Spring naar de content

Het madeleinemoment van Michiel Romeyn: de wortel van Piet Krepel

Dit najaar is het honderd jaar geleden dat Marcel Proust overleed. Een van de bekendste scènes uit zijn beroemde romancyclus Op zoek naar de verloren tijd is de ‘madeleine-scène’. De verteller eet een madeleine die in lindebloesemthee is gedoopt. De geur en de smaak, die hij lang niet geroken en geproefd heeft, activeert zijn geheugen en langzaam komen herinneringen aan zijn jeugd naar boven. HP/De Tijd vraagt acht prominenten naar hun madeleine-moment. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

Welke geur of smaak brengt bij u een zoete of juist bitterzoete herinnering aan de vakanties uit uw jeugd naar boven?

“De lucht van platanen. Vooral als het warm weer is geweest, hebben ze aan het eind van de avond zo’n hele scherpe geur. Denk daarbij dan het geluid van tsjirpende krekels en een verlaten strand waar golven stukslaan op de kiezels en je hebt mijn ultieme vakantiegevoel. Kun je daar wat mee? Niet echt, hè? Ik ga nadenken over een beter antwoord. Ik bel je zo terug.”

Anderhalf uur later.

Michiel?

“Luister, ik weet het: de smaak van wortels! Toen ik een klein jongetje was kreeg ik altijd een wortel van mijn oudoom Piet Krepel. Dat was de broer van mijn oma van vaderskant, een echte Zeeuwse boer. In zijn moestuintje verbouwde hij allerlei groentes. Als we in de vakantie op bezoek kwamen, trok hij een groene bos loof uit de grond en daaronder zat dan een sappige wortel. Ik verbaasde me altijd over de heldere oranje kleur die die dingen hadden; het is een wonder wat er allemaal onder de grond kan groeien. Jaren later heb ik nog weleens over dat tuintje gedroomd. Ik zag mezelf dan met een wortel in m’n mond, als een soort zinnebeeld van een gelukzalige jeugd, terwijl ik toch een keurige hetero ben.”

Hoe is het afgelopen met oom Piet?

“Uiteindelijk ging hij naar een bejaardenhuis, zo’n treurig tehuis dat nog het meest doet denken aan een nieuwbouwflat, je kent het wel. Voor dat tehuis lag een heel klein gemeenteplantsoentje met een boom en wat struiken. En wat had hij nou gedaan: tussen de struiken had hij stiekem een klein moestuintje gemaakt. Niemand mocht het weten, hij had het goed verstopt, maar als we bij hem op bezoek waren, wees hij met trots naar de wortels en de snijbonen die hij daar had staan.”

Waar gaat u dit jaar heen op vakantie?

“Ik heb een huis in Zeeland, dus daar zit ik een groot deel van de zomer.”