Spring naar de content
bron: anp

De zaak-Mai (slot)

Jan Kuitenbrouwer besluit zijn beschouwing over Mai Spijkers en Prometheus. ‘Als zelfs BIJ1 een toxische bedrijfscultuur heeft, kun je je afvragen of je met woke beginselen wel een organisatie kunt leiden.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Een jaar heeft ongeveer 230 werkdagen. Als een uitgeverij 230 boeken per jaar uitgeeft kan hij in elk boek één werkdag investeren. Werken er bij die uitgeverij vijftien mensen, dan zijn dat vijftien mandagen. Als de promotieafdeling uit vijf mensen bestaat, kan er per titel vijf dagen aan promotie worden gedaan. Werken er drie, dan zijn het drie dagen. Zijn er toevallig twee zieken, dan rolt een handvol boeken onaangeroerd voorbij, om aan het einde van de lopende band geluidloos in de papiercontainer te tuimelen.

Als auteurs klagen over te weinig promotie kunnen uitgevers overtuigend spreken over het beperkte nut van publiciteit en reclame, maar als die uitgaven weggegooid geld zijn, waarom gaan ze er dan allemaal mee door? Mijn laatste boek dat bij Prometheus verscheen, in 1996, heette Heb ik iets verkeerds gezegd? – wenken voor (in)correct doen en denken. Het schetst en analyseert de politieke correctheid van dat moment en het verzet ertegen, door opiniemakers als Frits Bolkestein, H.J. Schoo en Pim Fortuyn. Inmiddels is de oude ‘verzuiling’ weer grotendeels hersteld, maar er was een tijd, tussen 1995 en 2005 ongeveer, toen de marges van het publieke debat flink verruimd werden en de voor- en tegenstanders van de multiculturele samenleving op dezelfde opiniepagina’s de degens kruisten. Voor een betere balans haalden linksprogressieve kranten rechtsconservatieve columnisten in huis, die inmiddels vrijwel allemaal weer weg zijn. Nu is het De Telegraaf die een linkse columnist aantrekt, zoals Eddy Terstall.

In recente aanbiedingen van Prometheus kun je de boeken zo aanwijzen die zonder het succes van Vijftig Tinten Grijs vermoedelijk niet zouden zijn uitgegeven

Hoewel dat boek dus behoorlijk topical was, deed het weinig. Prometheus bracht in diezelfde week IM van Connie Palmen uit, over haar turbulente relatie met Ischa Meijer en dienst plotselinge dood. Een kleine of middelgrote auteur met een nieuw boek mag hopen dat zijn uitgever in de week van verschijning niet ook de lancering van een gedoodverfde blockbuster gepland heeft, want die zuigt alle beschikbare energie op. Iedereen op een uitgeverij wil betrokken zijn bij een bestseller. Het oogt aardig op je cv en het is de enige titel waar ooms en tantes op verjaarsfeestjes wel eens van gehoord zóuden kúnnen hebben. Auteurs zeggen altijd: investeer je energie in minder evidente uitgaven, die gegarandeerde bestseller redt zich wel. Er is weinig tegenin te brengen, maar om een of andere reden is het hemd op zulke momenten toch altijd nader dan de rok. Weken heb ik geprobeerd Mai Spijkers ervan te overtuigen mijn boek door te schuiven, maar hij zette door. Ik zie mezelf nog staan bij de presentatie van IM, vergeefs proberend het gesprek in de richting van míjn nieuwe boreling te sturen – haha. Spijkers’ weigering mij tegemoet te komen was een van de redenen waarom ik wegging.
De boekenmarkt is niet meer die van toen. Lezers, media en uitgevers, de hele ‘keten’, zoals het tegenwoordig heet, is meer en meer gespitst op bestsellers. En je mag hopen dat uitgevers er nu en dan eentje hebben, anders zijn boeken zonder commerciële potentie op een gegeven moment niet meer te bekostigen en moet daarin gesneden worden.

In recente aanbiedingen van Prometheus kun je de boeken zo aanwijzen die zonder het succes van Vijftig Tinten Grijs vermoedelijk niet zouden zijn uitgegeven. Mai weigerde toen zijn koers te wijzigen en naar aanleiding van het demasqué in de Volkskrant liet hij weten daar ook nu geen aanleiding toe te zien. Zo werkt hij, zo werkt het, wie het er niet mee eens is kan gaan. Spijkers en ik zijn even oud, dat betekent dat hij nu 67 is. Hij heeft hard gewerkt en goed geboerd, er zijn genoeg ondernemers die op zo’n moment zeggen: ik ga zeilen, rozen kweken, paarden fokken of een dik boek schrijven, en ik stel iemand anders aan om op een meer eigentijdse manier de wind in het zeil te houden. De grote vraag is of dat kan. Dat ook sommige van de meest woke, democratische en inclusieve organisaties van Nederland, denk aan Volt en BIJ1, een ‘toxische’ bedrijfscultuur hebben, stemt wat dat betreft weinig optimistisch. Ook daar is het #bangvoordebaas. Misschien moet Ronit Palache er eens een essay over schrijven.