Spring naar de content
bron: anp

Wat is woke?

Dilan Yesilgöz, de minister van Veiligheid en Justitie, spuwde onlangs haar gal over de zogeheten ‘woke-beweging’. Onder het mom van ‘inclusiviteit’ sluiten zij juist mensen buiten, zei zij. Applaus was haar deel. Hoe komt het dat de haat van rechts voor links zoveel sterker resoneert dan die van links voor rechts, vraagt Jan Kuitenbrouwer zich af.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Dilan Yesilgöz, de minister van Veiligheid en Justitie, spuwde onlangs haar gal over de zogeheten ‘woke-beweging’. Onder het mom van ‘inclusiviteit’ sluiten zij juist mensen buiten, was haar voornaamste bezwaar. Er stak een discussie op. Had zij gelijk? Die woke-beweging, wat was dat nu eigenlijk, en bestaat er ter rechterzijde misschien ook een beweging die je hetzelfde kunt verwijten?

Rechts is duidelijk beter in het munten van pejoratieven over links dan links over rechts. Ooit stond links voor verbeeldingskracht en rechts voor dufheid en conformisme, maar zo is het niet meer. Het is alweer lang geleden dat links iets deed waardoor ik dacht: het is niet alleen goed dat ik links ben, maar ook leuk. In de jaren negentig en nul wist de SP nog geregeld te verrassen met vernieuwende campagne-ideeën. Gekke filmpjes, digitale kettingbrieven, originele muziek. Dat hebben we al in geen jaren meer gezien.

Geert Wilders is al ruim tien jaar met afstand de geestigste spreker in de Tweede Kamer. Van zijn ideeën word je niet vrolijk, maar soms wel van hoe hij ze aan de man brengt.

Heeft links in de twintig jaar dat nieuw rechts nu aan de weg timmert, één dodelijk epitheton voor ze gemunt? Door linkse commentatoren wordt veel energie geïnvesteerd in taxonomie: is deze club nu extreem rechts, radicaal rechts, conservatief rechts, nationalistisch rechts of wellicht een nieuwe, zeldzame mengvorm? Maar een rake, besmettelijke typering die een eigen leven gaat leiden? – wie het weet mag het zeggen. Zoiets vileins als Wilders’ ‘linkse hobby’, dat direct in het spraakgebruik werd opgenomen? Of, voor eigen gebruik, een handzame, wervende drieslag als Joop den Uyl’s ‘kennis, macht en inkomen’?

Misschien ‘wappie’? Dat wordt nu met redelijk effect gebruikt om complotdenkers en virusontkenners af te serveren, maar die hebben dat woord wel zelf verzonnen, of beter hun voorgangers, de gabbers van de jaren negentig. En toen het tegen ze gebruikt dreigde te worden verhieven zij het ogenblikkelijk tot geuzennaam, zie de ‘PROUD TO BE WAPPIE’ spandoeken bij hun demonstraties.

Hoe zij het precies doen weet ik niet, maar van het woord ‘woke’ hebben zij ook in no-time een scheldwoord weten te maken. Naar aanleiding van Yesilgöz’ uitspraken was ‘woke’ twee dagen trending op de sociale media, en vooral als pejoratief. Het wachten is op de ‘PROUD TO BE WOKE’ spandoeken van links, maar ik betwijfel of we die gaan zien. Links kan proberen een onsmakelijk luchtje aan het woord ‘wakker’ te geven, maar op een of andere manier zie ik dat niet lukken. Kennelijk is het makkelijker om bij ‘woke’ aan iets naars te denken dan bij ‘wakker’. Misschien heeft links een grudging respect voor rechts, maar zijn de gevoelens niet wederkerig?

Met een label als ‘woke’ is het precies zo: vraag me niet om het te definiëren, maar ik weet het als ik het zie.

Met de term ‘politiek correct’ overkwam links een jaar of dertig geleden hetzelfde. De neoconservatieven hadden daar in no time een scheldwoord van gemaakt, een synoniem voor drammerige vroomheid. Geen links persoon haalde het nog in zijn hoofd om ‘politieke correctheid’ te bepleiten, terwijl dat wel het oorspronkelijke streven was. Ontwapend door de verbale jiu-jitsu van rechts.

Wat is dat toch, dat de weerzin van rechts tegen links zoveel sterker resoneert dan die van links tegen rechts? Akoestiekexperts spreken van sweetspots en deadspots, plaatsen in een ruimte waar het geluid optimaal klinkt en plaatsen waar het min of meer doodvalt. In de vergaderzaal van het publieke debat lijkt rechts de sweetspot te hebben veroverd, terwijl links op een deadspot terecht is gekomen. Als luisteraar ben je geneigd om het verschil aan de kwaliteit van het geluid toe te schrijven, maar misschien is het gewoon een kwestie van akoestiek. Rechts resoneert, links niet. In de jaren zestig en zeventig was het andersom.

’Ik zal niet proberen dit materiaal te omschrijven,’ zei de Amerikaanse opperrechter Potter Stewart over pornografie, ‘maar ik weet het als ik het zie.’ Met een label als ‘woke’ is het precies zo: vraag me niet om het te definiëren, maar ik weet het als ik het zie. Te veel van dat soort containerbegrippen met gemengde inhoud, en een gesprek wordt een schimmenspel.

‘Allochtoon’ was ook zo’n term. De meeste mensen wisten niet wat het precies betekende, maar dat hoefde ook niet, ze leidden het wel af uit de context. Veel allochtonen waren allochtoon zonder allochtoon te zijn. Driekwart van de koninklijke familie, bijvoorbeeld. Ikzelf, met één niet-Nederlandse ouder. Nee, wij hadden het natuurlijk over ‘allochtonen-je-weet-wel’. De echte. Die het dan soms óók weer niet waren. (Zoals de hoofdcommissaris van politie Martin Sitalsing, die bij zijn benoeming ‘allochtoon’ genoemd werd, terwijl hij in Suriname werd geboren toen dat nog bij Nederland hoorde.) Van ‘vreemdeling’ gingen we via ‘buitenlander’ en ‘allochtoon’ naar wat het nu is: ‘immigrant, westers of niet-westers’. Ook daar zit nog wat ruis in (waarom is Indonesië ‘westers’ en buurland Maleisië niet?) maar alweer een stuk minder. Overigens probeerde het CBS bij die laatste aanpassing wel een nieuwe verdwijntrucje. De immigrant werd een ‘migrant’, alsof het om binnenlandse streekverhuizers gaat. Gelukkig neemt haast niemand dat over. Mensen die zich vanuit een ander land hier vestig(d)en, zijn immigranten. Het schermen met onnauwkeurige containerbegrippen kenmerkt het non-debat, de precisering van termen is vooruitgang. Beschaving.

‘Wat tegenstanders ‘woke’ noemen, daar kun je onmogelijk voor zijn en wat voorstanders woke noemen, daar kun je onmogelijk tegen zijn,’ schreef Eddy Terstall naar aanleiding van de #woke-discussie. ‘Het is een anti-intellectueel potje schaduwboksen. Folklore.’

Zo is het. ‘Dus gewoon ophouden met de -ismes’, reageerde Hans Maarten van den Brink. ‘Concrete thema’s bespreken en ophouden elkaar bij voorbaat te verketteren.’

Een wijs woord.

Onderwerpen