Spring naar de content

Marian Donner: ‘Verliezen is het echte taboe’

Misschien is schrijver-journalist Marian Donner (48) wel de meest revolutionaire denker van Nederland. Met de antizelfhulpklassieker Zelfverwoestingsboek verwierf ze fans over de hele wereld. En in haar pas verschenen essay De grote weigering doet ze een onverholen poging het kapitalisme omver te blazen. Een filosofisch gesprek in dertig steekwoorden. ‘Over het intimiderende idee dat iedereen een winnaar moet zijn ontstaat nooit ophef.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Hans van Willigenburg

Hoe vaak komt het voor dat een geïnterviewde meedeelt bij voorkeur in de buitenlucht te worden ondervraagd? In overleg met Marian Donner blijven we lange tijd koersen op het Westerpark als ideale plek. Ook bij het geven van interviews blijft deze eigengereide ziel liefst niet verstoken van rookwaar; vandaar haar voorkeur af te spreken in de buitenlucht. Het interview begint door het koude weer in het horecagedeelte van Het Ketelhuis, maar Donner stelt, zodra de zon doorbreekt, inderdaad onmiddellijk voor op het terras te gaan zitten en steekt daar vrijwel meteen een peuk op.

Omdat ze een broertje dood heeft aan framing en als zelfverklaard ‘nachtmens’ veel liever de schimmige kanten van het bestaan opzoekt, wordt de klassieke vraag-antwoordvorm losgelaten. Zodoende kan Donner zonder restricties over zichzelf en die ‘krankzinnigheid van dit tijdsgewricht’ vertellen. Het wordt een prikkelend mozaïek tegen de zelfopgelegde rigiditeit van de huidige samenleving. 

Verkoopbaarheid

“In het kapitalisme wordt alles gereduceerd tot product, ook de mens. Om verkoopbaar te zijn moet een product op iets anders lijken. Vandaar dat je een deprimerende opeenstapeling van onoriginaliteit om je heen ziet. Want als iets te veel afwijkt, herkennen mensen het niet meer. Verkoopt het niet. Zelfs in de literatuur zie je dat gebeuren. Een schrijver wordt tot ‘De Nieuwe Zus Of Zo’ gebombardeerd of als ‘Het Neefje Van Die En Die’ in de markt gezet. En vaak staan er op boeken quotes van beroemdere schrijvers. Alles om te voorkomen dat iets vreemd is, of knullig, of niet te plaatsen. Terwijl juist literatuur dat bij uitstek zou moeten zijn.”

Bohémien

“Mijn vader, de schaker Hein Donner, was een echte bohémien. Op jeugdfoto’s verdwijn ik nogal eens in de wolken van zijn sigarettenrook. Het kwam regelmatig voor dat hij mij naar de crèche bracht zonder dat hij geslapen had. Vaak had hij dan een hele nacht doorgehaald in de kunstenaarssociëteit De Kring. In zijn hele leven heeft hij één dag een vaste baan gehad, bij IBM. Op dag twee is hij niet komen opdagen omdat de zon scheen. Hij vond: als niemand nu van de zon geniet, zal ze nooit meer schijnen. Nu kunnen alleen de superrijken het zich nog veroorloven om hun neus op te halen voor werk. Maar in de jaren zeventig was het gewone leven nog dusdanig betaalbaar dat je veel meer ruimte had om te kiezen hoe druk je jezelf maakte.”

Meubilair

“Ik zeg niet dat mensen die vaak op tv verschijnen per se oninteressant zijn, maar om het goed op tv te doen, moet je makkelijk te verteren zijn, een beetje als een Big Mac. Je moet soepel kunnen praten, overal een mening over hebben. Ook als je irritatie opwekt, is het fijn als die irritatie in honderdveertig of tweehonderdtachtig tekens kan worden samengevat. Als je veel op tv bent, vervlak je, houd je je vooral bezig met in het malletje passen. Het eindstation is dat je volledig bent ingekapseld, je tot het meubilair van de kijkers behoort.”

Op het Barlaeus Gymnasium heb ik me intensief met spijbelen beziggehouden

Spijbelen

“Zelf was ik ook een allesbehalve ijverige leerling. Ik vond school verschrikkelijk saai. Op het Barlaeus Gymnasium heb ik me intensief met spijbelen beziggehouden. Uiteindelijk slaagde ik met zes zessen en een vijf. Daar was ik uitermate tevreden mee, want het liet zien dat ik ‘precies genoeg’ had gedaan. Ook toen ik ging studeren, had ik geen heilig vuur. In wel zes studierichtingen heb ik vakken gevolgd – rechten, psychologie, kunstgeschiedenis, culturele studies, Engels en literatuurwetenschap – maar ik kan me niet herinneren dat ik ergens heel erg voor warm liep. Pas ver na mijn studie ben ik erachter gekomen dat ik natuurkunde waanzinnig interessant vind. Vooral de kwantum-mechanica heeft me gegrepen.”

Deelproblemen

“De steeds dichterbij sluipende klimaatramp wordt steeds weer in cijfers en statistieken gevat. Zo worden overzichtelijke deelproblemen geformuleerd. Waar en hoeveel windmolens zetten we neer? Hoe zorgen we als land dat de stikstofuitstoot binnen de normen blijft? Welke kolencentrales moeten sluiten? Hoeveel belastingvoordeel krijg je bij aanschaf van een elektrische auto? Het aantrekkelijke van zulke deelproblemen is dat je naast het permanent slechte nieuws over het klimaat ook kleine overwinninkjes creëert. Hoera, eindelijk zitten we onder de stikstofnorm! Hoera, een Tesla kopen wordt aanzienlijk goedkoper! Hoera, we sluiten een kolencentrale! Op die manier houden we het gezellig. Politici kunnen daadkrachtig overkomen omdat ze zich richten op oplossingen. Maar in plaats van over oplossingen zouden we het eerst over oorzaken moeten hebben. En de werkelijke oorzaak van de klimaatcrisis is onze wijze van consumeren en produceren.”

Springlevend

“De Frankfurter Schule was een groep joodse denkers die vooral na de Tweede Wereldoorlog opgeld deed. Ze waren sterk beïnvloed door het marxisme, uitgesproken antikapitalistisch, maar evenzeer anticommunistisch. Herbert Marcuse – de filosoof die een belangrijke rol speelt in mijn nieuwste boek – was van deze groep filosofen misschien de meest activistische, in de zin dat hij voor grote menigten sprak. Verzet moedigde verzet aan, bijvoorbeeld tijdens de studentenprotesten in de jaren zestig. Zijn belangrijkste punt was dat mensen kritisch tegenover de maatschappij moeten staan om hun individuele vrijheid te bewaren. Dat we ons steeds moeten afvragen: welke ideeën krijgen we in boeken, films, theaterstukken, reclame en massamedia opgedrongen? Zonder zelf een blauwdruk voor een ideale maatschappij te hebben spoorde Marcuse ons aan daadwerkelijk individu te zijn, dat wil zeggen vrijheid op te eisen, autonome keuzes te maken, geen slaaf te zijn van wat dan ook. Dat vrijheidsideaal is in 2022 nog springlevend, en misschien zelfs actueler dan ooit.”

Definitie

“Het kapitalisme definieert ‘vrijheid’ heel beperkt, namelijk als de vrijheid om de spullen te kopen die je wilt. De vijftig soorten chips in de supermarkt en dertig soorten brood bij de bakker voorzien die in wezen zeer beperkte opvatting van vrijheid van een suikerzoet laagje. Maar hoe vrij ben je werkelijk als de huizenprijzen torenhoog zijn, de kosten voor levensonderhoud de pan uit rijzen? Die prijsstijgingen kunnen je dwingen om dag in dag uit werk te doen wat je verafschuwt. Hoe vrij is dat? Biedt een zak uien-, bolognese- of ketchupchips dan nog een uitweg?”

Spullen

“Sinds ik Marcuse heb gelezen, kan ik bijna niet meer door een gewone winkelstraat lopen. Mij grijpt de hoeveelheid en de eenvormigheid van de aangeboden spullen naar de keel. Ik heb letterlijk de neiging mijn handen voor ogen te slaan.”

Che Guevara

“Deze legendarische guerrillastrijder heeft in Latijns-Amerika levenslang gevochten voor de antikapitalistische revolutie, maar na zijn dood is zijn beeltenis een ‘product’ geworden. En niet zomaar een product, maar een van de best lopende producten ter wereld. Wat ooit een diepgewortelde strijd tegen het kapitalisme was, inclusief het voeren van een bloedige gevechten, is een lifestyle dingetje geworden. Wereldwijd kun je petjes, sjaals, speldjes en mokken met de kop van Che Guevara kopen. Niet Che’s ideeën doen er nog toe, alleen de verkoopbaarheid van zijn iconische hoofd. Dit laat zien hoe ‘extreem succesvol’ het kapitalisme tegenkrachten weet in te kapselen.”

Cultuurkritiek

“Cultuurkritiek is nogal oppervlakkig geworden. Bijna te oppervlakkig om het nog kritiek te noemen. Er wordt steeds ingezoomd op scènes, incidenten en passages die seksistisch of racistisch zouden zijn, maar er wordt nauwelijks kritisch gekeken naar de ideeën die een boek, film, reclame of serie achter dat mogelijke racisme of seksisme over het voetlicht brengt. In het huidige klimaat is iets oké als er maar genoeg mensen van verschillende achtergronden, leeftijden en seksuele identiteiten in voorkomen. En als die mensen elkaar maar niet beledigen of te veel vraagtekens plaatsen bij wie of wat ze zijn. Het rare is: over het intimiderende idee dat iedereen een winnaar moet zijn, ontstaat nooit ophef. Verliezen is het echte taboe.”

Concurreren

“Het neoliberalisme is erin geslaagd het idee dat iedereen met iedereen moet concurreren eruit te laten zien als een volstrekt neutraal en logisch uitgangspunt. Terwijl het pure ideologie is. Waarom zouden wij allen moeten concurreren, terwijl er legio mensen zijn die daar geen trek in hebben, of de plicht tot concurreren desastreus uitpakt? Ik bedoel, als je stottert, verlegen bent, weifelend, onzeker of wat dan ook, is het laatste wat je wilt met zoveel mogelijk mensen de concurrentie aangaan. Maar het neoliberale standpunt is: dan moet je een ‘beter zelf’ worden om wél te kunnen concurreren. Met andere woorden, een mens die niet kan concurreren is minderwaardig. Dat is een vreselijk idee. Maar in die rabiate marktideologie zitten we gevangen.”

Congressen

“Ook ik verkoop mezelf. Er zijn congressen met grote bedrijven waar ik tegen een prettige vergoeding ‘het afwijkende geluid’ vertolk.”

Mensen moeten kritisch tegenover de maatschappij staan om hun individuele vrijheid te bewaren

Shell

“Ik hoor de activisten die tegen het glazen plafond strijden al juichen op de dag dat er louter vrouwen in de Shell-top zitten. Hoe bijzonder dat is. En wat voor overwinning dat zou zijn. Maar de echte vraag is natuurlijk: gaat Shell onder leiding van vrouwen echt een andere kant op? Wordt het een ander bedrijf met andere waarden? Ik denk van niet. Shell blijft gewoon Shell. Dat hangt niet af van het gender van de directieleden.”

Kletskassa

“Het nettoresultaat van technologie is meestal dat mensen steeds verder geïsoleerd raken. Of zichzelf via technologie verder isoleren. De opmars van de zelf-scankassa is een goed voorbeeld. De klant hoeft niet meer in de rij te staan, geen saaie gesprekjes meer te voeren met de caissière, zich niet meer te ergeren aan iemand voor hem die wat staat te keuvelen. En het supermarktfiliaal zal aan het hoofdkantoor trots rapporteren dat de wachttijden teruglopen en de agressie vermindert. Perfect! Maar wat betekenen zulke kassa’s voor de sociale dimensie van het winkelen? Die wordt vernietigd. Van een levendige ontmoetingsplek waar je onder mensen bent, wordt het een nieuwe bron van eenzaamheid: dat wil zeggen, een kille opslagplaats van producten die je in je eentje bij een rij zelfscankassa’s afrekent. Als reactie hierop heeft Jumbo de ‘kletskassa’ geïntroduceerd. Speciaal voor hen die geen haast hebben, senioren vaak, en het liefst een gezellig praatje met de kassamedewerker aangaan. Cynischer wordt het niet: wat ooit normaal was, menselijke interactie in dit geval, krijgt een apart loket en een geinig label waaronder het wordt verkocht.”

Buurtcafé

“Het gaat me aan het hart dat zoveel buurtcafés verdwijnen of wegkwijnen, vervallen tot tuttige lokalen met een rookverbod. Buurtcafés zijn volgens mij essentiële plekken waar mensen samenkomen zonder strakke agenda’s of gedachten over uitbreiding van hun netwerk; het gaat er nog gewoon om elkaars nabijheid, samen lol hebben. Omdat ikzelf jarenlang achter de bar heb gewerkt, weet ik hoezeer de nacht een uitlaatklep kan zijn. Ik houd heel erg van de schimmigheid van de nacht. Maar wat is er van die schimmigheid overgebleven? Zelfs in het nachtleven struikel je tegenwoordig over de regels en de protocollen.”

Escort

“Jarenlang ben ik telefoniste van een escortclub geweest. In die functie heb ik gezien hoe diffuus de werkelijkheid is. Hoeveel verschillende perspectieven er zijn, hoeveel verschillende soorten mensen dat werk doen. En hoe escorts zich via rollenspellen voor even uit hun dagelijkse omstandigheden kunnen bevrijden, een ander kunnen zijn. Door dat werk als telefoniste ben ik, denk ik, nog toleranter geworden jegens het afwijkende. Ik verafschuw de honger waarmee we elkaar op sociale media de maat nemen. Elkaar afrekenen omdat we een verkeerde uitdrukking of woord gebruiken. Mijn standpunt is: neem iemand altijd serieus, hoe afwijkend diegene ook is.”

Uitgummen

“Selfies passen natuurlijk perfect in de zelfverbeteringscultuur. Net zo lang doorgaan met allerlei houdingen, glimlachjes, filters en kleureffecten tot je denkt dat je er zo presentabel mogelijk uitziet. Niks mag raar zijn, of twijfel zaaien. De smartphonetechnologie heeft ons, kortom, de mogelijkheid gegeven een mooiere, gladdere versie van onszelf te maken. En de paradox is dat we zo’n perfecte selfie trots gaan delen vanuit het idee dat we eindelijk zichtbaar zijn, terwijl het tegendeel het geval is: we gummen onszelf uit. Al het eigene is uit zo’n selfie verdwenen.”

Passie

“Je werk moet tegenwoordig je passie zijn. En zo wordt werk tot een almaar groter deel van je identiteit gemaakt. Je werkt niet meer om te leven, nee, je werkt om jezelf te uiten, je ware ik te kunnen laten zien. Werk wordt gelijkgesteld aan zelfverwezenlijking. Dat is een gevaarlijke ideologie, want waar het vooral voor zorgt is dat het ons nog harder, en vol overgave, laat rennen in het hamsterwiel.”

Baantje

“Ik heb iemand in mijn vriendenkring wiens enige streven in het leven films kijken is. Hij wil simpelweg zoveel mogelijk films kijken. Daar wordt hij gelukkig van. Hij heeft geen behoefte om erover te schrijven, om er een chatgroep voor op te richten, om zelf films te maken, nee, het gaat hem puur om het kijken naar films. Prachtig. Hij heeft een baantje waarmee hij precies genoeg geld verdient om eindeloos te genieten van films kijken. Films kijken is zijn manier om gelukkig te zijn. Maar volgens het marktdenken is hij een loser. Omdat zijn geluk niet in consumptie of materie wordt omgezet.”

Sterfbed

“Uit onderzoeken blijkt steeds weer dat mensen op hun sterfbed het meeste spijt hebben van hoe hard ze tijdens hun leven hebben gewerkt. Dat gegeven zou genoeg moeten zijn om je af te vragen of we werk, als fenomeen, niet veel te belangrijk hebben gemaakt.”

Sander

“Sander Schimmelpenninck denkt precies de verkeerde kant op: volgens hem moeten we juist meer gaan werken. Hij spreekt er schande van dat Nederlanders te weinig werkuren draaien. Ook vrouwen zit hij daarbij achter de vodden. Hij wil de hele neoliberale machinerie in een nog hogere versnelling zetten, waardoor we weer meer forensen krijgen, meer auto’s, meer files, meer stress, et cetera. Hij lijkt pas tevreden als iedereen in de tredmolen zit. En we op ons sterfbed allemaal spijt blijken te hebben van dat harde werken.”

Armoedig

“De coronacrisis was een verheviging van wat daarvoor al duidelijk was: dat de werkelijkheid tot data wordt gereduceerd. Het beleid draaide om cijfers, om R-waardes, om vrije ic-bedden. Wat niet in cijfers te vatten was, telde niet mee. Terwijl antivaxers en complotdenkers zich voortdurend beriepen op niet-meetbare waardes, zoals vrijheid of liefde of hun moederhart. Het probleem, zou Marcuse zeggen, ligt in onze armoedige opvatting van rationaliteit: dat alleen wat in cijfers kan worden gevat, en vervolgens in statistieken en protocollen en procesmanagement, ertoe doet. Wezenlijke levensbehoeften als vrijheid en liefde worden daarmee ontkend.”

Lockdowns

“Uiteindelijk hebben we gewoon de Chinese reactie op het coronavirus, het instellen van lockdowns, nagevolgd. Net als de Chinese machthebbers waren we gefixeerd op beheersing. Het staat nu te bezien of het controleapparaat dat we hebben opgebouwd ook weer afgebouwd gaat worden. De verleiding om de eenmaal verworven beheersing te behouden, in plaats van los te laten, is groot.”

Omikron

“Het is ironisch dat de mildere omikronvariant een minstens zo grote rol lijkt te hebben gespeeld bij het laten luwen van de coronacrisis als al die peperdure vaccins. Een deel van de oplossing is dus voortgekomen uit de natuur zelf. Alleen strookt dat niet met ons maakbaarheidsverhaal. Liever kloppen we onszelf op de borst voor die vaccins die we ontwikkeld hebben, ook al is de miljardenopbrengst van dat vernuft in de zakken van enkele bedrijven verdwenen.”

Burgerraden zijn een remedie tegen het – terechte – gevoel bij mensen dat ze alleen nog maar onderdeel zijn van een systeem

Jesse

“Als ik naar Jesse Klaver kijk, zie ik de aanvoerder van een soort ‘feel good’-beweging. Iemand die een ‘happy’ levensstijl vertegenwoordigt, met een elektrische auto voor de deur, zonnepanelen op het dak en als het even kan een warmtepomp in huis. Het is heel lief en goedbedoeld, natuurlijk. Maar het besef dat hij zich opstelt als een bondgenoot van het kapitalisme, als de representant van een nieuwe, welvarende elite, en in die hoedanigheid zelf ook een ‘product’ is geworden, lijkt me niet of nauwelijks aanwezig. En daar hebben wel meer linkse politici last van.”

Uitputting

“In een neoliberale maatschappij is uitputting, in allerlei vormen, aan de orde van de dag, of het nou de mens, het dier of de aarde betreft. Voor mensen geldt: je kunt op je vingers natellen dat op de immense druk om 24/7 een aantrekkelijk ‘product’ te zijn dat altijd aanstaat, altijd fris is en de nieuwste inzichten heeft geabsorbeerd, een fysieke tegenreactie volgt. Moeheid. Burn-out. Et cetera.”

Links

“Links heeft te weinig oog voor de doorgeschoten macht van het bedrijfsleven, van de aandeelhouders, en laat hema’s als identiteit kapen door de multinationals. Het resultaat is dat ze meer luisteren naar de directiekamers dan naar de kiezers. De Griekse premier Tsipras van de partij Syriza, een soort SP, heeft zo’n tien jaar terug een dappere poging gedaan zijn land los te maken uit de neoliberale wurging. Het is ’m niet gelukt. Uiteindelijk zag zijn regering zich gedwongen de haven van Piraeus aan China te verkopen. Heel triest.”

Mening

“Burgerraden bieden natuurlijk niet voor alles een oplossing. Maar dat beslissingen meer decentraal genomen moeten worden om nog enige steun en enthousiasme te verwerven, lijkt me duidelijk. Het is ook een remedie tegen het – terechte – gevoel bij mensen dat ze alleen nog maar onderdeel zijn van een systeem en hun mening er niet toe doet. Burgerraden kunnen cynisme remmen.”

Schuldig

“Misschien wel het kenmerkendst van deze tijd is dat we zoveel energie naar binnen richten. Onszelf als ontoereikend of schuldig aanwijzen. Ik word daar heel verdrietig van. Het is dezelfde manier waarop kerken ons proberen te beïnvloeden: ‘het geloof is goed en jij bent slecht’. Vervang ‘geloof’ door ‘systeem’ en je hebt een aardig beeld van de verkramping die je om je heen ziet. Van de manie om onszelf aan te passen, te veranderen, al of niet met behulp van een app of een coach.”

YouTube

“Ik ben een enorme fan van de website Astronaut.io. Je krijgt daar fragmenten van YouTube video’s te zien die allemaal nul views hebben gescoord. Kortom, het is gefilmd, maar niemand heeft gekeken. Het is ongezien en onopgemerkt gebleven. Deze website laat precies die video’s zien die door geen enkel algoritme opgepikt zullen worden. Prachtig toch?” 

Onlangs verscheen van Marian Donner het essay De grote weigering (Prometheus, €16,99), waarin ze ons oproept op te houden met ‘de poging de omstandigheden teniet te doen die de krankzinnigheid veroorzaken’.

Kader

Marian Donner: advocaat van het antikapitalisme

Na een studie psychologie en omzwervingen in het bioscoopwezen, de politiek, het nachtleven en de hulporganisatie Fairfood is schrijven uiteindelijk de hoofdbezigheid geworden van Marian Donner (1974). Na twee relatief onbekend gebleven romans – 08.30 uur: opstand en Lily – breekt ze in 2019 internationaal door met Zelfverwoestingsboek, een even geslaagde als serieus te nemen parodie op een zelfhulpboek, waarin ze de fundamenten van de geglobaliseerde zelfverbeteringscultuur een voor een op hun grondvesten doet schudden. De ondertitel, ‘waarom we meer moeten stinken, drinken, bloeden, branden & dansen’, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Rode draad in Donners denken is het onderuithalen van doorgeschoten maakbaarheidsidealen. Aan het geloof dat ratio en transparantie een eerlijkere wereld dichterbij brengen, wenst Donner geen voeding te geven. “Waarom zou alles in ons leven transparant, schoon en opgeruimd moeten zijn?” zei ze enkele jaren terug in Trouw. “Verlangen naar zuiverheid is funest, domweg omdat het niet haalbaar is.” Donner pleit voor rommelig leven en haar gedachtegoed wordt dikwijls samengevat onder de term ‘antikapitalistisch’.