Spring naar de content
bron: anp

Tussen Gent en Wevelgem wordt niks weggegeven

Frank Heinen keek naar Gent-Wevelgem 2023. ‘Terug naar Guillaume van Keirsbulck, een door Willy Vandersteen ontworpen coureur met een Karel Van Wijnendaele approved coureursnaam. Ja hoor, daar gaat-ie, dwars door de ondergelopen aardappelvelden.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Langs de kant van de provinciale weg ligt een man in foetushouding. Daarnet reed hij nog.

Vannieuwkerke: ‘Val.’

De Cauwer: ‘Aiaiaiaiai.’

De man heet Michal Kwiatkowski. Oud-wereldkampioen. Hij weet niet wat hem zojuist overkomen is. Dokters buigen zich over hem, trachten hem richting de zijkant te manoeuvreren. Maar Michal Kwiatkowski wil niet manoeuvreren. Daarnet reed hij nog.

Vannieuwkerke: ‘Renaat?’

Schotte, van op de motor: ‘Het is een chaos, overal staan mensen, ploegleiders rijden renners voorbij. En dat allemaal door een chronisch gebrek aan bitumineuze voegvullingsmassa.’

Even verderop, op een plek waar een geel stuk verkeersmeubilair de straat splijt in een auto- en een fietsgedeelte, staat Biniam Girmay. In de berm, de modder loopt zijn fietsschoentjes in. Girmays fiets ligt naast hem, op zijn zij. Schuldbewust, alsof hij er iets aan kan doen. Girmay oogt versuft, een ober die net met een vol dienblad midden in de zaak op zijn snufferd is gegaan.

Vorig jaar scheen de zon. Vorig jaar won hij.

Vandaag regent het. Het waait, de dag lijkt zich op geen enkel moment volledig van de nacht te hebben losgemaakt. Het enige licht is dat wat door vers gelegd, doorweekt asfalt wordt weerkaatst. Regenlicht.

Nog even en Girmay zal doorrijden. Nergens heen, maar toch: door.

Hij zal 97ste worden.

97ste. Op één na laatste.

Elke haakse bocht, elke rotonde, elk oponthoud op de weg klinkt het geluid van honderden schijfremmen, jankend in de regen, een klaaglijk koor dat in canon zingt over de viezigheid en de vettigheid en de vuiligheid en de vunzingheid die aan de tanden kleeft.

En door, terug naar voren, terug naar de voorzijde van Gent-Wevelgem 2023.

Terug naar Guillaume van Keirsbulck, een door Willy Vandersteen ontworpen coureur met een Karel Van Wijnendaele approved coureursnaam. Ja hoor, daar gaat-ie, dwars door de ondergelopen aardappelvelden.

Van Keirsbulck, met zijn baard voor eind maart.

De Cauwer: ‘Guillaumtje is goe bezig.’

Vannieuwkerke: ‘Dat zei zijn oma altijd.’

De Cauwer: ‘Guillaumtje is goe bezig.’

En elke haakse bocht, elke rotonde, elk oponthoud op de weg klinkt het geluid van honderden schijfremmen, jankend in de regen, een klaaglijk koor dat in canon zingt over de viezigheid en de vettigheid en de vuiligheid en de vunzingheid die aan de tanden kleeft. En door, over de zandwegen, tussen akkers waar toeschouwers aanleunen tegen ‘Verboden voor toeschouwers’-bordjes, en het bruin spat op en zet zich af op hoofden die koppen worden. Klassiekers zijn een vorm van seizoensarbeid, wielrennen in maart is slechts leuk voor wie droog binnen zit, want het giet en het spoelt en het plenst en af en toe spoelt er een neoprof van de weg.

De Cauwer: ‘Koers is geen zwemmen.’

Correct. Maar soms scheelt het niet veel.

En voort, langs Lijstermolen, Baneberg, Monteberg. Het ene oorlogsmonument na het andere. Verhalen over paarden die stierven aan van mosterdgas verzadigd gras. Gent-Wevelgem slingert jaarlijks door Vlaamse Velden, de race glibbert door de gruwelijkste geschiedenissen en Fabio Jakobsen demarreert. Fabio Jakobsen kán helemaal niet demarreren, hij is een sprinter, hij moet wachten, sprinters die aan het demarreren slaan zijn soldaten die de witte vlag ‘op de pak’ in hun ransel steken: ze hebben het al opgegeven, nog voor de strijd begonnen is. Daar gaat-ie, Jakobsen. Hij fietst ja, breed, op de manier waarop sportschooltypes lopen. Het oogt krachtig, maar hard gaat het niet. Even later wordt hij voorbijgesneld door Jan, alleman en de cameramotor, die hem achterlaat ergens halverwege Gent en finish, zoek het maar uit met al je talent, gewoon de bordjes ‘Wevelgem’ volgen.

Asgreen op kop. Even maar. Asgreen won ooit de Ronde van Vlaanderen. Toen zag hij er nog vrij menselijk uit, maar tweehonderd kilometer hondenweer heeft hem teruggesnoeid tot zijn kern: een verregend radijsje.

De laatste 52 kilometer van Gent-Wevelgem 2023 zijn saai.

Van Aert versnelt, zijn ploegmaat Laporte volgt, de twee sterksten komen vooraan en samen rijden ze naar de finish. Het is schitterend, het is perfect en het is saai. De tv-kijkers zakken weg in het soort sluimer dat een spoortje zever trekt van je mondhoek over je wang richting je oor. Van Aert en Laporte zijn het stel dat je te eten uitnodigt en waaraan niets mankeert, het stel dat alles voor elkaar heeft en de hele avond verliefd naar elkaar glimlacht. Er zit niets anders op ze niet meer uit te nodigen, omdat je de uitkomst van iedere conversatie al kent – en uit pure afgunst natuurlijk. Volmaakte eendracht: heerlijk om onderdeel van uit te maken, gruwelijk om aan te worden blootgesteld. Af en toe maken ze een praatje, Laporte, Van Aert. Het gaat over wie mag winnen. Waar het eigenlijk over gaat, is wie wie wat verschuldigd is. Wielrennen is schulden maken, wielermonumenten worden niet zelden door deurwaarders gewonnen: hallo, weet je nog, die overwinning van Gent-Wevelgem? Die wil ik terug, en anders maken we een mooie regeling.

Achter hen: niets, dan nog een tijdje niets en dan wat losse renners, vuile vegen die over de weg zijn uitgesmeerd. Naast zoveel eendracht ziet al het andere eruit als amechtige verwarring.

Nergens maakt de op een na beste zoveel kans om te winnen als in een eendagskoers in het wielrennen.

Aan de streep, in Wevelgem, worden Van Aert en Laporte twee heren voor een dichte deur.

Na u, nee na u, nee ik sta erop, ja, nee, maar ik ook, weet u het zeker, ja na u.

Laporte wint, Van Aert noteert de schuld en de gevoelstemperatuur in de commentaarcabine zakt onder nul.

Ergens spreekt iemand het woord ‘weggeven’ uit. 

Ook gehoord: ‘krijgen’.

Nergens maakt de op een na beste zoveel kans om te winnen als in een eendagskoers in het wielrennen. Laporte manoeuvreerde zich in een positie waarin de kans op een meevaller het grootste was. Juiste ploeg, juiste vorm, juiste instelling, juiste moment, juiste afspraak. Is dat ‘krijgen’?

En ‘weggeven’ dan? Alleen mensen die weigeren te begrijpen dat elke verreden koers consequenties heeft voor nog te verrijden koersen, alleen mensen die hun zondagmiddaginvestering willen terugverdienen door de beste de beste te zien zijn, omdat dat is wat ze besteld hebben, spreken over weggeven. Maar: niet elke race is een afgerond kortverhaal. Er zitten ook hoofdstukken tussen, en open eindes.

Als de beste niet wint door een eigen fout, geniet de wielerkijker zich een ongeluk.

Als de beste niet wint door een eigen handigheid, eist de wielerkijker zijn geld terug.

Zondag verstrekte de beste een lening aan de op een na beste. Een lening die hij mogelijk over twee weken alweer terug heeft, met vette rente. 

Wie volledige openheid van zaken verlangt, en een sterkste die altijd wint, raad ik zwemmen aan.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.