Spring naar de content
bron: johan kleinjan

Sneakers van de wieg tot het graf

Zijn sneakers het succesvolste schoeisel ooit? Waren ze ooit gereserveerd voor tijdens het sporten, sindsdien zijn ze een onstuitbare opmars begonnen in het uitgaansleven en zelfs op kantoor. Ze zitten namelijk heerlijk en maken jong, een onweerstaanbare combinatie. ‘Waarom zou ik op mijn vijfenveertigste ineens Van Bommels gaan dragen?’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Bert Nijmeijer

In de jaren 1983 en 1984 gingen een vriendje en ik, destijds twaalf, dertien jaar oud, bijna dagelijks naar de sportzaak van Jan Bols in de Hoofdstraat van Hoogeveen. Bols was ‘heya’ Jan Bols, de oud-schaatser, die onder die aanmoediging onder meer naar de derde plek op het EK en WK van 1972 schaatste. Maar daar kwamen wij niet voor. 

We kwamen om de sportschoenen te bekijken. Nieuwe runners van Nike, New Balance, Asics Tiger. We pakten ze uit het schap, bekeken ze van alle kanten, roken eraan – winkelnieuwe sportschoenen ruiken heerlijk. We analyseerden materiaal en verschillende lagen schokdemping in de zool. We lazen folders over de bijzonderheden, lieten winkelpersoneel bij herhaling informatie geven over proneren en supineren, het naar binnen en buiten draaien van de voet bij de landing. 

Maar vooral zwijmelden we weg bij de prijzen. Want de schoenen waren duur. Ik herinner me de Adidas ZX Trainer en L.A. Trainer, met die gekleurde knopjes in de zijkant van de zool, schoenen van meer dan honderd gulden, de Nike Pegasus, nog zonder Air, die volgens een onbetrouwbaar deel van het geheugen 180 gulden kostte. In hetzelfde gebied zweeft de destijds duurste schoen van het Finse merk Karhu, een creatie in bordeauxrood, grijs en wit, óver de driehonderd gulden, die wij niet dan met de grootste eerbied durfden aan te raken. 

Vanzelfsprekend was er geen haar op het hoofd van onze ouders die erover dacht om dergelijke schoenen voor ons aan te schaffen. Dat wist Jan Bols ook. Ik moest wachten tot de Kwantum Hallen een gymschoen van Le Coq Sportif ging verkopen, een merk dat in de mode was omdat Ajax erin speelde, die prachtige shirts met de eerste shirtsponsor, TDK (cassettebandjes). Dat de meeste andere kinderen ook wisten dat dat model van de Kwantum kwam haalde veel van de glans af, maar het was beter dan niets. 

Dat was allemaal ver voordat sportschoenen of gympies sneakers gingen heten. Tegenwoordig loopt iedereen op sneakers. Maar toen, eerste helft jaren tachtig, is het begonnen. Er zijn nog steeds mensen die vinden dat men (mannen) vanaf zekere leeftijd niet meer op sneakers mag lopen, maar die mensen en hun mening schuiven op naar hetzelfde muffe deel van de geschiedenis waar levertraan en tot moes gekookte spruitjes staan gerubriceerd. Terecht trekt niemand zich er meer wat van aan. Ik denk dat mijn generatie de eerste is die op gekleurde gympies zijn graf in loopt.

Het is dit jaar een halve eeuw geleden dat journalistiekstudente Carolyn Davidson de swoosh van Nike ontwierp, het golfje of windvlaagje dat zó in het bewustzijn gegrift staat dat alleen al het woord ‘logo’ het beeld oproept, naast dat van McDonald’s, Apple en Coca-Cola. Vanaf 1972 prijkt het op Nike-schoenen. Davidson bracht 35 dollar in rekening voor haar ontwerp. Mede-oprichter Phil Knight van Nike zei bij haar presentatie: “I don’t love it, but I think it will grow on me.” Niet super, maar ik kan eraan wennen. 

So did de rest van de wereld. Anno 2021 wordt die wereld voornamelijk op sneakers bewandeld, met de comfortabele, verende tred van schuimrubber of ander dempend materiaal, of letterlijk on air, spreekwoordelijk gelukkig. De soepele sluipers zijn dominant in het welvarende deel van de wereld en verspreiden zich van daar naar de minder geplaveide streken, onder alle culturen, geslachten en leeftijden. Sneakers moeten het succesvolste schoeisel ooit zijn. Dat moet iets zeggen over deze tijd en over ons, de dragers. 

A global obsession, schreef de Engelse krant The Guardian in 2015 over sneakers, die in Groot-Brittannië trainers worden genoemd. Waarom zijn die gympen zo’n succes? vroeg de krant zich af. Het kon ermee te maken hebben dat ze zo’n perfect modevehikel zijn: fabrikanten kunnen er alle kanten mee op, qua kleur, vorm en technologie. Maar dat geldt voor elk mode-item, net als de constatering dat ze in prijs variëren van betaalbaar tot onbetaalbaar. De drager is m/v en alles ertussen, maar de freak is vaker een man, constateert de krant, zoals mannen sowieso, generaliserend gesproken, meer aanleg hebben om ergens een freak in te worden. 

Ik denk dat mijn generatie de eerste is die op gekleurde gympies zijn graf in loopt

Over die freaks gaat het meestal, als het gaat over ‘sneakercultuur’. Over ‘sneakerheads’ met honderden paren schoenen in de kast en jongelui die 1500 euro neertellen voor een exclusief paar schoenen (ze doen het erom, die fabrikanten, met ‘limited editions’ die speciaal zijn bedoeld voor doorverkoop en prijsopdrijving). Maar freaks en fanatici vertellen met hun fanatisme meer over zichzelf dan over anderen. Waarom draagt iedereen sneakers? 

Sneakerfan en ex-rapper Tim Beumers uit Enschede is ook zo iemand met 250 paar in de kast, in zijn geval allemaal Nikes en Jordans. (Nike Air Jordan basketbalschoenen in een oneindig aantal kleurenvarianten. Waarom het ene paar 129 euro kost en het andere 900 euro is aan kleur of uitvoering niet te zien. De meest exclusieve zijn zo duur als een nog niet zoveel gebruikte middenklasse-auto.)

Beumers presenteert een sneakershow voor het ‘releaseplatform’ Sneakerjagers (alle nieuw uitgekomen sneakers van de populairste merken op een rij, een releasekalender en sneakernieuws) en bij Sneakerness, de ‘huishoudbeurs voor sneakers’, zoals Beumers zegt, jaarlijks in onder meer Amsterdam en Rotterdam. De doelgroep is 15 tot 55, zegt hij, ‘ook mensen rond de vijftig, dus die in de jaren tachtig begonnen met sneakers’. Beumers is 46.

“Ik ben van de eerste generatie die is opgegroeid met sneakers. Waarom zou ik op mijn vijfenveertigste ineens Van Bommels gaan dragen?” Voor wie zijn leven lang op lucht heeft gelopen voelt klassiek herenschoeisel met een harde zool aan alsof je op klompen loopt, of op blote voeten. “Waarom zou je nog op schoenen lopen die niet dempen? Als ik Vans of Converses aandoe (platte gympen met dunne zool – BN), voelt dat verschrikkelijk. Sneakers zijn comfortabeler. Mijn pa is 65, die loopt altijd op sneakers.”

De doorbraak van sportschoenen naar de massa kwam met de opkomst van hiphop en dance in de VS, begin jaren tachtig, zegt Beumers. “Die gasten droegen basketbalschoenen, sportkleren, casual kleding. Jongeren nemen dingen over van mensen tegen wie ze opkijken, die ze cool vinden.”

Dat is inderdaad het standaardverhaal: door hiphop. Maar die hardloopschoenen in de jaren tachtig hadden daar niet zoveel mee te maken.

“In Europa hebben we meer een voetbalcultuur en een runningcultuur. Hier is de doorbraak van sportschoenen meer langs die lijnen gegaan.”

We praten steeds over sportschoenen of sneakers in het algemeen. Maar het maakt onder jongeren nogal uit wélke sneakers je aanhebt. Ik herinner me dat Nike Air Max’en op het vwo nogal ordinair werden gevonden. 

“Die waren voor de trainingspakmensen ja. Tot in de jaren negentig mocht je bij veel uitgaansgelegenheden op die schoenen niet naar binnen. Dat gaf ze ook aanzien, een rebels imago. Met dance en gabber werd de Air Max de dominante sneaker in Nederland. Eind jaren negentig was het niet meer te doen om ze in clubs te weigeren.

“Van de uitgaanswereld zijn de sneakers naar de werkvloer gegaan. Vroeger had je een strakke scheiding tussen sneakers en nette schoenen. Die is vervaagd. Sneakermerken maken ook meer formele schoenen, en Floris van Bommel maakt sneakers. Ik werkte ooit bij een hypotheekkantoor op de administratie. Ik was er de enige die sportschoenen droeg. Dat is op de meeste kantoren allang niet meer zo.”

De tekst gaat onder de illustratie verder.

bron: johan kleinjan

Genoemd Guardian-artikel constateert ook al dat het om te functioneren als professional of voor het ‘uitstralen van succes’ niet meer nodig is om er als een Wall Street-bankier uit zien. De baas (Apple, Google, Facebook) ziet er vaak niet meer zo uit. In veel bijdetijdse bedrijven en organisaties is het traditionele kantoorpak (m/v) zelfs uit den boze, als was het een creativiteitsbelemmerend harnas. 

In de jaren zestig vond een ‘democratisering van de mode’ plaats, zegt Anneke Smelik, hoogleraar visuele cultuur (onder andere mode) in Nijmegen. “De hippies en de opkomende jongerencultuur brachten een nivellering in kleding. Vroeger drukte kleding status uit. Dat gaat verdwijnen. Deftige kleding raakt steeds meer uit de mode. Dat heeft met de opkomst van jeans te maken, spijkergoed. Het fenomeen van dressing down.

“Ministers dragen ook vrijetijdskleding. Die dringt steeds verder door in onze dagelijkse garderobe. Dure couture neemt ook allerlei sportaspecten over, we dragen T-shirts, wat eigenlijk ondergoed is, enzovoort.”

Dure sneakers drukken toch ook status uit?

“Op een andere manier, ja. Vanuit de hiphop en de zwarte jongerencultuur werden bepaalde sneakers statussymbolen. Winkels zoals Patta in Amsterdam verkopen hele dure sportkleding en sneakers. Ook in een wereld waar casual de norm is, willen mensen zich onderscheiden. In Utrecht, waar ik woon, heb je ook een paar van die winkels, met schoenen van rond de 400 euro, en uitschieters richting duizend euro. Er komt een bepaald type mannen op af.

“De jeugdcultuur, het verlangen om jong te blijven, heeft zich over de hele bevolkingspiramide uitgebreid. Mijn vader zat tot op hoge leeftijd strak in het pak. Nu dragen zestigers gympies. Iedereen wil jong zijn en blijven. Het succes van sportschoenen heeft met gemak te maken, een verschuiving in de manier waarop we ons dagelijks door het leven bewegen. Op sneakers kun je makkelijker rennen om de trein te halen. In plaats van in deftigheid zit status meer in jeugdigheid, eeuwig jong blijven.” 

“Off-White en Nike zijn niet te stoppen als het gaat om hun samenwerkingen,” schrijft platform Sneaker-jagers. “Off-White en Nike brengen de Air Force 1 Mid uit in twee verschillende colorways, zwart en wit. Bij het zwarte kleurenschema is het gehele bovenwerk in deze kleur. De voorste en achterste overlays krijgen een metallic finish. Bij de witte colorway is dit hetzelfde, maar dan uiteraard in het wit.”

De fans hebben de taal netjes overgenomen van de fabrikanten. Het briljante van de marketing van sneakermerken is dat iedere drager er zijn steentje aan bijdraagt: dit logo ben ik. De community van sneakerheads (volgens Tim Beumers in Nederland ongeveer vijftigduizend mensen) vormen een onbetaald promotieleger. Ze staan in de rij voor limited editions en brengen de prijzen via vraag en aanbod naar recordhoogte, precies zoals de bedoeling is. 

Het grappige is dat je duizenden verschillende uitvoeringen van de Air Force 1 niet kunt zien waarom het ene paar maar 100 euro kost en een volgend paar 400 euro. Hetzelfde leer, hetzelfde model. Duizenden verschillende kleurencombinaties, maar om een of andere reden is de ene blauw-zwarte honderden euro’s duurder dan de andere blauw-zwarte. Het verschil bestaat niet in materiaal of uitvoering of in hoe ze voelen of ruiken. Niet in de schoenen zelf kortom, maar alleen in de hoofden van de sneakerheads. 

In mei organiseerde veilinghuis Sotheby’s in Genève een veiling van dertien paar game-worn basketbalschoenen van grote NBA-sterren. Topper was een paar door Michael Jordan zelf gedragen Air Jordans, dat voor 138.600 Zwitserse franken (een kleine 130.000 euro) werd geveild. 

Van de sneakerproducenten zelf hoef je geen uitleg te verwachten. Die zijn notoir gesloten. Logisch misschien, je vraagt Hans Klok ook niet om zijn trucs te verklappen. Nikes hoofdkantoor voor Europa, Afrika en het Midden-Oosten zit om de hoek, in Hilversum, maar een telefoonnummer is niet te vinden en op e-mails komt geen reactie. Denkelijk gaat alles naar wens. De ‘magie’, waarom het gaat zoals het gaat met die schoenen, leverde Nike afgelopen vorig jaar een omzet van 37,2 miljard euro op. 

Aanleiding voor het Guardian-artikel uit 2015 over de ‘global obsession’ met sneakers waren de expositie en het boek Out of the Box – The Rise of Sneaker Culture, samengesteld en geschreven door Elizabeth Semmel-hack, directeur van het Bata Shoe Museum in Toronto. 

Waarom hebben sneakers in een halve eeuw tijd de klassieke leren heren- en damesschoenen, van degelijk tot deftig en elegant, grotendeels verdrongen? “Dat is heel ingewikkeld,” zegt Semmelhack over de telefoon. “Er is zoveel gebeurd sinds die tijd. Er zijn miljarden sneakers gemaakt. Die worden gedragen van baby’s die nog niet kunnen lopen tot mensen die aan de beademing liggen.

“Waarom? Het simpelste antwoord is: sneakers zijn heel comfortabel. Comfort heeft normaal gesproken niet veel culturele betekenis. Het is de reden waarom we sneakers altijd en overal dragen, waarom we zoveel plezier aan die schoenen beleven. In dit geval zo massaal dat het wél culturele betekenis krijgt.

“Een belangrijk moment was de komst van sneakers met het stempel van Michael Jordan erop, halverwege de jaren tachtig. Daarvoor had je ook sneakers die de naam van sporthelden erop, de Adidas Stan Smith bijvoorbeeld, een klassieker, maar die veranderde nooit. De Air Jordan veranderde met elke nieuwe uitgave. Dat veroorzaakte een onstilbare honger naar nieuwe modellen.

“Inderdaad speelden ontwikkelingen op straat in New York een rol. Die stadscultuur begon zich in de jaren tachtig te vermengen met de basketbalcultuur. De film Flashdance uit 1983 speelde een rol, met breakdance, de Rock Steady Crew. Met rapgroep Run DMC kwam er een element van mannelijkheid en de cool factor bij. 

De tekst gaat onder de illustratie verder.

bron: johan kleinjan

“Die sneakers hebben zich tot statusdragers ontwikkeld. Decennia geleden droegen vrouwen hoge hakken om status uit te drukken, nu vinden ze Balenciaga’s veel spannender. Mannen dragen over het algemeen saaie, uniforme kleding, met hun sneakers als enige uitzondering, de enige mogelijkheid om zich nog een beetje te onderscheiden. Het grappige is dat status vroeger werd getoond met bepaald oncomfortabele kleding: een stropdas, een driedelig pak, hoge hakken, en nu met iets dat tenminste lekker zit.

“Belangrijk was de uitvinding van de personal computer in de jaren tachtig, een cruciaal decennium voor de sneaker. In de vele start-ups van die tijd was casual kleding de norm. Ken je die reclame ‘I’m a Mac, I’m a PC’ nog? De pc-man droeg een traditioneel saai zakenpak, de Mac-jongen was cool, informeel, op sneakers. 

“De traditionele brogues of gaatjesschoenen van de zakenman bieden weinig ruimte voor innovatie. Van sneakers verwachten we dat ze altijd nieuw, nieuw, nieuw zijn.” 

Of juist retro, uit een nostalgisch verlangen naar de schoenen van je jeugd. 

“Zeker. De kern van de sneakercultuur is een groep intelligentsia die op de hoogte is van de geschiedenis van die schoenen. De waardering is gebaseerd op kennis. Mensen verbinden zich met een schoen, een merk of een type. Ze dragen alleen Adidas of Nike en baseren daar mede hun identiteit op, in de hoop dat andere mensen die aan hun schoenen aflezen.”

Een groot probleem van de sneakerindustrie is de enorme voetafdruk die al die schoenen letterlijk op de aarde achterlaten. Waar laten we die miljarden afgedankte sneakers? 

“Ze zijn inderdaad niet erg biologisch afbreekbaar. Doordat er zoveel verschillende materialen in die schoenen zitten, is recyclen onbegonnen werk. De meeste worden gewoon weggegooid. Producenten proberen kleine stapjes in de goede richting te zetten. Adidas wil geen nieuw plastic meer in zijn schoenen gebruiken. Allbirds, een betrekkelijk nieuw sneakermerk, maakt schuimzolen uit afvalproducten van de suikerindustrie. Ik hoop dat het de industrie lukt om meer stappen naar duurzaamheid te zetten.”

Welke ontwikkelingen verwacht u verder? Een terugkeer van traditionele leren heren- of damesschoenen, kan dat? 

“In Amerika is een enorme polarisatie bezig. Het conservatieve deel kan zich traditioneler gaan kleden om zich van de tegenstander te onderscheiden. Kleren en schoenen laten je identiteit zien, ook je politieke.” 

Kleren maken de mens: niets nieuws onder de zon. In een halve eeuw zijn we er heel anders uit gaan zien. Andere kleren maken andere mensen, zou je denken. Andersom gaat het vast ook op. 

In 1979 kopte The New York Times al: ‘You are what you wear’. Het bijhorende artikel klinkt ruim vier decennia later nogal gedateerd: “In onze cultuur wordt het als een vrouwelijk trekje gezien om met kleren bezig te zijn; het feit dat zoveel mannen nog steeds op hun moeder, vrouw of vriendin vertrouwen als ze hun kledingkast vullen, laat zien dat ze dat nooit hebben geleerd. Dat wordt zelfs niet van ze verwacht.”

Kijk eens in een voetbalstadion, in de sportschool of andere tempels van lijf en machismo: een vreugdevuur der ijdelheden. Om bij de mannen te blijven: gelletje, oorbelletje, jeans met opgerolde pijpen, kokette blote enkeltjes, en uiteraard sneakers. 

Ik ben van de eerste generatie die is opgegroeid met sneakers. Waarom zou ik op mijn vijfenveertigste ineens Van Bommels gaan dragen?

Tim Beumers, sneakerfan 

In Brussel zag ik van de zomer een sportschooljongen op een soort buitenformaat oranje Crocs lopen. Ze deden denken aan orthopedische schoenen voor buitenaardse wezens. Dit was de Adidas Yeezy Foam, vertelde mijn zoon. Belachelijk schoeisel, op het eerste gezicht, maar niet voor wie weet wat het zijn, hoe ze heten en wat ze kosten: zeven- à achthonderd euro. Respect, man. 

Zelf heb ik net nieuwe sneakers van Karhu gekocht, het derde paar Karhu’s op rij. Ze lijken denk ik een beetje op de duurste schoenen bij Jan Bols vroeger, in andere kleuren. Een mooi, klassiek merk, vind ik, Karhu. Uit Finland, ook dat is leuk. Vroeger had het merk drie parallelle strepen op zijn schoenen, meldt Wikipedia. Nu een M-vormig golfje, of een stukje aandelenkoers in de modernere, strakke uitvoeringen. Of wat je erin wilt zien. Na de Olympische Spelen van 1952 verkocht Karhu de drie strepen aan Adidas voor twee flessen whisky en het equivalent van 1600 euro, volgens de overlevering. 

Het merk zit in de lift, vooral sinds de rapper en ondernemer Kanye West eens op Karhu’s in het openbaar verscheen. Van West weet ik niets, behalve dat hij getrouwd was met Kim Kardashian en een ontzagwekkend zakenimperium heeft. Maar toch sta je steviger in je schoenen als zo’n beroemdheid je smaak kennelijk deelt. Ik zie de schoenen steeds meer, bij andere nostalgische heren van middelbare leeftijd, maar ook bij jonge, frisse types. Dat voelt goed. Je bent niet alleen.