Spring naar de content
bron: anp

Kapitein in eigen badkuip

In 2000 schreef J.A.A. van Doorn in een essay dat er te veel columnisten zijn. De Volkskrant had toen 8 columnisten; nu zijn dat er in totaal 92. Max Pam beschouwt bijna een kwart eeuw later opnieuw de stand van de columnistiek.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Max Pam

Uitgesproken op 22 oktober 2023 in De Balie bij het afscheid van Martin Sommer, politiek commentator van de Volkskrant.

In december 2000 nam J.A.A. van Doorn (1925-2008), de vader van de Nederlandse sociologie, als columnist afscheid van het weekblad HP/De Tijd met een essay, waarvan de titel luidde: De triomf van de column

De strekking van zijn essay zal u bekend voorkomen: er zijn te veel columnisten, er is een zondvloed aan columns en de meeste daarvan bevatten gemakkelijke meninkjes. Bovendien gaan al die stukjes veel te veel over de stukjesschrijvers zelf en hun privé-besognes. Met afschuw telde Van Doorn het aantal keren dat het woordje ‘ik’ in al die columns voorkwam. Niettemin, zo stelde hij droevig vast, staan de kranten vol met columns, op elke pagina is er wel eentje te vinden, soms zelfs op de voorpagina. In het meningencircuit heeft het bezonken oordeel het verloren. De krant wordt bestuurd door de columnist, ‘de kapitein in eigen badkuip’, om met wijlen Martin van Amerongen te spreken.

Destijds was ik het geheel met Van Doorn oneens. Om ook een zin met ‘ik’ te beginnen: ik vond Van Doorns hartenkreet een beetje ouwe-mannen-praat. Vrijheid blijheid voor iedereen die iets te schrijven heeft. Van Doorn leek me een dikke BMW-rijder die zich erover opwindt dat er ook nog Opeltjes en Fiatjes op de weg zijn. Ik verwees naar Harry Mulisch. Die heeft eens gezegd dat hij als hoogste bergtop alleen maar blij was dat er om hem ook nog bergjes en heuveltjes waren, waarop hij neer kon kijken. Dus zeur niet zo en sla je eens op de borst als de beoefenaar van een gerespecteerd genre. 

Ik verwees naar Harry Mulisch. Die heeft eens gezegd dat hij als hoogste bergtop alleen maar blij was dat er om hem ook nog bergjes en heuveltjes waren, waarop hij neer kon kijken.

Nu ik, althans fysiek, zelf een beetje een ouwe man begin te worden, denk ik er tot mijn eigen verrassing – en tot mij die van eigen badkuip – toch een tikje anders over. Misschien had Van Doorn wel gelijk. Sinds 2000 lijkt het aantal columnisten nog te zijn toegenomen. Als een echte columnist heb ik precieze aantal niet geteld, noch heb ik anderszins gedegen onderzoek gedaan, maar mijn waarneming stoelt op wat tegenwoordig ‘gevoelstemperatuur’ wordt genoemd. 

Van Doorn verwees op zijn beurt naar de historicus Johan Huizinga, die in 1926 tijdens zijn reis door de Verenigde Staten in de Amerikaanse kranten ‘de column’ had ontdekt en die voorspelde dat deze persoonlijke vorm van het nieuws becommentariëren ook spoedig Europa zou veroveren. De Amerikaanse kranten kenden maar één gebod: ze moeten de aandacht trekken en vasthouden. “Het publiek te vervelen zou voor de Amerikaanse redacteur de zonde zijn tegen de Heilige Geest van de democratie.” Daarom wordt al het nieuws tegelijk versimpeld en gedramatiseerd. 

En dus – en ik citeer nu weer Van Doorn – ‘heeft de column ook ons land veroverd en is dit fenomeen in onze dag- en weekbladen minstens zo prominent aanwezig als de McDonald’s in ons straatbeeld’. In deze metafoor is de column niets anders dan fastfood en is het columnisme een ongezond soort vreten, dat je elke dag kunt ophalen bij de McKrant.  

In deze betreurenswaardige Werdegang zag Van Doorn de Volkskrant voorop gaan. Ik citeer: ‘Van hun kant doen redacties niet alleen alle mogelijke moeite om bekende Nederlanders tot het columnisme te bekeren, ook het zogeheten veelbelovend talent wordt in de watten gelegd. Soms wordt de complete stal aan den volke vertoond, zoals in september 1996, toen de redactie van de Volkskrant een team van niet minder dan acht columnisten presenteerde, onder wie vier nieuwe gezichten, allen van een royale foto en een korte levensbeschrijving voorzien.’ 

Toen ik via het filter op de zoekfunctie van de Volkskrant het aantal columnisten telde dat inmiddels van een auteursbio was voorzien, telde ik er niet 8, zoals Van Doorn, maar 92. 

Deze mistroostige observatie deed Van Doorn in 2000 met eenzelfde vooruitziende blik als Huizinga. Een paar maanden geleden kreeg ik van de Volkskrant een mail dat men ook online de columns wilde voorzien van een auteursbio, aangezien die tot nu toe geen enkel ‘Volkskrantgevoel’ uitstraalden. Toen ik via het filter op de zoekfunctie van de Volkskrant het aantal columnisten telde dat inmiddels van een auteursbio was voorzien, telde ik er niet 8, zoals Van Doorn, maar 92. 

Tweeënnegentig! Logisch, dat het columnistendiner – ooit een bijeenkomst in een sterrenrestaurant – de laatste jaren nogal in het ongerede is geraakt. De kosten ervan zouden de huur van het hele Volkskrantgebouw overstijgen en baas Van Thillo zou zijn jaarlijkse surfvakantie naar de Kaaimaneilanden niet meer kunnen betalen.

Als de Volkskrant 92 columnisten heeft, dan moeten alle Nederlandse media bij elkaar zo’n vijfduizend columnisten hebben, die jaarlijks zo’n kleine twee miljoen columns bij elkaar schrijven. Even ter waarschuwing: dit is een  columnistenschatting. 

Wat is bij deze aantallen een mening nog waard? 

Jaren geleden werd op de omslag van het weekblad Vrij Nederland mijn naam vermeld. ‘Max Pam maakt een fout’, stond er met grote chocoladeletters op de cover. Nooit ben ik zo trots geweest. Ik had een fout gemaakt, die overigens helemaal geen fout was, maar mijn column was gezien, die was niet onopgemerkt gebleven. Als ik tegenwoordig in een column een fout maak – ik telde er in deze al drie – zal niemand dat opmerken, en dat geldt zeker voor die twee miljoen andere columns die jaarlijks worden geschreven.

Over je collega’s moet je natuurlijk nooit zou zeggen dat ze met te veel zijn, maar de Nederlandse Bank heeft wel eens de noodklok geluid over lagere inflatiecijfers. En ik ben al blij dat ik ze niet allemaal thuis hoef te ontvangen. 

Tussen die 92 stond ergens verscholen ook de naam van Martin Sommer, over wie we het vandaag moeten hebben, omdat hij afscheid neemt. Is hij wel een columnist, of is hij meer een politiek of parlementair commentator? Of is hij gewoon de historicus, die hij natuurlijk ook altijd is geweest. Eigenlijk doet dat er niets toe. Hij was en is gewoon Martin Sommer. 

Dat is de heilige opdracht van iedere columnist: niet alleen een kapitein te zijn in eigen badkuip, maar ook als een omgekeerde kameleon een andere kleur aan te nemen dan die van je eigen krant.

Maar bovenal was Martin Sommer binnen de kolommen een ware verademing. Hij schreef namelijk precies het tegenovergestelde van wat de Volkskrant aan meningen geacht wordt uit te dragen. Een praatje kon niet groen genoeg zijn, of Martin had er wel iets op aan te merken. De bewoners rond Tata Steel gaan hoestend door het leven, maar in zijn geboorteplaats IJmuiden pleegt Martin nog eens een gezellig pijpje op te steken. Hij kocht bij wijze van spreken Shell-aandelen, toen ze die bij het ABP in de ban deden. De staat zou de rechtvaardigheid moeten stimuleren, zegt links. Alleen jammer dat de overheid er niets van kan, zegt Martin Sommer. De wereld is van iedereen, maar het is geen gek idee om de grenzen te sluiten, zegt Martin Sommer. Diversiteit is een prachtig ideaal, maar een vrouw is een vrouw en een man een man en Mai Spijkers blijft mijn uitgever en Matthijs van Nieuwkerk moet terug. 

Dat is ook de heilige opdracht van iedere columnist: niet alleen een kapitein te zijn in eigen badkuip, maar ook als een omgekeerde kameleon een andere kleur aan te nemen dan die van je eigen krant. Dat wordt door de eigen krant niet altijd gewaardeerd, maar dat is geheel ten onrechte. 

Daarom houd ik een beetje mijn hart vast als Sommer verder gaat in Elseviers Weekblad, tegenwoordig EW geheten. Martin, ik verwacht wel dat je daar schrijft dat alle grenzen open moeten, dat er nog veel meer windmolens moeten worden gebouwd, dat Asha ten Broeke een groot filosoof is en dat alle directeuren van Tata Steel morgen gearresteerd dienen te worden.

Martin, het ga je goed!

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.