Spring naar de content
bron: anp

De laatste

‘Niet te veel omkijken, anders val je nog.’ Frank Heinen blikt in zijn laatste wielercolumn terug op de mooiste afscheidsritten.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Als kind was ik gefascineerd door de acteur Olivier Tuinier, een kleine jongen die in de ene film na de andere opdook. In al die films betoonde Tuinier zich een uitzonderlijk talent, maar in de schaarse interviews die er uit die tijd van hem zijn overgeleverd, wordt duidelijk dat hij er weinig in zag om lang te blijven acteren. Liever werd hij archeoloog, of ‘iets met dinosaurussen’. Na zijn vijftiende stopte hij met acteren. Hij ging muziek maken, en keek niet meer om.

Soms stoppen wielrenners tijdens de koers. Dit weekend doorkliefde de Ronde van Spanje de zondvloed in schemerig Barcelona en legden enkele van de belangrijkste renners de rit op zondagmiddag stil.

Terwijl een klein groepje renners doorreed om het in een gladde afdaling tegen elkaar op te nemen om de etappezege, stopte het grootste deel van de renners met wielrennen – ze fietsten zo voorzichtig mogelijk naar de finish, verenigd in de kwaadheid over een gebrek aan oog voor veiligheid.

‘Stoppen,’ riep Evenepoel.

‘Stoppen,’ gebaarde Van Baarle.

Niet te veel omkijken, anders val je nog.

In het wielrennen wordt om de haverklap gestopt. Elk jaar, in oktober, zwaaien de renners bij bosjes af in wedstrijden als Parijs-Tours en de Ronde van Lombardije. Elke stopper bevindt zich in een andere staat van fysieke paraatheid. Vorig jaar nog eindigde Alejandro Valverde als zesde in Bergamo, stopte en verscheen een paar maanden later doodleuk op het eerste trainingskamp van zijn ploeg Movistar. Inmiddels rijdt en wint hij overal gravelwedstrijden. Ben je dan wel echt gestopt?

Er zijn meer renners van wie je niet precies kunt nagaan wanneer ze hun laatste wedstrijd reden. De Spanjaarden Sevila en Mancebo stopten met wielrennen in Europa, verhuisden naar Zuid-Amerika en begonnen daar min of meer opnieuw. Davide Rebellin werd elk jaar ouder, en zocht elk jaar een nieuw, kleiner ploegje, tot hij op zijn 51ste er werkelijk mee ophield. Binnen een paar weken verongelukte hij bij een aanrijding tijdens een training.

Laurens ten Dam stopte ook in Lombardije. Hij ging uit eten, sliep in Bergamo en stapte de volgende ochtend op de fiets voor een bedevaart met twee vrienden, richting Toscane, honderden kilometers verderop.

Sommige laatste koersen worden nooit gereden: Tom Dumoulin haalde zijn afscheid naar voren – van het WK Tijdrijden naar het criterium in Etten-Leur, waar hij zich ziek voor afmeldde – dat zijn laatste afscheidswedstrijd nooit plaatsvond. Nu staat er voor altijd in de administratie: laatste wedstrijd, Classica San Sebastian (DNF, Did Not Finish).

Bij Frank Vandenbroucke was je er jaren voor zijn laatste wedstrijd al op verdacht dat het wel eens snel zijn laatste wedstrijd zou kunnen zijn. Toch keerde hij steeds weer terug, altijd voor even, altijd was er nog een ploeg die geloofde in een definitieve terugkeer – of in de commerciële waarde van een halve terugkeer. Uiteindelijk reed Vandenbroucke voor het laatst een officiële race op 24 juni 2009. Hij eindigde als zestiende in de wedstrijd Halle-Ingooigen. Een half jaar later stierf hij in een bordeel in Senegal, en Halle-Ingooigem heette voortaan de Memorial Frank Vandenbroucke.

Laurens ten Dam stopte ook in Lombardije. Hij ging uit eten, sliep in Bergamo en stapte de volgende ochtend op de fiets voor een bedevaart met twee vrienden, richting Toscane, honderden kilometers verderop. Zo schudde hij het vel van wielrenner van zich, om er dat van professioneel wielertoerist voor in de plek te laten groeien.

Fausto Coppi laatste koers in Ouagadougou, Burkina Faso (toen: Opper-Volta). Een criterium van zestig kilometer met een paar Europese sterren en een boel lokale amateurs, in december 1959. Op de lokale Champs Elyséees eindigde hij in de sprint als tweede, achter Anquetil. Een paar weken later was hij dood.

Laurent Fignon stapte af in de elfde etappe van de Tour van 1993, op de Col de la Bonette. Terwijl hij klom, wist hij dat hij bezig was aan zijn laatste momenten als wielrenner. In zijn biografie schreef hij: ‘Ik legde mijn handen op de top van mijn remgrepen en probeerde alles in me op te nemen. Ik ademde diep in, in mijn laatste seconden als wielrenner, seconden waarvan ik dacht dat ze nooit zouden ophouden. Dit was mijn berg, en niemand kwam tussen mij en dit moment.’

Een van de mooiste laatsten die ik me herinner, is die van Alberto Contador, op 9 september 2017. Hij was op dat moment al een tijdje niet meer op het niveau van renners die Grote Rondes winnen, maar goed was hij nog altijd wel. Die Vuelta, zijn laatste, viel Contador elke dag aan. Zodra de weg omhoogliep, demarreerde hij, op zijn karakteristieke, vinnige manier. Tevergeefs: anderen, jongeren, waren sneller, slimmer fitter. Tot de laatste dag, de laatste klim: de Alto de l’Angliru. Contador viel aan, kwam alleen en hield aan de streep zeventien seconden voorsprong over op de aanstormende Poels en Froome.

Doorgaan, doorgaan, doorgaan, tot voorbij je hoogtepunt en dan, als het allemaal al praktisch achter de rug is: nog een laatste keer doorgaan.

Het was een meesterwerk in afscheid nemen. Doorgaan, doorgaan, doorgaan, tot voorbij je hoogtepunt en dan, als het allemaal al praktisch achter de rug is: nog een laatste keer doorgaan.

En dan is er Miguel Indurain, die de Vuelta van 1996 reed, kort nadat hij in de Tour voor het eerst in jaren was verslagen. Ook in Spanje ging het niet goed, en toen Indurain zag dat de route van etappe 13 het hotel passeerde waarin hij die nacht zou overnachten, Hotel El Capitán, stuurde hij opzij, reed het parkeerterrein op en verdween voorgoed uit het wielrennen. Ook mooi.

Net als met langdurige wielercarrières is het met schier eindeloze wielerstukjesreeksen (1.229 stuks) zo dat de laatste zich altijd net wat sneller aandient dan gedacht. Je was bijna vergeten dat het een keer moest stoppen, vooral omdat het steeds maar weer doorging. Maar als het dan eenmaal zover is, is het een kwestie van wegsturen en niet omkijken, anders val je nog.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.