Spring naar de content
bron: anp

Zeven aanbevelingen om de Tour minder slaapverwekkend te maken

Max Pam geeft zeven tips om de Tour de France spannender te maken om naar te kijken. ‘Haal Maarten Ducrot terug. Zoek een ander voor dopingzondaar Michael Boogerd.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Max Pam

In een land waar een boekenprogramma op televisie wordt gepresenteerd door een kappersbediende, spreekt het vanzelf dat sport een heel groot ding is. Uiteraard is sport in Nederland veel groter dan kunst en cultuur. Volgens Anton de Goede (oud-VPRO) bestaat alleen in Nederland zoiets als ‘een sport- en nieuwszender’. Nergens anders ter wereld worden deze twee onvergelijkbare grootheden samengevoegd. 

Bij de NPO is sport zelfs groter dan nieuws. Zo kun je op NPO1 (!) dagelijks urenlang naar de Tour de France kijken, terwijl je voor het echte nieuws moet wachten op een Journaal. Een kabinet moet vallen, wil de NPO extra tijd voor nieuws uittrekken. In zo’n geval zie je trouwens voornamelijk paniek, die gestalte krijgt in wezenloze straatinterviews waarmee de tijd moet worden gevuld, omdat de verslaggevers helaas ook niet op de hoogte zijn. 

Het straatinterview is de stopverf van de Nederlandse televisie. Er gaat geen Journaal voorbij of we krijgen te zien en te horen wat de gewone burger, meestal ergens in de buurt van Hilversum, van de gang van zaken vindt. Er zijn in Nederland drie publieke netten die alles en nog wat coveren, maar een BBC News of CNN zal hier nooit komen. Iedere dwerg moet hier zijn eigen zendtijd hebben en dat verpest veel. Dat is al honderd jaar zo geregeld. 

In de week dat het kabinet is gevallen en nieuwe politieke gezichten zich aandienen, zal ik het daarom hebben over het onderwerp waaraan de NPO de meeste tijd besteed: de Tour de France. 

Vooral oud-dopingzondaar Michael Boogerd, die daar lang over gelogen heeft en vermoedelijk deswege door de NPO werd uitgezocht, is een meester in het leveren van even obligate als lusteloze commentaren.

Zelden heb ik zo veel slaapverwekkende televisie gezien als dit jaar met La Grande Boucle. Met nog meer dan honderd kilometer te gaan, begint rond twee uur in de middag het gebabbel en gekabbel. Het peloton is dan meestal nog bijeen. Mocht er een vluchter voor liggen, tien tegen één dat hij nog net voor de finish zal worden ingehaald door sprinters. Ze weten het al ver van te voren: geen bergen, wel een massasprint. Om al die tijd te vullen, krijgen we allerlei weetjes in de maag gesplitst over de dorpen en kastelen die worden gepasseerd. Ook krijgen we te horen dat een renner zijn liefje is tegen gekomen op Cyprus, dat hij lek reed in de Ronde van Baskenland of dat hij een broer heeft die niet fietst, maar wel een kei is in kanoën. 

Enzovoort. 

Vooral oud-dopingzondaar Michael Boogerd, die daar lang over gelogen heeft en vermoedelijk deswege door de NPO werd uitgezocht, is een meester in het leveren van even obligate als lusteloze commentaren. Stef Clement daarentegen is de man die, uit angst dat het even stil valt, alles doet om zoveel mogelijk onbelangrijke feiten op te sommen. Misschien vindt u het allemaal even spannend, maar ik ben dan allang op de bank in slaap gesukkeld. Mij is in elk geval niet duidelijk waarom Maarten Ducrot met pensioen moest.

Wielrennen is een mengsel van een individuele en een teamsport. Daardoor heb je in de grote Rondes tien klassementsrenners en zo’n 150 knechten. Van de klassementsrenners zijn er in de Tour alweer acht op een onoverbrugbare achterstand gezet, zodat de huidige strijd alleen maar gaat tussen Vingegaard en Pogacar. De rest doet eigenlijk niet meer mee. Voor de twee leiders is het alleen maar zaak elkaar in de gaten te houden, waardoor het allemaal nog suffer wordt. Ergens moet één keer een moment komen dat de een de andere losrijdt, maar dat is het dan wel. Gebeurt dat ook niet, dan wordt het in een tijdrit beslist, doorgaans ook geen spektakel. 

Aangezien ik beslist geen mopperaar wil zijn en het wielrennen het beste toewens, volgen hier enkele aanbevelingen om de Tour interessanter en voor de kijker opwindender te maken: 

1. Maak de ploegen kleiner, waardoor er minder dominantie zal zijn. Het moet moeilijker worden elkaar te helpen. Een wiel afstaan mag niet meer. Daar zou tegenover kunnen staan dat je, net als bij voetbal, een invaller mag oproepen wanneer iemand in jouw team geblesseerd raakt. Hij krijgt de tijd van degene die hij gaat vervangen – plus drie minuten. Een blessure is wel een echte blessure.

Maak de Tour veel zwaarder. Het is een sowieso een mythe dat de Tour loodzwaar is. Sportverslaggevers vertellen je dat graag, maar het ligt anders. De fietsen zijn veel beter, sneller en lichter geworden.

2. Maak het verplicht dat elk team tenminste drie klassementsrenners meeneemt. Wanneer een klassementsrenner buiten de top-30/40/50 valt, wordt hij uit de strijd genomen en mag hij niet worden vervangen. 

3. Maak de Tour veel zwaarder. Het is een sowieso een mythe dat de Tour loodzwaar is. Sportverslaggevers vertellen je dat graag, maar het ligt anders. De fietsen zijn veel beter, sneller en lichter geworden. Straks hoef je ook niet meer te schakelen, want dat wordt dan digitaal voor je gedaan. De etappes zijn bovendien aanzienlijk korter dan vroeger en de medische begeleiding is ongekend. Vijfentwintig jaar geleden legden de renners op die zware, moeilijk te hanteren fietsen etappes af van meer dan 300 kilometer. Je kon toen misschien nog spreken van ‘dwangarbeiders van de weg’, maar dat is allang niet meer zo. Er zijn jaren geweest dat de Tour zo zwaar was dat slechts de helft van de deelnemers in Parijs aankwam. Maar in het huidige wielrennen zijn uitvallers voornamelijk degenen die ook letterlijk zijn gevallen. Het lijkt erop dat iedere getrainde wielrenner tegenwoordig Parijs kan halen. 

4. Het zal niet haalbaar zijn, maar de deelname van landenploegen zou de Tour enorm verlevendigen. Sport heeft ontegenzeggelijk een nationalistisch aspect en een gevoel van identificatie doet zich natuurlijk veel minder voor bij namen als Jumbo/Visma, UAE Team Emirates of Bahrain Victorious. Wat kan mij het schelen of een renner van Alpecin/Deceuninck op kop ligt? Dat wordt al anders als die renner Mathieu van der Poel heet en een Nederlander is. Wat mij betreft mag Mathieu zijn haar met Alpecin-shampoo blijven wassen, ook al word je daar veel sneller kaal van. Landenteams en commerciële teams kunnen gezamenlijk aan een koers deelnemen, maar het team dat uitsluitend renners uit één land opstelt, krijgt voorrang als er plaatsen te kort zijn. Landenteam kunnen uiteraard ook gesponsord of gesubsidieerd worden. 

5. Standaardisering van het materiaal. Er moet een standaardfiets komen, waarop elke renner – naar lengte en gewicht gemeten – op mee moet doen. De tijdritten worden ook op dezelfde fietsen gereden. Geen futuristische helmen en andere gadgets meer. Ook de oortjes worden afgeschaft. Wie wil weten hoe ver hij achter/voor ligt, moet maar iemand in de berm zetten met een bord en een krijtje. Je krijgt dan grotere verschillen in aankomsttijden, maar die kunnen de volgende dag weer even zo goed worden teruggepakt.

6. Breek de macht van Amaury Sport Organisation, de eigenaar van de Tour de France. Dat is een dochteronderneming van de persgroep Amaury, die ook L’Equipe in handen. De Tour is een goudmijn en daarom blijft alles zo veel mogelijk bij het oude. 

7. Begin de tv-uitzendingen pas tegen een uur of vier. Al dat eerdere gepeddel is nauwelijks de moeite waard. Geld dat daarmee kan worden bespaard, gaat voortaan naar kunst en cultuur. Haal Maarten Ducrot terug. Zoek een ander voor dopingzondaar Michael Boogerd. Schakel, als het al te erg wordt over naar de Belgen. Hoewel, die zijn ook niet meer wat het is geweest.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.