Spring naar de content

Onbegrensde rijkdom

‘Ik wil best geloven dat geld gelukkig maakt, maar gelukkig ontbeer ik elke ambitie voor dat doel’, schrijft hoofdredacteur Tom Kellerhuis in het maartnummer van HP/De Tijd.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Tom Kellerhuis

Aan het eind van de twintigste eeuw was het in Nederland in de meeste kringen nog not done om succes en rijkdom breeduit tentoon te spreiden. Destijds interviewde ik met regelmaat beroemde vaderlandse kunstenaars, schrijvers, acteurs, artiesten, tv-persoonlijkheden, zakenlieden, politici, couturiers en glamour-advocaten. Hoewel de meesten met hun begenadigde talenten fortuin hadden vergaard, bleven de kaken zonder uitzondering stijf op elkaar als ik het in mijn impertinentie en nieuwsgierigheid bestond te vragen hoe rijk ze echt waren. Rijkdom was toch vooral mooi en iets innerlijks; men was rijk in geluk of gezondheid. Ik geloof niet dat ik ooit een banksaldo te zien of te horen heb gekregen. Een vermakelijke, maar ook ongemakkelijke exercitie was het vaak. 

Rond die tijd verscheen ook voor het eerst de Quote 500 in het zakenblad dat door de oprichter zelf ooit als de Privé voor de rijken werd bestempeld. Ik vermoed dat het in de beginjaren nog behoorlijk met de natte vinger ging, maar het was onmiddellijk een succès fou. Tot op de dag van vandaag bleek het een doorslaande verkoophit om de vermogens van de allerrijksten in ons calvinistische landje te outen. Ik herinner me hoe de toenmalige hoofdredacteur Jort Kelder eens ter promotie van zijn blaadje in een geluidswagen langs peperdure landhuizen reed en vanuit het dakraam met megafoon al die arme multimiljonairs toeschreeuwde. Allemaal lieden die nog vele malen rijker waren dan mijn succesvolle, niet onbemiddelde interviewkandidaten. 

In het allereerste begin, toen het geloof ik nog de Quote 100 heette, had je genoeg aan een vermogen van zo’n 20 miljoen voor een plaatsje in de top. Tegenwoordig moet je een veelvoud daarvan bezitten om überhaupt genoemd te worden. De club van miljardairs is sindsdien dermate gegroeid dat die binnenkort wellicht zelf een eigen top honderd krijgt. 

En het einde van die ongebreidelde geldzucht lijkt nog lang niet in zicht. Na alle (financiële) crises van de afgelopen decennia blijken de rijken alleen maar rijker geworden. Schatrijk worden staat voor succes en mag tegenwoordig openlijk als ultiem doel worden nagestreefd, met name onder de jongere generaties. 

Maar hoeveel heb je werkelijk nodig? Ik wil best geloven dat geld gelukkig maakt, maar gelukkig ontbeer ik elke ambitie voor dat doel. Wie intrinsiek niets om rijkdom geeft, leeft zonder geldzorgen.

Onderwerpen