Spring naar de content
bron: anp

Hand in hand, Roze Kameraden

Homohaat is schering en inslag in stadions. Voetbalminnende lhbti’ers beginnen daarom hun eigen supportersclubs. Zoals de Roze Kameraden in Rotterdam en, veel eerder al, de Roze Règâhs in Den Haag. ‘Hoe zou het zijn voor een jonge gay om zijn vader ‘kankerhomo’s’ te horen roepen?’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Willem Pekelder

Als je goed kijkt, zie je nog steeds de graffiti-sporen. Brielselaan, Rotterdam-Zuid, hier vond vorig jaar augustus een aanslag plaats op sportschool CrossFit Gold Pact. Op een zaterdagnacht bestookten onverlaten het complex met een brandbom. In gifgroene letters maakte de afzender zich bekend: RJK, ofwel: Rotterdam Jongeren Kern. Sportschoolhouder Paul van Dorst (35) is er nog altijd beduusd van. “Daar kalkten ze leuzen,” wijst hij naar de muur. “Kankerhomo’s, stond er, en: Paul, Sebas en Thijs dood.”

Twee dagen voor de aanslag had bovengenoemd drietal in biercafé Boudewijn Roze Kameraden opgericht, een club van Feyenoord-supporters met een lhbti-achtergrond. Het was een mooie bijeenkomst geweest in aanwezigheid van de Rotterdamse VVD-wethouder Bert Wijbenga, KNVB-programmamanager racisme en discriminatie Houssin Bezzai en Maron Pots, toenmalig voorzitter van de eerste roze supportersvereniging van Nederland Roze Règâhs, aangesloten bij ADO Den Haag. Inmiddels telt Roze Kameraden 250 leden.

Op het moment van de aanslag vierde Roze Kamera-den-voorzitter Van Dorst juist zijn eenjarig huwelijk met zijn man Joost. Tijdens het genoeglijk etentje in Den Haag liet de sportschoolhouder zijn mobiel lekker rinkelen. Het waren toch maar anonieme oproepjes. De volgende morgen echter trad de bittere waarheid aan het licht: de politie had hem ettelijke malen proberen te bereiken. “Weet je wat er afgelopen nacht is gebeurd?” hoorde Van Dorst per telefoon bij het hotelbuffet.

In sneltreinvaart naar de Brielselaan, waar zich reeds media en Roze Kameraden hadden verzameld. “Nee, gehuild heb ik toen niet,” zegt de twee meter lange sportschoolhouder, “maar mijn broer, die nog een kop groter is dan ik, deed dat wel.” ’s Avonds volgde een telefoontje van burgemeester Aboutaleb, die Van Dorst sterkte wenste vanaf zijn vakantieadres. Van Dorst wordt nog steeds door de politie beveiligd. En bij CrossFit Gold Pact zijn beveiligingscamera’s geïnstalleerd.

Nee, we zitten als Roze Kameraden niet apart. Dat willen we helemaal niet

Paul van Dorst, voorzitter Roze Kameraden

Aanvankelijk leek de afgetrainde sportschoolhouder er zonder kleerscheuren af te komen. Tót twee à drie maanden na de aanslag. “Ik werd vier, vijf keer per nacht onrustig wakker: zou de politie me bellen? Als ik een sirene hoorde, dacht ik: vast de sportschool!
’s Avonds op straat voelde ik me onveilig en oncomfortabel.” Nu, een jaar later, zijn de klachten voorbij, in zoverre dat de verhoogde waakzaamheid is gebleven. “Ik ben meer op mijn hoede dan vóór augustus 2021.”

Het was surrealistisch om te lezen dat anderen hem dood wilden hebben, erkent Van Dorst. “Maar gek genoeg: het went. Ik heb op Twitter al zoveel over me heen gekregen. De vraag is niet óf er weer iets zal gebeuren, maar wannéér en hoe erg het zal zijn. Zo sta ik in de wedstrijd. Soms denk ik wel: waar doe ik het allemaal voor? Maar tot nu toe wint telkens de gedachte dat ik, samen met anderen, Feyenoord mooier wil maken, inclusiever. Een club voor iedereen.”

Wrang genoeg kreeg na de aanslag niet RJK, de harde kern van Feyenoord, een stadionverbod, maar het slachtoffer zelf. Of, preciezer geformuleerd: Van Dorst ontving het ‘dringende advies’ om vanwege zijn veiligheid voorlopig niet meer in de Kuip te verschijnen. “Natuurlijk klopt daar niets van,” beaamt de Rotterdammer. “De daders zitten bij wijze van spreken vrolijk op de tribune en ik zit thuis. Acht maanden lang ben ik bij geen wedstrijd van Feyenoord geweest. Dat doet pijn voor iemand die al twintig jaar een seizoenskaart heeft, en met hart en ziel van zijn cluppie houdt.”

De eerste wedstrijd die hij weer bezocht was Feyenoord-FC Utrecht in april dit jaar. “Het eerste halfuur was megaspannend,” herinnert Van Dorst zich. “Hoe zouden ze op mij reageren? Gelukkig ging alles goed. Ik zat tussen vertrouwde supporters, die op z’n Rotterdams met me dolden: goh, leef jij nog dan? Nee, we zitten als Roze Kameraden niet apart. Dat willen we helemaal niet.”

We laten het geraas van het Maastunnelverkeer achter ons en verkassen naar het kantoor van Van Dorst. Bij ons voegt zich ook Renate den Heijer, in het dagelijks leven ambtenaar bij de gemeente Den Haag. Zij was in 2013 een van de oprichters van Roze Règâhs, waar ze nog altijd bestuurslid is. De roze supportersclub van ADO Den Haag hielp de Rotterdamse lhbti-‘collega’s’ bij de oprichting van hun Roze Kameraden, de tweede gay-supportersclub van Nederland.

Onder de koffie ontspint zich allereerst een gesprek over de liefde voor voetbal. Renate (63): “Mijn eerste herinnering is dat ik samen met mijn ouders naar het WK keek. Op zo’n zwart-wit toestel. Het was 1966: Engeland wereldkampioen. Een magisch gebeuren, heel spannend allemaal. Zaterdagmiddag ging ik met mijn vader, na de Haagse markt, altijd voetbal kijken in het Zuiderpark. Op mijn achtste ben ik zelf gaan voetballen bij VIOS, destijds een roemruchte club in Den Haag-Zuidwest. Rond mijn 38ste dwong een hardnekkige enkelblessure mij met het voetbal te stoppen. Daarna heb ik nog tot 2004 bestuurswerk gedaan voor de club.”

Wanneer je als voetballer aan het eind van je loopbaan nog even flink wilt cashen in een Arabisch land, dan kun je dat als homo wel vergeten

Renate den Heijer, bestuurslid Roze Règâhs 

Inmiddels was Renate in transitie tot vrouw. Haar vertrek bij de club in 2004 heeft, zo benadrukt ze, daar niets mee te maken. “Na mijn coming-out in 2001 ging ik mijn weekenden anders invullen. Met contactavonden voor transgenders bijvoorbeeld. Daardoor bleef er simpelweg minder tijd over voor VIOS.” Ze noemt zichzelf liever geen transgender. “Ik ben honderd procent vrouw. Hooguit zou je daaraan kunnen toevoegen: met een transgender-verleden.” 

Bij Paul van Dorst begon de voetballiefde eveneens op jonge leeftijd. “Mijn ouders vonden het belangrijk dat we aan sport deden. We woonden in Papendrecht; voor mij werd het vv Drechtstreek. Een geweldige voetballer was ik niet als twaalfjarige, meer veldvulling. Toch vond ik het mooi om mee te doen: samen strijden voor hetzelfde doel. Pas op mijn zeventiende kwam ik erachter dat ik een andere geaardheid had. Ik voetbalde toen al niet meer. Uit de kast ben ik pas gekomen op het moment dat ik naar Rotterdam verhuisde, rond mijn achttiende.”

Waarom zijn roze supportersverenigingen nodig?

Paul van Dorst: “Omdat het onderwerp homoseksualiteit in sportverenigingen niet of nauwelijks aan de orde komt. Bovendien willen we een veilige haven scheppen voor homoseksuele supporters, een plek waarvan ze weten: hier kan ik veilig mezelf zijn. En ook het besef: ik ben niet de enige.”

Renate den Heijer: “Én om te laten zien dat er genoeg homo’s, lesbo’s en transgenders zijn die een mannensport als voetbal hartstikke leuk vinden. Dat ze dus niet alleen maar van ballet houden en zo. Of allemaal kapper willen worden, zoals meneer Van der Gijp denkt.”

In de serie De roze supporters van KRO-NCRV zagen we afgelopen mei hoe homo-supporters elk weekend maar weer al die homofobe spreekkoren moeten verdragen: ‘Homo’s lopen hand in hand’, ‘Yes, yes, het zijn de homo’s van Vites.’ Hoe voelt dat?

Paul van Dorst: “Heel pijnlijk, want het gaat over jou! Het blijft bizar dat supporters jouw geaardheid gebruiken om zich af te zetten tegen de tegenstander. Het erge is dat je er nog aan went ook.”

Renate den Heijer: “Dat komt doordat homo’s óveral worden uitgescholden. Op school, op straat, ze zijn niet anders gewend. Maar het blijft natuurlijk verschrikkelijk om voor ‘kankerhomo’ te worden uitgemaakt. Niet alleen voor homo’s, ook voor kankerpatiënten. Een belangrijk doel van roze supportersverenigingen is om homovijandige spreekkoren in stadions tegen te gaan. Hoe is het voor een veertien-jarige die nog twijfelt over zijn geaardheid en die zijn vader in het stadion ’kankerhomo’s’ hoort roepen?”

Moet u huilen van zo’n scheldwoord?

Renate den Heijer: “Nee, huilen doe ik pas als ADO verliest.”

‘De daders zitten bij wijze van spreken vrolijk op de tribune en ik zit thuis’

Zijn er na bijna tien jaar Roze Règâhs geen homovijandige spreekkoren meer bij ADO Den Haag?

Renate den Heijer: “Nou, nog steeds wel, hoor. Maar er is meer sociale controle. Als er homofobe dingen worden geroepen, trekken we meteen aan de bel. Maar het clubbestuur komt ook vaak zelf al naar ons toe.”

In mei is Jake Daniels van Blackpool FC uit de kast gekomen. Het was de eerste coming-out bij een Engelse profclub sinds ruim dertig jaar. Zijn er zo weinig homo’s die voetballen?

Paul van Dorst: “Dat denk ik niet. Maar profvoetballers weten: als het bekend wordt, gaat m’n carrière eraan. Ze voorzien dat ze overal zullen worden afgemaakt. Niet alleen door de tegenstanders, maar als het een beetje tegenzit ook nog eens door de eigen supporters.”

Renate den Heijer: “De algemene opinie is: homo’s schaden het imago van de club. Zaakwaarnemers raden het om die reden vaak ook af om uit de kast te komen. Wanneer je aan het eind van je loopbaan nog even flink wilt cashen in de zandbak, dat wil zeggen in een Arabisch land, dan kun je dat als homo wel vergeten.”

Hoe staat het een jaar na dato met het politieonderzoek naar de aanslag? Er is tot nu toe slechts één veroordeling geweest: een taakstraf van veertig uur voor een RJK’er die, een kleine maand na de aanslag op de sportschool van Paul van Dorst, het Rotterdamse COC-kantoor had beklad.

Paul van Dorst: “Ik weet dat er twee aanhoudingen zijn geweest in verband met de aanslag op mijn sportschool. Het onderzoek verkeert in de finale fase. Ik heb er alle vertrouwen in.”

Op 26 augustus stond in het AD dat de politie in Gouda een man heeft opgepakt die namens RJK een sympathisant van de Roze Kameraden zou hebben bedreigd.

Paul van Dorst: “Ook dat is voor mij een teken dat de politie erbovenop zit.”

En hoe is het met jouw vertrouwen in de top van Feyenoord?

Paul van Dorst: “Ik denk dat ze meer kunnen doen dan dat ze op dit moment laten zien. Kijk, de Feyenoord-
directie had verwacht dat wij ons zouden aansluiten bij de bestaande supportersvereniging. Dat we daar niet voor hebben gekozen, is voor hen best lastig. Ze wisten aanvankelijk niet goed wat ze met ons aanmoesten. Dat begrijp ik, want de lhbti-problematiek in het voetbal was onbekend terrein.”

Ze waren niet aanwezig bij de oprichting van Roze Kameraden.

Paul van Dorst: “Klopt, ja. Een gemiste kans. Ze hadden kunnen uitleggen dat de roze supporter voor hen tot dan toe een blinde vlek was geweest.”

Er moeten twee dingen gebeuren: handhaving en opvoeding. Daar zetten wij als Roze Kameraden op in

Paul van Dorst, voorzitter Roze Kameraden

Op de maandag na de aanslag gaf Feyenoord een verklaring uit waarin ze de actie scherp veroordeelde. Een bezoekje aan jouw sportschool was misschien toch wel sympathiek geweest? 

Paul van Dorst: “Ja, geen bloemetje of niks, jammer hoor. Wat ons betreft is de oriënterende fase nu wel voorbij. Samen met Feyenoord moeten we nu concrete plannen maken, bijvoorbeeld over het uitbannen van kwetsende spreekkoren. Gelukkig hebben we een goede verstandhouding met de club.”

Hoe was het voor jullie om te zien dat Feyenoord afgelopen Roze Zaterdag een regenboogvlag uithing?

Paul van Dorst: “Voor homo’s lijkt dat misschien een gering gebaar, maar als je ziet waar de club vandaan komt en met welke krachten ze te maken heeft, dan denk ik dat het voor Feyenoord een waanzinnig grote stap was. Een compliment waard. Samen met de gemeente proberen we Feyenoord nog wat verder de gewenste richting in te duwen.” 

U had het net over een bloemetje. U nam wél een bloemetje mee bij uw eerste gesprek met algemeen Feyenoord-directeur Mark Koevermans. Hoe viel dat?

Renate den Heijer: “Zucht.”

Mevrouw Den Heijer, waarom zucht u?

Renate den Heijer: “Omdat bij Koevermans woning vlak daarvoor iets vervelends was gebeurd. Daar had dat bloemetje mee te maken.”

Ik ben benieuwd hoe zo’n bloemetje valt in een wereld waarin mannen misschien niet gewend zijn om van een andere man een bloemetje te krijgen. 

Paul van Dorst: “Mark heeft het gebaar waanzinnig gewaardeerd.”

Koevermans is per 1 december vorig jaar opgestapt na het ingooien van de ruiten van zijn woning. Ook was hij thuis bezocht door boze supporters. Die acties hadden vermoedelijk te maken met onvrede over de toen voorgenomen verhuizing naar een nieuw stadion. Regeert de intimidatie bij Feyenoord?

Paul van Dorst: “Ik vrees dat een kleine groep supporters zich niets meer gelegen laat liggen aan welke normen, waarden of regelgeving dan ook. De harde kern van Feyenoord beslaat, volgens De Groene Amsterdammer, maar 7,7, procent van de supporters, maar zij willen wel het handelen van de club bepalen, en iedereen moet naar hen luisteren. Natuurlijk begrijp ik dat de Feyenoord-directie angstig is.”

Begrijpt u de Rotterdam Jongeren Kern?

Paul van Dorst: “Natuurlijk niet. Zij gaan uit van angst aanjagen en intimidatie, wij van verbinding en inclusiviteit. Wel, dat botst nogal.”

Krijgt u steun van de gewone supporters?

Paul van Dorst: “Zeker, maar helaas niet in het openbaar. Daar is men wellicht bang voor. En dat begrijp ik ook wel weer. Wanneer iemand naast je in het stadion op homo’s zit te schelden en jij zegt daar wat van, is de kans groot dat je een klap voor je bek krijgt. Daarom moeten er twee dingen gebeuren: handhaving en opvoeding. Daar zetten wij als Roze Kameraden op in. Als de club agressief gedrag consequent bestempelt als krankzinnig en ontoelaatbaar, zullen in elk geval heel wat meelopers, die waarschijnlijk niet eens een hekel hebben aan homo’s, afhaken bij de spreekkoren. Daarmee kun je het gedrag van de harde kern proberen aan te passen.”

Renate den Heijer (in roze shirt): ‘Ook als vrouw met een transgender-verleden word ik inmiddels geaccepteerd. Ik ben voor iedereen Renate.’

Hoe zijn de Roze Règâhs in 2013 opgevangen in de club?

Renate den Heijer: “Heel goed. Direct na de oprichting heeft ADO Den Haag ons van harte verwelkomd. Dat gebeurde met een officiële verklaring op de website, ondertekend door de toenmalige directeur zelf: Piet Jansen.”

Er zijn in het begin wel twee incidenten geweest met roze spandoeken.

Renate den Heijer: “Het was in 2014 bij de wedstrijd tegen FC Groningen. Met onze supporterscoördinator hadden we afgesproken dat we de spandoeken mochten ophangen: ‘100% voor ADO Den Haag, 100% tegen homofobie’. We hingen ze speciaal een beetje uit het zicht van ónze harde kern: Midden-Noord. Maar enfin, ze zijn toch weggegrist. Als argumenten werden genoemd: slecht voor het imago van de club, er zijn vrouwen en kinderen in het stadion, enzovoort. Verder zijn er in het begin wat scheldpartijen geweest op sociale media. Maar doodsbedreigingen, zoals de Roze Kameraden, hebben we gelukkig nooit ontvangen.”

Paul van Dorst: “Ik vermoed dat dat laatste te danken is aan het feit dat ADO Den Haag op de website meteen een heldere keuze heeft gemaakt.”

Renate den Heijer: “Bovendien is, denk ik, onze harde kern wat minder militant dan die van Feyenoord, gelet op de gewelddadige RJK-acties. Verschil is ook dat we in tegenstelling tot Feyenoord verscheidene supportersverenigingen hebben, die geregeld met elkaar overleggen. Verder waren we de eerste club waar de John Blankenstein Foundation, vernoemd naar de Haagse homoseksuele scheidsrechter, voorlichting kwam geven.”

Scheelt het ook niet dat voormalig Roze Règâhs-voorzitter Maron Pots, homo en wel, ooit zélf tot de harde kern behoorde en met overgave op de vuist ging?

Renate den Heijer: “Tuurlijk. Hij is opgegroeid met eerst FC Den Haag en later ADO. Maron is 67 jaar en kent zo’n beetje alle oudere supporters die in de jaren tachtig en negentig tot de harde kern behoorden. Hij heeft er vele vrienden onder. Hij was hooligan en spreekt de taal van de straat. Zo kon hij een brug slaan naar de fanatieke supporters.”

Meneer Van Dorst, u bent gewoon te netjes.

Paul van Dorst: “Ha, precies. Een keurige burger.”

Renate den Heijer: “Drie weken geleden hadden we open dag en stonden we als Roze Règâhs pal naast de stand van Midden-Noord. Geen enkel probleem. Nee, ook als vrouw met een transgender-verleden word ik inmiddels geaccepteerd. Ik ben voor iedereen Renate.”

Wanneer is het in Rotterdam zover?

“Ik hoop in 2025. Bij onze oprichting heb ik gezegd dat ons doel in het eerste jaar was om de regenboogvlag aan de Kuip te krijgen. Wel, dat is gelukt. Ik zie de toekomst optimistisch tegemoet.”

In de KRO-NCRV-serie De roze supporters zagen we jullie bezoek aan de KNVB. Toen Renate den Heijer vroeg waarom bij racistische spreekkoren soms wel wordt ingegrepen en bij homofobe niet, luidde het antwoord dat de politiek daartoe eerst met wetgeving moet komen.

Renate den Heijer: “Dat antwoord klopt niet. De KNVB heeft nota bene in zijn eigen richtlijn bestrijding verbaal geweld genoteerd dat clubs gerechtigd zijn om bij discriminatoire spreekkoren de wedstrijd stil te leggen. Minister Helder heeft in mei in een brief aan de Tweede Kamer nog eens benadrukt dat ook anti-homospreekkoren onder die richtlijn vallen.”

Paul van Dorst: “De KNVB heeft het hele traject uitgestippeld in de nota ‘Ons voetbal is van iedereen’. Bij discriminerende spreekkoren is eerst de stadionspeaker aan bod. Wordt naar zijn waarschuwing na twee keer niet geluisterd, dan wordt de wedstrijd tijdelijk gestaakt. Helpt dat nog niet, dan kan de scheidsrechter de wedstrijd beëindigen.”

Waarom gebeurt er ogenschijnlijk dan zo weinig in de praktijk?

Paul van Dorst: “Zowel de clubs als de KNVB zien blijkbaar meer heil in het zogenaamde de-escaleren. Ze zijn bang dat de situatie alleen maar erger wordt als de stadionspeaker zich ermee bemoeit. Nou, dat moet dan maar even. Dat is minder kwalijk dan wegkijken, waar de-escaleren in de praktijk op neerkomt. Het is allemaal angst. De KNVB zou zich gewoon aan zijn eigen protocollen moeten houden. Clubs die niet ingrijpen bij discriminerende teksten zouden meteen een telefoontje moeten krijgen uit Zeist.”

Renate den Heijer: “Een van de weinige keren dat er wel is ingegrepen, was tijdens FC Den Bosch-Excelsior drie jaar geleden, toen de zwarte Excelsior-speler Ahmad Mendes Moreira oerwoudgeluiden naar zijn hoofd kreeg. Een paar spelers liepen zelf het veld af, en de scheidsrechter legde de wedstrijd tijdelijk stil. Zo kan het dus ook. Waarom gebeurt er dan niets als er wordt gescandeerd: ‘Alle Duitsers zijn homo’s’?”

In Duitsland heeft elke profvoetbalclub haar eigen roze supporterskring. En in Engeland heeft een Lagerhuislid enkele jaren geleden een voorstel ingediend om homofobe spreekkoren wettelijk te verbieden. Gaat het in het buitenland beter dan hier?

Paul van Dorst: “In Engeland hadden ze tien jaar geleden heel veel last van hooliganisme. Door goede samenwerking tussen clubs, gemeenten, politie en OM is dat nu voorbij.”

Voor het definitief staken van een wedstrijd is de burgemeester nodig vanwege het veiligheidsrisico

Jaap Paulsen, woordvoerder KNVB

Renate den Heijer: “Over Duitsland gesproken. Duitse supporters zijn veel gedisciplineerder en sportiever. Ik ben een paar keer bij wedstrijden van FC Köln geweest en mij viel op dat de supporters samen met die van de tegenpartij vreedzaam van dezelfde tram en metro gebruikmaakten. In het stadion zaten de verschillende supporters gewoon door elkaar heen op de tribune.”

Zouden stadionverboden helpen in Nederland?

Renate den Heijer: “Tuurlijk. Ik ben voor.”

Paul van Dorst: “Eens! Je gaat toch naar een wedstrijd om je eigen club te steunen? Toch niet om de tegenstander en zijn supporters het leven zuur te maken?”

Feyenoord zegt in een reactie dat de club en de Roze Kameraden op één lijn zitten: geen discriminatie, uitsluiting, bedreiging of intimidatie in welke vorm dan ook. “Bij ons moet iedereen zich welkom en veilig voelen.” De woordvoerder denkt aan bewustwordingsprogramma’s, waardoor duidelijker wordt dat sommige spreekkoren kwetsend zijn voor collega-supporters. En trouwens ook schadelijk voor de club.

Een ander idee is om spreekkoren te overstemmen door in het betreffende vak bijvoorbeeld clubliederen af te spelen. “Wij zullen als club steeds duidelijk maken waar wij staan. Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan door het hijsen van de regenboogvlag op Roze Zaterdag.” Door gesprekken met onder meer de gemeente en de politie hoopt Feyenoord het toenemend aantal incidenten – met als meest recente voorbeeld het bekladden van het huis van wethouder Robert Simons met leuzen van de Rotterdam Jongeren Kern – de kop in te drukken. “Maar,” voegt de woordvoerder eraan toe, “het zal een proces van lange adem worden.”

Ook KNVB-woordvoerder Jaap Paulsen vertelt dat de Bond volop bezig is met het bestrijden van voetbalgeweld, waaronder kwetsende spreekkoren. “De KRO-NCRV-documentaire was helaas zo gemonteerd dat het leek alsof er een tegenstelling bestaat tussen ons en de roze supporters, maar in werkelijkheid willen we juist hetzelfde.”

Hij legt uit dat de KNVB een tuchtrechtsysteem kent, waarbij een onafhankelijke aanklager nagaat of een voetbalclub nalatig is geweest bij het aanpakken van bijvoorbeeld kwetsende spreekkoren. “Mocht zich in het weekend iets ernstigs hebben voorgedaan, dan bekijkt die aanklager direct op maandag of de betreffende club voldoende actie heeft ondernomen voor, tijdens en na de wedstrijd. Is dat niet het geval geweest, dan kan die club een boete krijgen.”

Op de vraag waarom er in de praktijk zo weinig wedstrijden worden stilgelegd, antwoordt Paulsen dat de kwestie helaas niet zo eenvoudig ligt. “Neem de homofobe spreekkoren, waaraan de KNVB nu veel tijd en aandacht besteedt. Het begint er al mee: bij hoeveel mensen is er sprake van een spreekkoor, wat wordt er geroepen en voor hoe lang, wat hebben de scheidsrechter en veiligheidscoördinator zelf gehoord, enzovoort? Voor het definitief staken van een wedstrijd is bovendien de burgemeester nodig vanwege het veiligheidsrisico. Nogmaals, simpel is het niet.”

Hetzelfde is, volgens de KNVB-woordvoerder, het geval met stadionverboden voor roepers van kwetsende leuzen. “De term kwetsend is voor meerderlei uitleg vatbaar. Het simpelweg roepen van ‘homo’ is, hoe grievend dat ook kan worden ervaren, volgens de rechter niet strafbaar, of anders heel moeilijk strafrechtelijk aan te pakken. Dan kunnen wij wel een stadionverbod opleggen, maar dat wordt dan door de rechter zo weer van tafel geveegd.”

Het opsporen van de daders is, zo vervolgt Paulsen, een taak van de club zelf. Die kan de raddraaiers vervolgens voor een landelijk stadionverbod voordragen bij de KNVB. Naar de smaak van Paulsen lukt het in een toenemend aantal gevallen maatregelen te treffen, zoals afgelopen april, toen de KNVB vier MVV’ers wegens racistische leuzen een landelijk stadionverbod oplegde van twintig jaar.

Paulsen verwijst ook naar de wedstrijd FC Den Bosch-Excelsior van drie jaar geleden, waarbij de zwarte speler Ahmad Mendes Moreira slachtoffer was van racistische spreekkoren. “Uiteindelijk hebben we aan de hand van ons bewijsmateriaal twee mensen een stadionverbod kunnen geven. Strafrechtelijk is er niemand veroordeeld. Dat is teleurstellend, zeker. Met slimmere technologie hopen we de pakkans in de toekomst te vergroten. Én we doen aan bewustwording en preventie. Helaas is het wat krenkende spreekkoren betreft vaak twee stappen vóóruit en één achteruit.”

Het OM, gevraagd naar de stand van zaken rond de verdachten van de aanslag op de sportschool van Paul van Dorst, onthoudt zich van commentaar.