Spring naar de content
bron: anp

Francine Houben: ‘Ik vind een theatrale werking in mijn eigen werk erg belangrijk’

Francine Houben (67) is architect. Wat leest, luistert en ziet deze wereldberoemde bouwkunstenaar in haar vrije tijd?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

Boeken

“Een boek dat klaarligt om gelezen te worden, en waarvoor ik dan ook echt de tijd wil nemen, omdat ik precies wil weten wat er is gebeurd, is Revolusi van David Van Reybrouck. Dat heeft een persoonlijke reden: de broer van mijn moeder komt erin voor. Mijn moeder Mieke Cappetti had zes broers. Haar drie oudste broers zaten tijdens de oorlog in het verzet. Eén broer is om het leven gekomen; twee andere broers kwamen zwaar getraumatiseerd terug uit de concentratiekampen. Dat was een enorme klap voor het gezin. Drie jaar later, in 1948, werd de vierde broer, een jaar jonger dan mijn moeder, 23 jaar oud, uitgezonden voor de politionele acties in Indonesië. Hij wilde niet, maar was verplicht die kant op te gaan, als kanonnenvlees zei hij zelf, en kwam om. Dat is voor mijn moeder een levenslang trauma geweest. In dit boek staat beschreven hoe haar broer is gesneuveld. ‘Flip Cappetti was aangeschoten, zat warrig te praten. “Cappetti naar de hemel toe,” zei hij alsmaar. Hij heeft het niet overleefd.’ Zo gaat dat dus: je wordt tegen je zin in een oorlog ingesleurd en eindigt uiteindelijk als drie zinnen in een boek.

“Ik vind dat ik in deze rubriek ook een boek over voedsel moet noemen, of is dat niet intellectueel genoeg? Het is namelijk altijd leuk om over eten te praten. Ik reis veel, kom veel mensen tegen, en met wie je ook praat, of het nu een koning of een president of een schoonmaker is, het is altijd leuk om te horen wat die persoon het liefst eet, kookt of wat hij of zij in haar tuin heeft staan. Mijn ouders waren vroeger altijd bezig met eten inmaken. Of het nu zelfgemaakte jam was of geweckte groenten, we hadden altijd een kelder vol eten; dat had ongetwijfeld iets met de oorlog te maken. Als kind mocht ik mee helpen, wat ik ontzettend leuk vond om te doen. Sinds een jaar of tien heb ik dat weer opgepakt. Het is een van mijn manieren om meer met de seizoenen te leven en een steentje bij te dragen aan duurzaamheid. Met behulp van het boek Inmaken van Jonah Freud verdiep ik me in de technieken van het bewaren: het wecken, invriezen, drogen van pruimen en tomaten en het maken van jam van vruchten van ons eigen terrein – waar ik onderhand een specialist in ben. Van mijn broers en zussen heb ik dit jaar een moderne weckpan gekregen voor mijn verjaardag, dus dat ga ik binnenkort ook proberen.”

Kunst

“Terwijl ik dacht aan tentoonstellingen die de afgelopen tijd veel indruk op me hadden gemaakt, kwamen er twee naar boven: Laurie Anderson – The Weather in het Hirshhorn Museum in Washington D.C. en de Whitney Biennial 2022 in het Whitney Museum of American Art in New York. Laurie Anderson, de vrouw van Lou Reed, is performancekunstenaar en musicus. Ik heb haar ontmoet tijdens een evenement in de door ons gerenoveerde New York Public Library en werd meteen geïntrigeerd door haar werk. Onlangs had ze een grote tentoonstelling waarin werd teruggeblikt op haar vijftigjarige carrière, waarin ze ook liet zien waar ze nu mee bezig is: onder meer virtual reality, installaties en video’s. Elke zaal was helemaal door haar bewerkt: van de vloeren tot de wanden tot het plafond. De zalen waren een soort sequence of spaces; elke zaal was een andere ervaring. Je stapt letterlijk in haar wereld. Misschien vind ik dat ook wel interessant aan de kunst van nu: het is veel meer een experience dan alleen naar een schilderij kijken. Het prikkelt al je zintuigen. Op de biënnale van het Whitney was dit jaar onder meer aandacht voor Black Lives Matter. Alfredo Jaar toonde in een installatie hoe het is om bij zo’n demonstratie aanwezig te zijn. Je ervaart op indringende beelden hoe de politie hardhandig ongewapende mensen naar de grond drukt. Als er helikopters arriveren, voel je door middel van enkele gigantische ventilatoren hoe angstaanjagend het is als er een helikopter boven je cirkelt. De windverplaatsing is enorm. Die ervaring heeft een hele diepe indruk op me gemaakt.

Gezicht op huizen in Delft, Johannes Vermeer

“Wat is kunst en wat is een kunstenaar? Je hebt autonome kunst, denk aan David Hockney, en je hebt meer toegepaste kunst, denk aan Charles en Ray Eames. Hockney volg ik nu al bijna vijftig jaar en wat ik zo interessant aan hem vind is dat hij zich zo is blijven ontwikkelen. Hij blijft altijd nieuwsgierig naar zichzelf en de wereld om hem heen. Wat ik heel erg mooi vind is zijn periode in Yorkshire, waar hij na het overlijden van zijn moeder dat landschap is gaan schilderen. Die bomen… De documentaire die daarover is gemaakt is prachtig. De laatste jaren maakt hij vooral werk op de iPad. Daar heb ik persoonlijk dan weer wat minder mee. In New York zag ik dat je zo’n print van een iPad-schilderij kan kopen voor 25.000 dollar. Dat is natuurlijk gestoord. Ik heb zelf een klein werk van hem, dat hangt bij mij aan de muur. Charles en Ray Eames waren ontwerpers. De tafel en de stoelen waar we nu aan zitten zijn van hen. Ook zij zijn zichzelf altijd blijven ontwikkelen, zijn altijd meegegaan met de tijd, en toch hebben hun ontwerpen een tijdloze schoonheid. Misschien is dat wel waar ik als architect naar streef.

“Mijn kantoor staat in Delft – de stad van Vermeer. Soms zie ik een schilderij van hem, in New York of Washington – je wilt niet weten hoeveel Nederlandse schilders daar hangen – en dan sta ik zo een halfuur te kijken naar hoe mooi hij dat licht heeft geschilderd. Een schilderij van hem zegt me meer dan een schilderij van een willekeurige andere kunstenaar, omdat we een beetje uit dezelfde stad komen. Ik ken de straatjes die hij schildert. Dat zorgt ervoor dat je een wat meer persoonlijke ervaring krijgt met zo’n kunstenaar. In die zin helpt hij mij ook met een nieuw project waar we mee bezig zijn: wij gaan de National Gallery of Art in Washington verbouwen. Het Rijksmuseum van Amerika mogen wij verbouwen. Cool hè? Ik ga er binnenkort voor het eerst heen om mijn plannen te bespreken, maar natuurlijk zal die persoonlijke ervaring met Vermeer zijn weerslag hebben op de verbouwing. Hoe en wat zal ik de komende maanden met de mensen van het museum bespreken, maar uiteindelijk staat de ervaring van de bezoekers natuurlijk voorop.”

Theater

“Ik heb veel theaters ontworpen, dus ik heb een sterke band met het theater en met verschillende theatermensen. Ik ga met mijn man vaak naar voorstellingen van mensen die we kennen, zoals Johan Simons of Ivo van Hove. Ik realiseer me, nu je het zo vraagt, dat ik de laatste jaren eigenlijk vooral in New York naar het theater ben geweest. Dat klinkt heel decadent, maar dat kwam zo uit omdat ik daar veel voor mijn werk zat. Ik was daar bijvoorbeeld op de première van Lazarus van Ivo van Hove, waar ik David Bowie nog heb gezien tijdens zijn laatste openbare optreden, maar ik zag ook A View from the Bridge en West Side Story – ook allebei geregisseerd door Van Hove. 

West Side Story in de regie van Ivo van Hove

“Amerikaans theater is zeker niet beter dan Nederlands theater. Het grootste verschil is dat Nederlands theater meer avant-garde is. We durven meer. Ik kijk natuurlijk ook naar het gebruik van het gebouw, en daarin zie ik ook verschillen. Op dit moment ontwerpen we een danstheater voor Jacob’s Pillow, het bekendste dansfestival van Amerika. In Amerika, maar ook in Engeland, is de straat eigenlijk de foyer. Je staat op straat te wachten, bij binnenkomst kom je terecht in een heel klein foyertje met een paar wc’tjes, als je in de pauze een biertje drinkt dan is dat bijna tussen de stoelen, en na afloop klap je twee keer en ga je snel naar een café om na te borrelen. Daar moet je als architect dus rekening mee houden als je bijvoorbeeld een danstheater ontwerpt. 

“Dans is een van mijn favoriete theaterdisciplines op dit moment. Ik zit in het bestuur van het Scapino Ballet en kijk erg uit naar de première van Oscar op 8 september aanstaande. Het is een hommage aan Oscar Carré, onder leiding van Ed Wubbe en met livemuziek van Blaudzun. Wat niet veel mensen weten is dat het Scapino Ballet ooit als dansgezelschap voor kinderen begonnen is in Carré. Nu zitten ze al heel lang in Rotterdam, maar hun wortels liggen in Amsterdam.”

Muziek

Herbie Hancock

“Herbie Hancock op North Sea Jazz was fantastisch. Ongelooflijk hoe vitaal iemand van 82 nog op het podium kan staan. Met stralende ogen speelde hij à l’improviste met een groep veel jongere muzikanten om hem heen op het grote podium van Ahoy. Wat een waanzinnig mooie akoestiek heeft die zaal ook. Het herinnerde me er weer aan hoe leuk het is om daadwerkelijk ergens naartoe te gaan. Ik kwam ook allerlei mensen tegen, mensen die ik ken uit Rotterdam, iemand die mij zelfs nog herkende van de lagere school… Uitgaan is in die zin ook flaneren, andere mensen zien. Anders kun je net zo goed met je headset in de auto gaan zitten. Buiten zagen we de ‘powerjazzformatie’ Bruut! van Maarten Hogerhuis, ook geweldig om te zien, omdat we hem vanuit een heel andere hoedanigheid hebben leren kennen. 

“Mijn man en ik hebben een aantal jaar geleden een culturele werkplaats opgezet in de buurt van onze familiewoning in Herpt. Hogerhuis begeleidde daar onlangs het Nationaal Jeugd Jazz Orkest. Dat orkest kiest elk jaar van alle conservatoria de beste jazzmuzikanten, zo’n vijfentwintig studenten die elkaar niet kennen, die vier dagen in onze Nieuwe Schuur logeren en daar met elkaar oefenen, eten en spelen. Overdag oefenen ze in hun eigen kamers. Over het hele terrein hoor je dan muziek – geweldig is dat. ’s Avonds komen ze bij elkaar en spelen ze samen. Ik was aan het werk in Delft, mijn man belde mij: je moet komen, het is zo leuk. Toen hebben ze speciaal voor ons gespeeld. Het is zo mooi om te zien hoe die jonge jazzmuzikanten met elkaar spelen en elkaar inspireren. Muziek maken blijft toch een van de allermooiste dingen die er zijn. Een gebouw kun je niet meenemen, een schilderij ook niet, maar een instrument kun je overal ter wereld bespelen.

“Ik zei al dat ik een enorme fan ben van David Bowie. Niet alleen door zijn muziek, maar ook omdat hij zichzelf continu heeft vernieuwd, in bijna alle mogelijke disciplines. De overzichtstentoonstelling David Bowie (in het Groninger Museum – red.) is een van de mooiste tentoonstellingen die ik ooit heb gezien. Je zag daarin heel goed door wie hij werd beïnvloed en welke invloed hij zelf heeft gehad. Je werd op alle mogelijke manieren meegezogen in zijn wereld. Ik denk dat ik zo’n theatrale ervaring, ook in mijn eigen werk, erg belangrijk vind. 

“Mijn man vindt het altijd leuk om cd’s voor mij te kopen, dus laatst kreeg ik Glassworks van Philip Glass. Zelf luister ik muziek liever op Spotify – veel makkelijker. Ik weet nog dat ik voor het eerst Einstein on the Beach hoorde in Rotterdam. Ik was meteen verkocht. Je hebt meer mensen in die traditie – Yann Tiersen, Ludovico Einaudi – maar Glass blijft toch een van mijn favoriete componisten. In New York, daar ben ik weer, kijken we altijd wat er te doen is in Madison Square Garden. Paul Simon gaf er zijn laatste optreden, Paul McCartney hebben we daar gezien, maar soms gaan we ook naar een muzikant die we niet zo goed kennen. Zo kwamen we een tijd geleden terecht bij een concert van Kanye West, overigens in de tijd voordat hij psychisch instortte. We waren by far de oudsten in de zaal. We hadden goedkope kaartjes, zaten dus helemaal bovenin, maar we hadden de mazzel dat hij op een vliegend tapijt over de mensenmassa heen vloog, waardoor we precies op de goede hoogte zaten.”

Film

Floating Piers van Christo

“Ik zie best veel films, vaak in het vliegtuig, omdat ik eigenlijk alleen daar de rust heb om een film of een documentaire uit te zitten. De afgelopen jaren heb ik door de iedereen bekende omstandigheden veel minder gevlogen, dus ik heb ook veel minder gezien. Een documentaire die ik wel heb gezien, en die ook veel indruk op me maakte, is Christo – Walking on Water. Christo is natuurlijk bekend van zijn inpakkunst, maar na het overlijden van zijn vrouw, die tevens zijn creatieve partner was, had hij het plan opgevat om als Jezus over het water te lopen. Deze documentaire laat zien hoe dat project ondanks de nodige tegenslagen toch tot stand komt. Het verbaasde me weer wat een waanzinnige estheet hij is, en welke schoonheid die Floating Piers hebben. Vorige zomer ging ik met mijn broers en zus fietsen door Frankrijk. We zijn een dag eerder vertrokken om nog net de door hem ingepakte Arc de Triomphe mee te pakken. Wat een schoonheid. Iedereen stond daar met een soort happiness in z’n lijf van te genieten. De volgende ochtend zijn we teruggegaan om te zien hoe die stellage werd afgebroken. Dat vind ik als architect dan weer interessant om te zien: hoe kun je die vorm zo prachtig houden? Dat doet hij dus met allerlei stalen frames waar die doeken overheen hangen. Je denkt: hij drapeert een simpel lapje stof over een gebouw, maar dat is maar schijn. Binnenkort komt er als het goed is een grote tentoonstelling van hem in Oosterhout. Daar staat namelijk de fabriek die de stalen olietonnen maakte waarmee hij vaak werkte. Daar kijk ik erg naar uit.

The Shining vind ik een van de beste films die ik ken, want dat is ook een experience. Bijna al je zintuigen worden geprikkeld. Ik zie nog dat jongetje op die driewieler over die waanzinnige vloerbedekking van dat hotel rijden, op buikhoogte gefilmd – het favoriete perspectief ook van fotografe Rineke Dijkstra. Jack Nicholson is ook waanzinnig. Dat is een van die mensen die van jong tot oud interessant blijven. Elke film met hem is bijzonder.”