Spring naar de content
bron: anp

Wilt u daar democratie bij?

Jan Kuitenbrouwer stond in de rij op het Poesjkinplein in Moskou, toen daar in 1990 de eerste McDonalds werd geopend. Rusland had honger, maar er was hoop. Binnenkort zal Rusland opnieuw honger hebben, maar is er nog hoop?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Op vrijwel alle nieuwszenders kwamen ze weer voorbij vorige week, de beelden van de opening van de eerste McDonalds in Moskou, op het Poesjkinplein, op 31 januari 1990. Dertigduizend klanten werden die dag bediend, de rij wachtenden ging het plein rond en de sluitingstijd werd twee keer verschoven die dag. Onbewogen sloeg Poesjkin het gade vanaf zijn sokkel. Een festijn in tijden van pest, dichtte hij. 

De pest, die andere majesteit,

Komt ons van alle kanten naar beneden maaien

En zijn oogst belooft goed te zijn:

Ze zwerft en raast, dag en nacht

Ik stond in die rij, samen met mijn vrouw, Ellen Verbeek en Derk Sauer. Hoe een Big Mac smaakte wisten we wel ongeveer, maar hier werd geschiedenis geschreven. Verbeek en Sauer hadden zich net in Moskou gevestigd, uitgezonden door de VNU, uitgever van Nieuwe Revu, Panorama, Margriet en Libelle. Die zagen in Rusland een toekomstige miljardenmarkt voor tijdschriften. Ellen werkte bij de Haagse Post, net als ik. Als freelancer deed ik wel eens iets voor de Nieuwe Revu, en zo leerde ik Derk kennen. Wij bezochten ze geregeld in die begintijd. In augustus 1991, toen Jeltsin op de tank sprong waren we in Moskou, en op de laatste dag van dat jaar, toen we de ontbinding van de Sovjet Unie vierden op het Rode Plein, in een regen van sneeuw, vreugdetranen en champagne. De wereld keek mee.

Moskou bood een schamele aanblik in die jaren. De economie stagneerde, overal was onzekerheid en onvrede

Op de archiefbeelden zien de Russen in die rij er modaler uit dan ik me herinner. Veel parka’s en jacks, niet de bontjassen en -mutsen die mij zijn bijgebleven. Een maaltje daar kostte toen een gemiddeld Russisch dagloon, meer dan een maandkaart voor de bus, dus het waren niet de Moskouse minima die zich daar verdrongen. De gewone Russische winkels en koffiehuizen waren leeg. Rusland had niet te eten. Die opening van dat McDonalds-filiaal was een festijn in tijden van honger.

Terug in het appartement werd Derk weer eens gebeld door een Nederlands nieuwsmedium, over de stand van zaken. Het geknor van de Russische magen was tot in Nederland te horen, iedereen leefde mee. “Ook wij hebben vandaag in de rij gestaan voor voedsel,” sprak Derk met een knipoog.

Moskou bood een schamele aanblik in die jaren. De economie stagneerde, het land draaide op leningen, overal was onzekerheid en onvrede. De grote gaten in het wegdek, ook op de snelweg, hier en daar provisorisch gemarkeerd met een plank of bezemsteel. De ondraaglijke lucht in de metro van al die ongewassen lijven in ongewassen kleren, en de verzuurde walm van miljoenen Belomor-sigaretten. De grillige ijssculpturen langs de gevels van woongebouwen, waar gebarsten waterleidingen langdurig wachtten op herstel. De avoskas, een elastisch boodschappennetje dat elke Rus op zak had voor het geval hij langs een winkel kwam waar iets te koop was. ‘Avos’ betekent ‘misschien’, ‘voor het geval dat’.  De rijen, overal rijen. Een enkele plek waar aan niets gebrek was. Het Metropol Hotel, tegenover het Kremlin, waar je kon eten wat je wilde en waar in de lobby de hele dag een harpiste zat te spelen, met kippenvel in een blote avondjurk.

Tegelijk was er optimisme en dynamiek, nieuw elan. Perestrojka, Glasnost! Cosmopolitan, Playboy! Vrijheid. Onder begeleiding van Artjom Troitsky, de coolste Rus die ooit leefde, ging ik voor Moscow Magazine op onderzoek in hip Moskou, de tusovka, de underground, de scene. Ja, ook daar was turbotaal!

Later dat jaar kwam de tv-actie Help De Russen De Winter Door.  Sonja Barend trok met haar hele team naar Moskou. De ruimhartigheid waarmee Nederland geld, voedsel, kleding en knuffels doneerde was opmerkelijk, net als eerder bij de Hongaarse opstand en de inval in Tsjechoslowakije, toen ook niemand een kik gaf. Bij de Joegoslavië-oorlog was dat duidelijk minder, net als later bij de Syriërs. Landen die gekoeioneerd worden door een supermacht, daar nemen we het graag voor op. Voor landen die zelf intern oorlog voeren zijn we iets lastiger.

Gecoached door de slechtziende visionairs van het IMF hielp Boris Jeltsin de economie om zeep, roofbaronnen maakten zich meester van de grootste staatsbedrijven en het land werd rijp gemaakt voor een sterke man, Vladimir Poetin. Een schuchtere pummel, zoals hij de BBC te woord stond in 1999, een heel andere man dan nu. Net als Jeltsin had hij na een paar jaar weer weg kunnen zijn, maar hij hield het hoofd koel en wist zijn positie telkens verder te verstevigen. Hij bracht stabiliteit, voorspoed, maar geen democratie. Hij heeft uitstekende papieren, maar kennelijk durft hij de concurrentie met andere pretendenten toch niet aan. Moskou onderging een transformatie. Tot de leukste en mooiste stad van Europa, zegt Derk Sauer. Er wordt krankzinnig veel geld verdiend in het moderne Rusland, helaas wordt het ook krankzinnig ongelijk verdeeld.

Derk en Ellen bouwden er een nieuw leven op, een gezin, een bedrijf, een netwerk, een vriendenkring. Independent Media nam VNU over en toen kwam de Finse bladengigant Sanoma die ze beide opslokte. Intussen ontpopte Poetin zich meer en meer tot de KGB-er die hij was: antidemocratisch, autoritair, gewelddadig. Expats werden steeds meer als staatsvijanden behandeld. Hun oudste zoon Tom begon een bedrijf en trouwde een Russische, Ellen zette een Yoga-platform op, Derk transformeerde Moscow Times tot online nieuwsmedium. Het was een perfect dilemma. Voor elke reden die erbij kwam om weg te gaan, kwam er ook een bij om te blijven. Om, terwijl langzaam het licht uitging, in elk geval één lamp aan te laten. Het einde was even bitter als onvermijdelijk: een haastig vertrek, met achterlating van een half leven. Een huis dat stof verzamelt, tot wanneer? En wie draait straks de sleutel om?

Ik ken Derk Sauer nu een kleine veertig jaar, we bezeilden de wereldzeeën, we zagen vluchtelingen omslaan met hun bootjes bij Lesbos, we werden onder havenarrest geplaatst op verdenking van mensensmokkel, maar zo bedrukt als hij op die krantenfoto de lens in kijkt, heb ik hem zelden gezien

Pundits en deskundigen speculeren over de imperiale dromen die Poetin zou koesteren, een wedergeboorte van het Grote Russische Rijk, een herovering van de wieg van de Russische ziel (Kiev), een ‘Derde Rome’, met Poetin als een soort leken-patriarch. Poetin-exegese, het is haast een nationale denksport geworden. Poetin en zijn paladijnen voeden dat soort speculaties bewust, maar volgens mij is het weinig meer dan de window dressing waarmee autocraten hun machtshonger altíjd verbloemen. Ze kunnen moeilijk zeggen: ik ben een machtswellusteling en ik moet er wel steeds een schep bovenop gooien want zodra ik verslap knopen jullie me op aan de hoogste boom. Nee, er moet een mythisch lulverhaal omheen, een sprookje, kermisgoud, music for the millions. De eerste deskundige die nu eens uitlegt hoe Poetins kleptocratie precies werkt, moet nog aan het woord komen.

Met democratie gaat het in elk geval niet samen. Echte democratie – als er zoiets bestaat, maar laten wij ons voor het gemak even bepalen tot wat wij daar ongeveer onder verstaan, een rechtsstaat met een functionerend parlement en een eerlijk gereguleerde economie – is niet iets waar de Russische oligarchen op zitten te wachten. Een uitbreiding van hun invloedssfeer richting Oekraïne, waar ook veel geld te verdienen valt, daar zeggen zij geen nee tegen. Tot er banktegoeden achter slot en grendel gaan en jachten aan de ketting. Misschien kan Poetin een paar van de Oekraïense oligarchen in de gevangenis gooien, om wat ruimte te creëren? Zoals hij eerder deed met grootondernemers die dwars lagen? Derk Sauer denkt er ook zo over. “Ik denk niet dat Poetin een ideologie hééft,” zei hij laatst.

Het was even slikken toen ik afgelopen zaterdag Het Parool opsloeg. Ik ken Derk nu een kleine veertig jaar, we bezeilden de wereldzeeën, we leden bijna schipbreuk op de Atlantische Oceaan, we werden onder havenarrest geplaatst op verdenking van mensensmokkel en zagen vluchtelingen omslaan met hun bootjes bij Lesbos. Wat we met elkaar gemeen hebben is een tamelijk onverwoestbaar humeur, maar zo somber als hij op die krantenfoto de lens in kijkt, zag ik hem zelden. Het zal je maar gebeuren. Zij zijn luxe vluchtelingen, natuurlijk, maar ook dat zijn vluchtelingen.

Kort voor zijn vertrek belde ik hem in Moskou. “Ik sta zowat op instorten,” zei hij. “De hele dag huilende mensen aan m’n bureau of aan de lijn. Het is verschrikkelijk wat hier gebeurt.”

Een paar dagen later kwam het nieuws dat McDonalds zich terugtrekt uit Rusland.

‘Weet je nog, dat we daar in de rij stonden?’

‘Als de dag van gisteren.’

Binnenkort zullen de rijen weer terug zijn in Moskou. Geen trek-rijen, maar honger-rijen. Niet op het Poesjkinplein, dat is nu leeg en stil, maar in de buitenwijken en de provcinciesteden. Poesjkin’s pest heet opnieuw honger. Honger en onvrijheid. Je kop houden met een lege maag.

De pest, die andere majesteit,

Komt ons van alle kanten naar beneden maaien

En zijn oogst belooft goed te zijn

Klop de tegels met een schop