Spring naar de content
bron: kippa

Op zoek naar de nieuwe Gert-Jan Dröge

Dertig jaar geleden was hij opeens een nationale beroemdheid: Gert-Jan Dröge (1943-2007). Met zijn societyshow Glamourland trok hij op zaterdagavond de straten leeg. Wat was het geheim van zijn succes, en waarom kreeg hij nooit een opvolger? Een speurtocht naar de perfecte societyverslaggever: hofnar gezocht, geen lakei.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Willem Pekelder

We zijn in de villa van Ria Valk in Vinkeveen, waar de zangeres – geloof het of niet – alweer haar vijftigste verjaardag viert. De camera zwenkt door het woonvertrek en een enigszins kakkineuze voice-over weerklinkt: “Het smaakvolle interieur weerspiegelt het karakter van de veelzijdige artiest, met nét dat snufje filosofie dat het leven toch zoveel meer maakt dan alleen maar leut.” In beeld verschijnt de tegeltjeswijsheid: “Moeder worden is een wonder, moeder zijn een heel gedonder.”

Dröge blij, kijker blij. 

Het duurde even voordat Gert-Jan Dröge faam verwierf – de introverte Tukker liep reeds tegen de vijftig –, maar toen hij dertig jaar geleden eenmaal doorbrak, was er meteen geen houden meer aan. Iedereen keek naar Avro’s Glamourland. In de Haagsche Courant vertelde de societyverslaggever dat ‘wanhopige’ fans in advertenties zelfs wel vijftig gulden boden voor een gemiste uitzending.

Geheel terecht. Glamourland was de parel onder de societyprogramma’s. En is dat nog steeds. Waaraan ligt dat? Allereerst aan Dröges uitgebreide netwerk. De presentator mocht dan tot zijn eerste tv-seizoen ’90-’91 onbekend zijn bij het grote publiek, zelf kende hij tal van beroemdheden. Dat was te danken aan een carrière van twaalf artistieke ambachten en dertien gelukkige ongelukken: programmeur bij Paradiso, oprichter van hoofdstedelijk nachtcafé Chez Nelly, bedrijfsleider van discotheek 36 op de schaal van Richter – landelijk berucht geworden door Lenferinks tv-show RUR – en tot slot, als laatste vingeroefening, een societycolumn in de Haagse Post, ‘Milieu’ geheten.

Vervolgens: Dröges kameleontische karakter. Ofschoon een geboren einzelgänger – “Geef mij maar een plekje half achter de gordijnen,” zei hij in 1992 in de Sijthoff-bladen – ontpopte hij zich op feesten en partijen als een volbloed charmeur. Belezen, maar tegelijk koning van de smalltalk, een grapje hier, een complimentje daar. Wie oude Glamourlands terugkijkt – een aanrader – ziet hoe Dröge character-driven van de ene in de andere party rolt. Aan tafel bij Jan des Bouvrie met de Duitse ambassadeursvrouw Karin von Puttkamer, vervolgens bij diezelfde Puttkamer aan de ladies’ lunch in haar residentie; een onderonsje met makelaarsechtpaar Telgenkamp op een juwelenexpositie, later aanwezig bij de inwijding van hun nieuwe vleugel in Wassenaar.

Dat stijlmiddel van tongue in cheek maakt Glamourland tot een tijdloos kijkgenot

Maar een groot netwerk en een innemend karakter – in de uiteenlopende betekenissen van het woord – zijn niet voldoende voor een geslaagd societyprogramma. Het is ook hier de toon die de muziek maakt. En Dröges toon is zonder uitzondering spottend en scherp, vaak op het vileine af. Zijn vragen lijken vooral bedoeld om de socialite zo ver te krijgen dat hij zichzelf voor aap zet. Zo informeert hij bij de Prince de Lignac op diens protserige schip vol kitsch in Saint-Tropez: “Heeft u die smaak van huis uit meegekregen?” De prins tuimelt er met open ogen in. “Nee,” antwoordt hij, “ik kom uit een heel eenvoudig Rotterdams milieu. Die smaak heb ik zelf ontwikkeld.”

Dat stijlmiddel van tongue in cheek maakt Glamourland tot een tijdloos kijkgenot. Natuurlijk vergapen we ons graag aan glitter en glamour, maar liever nog zien we de rich and famous onderuitgaan. Alleen op die manier blijft hun weelde te verdragen en kan onze afgunst worden bedwongen. Dröge, overleden in 2007, doorgrondde die psychologie van de Glamourland-kijker volledig. Uren zat hij in de montagestudio om de juiste beelden te selecteren en daar ironische teksten bij te verzinnen. Slijpen, slijpen en nog eens slijpen. Het leidde tot juweeltjes van voice-overs, zoals deze, over de zojuist tot BN’er gedoopte Harry Mens: “De oud-bloembollenkweker, thans makelaar te Lisse, heeft Luciano Pavarotti in Ahoy weten te persen.” Toen de zwaarlijvige operazanger zijn concert eenmaal had afgerond, luidde Dröges commentaar: “Verpletterd kwam het publiek naar buiten.” Of hij speelde met teksten in beeld. Bij een deftig sprekende vrouwelijke makelaar zagen we als subtiele ondertitel: makelaer.

Gert Jan Dröge

Een ander geslaagd stijlmiddel van de societyreporter was wat in de toneelwereld bekend staat als de vierde wand. Dröge fronste of knipoogde pontificaal in de camera, alsof hij het ‘complot’ tussen hem en de kijker wilde bevestigen: we zijn hier wel onder de rijken, maar moet je zien hoe het eraan toegaat. Zo nam de Avro-ster Hans Wiegel in de maling, toen hij zich vanaf de juwelenexpositie in Des Indes via de camera rechtstreeks tot diens vrouw richtte. Mevrouw Wiegel hoefde, volgens Dröge, niet op een sieraad te rekenen, want: “Uw man heeft de hele tijd in de bar over politiek zitten praten.” 

En zo ontstond Society volgens Dröge, zoals de ondertitel van Glamourland luidde. Een meerlagig programma: de oppervlakkige kijker zag in Dröges reportage over de Prince de Lignac (‘roepnaam Leo’) een ode aan een selfmade miljonair, de diepere beschouwer ontwaarde een striemende satire op wansmaak te water. Mooi afgeronde kunstwerkjes zijn het, die Glamourland-uitzendingen, steeds beginnend met de bombastische ouverture van Pal Joey (1957), en eindigend met de societyverslaggever uitgeteld in bed: “Gaat het weer een beetje, meneer Dröge?”

Toch was niet iedereen in de vaderlandse society blij met Dröges ironie. Dixieland-VVD’ers in de eigen Avro-achterban herkenden zich in Dröges bijtende ironie, en konden er niet altijd om lachen. En na Frau von Puttkamer haalde, volgens Tom Kellerhuis destijds in HP/De Tijd, ‘het oud geld onmiddellijk en massaal de ophaalbrug op voor het grauw van het Glamourland-team’.

Ach ja, Frau von Puttkamer, wat een schitterende uitzending was dat! Al rokend – ja dat kon nog eind 1990 – bereidde de ambassadeursvrouw haar eerste ladies’ lunch in Wassenaar voor. “We dansen het hele land door, van het ene feest naar het andere,” zo gaf de echtgenote van de Duitse gezant een inkijkje in het diplomatenbestaan. Stuk voor stuk zagen we het oud geld binnenschrijden: Josine barones van Voorst tot Voorst, Verena Blois van Treslong, en Miente Boellaard, hofdame van koningin Beatrix. 

“Het was heerlijk in de Wassenaarse volière,” sloot Dröge zijn reportage af. Zou het nu door die ene zin komen dat oud geld het voor gezien hield? Wellicht. In elk geval kregen de maatregelen tegen de societyreporter een steeds wreder karakter. Bij de galapremière van The Lion King, najaar 1994 in Tuschinski, werd hij zelfs gearresteerd. De reden: de Rijksvoorlichtingsdienst wilde Dröge uit de buurt van kroonprins Willem-Alexander houden. Schrijver dezes kan het weten, want hij stond er als verslaggever van de Haagsche Courant met zijn neus bovenop. Woedend was Dröge: “Ik houd op met Glamourland,” brieste hij na zijn vrijlating. “Ik heb geen zin mijn leven te slijten met tweede- en derderangs partijen.”

Toch is de methode-Dröge de enige die een societyprogramma het kijken waard maakt. Hij was niet de lakei die repte van ‘de goedlachse ambassadeur en zijn charmante echtgenote’, maar de hofnar die verzuchtte: “In de neverending story van de nouveau riche en de minderbedeelde gingen we deze zomer eens een kijkje nemen in Saint-Tropez.” Een goeie societyreporter is een hofnar, een buitenstaander, en anders niet.

En wat is Jort Kelder met zijn Hoe heurt het eigenlijk? Hofnar of lakei? Wie oude uitzendingen terugkijkt – de laatste was in 2016 – ziet veel overeenkomsten met Dröge. Kelder is charmant, een tikkeltje ondeugend en geestig, zoals alleen al uit de titel blijkt. Maar een groot verschil met de Glamourland-ster: Kelder is veel meer journalist. Hij wil iets uitleggen. Zijn vragen zijn in de eerste plaats informatief in plaats van amuserend.

Hij pluist adellijke stambomen uit, verklaart hun netwerken, en vertelt iets over etiquette en gebruiken in hogere regionen. Zo leren we hoe tijdens zondagse toertjes door het Vondelpark de betere kringen elkaars rijtuigen herkenden. De Oranjes voerden de kleuren blauw en goud, de Van Loons, om maar een patriciërsfamilie te noemen, geel en zwart. Zo kon je van tevoren bepalen of je iemand moest groeten of kon negeren.

Jort Kelder is hofnar op zijn tijd 

Anders dan Dröge lukte het Kelder gedurende de hele looptijd van zijn programma – vijf jaar – de echte high society te vriend te houden. Jonkheren, baronnen en graven, hij kwam bij iedereen over de kasteelvloer. Op Heerlijkheid Mariënwaerdt in de Betuwe leek hij zelfs kind aan huis.

Slaagde Kelder in zijn missie door de lakei uit te hangen? Nee, dat niet. Wel lijkt hij goed aan te voelen hoe ver hij kan gaan. Als de vrolijke en loslippige sir Peter Erskine in Schotland heeft uitgelegd dat zijn voorvaderen en hij ‘slechts’ baronets zijn, reageert de Avro-ster: “Snobs dus?” Waarop sir Erskine: “Absolutely.” Bij prins Maurits, die zoals bekend weleens in een rijtuig zit, is hij ingetogener. De vraag luidt dan: “Rijtuig of koets?” Maurits: “Rijtuig.” En: “Welke etiquetteregels heeft u van huis uit meegekregen?” Maurits: “De dame discreet laten instijgen.”

Kelder heeft de perfecte flair en contacten, maar vooral ook de kennis om de societyliefhebber te boeien. Samen met lifestyle-journalist Yvo van Regteren Altena schreef hij verschillende boeken over etiquette, kleding en oud geld. Dat schept vertrouwen bij de gesprekspartner. En, ook niet onbelangrijk: bij Kelder zelf steekt de juiste aardappel in de juiste keel.

De polderdandy, zoals hij zichzelf betitelt, neemt de nieuwe rijken geregeld op de hak, bijvoorbeeld met vileine zinnetjes als: “Stel, je bent nouveau riche en je hebt geen contacten…” Oplossing is dan: een regelfreule. Mooie woordvondst: regelfreule. Vervolgens zien we de presentator ontzettend fout uitgedost – blingbling en namaakbontjas – door de P.C. Hooft banjeren. Kleed-idee: stijlprins Maik de Boer.

Toch blijft Kelder van harte welkom op de glitterparty’s van de nouveau riche. Die zijn zó ijdel dat ze alle spot op de koop toenemen. Societyshows zijn er niet alleen voor de buitenwacht, ook voor de society zelf. Ze willen zichzelf en anderen, maar vooral zichzelf, terugzien in de media. Waarom anders zijn de namen van BN’ers in het Stan Huygens Journaal in De Telegraaf altijd vetgedrukt? Je kunt jezelf er meteen uitpikken en hoeft de rest van het verhaal niet eens meer te lezen. Je doet er nog toe, en daar gaat het om!

Oud en nieuw geld blijven in Hoe heurt het eigenlijk? goeddeels gescheiden. Met het etiquetteboek van Amy Groskamp-ten Have onder de arm verklaart Kelder Blaricum tot oud en Laren tot nieuw geld. Over het Gooi in het algemeen vertelt hij met tongue in cheek: “Men is hier eenvoudig gebleven door zelf zijn Bentley te besturen.”

Maar goed ook, die grens tussen oud en nieuw geld. Want wanneer je het gaat mengen, krijgt men het op zijn heupen, zo lezen we in het magnifieke boek Top Drawer (1984) over de Amerikaanse high society. Auteur Mary Cable beschrijft daarin hoe lieden die snel fortuin maakten eind negentiende eeuw probeerden door te dringen tot de gevestigde elite. De New Yorkse familie May zit in angst en beven, wanneer hun dochters rond kerst 1874 in Delmonico’s Hotel naar een ‘bouncers-ball’ willen (‘bouncer’ was sinds de Burgeroorlog de staande term voor het rappe geld).

Vader Frederick May, een gerespecteerd arts, wiens voorouders nog waren betrokken bij de befaamde Tea Party in Boston (het begin van de Amerikaanse Revolutie), vreest dat na zijn dochter Caroline ook zijn andere kroost met ‘bouncers’ thuis zal komen.

Achter Hai Society zit geen enkele gedachte 

Die sfeer van gescheiden circuits zit, in verdunde mate, ook in Hoe heurt het eigenlijk? Maar we zien ook hoe werelden heel voorzichtig naar elkaar toegroeien. Zo vertelt Sander graaf Schimmelpenninck op een Vondelparkfeestje dat ‘iedereen’ lid kan worden van de Van Loon 100 – jawel, genoemd naar de patriciërs-familie, waarvan telg Martine van Loon jarenlang grootmeesteres was van de koningin. Wanneer de presentator vervolgens zijn wenkbrauwen fronst, erkent Schimmelpenninck dat het inderdaad nog steeds veel ridders en jonkheren zijn, maar toch vooral ‘leuke mensen’. 

Een dergelijke verschuiving zien we ook bij de Koninklijke Haarlemsche Football Club, waar men vroeger in katoenen overhemd het veld op kwam in plaats van shirt. ‘Een redelijk elitair clubje’, geeft ere-lid Jan Domhoff toe. “We letten op het gedrag van de spelers, ook buiten de wedstrijd. En plat pratende mensen hebben we nog steeds niet binnen onze gelederen.” Maar geleidelijk worden ‘milde concessies’ gedaan aan de moderne tijdgeest. Vroeger was het belangrijkste vraagstuk bij de ballotage: wat doet je vader? Nu het veel ruimere: wat gáát je vader doen?

Is met dit alles Hoe heurt het eigenlijk? een goed societyprogramma? Zeker. Het scoort hoog op de combinatie inhoud-vermaak. Kelder is geen buitenstaander, maar zeker ook geen lakei. Wel hofnar op zijn tijd. Anders dan Dröge toont hij, dankzij zijn journalistieke aanpak, een moderne zedenschets van adel en nouveau riche. Juist door die mix is Kelders programma ook afwisselender dan dat van Dröge, waar wel érg veel Viola Holts, Vanessa’s en Tineke de Nooijs in rondhuppelen. En niet te vergeten – hallo, daar zijn we weer! – Jan des Bouvries. Toch blijft voor déze kijker Dröge bovenaan staan. Hij was nu eenmaal de Vader van de Society, en zijn Glamourland was en is nog altijd om je de tranen te lachen.

Wat hebben we nog meer naast Glamourland en Hoe heurt het eigenlijk? O ja, Glitter Glamour Gordon, een RTL 4-programmaatje uit najaar 2009, dat iedereen allang is vergeten. En terecht. Datzelfde RTL 4 probeerde het afgelopen zomer nog eens met Hai Society van Jaïr Ferwerda. Tja, hoe zeg je nu een beetje vriendelijk dat een programma aan alle kanten fout is? Nou, zo dan maar: Ferwerda zal als maker over vele kwaliteiten beschikken, maar voor deze flater had RTL hem toch moeten behoeden.

Allereerst is het helemaal geen (high) society die hij tevoorschijn tovert. Het zijn makelaars, kappers, autodealers en ondernemers met een deukje. Wel allemaal min of meer vermogende Nederlanders, en allen woonachtig in het buitenland.

Verder: Ferwerda rijgt het ene cliché aan het andere. ‘Lekker autootje’ zegt hij tegen een makelaar in de Algarve. Golven is steevast ‘een balletje rammen’, en een dure rosé in Saint-Tropez ‘slobbert lekker weg’. Dan: Ferwerda wil van alles de prijs weten. “Wat kost dat nou, zo’n optrekje?” Aan de Côte d’Azur probeert hij de koopsom van de ‘bootjes’ boven water te halen. Of, tot vervelens toe, de contributie van de golfclub. En steeds met dezelfde introductie: “En nu de Hollandse vraag…”

Achter het programma Hai Society zit geen enkele gedachte, behalve het eendimensionaal tonen van rijkdom zonder allure

Daarbij gaat Ferwerda’s amechtige bewondering hand in hand met overdreven jovialiteit. Iedereen wordt getutoyeerd. Dröge hield altijd afstand door te blijven vousvoyeren. Zelfs bij stamgast Jan des Bouvrie. Maar voor Ferwerda is hij ‘jij’ en ‘jou’. Jaja, de keizer van het witte interieur duikt ook op in Hai Society. En wel op een heel verrassende manier. “Straks een bijzondere ontmoeting met wijlen Jan des Bouvrie.” Als dat geen primeur is…

Hè, was er maar iets aardigs te zeggen over Hai Society, maar verdomd, het lukt niet. Dat komt doordat er achter dit programma geen enkele gedachte zit, behalve het eendimensionaal tonen van rijkdom zonder allure. En dat gaat gauw vervelen. Geen netwerk, geen affiniteit met etiquette en geen tongue in cheek. Alle ingrediënten die van een societyrubriek een succes maken – zie Glamourland en Hoe heurt het eigenlijk? – zijn van tevoren met chirurgische precisie uit dit format verwijderd.

De grootste fout: Jaïr Ferwerda is een lakei, geen hofnar. Tja, en dan wordt het niets met een society-rubriek.

Misschien kan de Avrotros, die altijd zo op zoek is naar nieuw talent – van een nieuwe Jezus in Jesus Christ Superstar tot een nieuwe Maria in The Sound of Music – volgend jaar eens gaan speuren naar een nieuwe Gert-Jan Dröge. Dat zou voor hem, vijftien jaar na diens overlijden, toch een mooie postume beloning zijn. En voor societyminnend Nederland een glamoureus nieuwjaarsgeschenk.