Spring naar de content

Starship. Weer een miljard ontploft: prachtig!

Max Pam keek naar de lancering van de ruimteraket van Elon Musk en zag het ding live op televisie ontploffen. Wat heeft de ruimtevaart ons eigenlijk opgeleverd, vraagt hij zich af.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Max Pam

‘De mens hoort niet in de lucht’, heb ik Harry Mulisch wel eens horen zeggen. Harry hield niet zo van vliegen, vandaar. Nu zei Harry wel eens meer domme dingen, maar hierin moet ik hem toch gelijk geven. 

Anders dan auto rijden, heb ik vliegen nooit een aangename bezigheid gevonden. Wat mij betreft moet het zo kort mogelijk duren, dat opgesloten zitten in een kleine ruimte met een hoop andere mensen die zich angstig voelen, zodra er turbulentie in de lucht zit. Met de auto kom je weliswaar niet zo ver, maar een waar vrijheidsgevoel kan de kop opsteken wanneer de motor begint te draaien. Helaas bederven files tegenwoordig vaak de vreugde, maar als je de tijden en de streek goed uitkiest, kun je met de auto nog altijd een ontdekkingsreis maken. 

Eerlijk gezegd heb ik nooit veel enthousiasme voor de ruimtevaart kunnen opbrengen. Ik weet nog dat de eerste man op de maan Neil Amstrong heette,  maar de naam van de tweede man ben ik vergeten. Van de lancering in 1969 herinner ik mij alleen nog dat Apollo-Henkie (Terlingen) erbij betrokken was en dat prof. Schadé de boel zat op te lichten door vanuit zijn huis in Nederland commentaar te geven, in plaats vanuit Cape Kennedy, zoals de hooggeleerde beweerde.

De eerste in Nederland geboren ruimtevaarder was Lodewijk van den Berg (1932-2022), maar hij had al geen Nederlands paspoort meer, toen hij in 1985 met de Spaceshuttle de ruimte inging. Bovendien viel hij bij zijn terugkomst in slaap, zodat hij niet veel van de landing heeft gezien.

Tegenwoordig heb je André Kuipers. Die is ook een keer omhoog geweest. Sindsdien heeft van zijn ruimtereisje een verdienmodel gemaakt.

Daarna had je Wubbo Ockels. Dat was Holland’s eerste ruimtevaartheld. Hij had allemaal ideeën, zoals de superbus, die nooit werden verwezenlijkt. Toen Wubbo dood dreigde te gaan, wendde hij zich tot Wim Hof, de Iceman, die allemaal flauwe praatjes verkoopt over de relatie tussen gezondheid en kou. Het kostte Wubbo een hoop geld, maar het hielp niets en Wubbo stierf. Ik begrijp dat een stervende alles mag proberen, maar toch was het teleurstellend dat een beta-man als Wubbo in zee ging met zo’n kwakzalver.

Tegenwoordig heb je André Kuipers. Die is ook een keer omhoog geweest. Sindsdien heeft van zijn ruimtereisje een verdienmodel gemaakt. Wordt er weer een raket naar boven geschoten, dan is André niet ver weg om in elke studio te vertellen hoe belangrijk de ruimtevaart is, zowel in militair als in wetenschappelijk en economisch opzicht. Eigenlijk in alle opzichten. Mens, waar moet je straks heen als de aarde vol is? 

‘Het zal mijn tijd wel duren’, denk ik dan.

‘O, ja en je kinderen?’, klinkt het bulderend, ‘moeten die geen toekomst hebben?’

En dan hebben we nu Elon Musk, iemand die bulkt van het geld en daarmee zo’n beetje alles doet waar hij zin in heeft. Een paar dagen geleden volgde ik live op CNN de lancering van zijn Starship in Texas. Het ding van SpaceX zag er uit als een illustratie uit de tijd van Jules Verne, maar dan getekend in de stijl van Blake and Mortimer. Ik miste alleen de kajuitraampjes: 

Geheel volgens de normen van Elon Musk is zijn Starship, de grootste, de zwaarste, de dikste, de verste, de duurste, enzovoort. Het stond te sissen en te blazen op een platform, als een gevangen slang die naar zijn vrijheid zoekt. 

Niettemin was de lancering geweldig! Even keerden de tijden van Apollo-Henkie terug, compleet met een countdown. ‘Six-five-four-three-two’ telde het dolenthousiaste publiek. Toen was het aftellen door de knal niet meer te horen. Twee minuten lang leek alles goed te gaan, maar in de derde minuut ontplofte de raket. 

Bham!

Het gebeurde onder luid gejuich. Het ding spoot vuur, het begon te waggelen, en neer te vallen. Gelukkig zaten er dit keer geen mensen in, zelfs geen stripfiguren.

We waren er zojuist getuige van geweest dat een gevaarte van 1 miljard dollar in de lucht was ontploft. In rook op gegaan. Hoeveel huizen in Groningen kun je van dat geld repareren? Hoeveel mensen in Afrika te eten geven, hoeveel dure medicijnen kun je ervan kopen? Maar in de lanceerbasis was iedereen blij. Ze begonnen te klappen en te juichen. Ook Elon Musk was blij. Wat een kansen de volgende keer! Het is een kwestie van trial and error. Door mislukkingen gaat de mens vooruit. Ontploft of niet, dit was een nieuwe stap voor de mensheid.

Oh, yeah! Op naar Mars!

In mijn luie stoel voor de televisie bleef ik toch een beetje teleurgesteld zitten. Het speeltje van Musk was ontploft, misschien net als zijn eerste elektrische auto’s. Na kinderziekten te hebben overwonnen, rijden die auto’s nu overal rond, ook al zijn verschillende Schiphol-taxi’s inmiddels een proces begonnen tegen Tesla. De taxi’s hebben een veel minder groot bereik hebben dan was beloofd. 

Wat heeft de ruimtevaart ons eigenlijk opgeleverd?

Wonen op Mars, wat heb je eraan? Het lijkt een dood hemellichaam. Zo dood als een pier.

‘Een schat aan gegevens’, wordt beweerd. Dat lijkt een chique manier om te zeggen dat onze planeet te klein is en de mens te kort leeft om iets van werkelijke kennis over het onmetelijke universum te vergaren. Hoewel de aarde in hun ogen een enorme omvang had en men niet eens wist of zij rond was, stonden ontdekkingsreizigers van vijfhonderd jaar geleden nog voor een overzichtelijke taak. Als je terugkwam was je slechts een paar jaar ouder, net als de mensen die zij bij hun vertrek hadden achtergelaten.

Dat zal allemaal veranderen door een sprong in het heelal. Ik zal het niet meer meemaken, Elon Musk ook niet, en u – o, lezer – evenmin. Wonen op Mars, wat heb je eraan? Het lijkt een dood hemellichaam. Zo dood als een pier. De volgende pleisterplaats ligt al weer lichtjaren verderop. Daar is de mens helemaal niet op gebouwd. Zelfs als wij erin slagen ziekte en dood uit te bannen, wordt het een heilloze onderneming om meer van het universum te willen zien. Zelfs voor de grootste globetrotter is de aarde, met inbegrip van alle moderne hulpmiddelen, nog altijd veel te uitgestrekt om geheel te kunnen beheersen en omvatten. Begrijp tegen de achtergrond hiervan waarom bijna wekelijks wordt gemeld dat ergens in het heelal een planeet gevonden is, waar heel eventueel leven mogelijk zou zijn. Een planeet zoals die van ons. Maar zelfs als die bestaan, moeten zij heel wat lichtjaartjes verderop liggen.

Voor wie zijn we dan zo nieuwsgierig? Voor onszelf, maar echt veel hebben we daar voorlopig niet aan, wat ons niet minder sympathiek maakt. ‘Voorlopig’ zou ook wel eens ‘nooit’ kunnen betekenen. Desondanks schieten we binnenkort weer 1 miljard aan dollars nutteloos de lucht in. Ook dan zal ik kijken.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.