Spring naar de content
bron: anp

De kloof tussen het CDA en de overige drie coalitiepartijen is onoverbrugbaar

Het Tweede Kamerdebat van afgelopen woensdag heeft duidelijk gemaakt dat het kabinet binnen afzienbare tijd gaat vallen. Ilja Leonard Pfeijffer is daar niet rouwig om, al vreest hij wel dat kostbare tijd verloren gaat. ‘Nederland zal hoe dan ook vele maanden lang stilstaan.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ilja Leonard Pfeijffer

Het Tweede Kamerdebat van afgelopen woensdag was een staatsrechtelijk en parlementair novum. Het was voor het eerst dat de Tweede Kamer der Staten Generaal debatteerde over de uitslag van de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Hoewel dit een uiterst merkwaardige procedure behelsde, die een debat opleverde over een situatie waarover de Kamer geen zeggenschap heeft en die evenmin formele gevolgen heeft voor diezelfde Kamer, was het goed te begrijpen dat de oppositie dit debat had aangevraagd, want het ging niet over de verkiezingen, maar over stikstof en dan vooral over de paniek die bij het CDA is uitgebroken na de recente verkiezingen en die de kabinetsaanpak van de stikstofcrisis op losse schroeven zet. 

Het debat maakte een aantal zaken duidelijk. Ten eerste is het zonneklaar geworden dat het kabinet gaat vallen, maar dat kan voor weinigen nog een verrassing zijn. Ik schrijf deze column tijdens de dinerpauze (parlementariërs in Nederland dineren in een uurtje tussen zes en zeven) tussen de eerste termijn van de Kamer en de eerste termijn van de regering, dus ik weet niet hoe het debat zal eindigen, maar als de regering vanavond niet valt, dan zal dat binnen afzienbare tijd gebeuren. Tijdens het debat heeft het CDA feitelijk zijn steun aan het coalitieakkoord ingetrokken. De kloof tussen het CDA en de overige drie coalitiepartijen, en met name met D66, is onoverbrugbaar. De samenwerkende oppositiepartijen hebben dit feilloos en meedogenloos aan het licht gebracht. 

De kloof tussen het CDA en de overige drie coalitiepartijen, en met name met D66, is onoverbrugbaar. De samenwerkende oppositiepartijen hebben dit feilloos en meedogenloos aan het licht gebracht.

Voordat ik overga tot het tweede en wellicht nog interessantere punt dat het debat verduidelijkte, moet ik het even kort hebben over Sophie Hermans. Hoewel zij de fractievoorzitter is van de VVD, heb ik een zwak voor haar, maar dat doet er niet toe, ik heb af en toe rare en onverklaarbare blinde vlekken in mijn oordelen. In haar bijdrage aan de eerste termijn citeerde zij de column over het ‘eeuwige moeten’, die Jelmer Mommers vlak na de verkiezingen schreef voor De Correspondent. Mommers betoogt daarin dat de nadruk op de noodzaak van sommige maatregelen, zoals stikstofreductie, averechts werkt. Mensen houden er niet van om te horen dat zij iets moeten en dat er geen alternatieven zijn. Daarom is het volgens Mommers slimmer om te zeggen dat je iets wilt. We moeten de stikstof niet reduceren, we willen dat. We willen gezonde natuur. Dat klinkt fijner dan wanneer je met een gezicht als een oorwurm zegt dat het moet van Brussel en van de rechter. 

Sophie Hermans citeerde deze column, die ze bewonderend een ‘artikel’ noemde, met instemming, maar ze had het betoog niet helemaal goed begrepen volgens mij, arme Sophie. Had ik al gezegd dat ik een zwak voor haar heb? Terwijl Mommers spreekt over de retorica en de presentatie van een standpunt, dacht Sophie Hermans dat zij door die column werd aangespoord om dingen op te sommen die zij graag zou willen, de schat. Dit kwam haar op een scherpe interruptie van Geert Wilders te staan, die terecht zei: ‘Ik wil ook zoveel, maar ik zit helaas in de oppositie. U zit in de regering. Dus als u iets wilt, doe het dan.’ 

En toen ging het opeens niet meer over stikstof, maar over allerlei andere urgente zaken die het kabinet maar niet geregeld krijg. De boerenvoorvrouw had er in haar bijdrage aan de eerste termijn ook een hele waslijst van. De aanpak van de stikstofcrisis, die nu gegijzeld is door de doodstrijd van het CDA, is slechts één van vele tientallen problemen die de regering maar niet opgelost krijgt.

De aanpak van de stikstofcrisis, die nu gegijzeld is door de doodstrijd van het CDA, is slechts één van vele tientallen problemen die de regering maar niet opgelost krijgt. 

Dat is het tweede punt dat zonneklaar werd tijdens dit debat: het zittende vierde kabinet-Rutte vertoont op alle urgente dossiers (niet op sommige, niet op de meeste, maar op alle urgente dossiers) een schrijnend gebrek aan oplossend vermogen. Of het nu gaat om de compensatie van de slachtoffers van de Toeslagenaffaire of van de aardbevingsslachtoffers in Groningen, de asielcrisis, de woningnood, de armoede en de ongelijkheid of vele andere uiterst acute problemen, dit kabinet krijgt het niet voor elkaar om zelfs ook maar het begin van het vooruitzicht op een concrete oplossing te presenteren. De regering regeert niet. 

Daarom hoeven we er niet rouwig om te zijn dat dit kabinet valt, al houden we ons hart vast voor de tijd die we zullen verliezen met een regering die nog meer demissionair zal zijn dan zij nu al lijkt, met verkiezingscampagnes, vervroegde verkiezingen en zonder enige twijfel uiterst langdurige onderhandelingen voor een nieuwe regeringscoalitie. Nederland zal hoe dan ook vele maanden lang stilstaan.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.