Spring naar de content
bron: shutterstock

De lijdende man

Veel meer mannen dan vrouwen plegen zelfmoord. Hoe dat komt? Daar is geen waterdicht antwoord op te geven. Zeker is wel dat echtscheiding, baanverlies en worsteling met het man-zijn kunnen leiden tot ernstige psychische problemen. ‘Mannen zeggen niet snel: het gaat slecht met mij.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Willem Pekelder

“Je moet hier een warm hart hebben en een koel hoofd,” zegt Maryke Wolters-Geerdink op weg naar haar kantoorruimte. “Warm in de zin van: een persoonlijke betrokkenheid bij mensen die een einde willen maken aan hun leven. Koel, omdat je je door die verhalen niet overstuur moet laten maken. Een professionele aanpak is vereist.”

We zijn te gast bij 113 Zelfmoordpreventie in Amsterdam, waar klinisch psycholoog Wolters sinds twee jaar manager hulpverlening is. Aanleiding voor ons bezoek zijn de nieuwe suïcidecijfers, waaruit blijkt dat de grootste stijging van zelfdoding zit in de categorie jonge mannen van 20 tot 30 jaar. Het aantal zelfmoorden ging daar in 2021 omhoog van 124 naar 167, terwijl het aantal vrouwen dat suïcide pleegde over de hele linie juist daalde (bij jonge vrouwen van 75 naar 70).

Sowieso maken veel meer mannen dan vrouwen een einde aan hun leven. Van de 1859 mensen die vorig jaar door suïcide om het leven kwamen, bestond een stijgend aantal van 1295 uit mannen, ongeveer driekwart van het totaal. Sinds 2019 is het totaal aantal zelfdodingen wel vrij constant.

Over het waarom van suïcides en de mensen achter de getallen spreken we naast Maryke Wolters (47) hulpverlener Frank Teunissen (64). Wolters heeft behalve professionele ook persoonlijke redenen om bij 113 Zelfmoordpreventie te werken. In de forensische psychiatrie behandelde ze een jongen, die goed op weg was in het resocialisatie-traject. Een nieuwe toekomst gloorde. Totdat hij een terugval kreeg in middelengebruik. Tot slot een suïcide. 

Wolters: “Ik was zó opgetogen over zijn vooruitgang, en dan dit trieste einde. Na zijn sterven dacht ik hem af en toe te zien lopen in de stad. Voor mij een signaal hoezeer zijn dood mij had aangegrepen. Vervolgens werkte ik met vluchtelingen en ongedocumenteerden. Ze hadden de vreselijkste dingen meegemaakt, maar waren desondanks niet allemaal suïcidaal. Die veerkracht gaf mij hoop: mensen kunnen heel veel hebben. Deze vluchtelingen zijn voor mij een inspiratie om mensen die wél suïcidaal zijn zo goed mogelijk te helpen.”

Bij mannen is het gevoel van eigenwaarde vaak grotendeels verbonden met het werk: kostwinner zijn en zorgen voor het gezin

Maryke Wolters-Geerdink, manager hulpverlening 113 Zelfmoordpreventie

Teunissen, een van de vijfentachtig hulpverleners van 113, vertelt dat hij zijn hele leven al wordt geraakt door berichten over zelfdoding. De eerste keer was zo rond zijn 25ste, toen een van zijn beste vrienden zich van het leven beroofde. “Steeds als ik lees of in mijn omgeving hoor over suïcide, denk ik: hoe vreselijk moet dat moment voor hem of haar zijn geweest. Had ik maar met die persoon kunnen praten. Zo ben ik hier ruim een jaar geleden terechtgekomen.”

Op de vraag waarom steeds meer (jonge) mannen zelfmoord plegen, is het antwoord niet eenvoudig, zo blijkt. Wolters: “In de media werd een causaal verband gelegd tussen corona en jonge mannen, maar ik wil daar voorzichtig mee zijn. Natuurlijk hebben de maatregelen tegen corona een grote invloed gehad op de samenleving, en het is duidelijk dat jongvolwassenen daar meer last van hadden. Als psycholoog kan ik me daar ook alles bij voorstellen. Ze beginnen aan een nieuwe levensfase: een studie, een eerste baan. Ze verhuizen naar een andere plek. Nee, het gaat niet alleen om feestjes en kroegbezoeken die ze door de lockdowns zijn misgelopen. Veel belangrijker voor jongvolwassenen is dat ze geen leeftijdsgenoten meer tegenkwamen op school of op de werkplek, waardoor ze niet meer face to face over hun vragen en problemen konden praten. Wat je ziet is dat áls het op die leeftijd misgaat, het góed misgaat.

Teunissen: “Vaak zit zo’n jongvolwassene al met de nodige ellende, bijvoorbeeld mishandeling of een gevoel van isolement. Corona kan dan de druppel zijn die de emmer doet overlopen.”

Mannen schijnen gevoeliger te zijn voor baanverlies en echtscheiding. Dat zou meespelen in het stijgende aantal zelfdodingen.

Wolters: “Over het algemeen zijn vrouwen eerder dan mannen geneigd om te constateren: het gaat niet goed met mij. Ze zoeken het in de psyche. Mannen hebben het meer over de context: ik ben mijn baan kwijt, of: mijn huwelijk is gestrand. Vrouwen doen bovendien vaker een beroep op hun omgeving voor hulp.”

Mannen gaan drinken of drugs gebruiken om de innerlijke pijn te onderdrukken?

Teunissen: “Dat gebeurt inderdaad. En ondertussen praten ze met niemand over hun probleem. Vaak schamen ze zich ervoor.” 

Voor mannen schijnt een baan, meer dan bij vrouwen, verbonden te zijn met statusgevoel.

Wolters: “Vrouwen hebben meer referentiepunten waaraan ze een gevoel van eigenwaarde ontlenen, bijvoorbeeld een sociaal netwerk. In geval van problemen, zoals ontslag, vallen ze terug op die vriendenkring. Bij mannen is het gevoel van eigenwaarde vaak grotendeels verbonden met het werk: kostwinner zijn en zorgen voor het gezin. Stel je voor, een man zit naast z’n vrouw in stilte te piekeren op de bank: hoe moet het verder nu ik werkloos ben? Dan is er niemand die licht kan laten schijnen in die donkere tunnel.”

Teunissen: “Als zo’n man dan ook nog alleen woont, vraagt de omgeving zich al snel af: hoe zal het hem vergaan? Wanneer een alleenstaande vrouw werkloos wordt, is men eerder geneigd te denken: die redt het wel.”

Mannen worstelen ook meer met hun rol als man. Die ligt sinds de vrouwenemancipatie niet meer zo duidelijk vast als pakweg een halve eeuw geleden.

Wolters: “Ik wil graag het beeld voorkomen dat mannen door het veranderende rollenpatroon suïcidaal zouden worden. Hooguit kun je zeggen dat het hen mogelijk vatbaarder maakt voor psychische problemen. Ik heb in de forensische psychiatrie geleerd dat het gaat om de drie ‘w’s’: werk, wijf en wonen. Valt een van die drie weg, dan word je kwetsbaar. Kijk, het traditionele beeld is – en in heel veel gevallen geldt dat nog steeds – dat de man zorgt voor het inkomen en daarmee voor stabiliteit en veiligheid. Mannen van mijn generatie komen over het algemeen uit een gezin waar hun vader de enige kostwinner was. Tegelijkertijd hebben ze zonen die het heel vanzelfsprekend vinden dat vrouwen financieel onafhankelijk zijn en dat de zorg voor kinderen wordt gedeeld. Die mannen worden wel de buffergeneratie genoemd, ingeklemd tussen twee mannelijke identiteiten. Op die plek moeten ze op zoek naar een nieuw evenwicht. Bij de een lukt dat beter dan bij de ander.”

Vrouwen plegen minder zelfmoord dan mannen. Waaruit is dat te verklaren?

Wolters: “Het aantal pogingen bij vrouwen ligt wel hoger, hoe moeilijk het ook is om daar een zuiver getal op te plakken. Immers, wat is een poging?” 

U bedoelt: als iemand met de auto te water raakt en daarbij verdrinkt, is niet altijd te achterhalen of het een ongeluk was of opzet?

Wolters: “Bijvoorbeeld. Wat wel zeker is, is dat vrouwen minder sterke middelen gebruiken dan mannen en daardoor de suïcidepoging vaker overleven. En lang niet elke poging is bedoeld om het leven te beëindigen. Vaak wil men niet dood, maar weet men niet meer hoe verder te leven.”

Het aantal vrouwelijke suïcideslachtoffers daalde in 2021 van 595 naar 564. Wat zegt dat u?

Wolters: “Fluctuaties heb je altijd. Hoe fijn het ook is dat het cijfer bij vrouwen naar beneden is gegaan, deze schommeling is te licht om er vergaande conclusies aan te verbinden. Bij specifieke groepen als jongvolwassen mannen is de stijging statistisch wel significant. Ja, dat cijfer is verontrustend. Het is heel belangrijk dat mannen, jong of oud, tijdig gaan praten over hun mentale problemen. Vrouwen doen dat – zoals gezegd – vaak sneller, waardoor de omgeving signalen van suïcidaliteit eerder kan herkennen.”

Wat zijn de risicofactoren bij vrouwen voor suïcide?

Wolters: “In 2017 is een psychosociaal autopsie-onderzoek gedaan, dat wil zeggen een onderzoek onder nabestaanden, waaruit bleek dat vooral jónge vrouwelijke suïcideslachtoffers leden aan perfectionisme. Ze stelden zulke hoge eisen aan zichzelf dat ze er voortdurend niet aan konden voldoen.”

Lijden vrouwen meer onder de prestatiemaatschappij dan mannen?

Wolters: “Dat kun je niet zo een-op-een doorvertalen. Misschien lijden mannen er net zozeer onder, en is bij hen de uitingsvorm anders.”

In 2020 steeg het aantal hulpgesprekken, altijd anoniem, met 22 procent tot 113.000. Is dat alarmerend?

Wolters: “Niet in de zin van dat mensen meer geneigd zouden zijn tot suïcide. Het toegenomen aantal gesprekken is vooral te danken aan een grotere naamsbekendheid van 113.”

Hoe helpt u bellers?

Teunissen: “Door goed naar hen te luisteren. Pas belde een jongen die zichzelf omschreef als autistisch. ‘Ik ben zó klaar met Rutte’, viel hij met de deur in huis. ‘We moeten anderhalve meter afstand houden, maar op de fiets bij het stoplicht lukt dat niet.’ Meer nog dan bij een niet-autistische beller doe ik dan mijn best om dat bij zo iemand uit zijn hoofd te krijgen. Bijvoorbeeld met vragen als: ‘Zou je je ook anders kunnen opstellen bij het stoplicht?’”

Heeft u hem kunnen behoeden voor suïcide?

Teunissen: “Dat blijft natuurlijk altijd de vraag. We leven hier niet in de illusie dat we iedere beller kunnen redden. Wel dat we iemand even op een ander spoor kunnen zetten. Ik denk dat dat, als ik voor mezelf spreek, in zo’n zeventig procent van de gevallen lukt. Dat is het plezierige van dit werk.”

Wat ik geregeld hoor aan de telefoon is: ik heb het gevoel dat ik nergens grip op heb. Eerst corona en nu Oekraïne

Frank Teunissen, hulpverlener 113 Zelfmoordpreventie

Maar het frustrerende lijkt mij dat je nooit weet of je hulp iets heeft uitgehaald. 

Teunissen: “Ik heb soms mensen aan de lijn die heel panisch beginnen en gaandeweg het gesprek bedaren. Dan weet ik: dit wordt gelukkig geen suïcide. Althans niet vanavond. Tijdens een chat is iemands stemming moeilijker te peilen.”

Wolters: “Sommigen sturen een dag later een tweet of mail, waarin ze hulpverleners bedanken. Of ze bellen eens terug om te melden dat het goed met hen gaat.”

Zitten er veel eenzamen onder de bellers?

Wolters: “In de chatgesprekken tijdens corona scoorde eenzaamheid in elk geval heel hoog.”

Teunissen: “Vaak zijn wij het eerste contact aan wie bellers hun probleem voorleggen. Ik peil dan of ze ook mensen in hun eigen omgeving hebben met wie ze er verder over kunnen spreken. Sommige mensen bellen met enige regelmaat. Ik vermoed dat zij erg eenzaam zijn. Ik beveel dan weleens de Luisterlijn aan.”

Wat is het heftigste gesprek dat u heeft gevoerd?

Teunissen: “Heftig is misschien het woord niet, maar een recent gesprek dat me is bijgebleven was met een jongen met wie het niet goed ging op school. Hij had het bovendien uitgemaakt met zijn vriendin, en zag zijn ouders niet. Hoe het verder moest wist hij niet meer. Door vragen te stellen kwam ik erachter dat hij het leuk vond om dieren eten te geven. Uiteindelijk ontstond het idee dat hij straatdieren in huis zou halen om te voederen en daarna weer vrij te laten. Waarom heb ik dit gesprek onthouden? Omdat er een eenvoudige, werkbare oplossing uit de hoge hoed kwam.”

Wolters: “Dieren zijn voor veel hulpzoekers een belangrijke reden om te blijven leven. Een hond of kat in huis doet het gemoed goed.”

Teunissen: “Pas had ik een meisje aan de lijn. En juist toen we het over huisdieren hadden, schoot er in onze kantoorgang een muis voorbij. Toen ik haar dat vertelde, zijn we beiden in schaterlachen uitgebarsten. Zo kan een gesprek over suïcide óók verlopen.”

Heeft u weleens bellers meegemaakt die al een dodelijk middel hadden geslikt?

Teunissen: “Zeker. Dat zijn korte gesprekken. We vragen eerst hoe iemand eraan toe is en controleren of andere hulp misschien voorrang moet krijgen, bijvoorbeeld van een arts. Als dat zo is, willen we dat eerst díe zorg wordt geregeld. Daarna kunnen ze weer contact opnemen met ons.”

Wolters: “De eerste vraag is altijd: bent u op dit moment veilig?” 

Kan de oorlog in Oekraïne mensen ook aanzetten tot suïcidale gedachten? Angst voor de komst van de Russen? 

Teunissen: “Wat ik geregeld hoor aan de telefoon is: ik heb het gevoel dat ik nergens 

grip op heb. Eerst corona en nu Oekraïne. Met andere woorden: als ik niks kan bepalen, wat doe ik hier dan nog? Het is wel zo dat in het leven van zo’n beller al veel verkeerd is gegaan. Een oorlog kan dan het laatste zetje zijn om suïcidaal te worden.”

Wolters: “De uitzichtloosheid speelt daarbij een grote rol. Niet weten wanneer een crisis voorbij is.”

Teunissen: “Dat was ook zo in de coronacrisis: eerst een lockdown, dan een zekere mate van bewegingsvrijheid, vervolgens weer een lockdown. Daardoor kunnen mensen die er gevoelig voor zijn psychisch ernstig in de knel komen.”

Wat voor rol speelt de geïndividualiseerde samenleving? Hebben mensen wellicht in toenemende mate het gevoel dat ze er alleen voor staan?

Wolters: “Ik hoorde van een hulpverlener dat hij een puber aan de telefoon had gehad, die vanuit de woonkamer, omringd door mensen, zat te chatten met 113. Dat was nog vóór coronatijd. Je kunt je dus ook in een groep verlaten voelen.”

Teunissen: “Maar er is veel sociaal houvast verloren gegaan: de kerk, politieke partijen, enzovoort. CDA en PvdA hadden eind jaren tachtig ieder rond de vijftig Kamerzetels. Mensen voelden dat ze ergens bij hoorden. Nu zoeken ze nieuwe wegen, via sociale media bijvoorbeeld.”

Wolters: “Ook hier geldt weer: je kunt niet een directe correlatie aanbrengen tussen eenzaamheid en suïcide. Maar het is wel een risicofactor.”

Waarom is het aantal zelfdodingen, zowel bij vrouwen als mannen, onder vijftigers het hoogst?

Teunissen: “Er ontstaat een soort uitzichtloosheid: wat nu? Is dit alles? Men is over de helft van zijn of haar leven heen, qua carrière zit men aan de top, kinderen zijn het huis uit. De ouderdom komt in zicht.”

Wolters: “En als je op die leeftijd je baan verliest, kom je heel moeilijk aan nieuw werk.”

Zal de voorgenomen wet voltooid leven van D66 de drempel naar zelfdoding niet gevaarlijk verlagen?

Wolters: “Het wetsvoorstel gaat over 75-plussers, terwijl het grootste aantal mensen met wie wij te maken hebben onder die leeftijdsgrens zit. Laat me duidelijk maken wat wij als taak zien voor 113: wij zijn niet tegen de dood, maar wel tegen het feit dat kwetsbare mannen en vrouwen in eenzaamheid en radeloosheid ten onder gaan. Veel hulpzoekers willen helemaal niet dood, alleen wensen ze niet meer op de oude voet verder te leven. Voor die mensen zetten wij ons in. Als een 75-plusser niet meer wil leven en daarin goed en zorgvuldig wordt bijgestaan door een levenseindebegeleider, zoals de wet voltooid leven beoogt, dan zie ik dat niet als strijdig met waar wij voor staan. Wel moet de overheid naast zo’n wet altijd borgen dat ook suïcidepreventie een taak van het Rijk is.”

Een economische crisis is een belangrijke voorspeller voor de toename van het aantal suïcides

Maryke Wolters-Geerdink, manager hulpverlening 113 Zelfmoordpreventie

Toenmalig D66-leider Alexander Pechtold kwam in 2017 een 57-jarige hem onbekende studiogast in Nieuwsuur meteen tegemoet toen die zei niet nog achttien jaar te willen wachten voordat hij dood ‘mocht’. Wordt zelfmoord op die manier niet veel te ‘normaal’?

Wolters: “Het ingewikkelde is dat zodra je het gaat hebben over het hoe, dus de praktische uitvoering van een vrijwillig gekozen dood, het gesprek over het waarom verdwijnt. In het door u aangehaalde voorbeeld zou allereerst de vraag aan de orde moeten komen: wat is er in uw leven gebeurd dat u met 57 jaar al dood wilt?”

Is het doel van 113 Zelfmoordpreventie nul suïcides?

Wolters: “Ik zou me geen ander getal kunnen voorstellen. Je kan toch niet zeggen: duizend zou wel mooi zijn…”

Sinds 2019 blijft het totaal aantal zelfmoorden ongeveer constant: 10,6 op honderdduizend inwoners. In 1984 lag dat getal veel hoger, 14,6 per honderdduizend, en in 2007 weer veel lager: 8,5 per honderdduizend. Is er een peil te trekken op die fluctuaties?

Wolters: “Internationale cijfers tonen aan dat een economische crisis een belangrijke voorspeller is voor de toename van het aantal suïcides. Althans in welvarende landen. In arme landen is dat minder het geval. De crisis van de jaren tachtig zou een verklaring kunnen zijn voor dat hoge percentage van 1984. Naar de oorzaak van dat lage getal in 2007 kan ik slechts gissen. Dat wilde ik maar niet doen.”

Een van de doelstellingen van 113 Zelfmoordpreventie is het taboe rond spreken over suïcide in Nederland te doorbreken. Hoe staat het ervoor met dat taboe?

Teunissen: “Ik heb het idee dat het wat afkalft. Heel belangrijk, want simpelweg erover kunnen spreken is voor veel mensen met suïcidale gedachten al reden genoeg om te willen blijven leven.”

Wolters: “Ook van belang is dat publieke figuren ermee naar buiten durven treden. Dat ze vertellen hoe ze na zo’n donkere periode in hun leven weer zijn opgekrabbeld, bijvoorbeeld dankzij vrienden en/of professionele hulp. Of inderdaad, zoals koningin Máxima deed, toen ze vertelde over haar zus die een einde aan haar leven had gemaakt. Elke suïcide raakt gemiddeld 135 mensen. Alleen daarom al móeten we er meer over praten.”

Kun je aan iemand zien dat hij of zij suïcidaal is?

Wolters: “Vaak wel. Je kunt het bijvoorbeeld merken aan teruggetrokken gedrag, aan een toename van drankgebruik, of uitspraken als: dan hoeft het voor mij niet meer. We hebben in dat soort gevallen de neiging om op een ander onderwerp over te schakelen. Maar juist als je een niet-pluisgevoel krijgt, is het een uitgelezen moment om door te vragen: hoe gaat het nu écht me je?”

Heeft u zelf weleens suïcidale gedachten gehad? 

Teunissen: “Nee, gelukkig niet.”

Wolters: “Ik ook niet.”

Maryke Wolters kijkt Frank Teunissen aan en zegt tot besluit: “Ik geloof dat ik namens ons tweeën spreek wanneer ik vertel dat we allebei voldoende hebben meegemaakt om suïcidale gedachten te kunnen begrijpen. Daardoor zijn we, denk ik, goed in staat de achterliggende problematiek van bellers te doorgronden.”  

113 Zelfmoordpreventie is 24/7 bereikbaar via 0800-0113 (gratis) of op 113.nl voor anonieme telefoon- en chatgesprekken over suïcide.