maar die overheid, daar deugt dus niets van, vindt hij. 

Het armoedeprobleem is ingewikkeld, op het onoplosbare af. In de hele geschiedenis, of in ieder geval sinds mensen bezit begonnen te vergaren, zijn er rijke en arme mensen geweest. Aan wie ligt armoede? Aan de rijken, aan het systeem (het neoliberalisme) of aan de armen zelf? Vermoedelijk aan alles tegelijk (wat bijna hetzelfde is als niets). 

Ook de reactie van arme mensen zelf is ingewikkeld. Politici die wat aan hun achterstanden willen doen zijn impopulair (deugers!), terwijl de onderklasse massaal juicht voor racemiljardair Max Verstappen, die graag al zijn geld zelf wil houden. Mona Keijzer, kandidaat-premier voor de BBB, bestond het om laatst op Twitter/X Margaret Thatcher ten voorbeeld te stellen, de ijzeren Britse oud-premier die vond dat arme mensen een karakterfout hebben. Wat zou Caroline van der Plas daarvan vinden, die zo leuk levelt met de gewone man? Hoe zit het met de arme mensen die straks op de BBB stemmen? Uiten die hun terechte zorgen over de zittende macht, of zijn ze gewoon niet goed wijs? 

Tien jaar geleden schreef ‘correspondent vooruitgang’ Rutger Bregman op De Correspondent een stuk met de titel Waarom arme mensen domme dingen doen. Het had gisteren geschreven kunnen zijn. Arme mensen lenen meer, sparen minder, roken meer, sporten minder, drinken meer, voeden slechter op en eten vaker bij de McDonald’s, schrijft Bregman. Ze hebben allerlei overbodige apparaten met een stekker in huis en hebben door onhandigheid en hebzucht soms drie telefoonabonnementen tegelijk. (Dit voeg ik eraan toe, ik heb het vaak genoeg gezien.) 

Volgens Bregman komt dergelijke zichzelf schadende dommigheid niet door slechtheid of een gebrek aan IQ, maar door een gebrek aan ‘bandbreedte’, een begrip dat hij ontleent aan twee vooraanstaande Amerikaanse wetenschappers die hij in het stuk interviewt. De harde schijf zit helemaal vol met de prijs van een pak koffie en zorgen om de energierekening. Daarom eten ze diepvriesfrikadellen, sturen ze hun kinderen zonder ontbijt naar school en kijken ze overdag naar dartpijltjes gooien op tv, in plaats van het voorbeeld van de ‘hardwerkende Nederlander’ te volgen. 

Met termen als eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid verwacht je te veel van bepaalde groepen.

Godfried Engbersen, hoogleraar sociologie en voorzitter Commissie sociaal minimum

De have-nots worden erg door de haves betutteld, vindt Tim ’S Jongers, die ook voor De Correspondent schrijft. Hij schreef er het boek Beledigende broccoli over. Artsen en voedingsdeskundigen vinden dat mensen gezonder moeten eten, vooral arme mensen, die een relatief groot beroep doen op de gezondheidszorg. Die broccoli is een idee van hoogopgeleiden, kortom, die met hulp van hun vrije bandbreedte en hun Ottolenghi-kookboeken nog wat weten te maken van deze niet heel spannende groente, zich goed voelen door al die vitamines én door het besef slimmere keuzes te maken dan anderen. 

Het mooie is, schrijft zowel ’S Jongers als Bregman: mochten die winnaars ooit door pech verliezers worden, dan gaan ze precies hetzelfde gedrag vertonen als de mensen aan wie hun pedagogische tips gericht waren. Dan leggen ook zij de Allerhande in de kattenbak en gaan ze naar de snackbar.

Het is een waarheid die je terstond gelooft, totdat je iemand met evenveel verve het tegendeel hoort beweren. Of tot je, zoals laatst, een man en een vrouw hun scooter pal voor de ingang van de Plus ziet parkeren, waarna ze naar binnen gaan, de man met een net aangestoken sigaret. Binnen bedenkt hij zich en gooit zijn verse peuk met een boog naar buiten, waarna die voor de schuifdeuren rokend blijft liggen. Weerzinwekkend gedrag, vind ik. Komt dat ook door een gebrek aan bandbreedte? 

Wat is het verschil tussen rijke en arme mensen? Godfried Engbersen, hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en voorzitter van de Commissie sociaal minimum, citeert een beroemd, maar fictief gesprek tussen de Amerikaanse schrijvers F. Scott Fitzgerald en Ernest Hemingway. “You know, the rich are different from you and me,” zou de schrijver van The Great Gatsby hebben gezegd, waarna Hemingway, de onverschrokken avonturier en aforismenkampioen, zou hebben gezegd: “Yes, they have more money.

Ik spreek Engbersen via een videoverbinding, een paar weken voor de presentatie van het tweede deel van Een zeker bestaan. Hoe en waarom, denkt hij, is bestaanszekerheid hét toverwoord van de komende verkiezingen geworden? 

“De financiële positie van huishoudens is in het geding. Maar bestaansonzekerheid manifesteert zich ook in de kansen van kinderen uit arme gezinnen in het onderwijs, op het gebied van sociale huisvesting, in de gezondheidszorg – in alle voorzieningen, kortom, van de naoorlogse verzorgingsstaat. Op al die terreinen is iets aan de hand. Alle partijen worstelen met die problemen, en allemaal hebben ze, elk met eigen accenten, voorstellen om er iets aan te doen. Het urgentst is het financiële probleem aan de onderkant.

Straatbeeld in de Rotterdamse wijk Charlois

“Lange tijd is het armoedeprobleem gereduceerd tot de vraag waar de armoedegrens ligt. Maar nu is er van alles tegelijk aan de hand. Ook een deel van de mensen die werken leeft in armoede. In de bijstand zit een ingewikkelde groep die niet aan de bak komt. Arbeidsmarktbeleid is niet de oplossing; een deel is door arbeidsongeschiktheid niet in staat om te werken. Die groep heeft nu inkomen nodig, om niet in armoede te vervallen.”

Bij het bepalen van de armoedegrens wordt de lage-inkomensgrens van het CBS uit 1985 gebruikt, gecorrigeerd naar het prijspeil van nu. Dat is een boodschappenmandje met huisvesting, verwarming, stroom en boodschappen. Hedendaagse benodigdheden als een smartphone, een laptop en internet zitten er niet in – die bestonden in 1985 nog niet – maar omdat je in 2023 niet zonder kunt, heeft de Commissie de kosten voor dergelijke ‘sociale participatie’ meegenomen in haar advies. 

Een bijstandsgezin met twee kinderen krijgt bijna 2800 euro per maand. De Commissie adviseert om dat te verhogen naar minimaal 3100 euro. Dat vind ik best veel, eerlijk gezegd. 

“Dat bedrag is inclusief alle toeslagen en ondersteuning door de gemeente. We gaan ervan uit dat iedereen alle regelingen waar hij recht op heeft ook daadwerkelijk aanvraagt en krijgt. In de praktijk is dat vaak niet het geval. We hebben alle mogelijke inkomsten afgezet tegen de minimaal noodzakelijke uitgaven die zijn berekend door het Nibud en het SCP. Daaruit blijkt dat met name huishoudens met meerdere en oudere kinderen tekortkomen.

De maatregelen die we voorstellen zullen ertoe leiden dat het inkomen van mensen op het sociaal minimum dicht op het minimumloon komt te zitten. De prikkel om te werken wordt kleiner. Het is de vraag of we ons niet blindstaren op de armoedeval (waarbij je in inkomen achteruitgaat als je gaat werken – red.). De Commissie vindt dat de stap om te gaan werken juist kleiner wordt wanneer je mensen meer zekerheid geeft. Er moet een soepelere overgang komen tussen werk en uitkering, waarbij mensen meer mogen bijverdienen, en er moet worden geïnvesteerd in de begeleiding van mensen zonder werk. Daarnaast moeten we accepteren dat er een groep is die in de bijstand zal blijven.”

In het participatiejargon van enige jaren terug zou je zeggen: je geeft die mensen op. 

“Er zit een ingewikkelde groep in de bijstand, die het op eigen kracht niet redt. Die constatering is apolitiek: elke gemeente kampt ermee.”

Wat is er gebeurd met de eigen verantwoordelijkheid? 

“De drie doelen van het stelsel van het sociaal minimum zijn: inkomensbescherming, activering en participatie. Voor elk geldt dat een te sterke nadruk op het ene het andere ondergraaft. Met termen als eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid verwacht je te veel van bepaalde groepen. Wij proberen een realistisch perspectief te schetsen. Wie in staat is om voor zichzelf te zorgen moet dat natuurlijk doen.”

U kent de uitdrukking ‘Geef ze geen vis, maar een hengel’. De Commissie belooft uitkeringsgerechtigden vooral meer vis. 

“Dat is te makkelijk gezegd. Om de armen te helpen zou je ze geen geld mogen geven. Dat vind ik erg paternalistisch. Er zijn voldoende aanwijzingen dat huishoudens tekortkomen. Maar je moet meer doen dan geld geven alleen. Je moet ook kijken naar je energiebeleid, de hulpverleningsindustrie, de schuldsaneringsindustrie, het woud van regels en regelingen. Het sociaal isolement waar mensen in verkeren.” 

De recordhoge energieprijzen van begin dit jaar, waardoor veel mensen in de problemen kwamen, zijn inmiddels verleden tijd. Zijn maatregelen zoals uw commissie die voorstelt niet alweer door de werkelijkheid ingehaald op het moment dat ze van kracht worden? 

“Je zult de benadering om de vier jaar moeten herijken. Maar het SCP en het Nibud hebben hun pakket niet alleen met computergegevens gemaakt; ze zijn ook het land ingegaan om met mensen te praten. Het is een realistisch pakket, geen luxe.” 

We geven de gokverslaafde de schuld of noemen hem ziek, terwijl degenen die hem verslaafd hebben gemaakt als succesvolle zakenmensen door het leven gaan.

Laura Batstra, hoogleraar orthopedagogiek

Is armoede niet gewoon onoplosbaar? 

“Nou, de introductie van de AOW na de oorlog is ongelooflijk belangrijk geweest voor het terugdringen van de armoede onder ouderen. Ook de maatregelen van het huidige demissionaire kabinet hebben effect gehad. De armoede is in de afgelopen jaren gedaald. De voorstellen van de Commissie zullen de armoede niet het land uit helpen, maar wel reduceren. In welke mate is een politieke keuze.”

Bij het tot stand komen van haar aanbevelingen gebruikte de Commissie de voorbeeldbegrotingen voor huishoudens op het sociaal minimum die het Nibud elk jaar maakt. In de begroting van dit jaar krijgt een alleenstaande met een bijstandsuitkering inclusief toeslagen 1620 euro per maand, een stel op hetzelfde niveau 2291 euro. Met kinderen lopen de uitkeringen op: een alleenstaande met twee kinderen tussen 8 en 13 krijgt inclusief huurtoeslag 2550 euro, een bijstandsgezin met drie kinderen tussen 10 en 16 krijgt in totaal 3151 euro. 

Dat laatste lijkt veel, maar het is nog steeds niet genoeg om rond te komen. Het voorbeeldbudget gaat op aan huur (679 euro in een bijstandsgezin met twee kinderen), energie (319 euro, idem), zorgverzekeringen (353 euro), kleding (213), inboedel (111), voeding (591), sociale participatie (303), telefoon, televisie en internet (80) en persoonlijke verzorging (80), naast een tiental kleinere posten. Voor onder meer huisdieren en roken is geen geld gereserveerd. Met de huidige prijzen komt een gezin met twee kinderen 99 euro per maand tekort, een gezin met drie kinderen 263 euro. 

Dit is een voorbeeldleven op minimumniveau. Het lijkt al met al een leven waaraan weinig ontbreekt. “Maar het zijn allemaal noodzakelijke producten en diensten,” zegt Marcel Warnaar, wetenschappelijk medewerker van het Nibud. Het budgetbureau komt tot zijn modelbedragen op basis van hoeveelheden en prijzen. “De hoeveelheden die mensen aan de onderkant nodig hebben zijn redelijk stabiel, maar de prijzen zijn enorm gestegen het afgelopen jaar.” Via de scanner in de supermarkt houdt het instituut de vinger aan de pols van de inflatie. 

Het Nibud veronderstelt een verstandige omgang met beperkte middelen. Dus dat mensen seizoensgroenten kopen en letten op aanbiedingen. Dat is een van de drie ‘mitsen’, zegt Warnaar: het minimumbudget is toereikend, of komt in genoemde gevallen genoemde bedragen tekort, mits de ontvanger goed met geld omgaat (‘dat lukt niet altijd’), geen schulden, hoge huur of zorgkosten heeft en alles aanvraagt én krijgt waar hij recht op heeft. 

Armoede is natuurlijk relatief, schrijft Laura Batstra, hoogleraar orthopedagogiek aan de Rijksuniversiteit Groningen, in antwoord op via e-mail gestelde vragen. Batstra schrijft regelmatig over armoede, vooral kinderarmoede. “Ik denk dat we van armoede mogen spreken als iemand door geldgebrek en alle ellende die daarbij komt kijken niet mee kan doen in de samenleving. Vrijwel alles kost geld en wie dat niet heeft kan niet mee met uitjes, geen feestjes of etentjes geven of bezoeken (omdat je dan wat mee moet nemen), niet sporten, geen terras pakken met collega’s, et cetera.

“Nog niet zo lang geleden werden kinderen van wie de ouders schoolreisjes niet konden betalen uitgesloten van deelname. Kinderen uit gezinnen met weinig geld sporten minder, kunnen hun verjaardag niet altijd vieren, eten vaker ongezond, lijden soms onder de zorgen van hun ouders, rapporteren vaker klachten als buikpijn en concentratiemoeilijkheden. Geldgebrek leidt vaak tot isolement en isolement is een gezondheidsrisico.” In 2022 leefden ongeveer 301.000 kinderen en jongeren tot achttien jaar in Nederland in armoede, volgens de Kennisnotitie Armoede ramingen september 2022 van het SCP. 

Een bedelaar in Groningen krijgt geld van een voorbijganger

Stephan Sanders schreef laatst in NRC dat het buiten de macht van de politiek ligt om elke burger bestaanszekerheid te garanderen. Hoe ver gaat de zorgtaak van de overheid wat u betreft? 

“De overheid is bij machte om de welvaart eerlijker te verdelen. Sommige mensen krijgen nu structureel te veel en anderen te weinig. Vervolgens wordt er allerlei liefdadigheid opgezet om die laatste groep te helpen. We dwingen die groep om daarvan gebruik te maken en er dankbaar voor te zijn. Zo maak je mensen klein en afhankelijk.”

U mailt: “Ik ben er zwaar op tegen om dit type pech bij het individu te leggen.” Is het alleen maar pech? 

“Bijna niemand kiest bewust voor armoede. Zelfs als iemand arm is doordat hij al zijn geld vergokt heeft, kun je je afvragen of het een probleem van het individu of het collectief is. Gokreclames zijn niet verboden, gokmachines en gokspelen zijn gebouwd met het doel om mensen te verstrikken. Het mag allemaal gewoon. Mensen die in geldproblemen raken, kunnen in een neerwaartse spiraal raken, waardoor hun problemen verergeren. 

“Dat hóeft niet, maar we laten het wel gebeuren. We geven de gokverslaafde de schuld of noemen hem ziek, terwijl degenen die hem verslaafd hebben gemaakt als succesvolle zakenmensen door het leven gaan. Wie is er dan schuldig of ziek?” 

Waarom moet iedereen zich om het lot van de armste landgenoten bekommeren? “Omdat de maatschappelijke kosten gewoon gigantisch zijn,” zegt Tim ’S Jongers in The Social Hub in Den Haag. “We hebben te weinig huisartsen, om eens wat te noemen. Ik denk dat veel huisartsen de handen vol hebben aan de symptoombestrijding van armoede en onzekerheid. Als een op de vier kinderen armoederisico loopt, kun je je afvragen welk maatschappelijk potentieel je aan het verneuken bent.

“De zorgkosten zullen in de toekomst alleen maar stijgen, de ggz-kosten zullen alleen maar stijgen. Als onzekerheid ziek maakt, moet je het niet steeds hebben over gezondheid, maar over gelijkheid. Een gelijke samenleving is een gezonde samenleving.

“Als je naar de cijfers kijkt, is de armoede in Nederland niet gigantisch gestegen hè? Zeker ten opzichte van de economische crisis in de coronajaren is die alleen maar gedaald. Maar de bedreiging van armoede is gigantisch gestegen. Plotseling wordt de middenklasse ermee geconfronteerd dat het leven veel duurder is geworden, dat de energieprijzen alle kanten op schieten, dat hun zoon of dochter geen woning meer kan vinden.

“We zijn de laatste jaren overspoeld met rapporten over de structuren die bestaansonzekerheid in de hand werken. Daar is niets mee gedaan. Pas nu de middenklasse het moeilijk krijgt, doen die structuren er plotseling wel toe. Tot voor kort was pech gewoon eigen schuld: dan moest je maar wat harder werken, een extra trui aandoen, gewoon niet zo dom zijn. Dat hoor je nu niet meer.

“Natuurlijk heb je je eigen verantwoordelijkheid. Maar als de woningbouw de schimmel niet uit de slaapkamer haalt, is dat niet jouw verantwoordelijkheid. De 300.000 Nederlanders die hard werken maar toch onder het minimum leven, nemen hun verantwoordelijkheid toch? De poetsvrouw werkt ook focking hard, maar die komt daar echt niet mee rond.

Als een op de vier kinderen armoederisico loopt, kun je je afvragen welk maatschappelijk potentieel je aan het verneuken bent.

Tim ’S Jongers, directeur Wiardi Beckman Stichting

“Limburg was ooit een bloeiend gebied. Toen de mijnen sloten, raakten veel mensen in armoede. Dan kun je toch niet zeggen: dat komt door die mensen zelf. In de tijd van de verzuiling leefden de standen meer naast elkaar, de notaris zat naast de bakker in het café. Nu leven we in bubbels. Je praat niet meer met mensen buiten je bubbel en denkt dat die hun situatie aan zichzelf te wijten hebben. We zien alleen nog de oppervlakte, maar hebben geen zicht op de diepte van armoede, omdat het contact er niet meer is.

“De medewerker die de koffie uit de automaat pakt, verdient 3000 euro netto, werkt zeven uur, heeft een mooi vast contract en allerlei opleidingsmogelijkheden, krijgt 6000 euro per jaar om zichzelf bij te scholen. Degene die de automaat vult heeft een nulurencontract, is hoogstwaarschijnlijk gedetacheerd en werkt voor het minimumloon. Aan hem vraagt nooit iemand of hij nog iets wil worden, van zullen we een beetje investeren in jouw ontwikkeling? Ik denk dat daar het grootste probleem zit.” 

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.