Spring naar de content
bron: anp

Geïmproviseerd pleidooi voor de wielerimprovisatie


Als de openingsetappe van het Critérium du Dauphiné 25 meter korter was geweest, was niet Christophe Laporte maar Rune Herregodts de winnaar geweest. Nu werd hij derde. ‘Het plan vermorzelt de improvisatie’, schrijft Frank Heinen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Zondag. Wielrennen op televisie.

Eerst iets eendagsachtigs in Brussel, later de Dauphiné. Een Fransman voorop, wat Belgen. Mooiste naam in de kopgroep? Herregodts. Rune.

Buiten: zon. Perfecte temperaturen. Briesje. Alles en iedereen in bloei.

Binnen: moi, de pomme de terre du fauteuil du jour. Er ligt werk te wachten, maar vooralsnog is het vooral de columnist die ligt. Een columnist zonder onderwerp ligt er, om met Roman Roy te spreken, bij als ‘a dog who lost its person’.

‘Misschien,’ peins ik hardop, ‘komt er wel een stukje als ik gewoon begin te schrijven. Vanzelf. Een stukje uit lucht. Een beetje lukraak knippen, wat bijpunten, nog met het mesje langs de randen, vlugvlug met een spiegel achter het hoofd langs en ziedaar: een kapsel van niets.

Zij: ‘Improviseer gewoon wat.’

Ja, makkelijk praten. Zij wil zo weg, met mij, God weet waarheen. En ik? Ik moet thuisblijven, schrijven, God weet waarheen.

-Beste hypotheekadviseur, wat zijn onze mogelijkheden?

-Ik kom er vandaag even niet uit.

-Improviseer gewoon wat.

Wielercolumnisten mogen improviseren, er is geen regel die ze dat verbiedt, maar de ruimte voor vrije associatie wordt beperkter. De sport professionaliseert in een razend tempo. Niets gebeurt nog zonder reden, achter alles schuilt een plan. Zomaar wat erop los fantaseren over perfect geplande meesterstukken, dat heeft iets ingewikkelds.

Werd er vroeger minder gepland in het wielrennen? Ik vermoed van niet.

Slechter gepland dan? Dat sowieso.

Tegen minder goede renners werd gezegd: juist omdat je minder goed bent, moet je eigenlijk altijd goed zijn.

Tegen goede renners werd gezegd: je moet dan en dan goed zijn, en hoe je dat doet, zoek je zelf maar uit. Tegen iets minder goede renners werd gezegd: je moet dan en dan goed zijn, en misschien ook nog dan en dan en dan en dan. Tegen minder goede renners werd gezegd: juist omdat je minder goed bent, moet je eigenlijk altijd goed zijn.

Nu is alles planning. Voor iedereen. Alles uitgewerkt, afgestemd, voorgekookt. Geen handje rozijnen gaat er bij de renner naar binnen zonder dat er een team van voedingsdeskundigen zijn goedkeuring aan dat handje heeft gegeven. Geen versnelling vindt plaats zonder dat die versnelling is besproken, voorbeschouwd en tot ver achter de komma nagerekend.

– Ga hier, ga zo hard, dan houd je het tot daar vol.

– En hij dan?

– Hij gaat dan híer lossen.

– Hoe weet je dat?

– Dat weet ik.

Maar: wat is je dierbaarste herinnering aan een perfect geplande bruiloft?

Dat moment dat een kind in de taart viel, of de jurk scheurde.

In het binnenkort te verschijnen boek van Nando Boers over de ploeg Jumbo-Visma staat een passage over de Tour van 2020 die dit min of meer samenvat. Tijdens de rit over de Peyresourde voelt Tom Dumoulin dat hij niet de beste versie van zichzelf is. Zomaar de beste renners laten wegrijden, zonder daadwerkelijk iets bij te dragen, dat bevalt hem maar matig. En dus gaat hij, tegen alle afspraken in, plots op kop rijden. Heel hard, heel kort. Daarna laat hij zich lossen. Hij oogt als een olietanker die zinkt.

Hij improviseert.

Bij Jumbo-Visma zijn ze verbijsterd. Logisch: er zijn afspraken gemaakt, en aan die afspraken moet iedereen zich houden. Er is een strijdplan, de coureur is een soldaat en een soldaat kan niet zomaar uit de loopgraven klimmen en richting de vijand dribbelen. 

Niet voor niets heet Boers’ boek Het plan.

Kort voor de streep wordt Rune Herregodts zondagmiddag na een lange aanval ingelopen.

Echt kort: er zijn nog minder dan honderd meter te rijden.

De kans dat Rune Herregodts in die minder dan honderd meter herstelt, zijn teleurstelling verwerkt, een nieuwe aanval plaatst en alsnog wint, is nul. Geen etappewinst voor Rune.

Dat is wat Jerom uit Suske & Wiske ‘de tijdstoot’ noemt: soms duurt het even voor je de dreun daadwerkelijk voelt, in al zijn glorie, op je onderkaak.

José de Cauwer: ‘Godv-.’

Laporte wint. Jumbo-Visma wint. De voorbereiding wint.

Het plan vermorzelt de improvisatie.

Herregodts wordt derde.

Na afloop zegt hij: ‘Ik kan er niet teleurgesteld over zijn.’ Dat is wat Jerom uit Suske & Wiske ‘de tijdstoot’ noemt: soms duurt het even voor je de dreun daadwerkelijk voelt, in al zijn glorie, op je onderkaak. Want: wat blijft er van zo’n schitterende improvisatie over, van zo’n aanval in de regen, de hele dag voorop? Een derde plek, pijn in de benen, wat vergetelijke punten voor een of ander klassement en een hardnekkige herinnering in een handvol hoofden. Verder: lucht en leegte. Lucht en leegte die ruimte scheppen voor nieuwe, onvermijdelijke en noodzakelijke improvisaties, gewoon, stom, planloos fietsen, zo hard als je kunt, tegen de klippen van de perfecte voorbereiding op.

Het wielrennen kan prima zonder enige vorm van improvisatie. De wielerliefhebber ook. Zelfs de wielercolumnist, als-ie op zijn tanden bijt.

Maar de renner zelf, nee, die niet.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.