Spring naar de content
bron: caspar huurdeman/anp

Het geheim van Soestdijk

Een ‘landingsplek voor innovatief Nederland’ zou het worden, maar vier jaar na de verkoop van paleis Soestdijk aan de MBE Groep is er nog geen schroef de muur in gegaan. Het vermarkten van cultureel erfgoed blijkt een stroperig karwei. ‘In elk ander land zou zo’n paleisverkoop ondenkbaar zijn.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Willem Pekelder

En dan staan we ineens in de privé-eetkamer van paleis Soestdijk. Een ovale mahoniehouten tafel omringd door stoelen met leer bekleed. “Een cadeau van de Nederlandse Antillen aan het jonge bruidspaar,” weet Frans van der Avert (58). Hij is directeur van het paleis, en in die rol verantwoordelijk voor de restauratie van het voormalige woonverblijf van prinses Juliana en prins Bernhard. 

Een enorm karwei, dat – samen met de restauratie van het omliggende Zocherpark – zo’n vijftig miljoen euro gaat kosten. Het werk zal worden gedaan door de MeyerBergman Erfgoed Groep uit Utrecht, die sinds eind 2017 eigenaar is van het 170 hectare metende landgoed Paleis Soestdijk. “We zullen alle lagen vanaf de bouw in 1650 behouden, zoals is afgesproken met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, maar we willen het paleis ook een nieuwe bestemming geven,” verklaart Van der Avert, die in dienst is van de MBE Groep. Die nieuwe bestemming wordt: ‘een landingsplek voor innovatief en ondernemend Nederland’. 

Maar voorlopig moet de hele opknapbeurt nog beginnen en wandelen we door een enigszins verkommerd paleis, waar niettemin de moderne smaak van Juliana en Bernhard op je afstraalt. “Na hun huwelijk in 1937 heeft het koningspaar hier een grote verbouwing laten verrichten,” weet museoloog Van der Avert, in een eerder leven werkzaam voor het Rijksmuseum en de Hermitage Amsterdam. “Er kwam een bioscoop, een gymzaal en een flat met lift. In de bioscoop Gispen-
stoelen, in de gang Bruynzeelkasten.”

Later die middag zou Maya Meijer, mede-eigenaar van de MBE Groep, nog een mooi verhaal vertellen over die Bruynzeelkasten. “Een schrijfster van een boek over koningin Máxima vroeg mij: zou ik de dressing van prinses Juliana mogen bezichtigen? Ik geloof dat ze aan een inloopkast dacht of zo. Ik antwoordde: Nou ja, dressing… De prinses had gewoon een wandje met Bruynzeelkasten in de gang. Meer niet. Heel bescheiden.”

Terug naar Frans van der Avert, met wie we inmiddels downstairs gaan: langs de oude keuken, de linnenkamers, de wijnkelders en de zilver- en porseleinkamers. “Als je deze trap op gaat, kom je in de slaapkamers van het paar,” wijst hij. Die slaan we discreet over, maar we bewonderen wel de werkkamer van Bernhard. Ook hier weer een moderne inrichting, met een raam dat de grond in kan zakken, zodat buiten binnen komt. Verder veel prinselijke foto’s: Bernhard met vliegtuigmodel, Bernhard met auto, Bernhard met stier, Bernhard met Nixon.

Zo strak en eenvoudig de privé-vertrekken van het koningspaar, zo flonkerend en vorstelijk de zalen die door tsarendochter en echtgenote van koning Willem II, Anna Paulowna, werden vormgegeven. Hier zien we kroonluchters, rood fluweel en het kostbare schilderij De prins van Oranje bij Quatre-Bras van Jan Willem Pieneman, met de latere Willem II als held van Waterloo. “Hier vonden officiële recepties en ontvangsten plaats,” vertelt Van der Avert, “en in de Leuvenzaal hield Maartje van Weegen in 1987 haar beroemde interview.”

De stoelen waar het paar toen op zat en waar Juliana haar epische vraag richting prinselijke gade afvuurde (‘Hoe ben je eigenlijk op het idiote idee gekomen om met mij te trouwen?’), staan als stille getuigen van een iconisch vraaggesprek in een sinds de dood van Bernhard (2004) leeg en verlaten paleis.

Tijd om de rondleiding te beëindigen. We kuieren de oprijlaan af naar het paleishek, dat de museoloog eigenhandig opent en sluit. Hoe voelt dat nu, directeur van Soestdijk? “Een mooie titel, en een verantwoordelijke baan,” antwoordt Van der Avert. “Het gaat immers om historisch erfgoed. Dat doet je terugblikken naar gisteren, maar ook vooruit naar morgen. Aan de andere kant moet ik er ook gewoon voor zorgen dat er genoeg azalea’s worden ingekocht.”

Met deze nuchtere constatering belanden we op de Parade, aan de overzijde van de Amsterdamsestraatweg, eveneens behorend tot het landgoed Soestdijk. Hier zal een hotel verrijzen met 120 kamers, geflankeerd door horeca en een ambachtelijke landgoedwinkel. Enkele honderden meters verderop zijn, op het huidige marechausseeterrein van Soestdijk, 98 appartementen gepland. Volgens het ontwerpbestemmingsplan wordt de bebouwing vier lagen en vijftien meter hoog. Ze komen deels in het Borrebos en de verkoopprijzen liggen in het hogere segment, volgens de gemeente beginnend bij zeven ton. De netto-opbrengst zal gaan naar de paleisrestauratie.

Dat karwei is weer een stap dichterbij gekomen nu de gemeenteraad van Baarn eind september het groene licht gaf voor het ontwerpbestemmingsplan van de MBE Groep. Een lang, stroperig traject, dat zich nu vier jaar voortsleept. Want zolang geleden alweer kocht de MBE Groep het paleis voor 1,7 miljoen euro van het Rijk.

Prinses Juliana had gewoon een wandje met Bruynzeelkasten in de gang. Meer niet. Heel bescheiden

Maya Meijer, mede-eigenaar van de MBE Groep 

‘Een ingewikkeld proces’, erkent de Baarnse wethouder van welstand en monumenten, Erwin Jansma. “Ingewikkeld omdat er ontzettend veel partijen bij zijn betrokken: behalve wijzelf de buurgemeente Soest, de provincie, insprekers, klankbordgroepen en het Rijksvastgoedbedrijf.”

En die lange weg is na het raadsbesluit nog niet ten einde. Maya Meijer, die samen met haar echtgenoot Ton Meijer de MBE Groep bestiert: “Vergis u niet, we zijn net over de helft. Na het goedkeuren van het definitieve bestemmingsplan door de raad, in februari 2022, kunnen belanghebbenden bezwaar maken bij de Raad van State, en dat zal zeker gebeuren. Op zijn vroegst kunnen we eind 2024 open.” 

Niettemin ging er om half elf die laatste woensdagavond van september een fles Champagne open bij de MBE Groep, wist de Baarnsche Courant te melden. “Het besluit was een toost waard, zeker vanwege de ruime meerderheid: veertien tegen vijf,” vertelt Meijer. 

In de gewezen intendantswoning op de Parade belicht ze samen met Van der Avert het MBE-plan Made by Holland, over ‘een iconisch monument in transitie’. Het paleis gaat, blijkens de kleurrijke brochures, een permanente expositie herbergen over de geschiedenis van zowel gebouw als bewoners. Dat gebeurt in de stijlkamers. 

Daarnaast krijgen Soestdijk en bijbehorende monumenten een spilfunctie voor innovatieve ondernemerskracht. En wel op grond van vier pijlers: energie, water, gezondheid, en voedsel en landbouw. Hoe moeten we ons dat voorstellen? Van der Avert: “Het thema innovatie past perfect bij paleis Soestdijk. Koning Willem I en Willem II waren er exponenten van. Ze lieten kanalen graven en spoorlijnen aanleggen. Innovaties van gisteren gaan we verbinden met die van vandaag. Om een voorbeeld te noemen: het paleis heeft een watertoren uit 1680, de oudste van Nederland. Daar kun je een verhaal kwijt over duurzame energie. Of denk aan de ijskelder. Een uitstekende plek om iets te vertellen over de houdbaarheid van voedsel vroeger en nu.”

Meijer: “Alleen zitten er nu veertien soorten vleermuizen in de ijskelder.”

Van der Avert: “Die moeten we verlokken om te verhuizen.”

Meijer: “Kastjes bouwen met sonorgeluiden, zodat ze worden verleid om over te steken.”

Verder komen op het paleis lezingen en congressen. En in de tuin evenementen, maximaal veertig per jaar. “Die evenementen zijn min of meer bijzaak,” zegt Meijer. “Geen kaskrakers. Het kan een keer een concert zijn, maar net zo goed paaseieren zoeken, een hardloopwedstrijdje of een belangrijke spierziektebijeenkomst, zoals we pas hebben gehad. We zullen er onze broek niet van kunnen ophouden.” Van der Avert: “De opbrengst is, samen met de hotelinkomsten, bestemd voor de exploitatie van het paleis.”

Soestdijk wordt tevens het eerste duurzame paleis van Europa. Een hele opgave, zegt Meijer, want ‘de verwarming heeft, zoals in Rusland, maar twee standen: aan of uit’. Van der Avert: “Prins Bernhard was van de warmte.” Meijer: “Klopt, 23 graden voor het zwembad.”

De plannen van de MBE Groep deden en doen het nodige stof opwaaien. Met name het woningbouwproject in het Borrebos, schuin tegenover het paleis. Zelfs de prinsessen Irene en Margriet bemoeiden zich ermee. Ze schreven: “Onze grootmoeder en moeder hechtten een groot belang aan het zoveel mogelijk behouden van het bos; dat was ook de reden dat een en ander werd vastgelegd in de erfpachtovereenkomst indertijd. Wij staan daar volledig achter.”

Heeft die brief voor wethouder Jansma (VVD) ooit een rol gespeeld in de Baarnse raadsdiscussies? ‘Totaal niet’, schudt hij het hoofd. “Ten eerste was het geen brief maar een e-mail en ten tweede was die mail niet aan mij gericht maar aan een raadslid. In de raad was het algemene gevoelen: ach, dit is een mening, een van de vele.”

De tekst gaat onder de foto verder.

Elisabeth in Concert op het terrein van paleis Soestdijk
bron: levin de boer/anp

Van der Avert: “Ik heb prinses Irene gesproken, en haar uitgelegd dat we maar een klein deel van het Borrebos zullen kappen, en dat we die bomen gaan compenseren, deels op het landgoed zelf en deels op een gebied van Staatsbosbeheer. Verder heb ik verteld dat met de rest van de bossen op het landgoed, goed voor twee derde van het terrein, niets gebeurt. Hoogheid, het wordt een rustzone, heb ik gezegd. Ze reageerde met: het is me nu wat duidelijker geworden.”

Meijer: “Prinses Margriet heeft iets teruggeschreven in de trant van: fijn dat u uitleg heeft gegeven, mevrouw Meijer, maar desalniettemin jammer dat er bomen moeten sneuvelen.”

Dat worden er overigens minder dan aanvankelijk gepland. Op het moment staat 0,3 ha van het Borrebos op de nominatie om te worden gekapt. Het Soestdijk-project van MeyerBergman is de afgelopen jaren qua oppervlakte namelijk flink ingekrompen. Ging het bij de aankoop eind 2017 nog om vijfenzestig villa’s met tuin op 6,1 ha, vervolgens werden het tachtig appartementen op 4,8 hectare, en nu 98 appartementen zonder tuin op 3,1 hectare, het zogeheten Alexander-
kwartier. Insprekers en klankbordgroepen – bang voor aantasting van rust en natuur – hebben, ondersteund door raadsmoties en -amendementen, het Oranje-appeltje steeds dunner weten te schillen.

“Dat klopt”, zegt Meijer, “maar het project is voor ons nog steeds levensvatbaar en rendabel. We hebben talloze berekeningen gemaakt waaruit dat blijkt.” Ofschoon de MBE Groep minder dan één procent van het hele landgoed gaat bebouwen, begrijpt de in Wassenaar woonachtige kunsthistorica de onrust goed. “Het gaat om Soestdijk, hè. Heel Nederland kijkt mee. Ik merk wel dat Soestdijk een plek is waar alles heel persoonlijk wordt. Als projectontwikkelaar sta je meteen drie-nul achter.”

Van der Avert: “Eerder hebben Ton en Maya Meijer de Westergasfabriek in Amsterdam gerestaureerd, maar dat was in zekere zin makkelijker, omdat het louter om steen ging. Voor landgoed Soestdijk hebben we een natuurbeheerplan moeten schrijven…” 

Meijer: “Nou, dat wil je niet weten, hoor. Veertien soorten vleermuizen, zomerburchten voor dassen, winterburchten voor dassen…” 

Van der Avert: “Broedhopen voor ringslangen…”

Meijer, licht ironisch: “Iemand hoeft bij wijze van spreken maar ‘vleermuis’ te roepen of je moet weer een onderzoek doen van twintigduizend euro.”

Wethouder Jansma is tevreden. Niet alleen is de inbreuk op het Borrebos verminderd, dat geldt ook voor het aantal bezoekers van evenementen: geen tienduizend maar vijfduizend per keer. In het broedseizoen mag er sowieso geen geluid zijn. Verder is er een parkeerplaats geschrapt, waardoor er nu nog elfhonderd parkeerplekken over zijn. Ook het amfitheater aan de rand van de paleisvijver is geschrapt.

Jansma: “Begrijp me goed, de evenementen zijn voor MeyerBergman niet de hoofdzaak. Dat is het nationaal innovatieplatform dat in het paleis komt. Mijn voorspelling: over vijftien jaar kan niemand die actief is op het terrein van innovatie nog om Soestdijk heen. Het paleis wordt weer een pareltje, passend bij Vorstelijk Baarn.”

Onder de bewoners van het Oranjestadje wordt wisselend gedacht over het ambitieuze plan. Fiona Krommenhoek, een 35-jarige accountmanager: “Ik denk dat het goed is als er wat meer reuring in Baarn komt. Zelf kijk ik ernaar uit om met de fiets naar concerten of foodfestivals te gaan. En wat die appartementen betreft, het is een prachtige plek om te mogen wonen.”

Twee oudere heren, met de fiets in de hand voor het raadhuis, denken er anders over. ‘Een onzalig plan’, vindt de ene. “In die appartementen komen lieden van buiten. Voor ons, normale mensen, zijn die woningen niet te betalen. Bovendien, je moet van die bossen afblijven, vind ik.” De andere: “Het Rijk is zo makkelijk met het afstoten van monumenten. En dan verkopen ze het aan een partij die natuurlijk niet al die miljoenen voor de restauratie op zak heeft. Dus die moet woningen bouwen om de opknapbeurt te kunnen bekostigen. Dat weet de gemeenteraad toch? Of hebben ze zitten slapen?”

Het afstoten van Soestdijk staat niet op zichzelf. Sinds het kabinet-Rutte I (2010-2012) moeten alle Rijksmonumenten die niet (meer) in gebruik zijn bij de overheid naar de markt. De Amsterdamse cultuurhistorica Hanneke Ronnes is daar zeer kritisch over. “Als we ons even tot Soestdijk beperken, wat krijgen we daar straks te zien? Woningbouw, parkeerplaatsen, een hotel, allemaal zaken die niet bij het landgoed passen. De afgelopen jaren heeft iedereen aan Soestdijk getrokken met steeds wisselende plannen, en uiteindelijk is niemand tevreden met de uitkomst. Dat krijg je als het Rijk zijn beslissingen niet meer baseert op historisch besef, maar slechts op geld. Een chaos is het, en het zoveelste voorbeeld van falende neoliberale marktwerking in de publieke sector.”

In de ogen van Ronnes, bijzonder hoogleraar historische buitenplaatsen en landgoederen, moet Soestdijk geen landingsplek worden voor innovatief en ondernemend Nederland – ironisch: ‘laat die maar elders landen’ – maar louter een museum. 

Op het landgoed zal een hotel verrijzen met 120 kamers, geflankeerd door horeca en een ambachtelijke landgoedwinkel

Op dit paleis immers, zo duidt ze aan, kwam de Europese geschiedenis samen. De eerste koninklijke bewoner in 1674, stadhouder Willem III, was tevens koning van Engeland, en zijn vrouw Mary Brits koningin. In 1806, tijdens de Franse bezetting, nam koning Lodewijk Napoleon Soestdijk in gebruik. Na het vertrek van de Fransen kreeg Willem II, toen nog Prins van Oranje, het paleis in 1815 aangeboden als nationaal geschenk vanwege zijn heldenrol in de Slag bij Waterloo. Bij zijn vrouw, koningin Anna Paulowna, stroomde Russisch tsarenbloed door de aderen. Bij koningin Emma Duits bloed, evenals bij de laatste Soestdijk-bewoner prins Bernhard.

Ronnes: “Dit Europese verhaal hoort bij deze plek. Zonder een waardeoordeel te willen vellen over onze geschiedenis, vind ik dat je behoudend met dit soort historische plaatsen moet omgaan. In elk ander land zou zo’n paleisverkoop ondenkbaar zijn. Denkt u dat Frankrijk de voormalige koninklijke residentie Fontainebleau in de aanbieding zou doen? Dat is uitgesloten. Ik vraag me af: wat is er met ons voor raars aan de hand dat wij historisch erfgoed wél gaan vermarkten? Zo’n Rijksbesluit ontbeert elke diepte in tijd, zowel naar het verleden als naar de toekomst toe. Het lijkt alsof we alleen nog maar in het nu leven en Soestdijk hooguit nog kennen van Juliana en Bernhard. Die vernauwing maakt paleis Soestdijk kneuteriger dan het is.”

Dat de verkoop wellicht gunstig zou zijn voor de belastingbetaler weerspreekt Ronnes. “Naar heel veel vermarkte monumenten moet toch subsidie, omdat de instandhouding anders onmogelijk is. Bovendien, over Soestdijk wordt al vier jaar onderhandeld en gepraat. Een ongelooflijk ingewikkeld, kostbaar en tijdrovend proces, waaraan ambtenaren een dagtaak hebben. Je zou aan de overheid van een rijk land als Nederland toch mogen vragen: kunnen we alstublieft ook eens iets behouden waaraan we niets verdienen? Tweehonderd jaar hebben we een monumentenbeleid gehad, en Rutte I heeft daar met één pennestreek een einde aan gemaakt. Alsof er nooit zoiets als historisch erfgoed heeft bestaan.”

Soestdijk is, volgens Ronnes, maar een voorbeeld, zij het een heel belangrijk voorbeeld, van wat rijksmonumenten te wachten staat. Vele monumenten gingen aan het paleis vooraf of zullen nog volgen. Zo zijn de opslagruimten van het zeventiende-eeuwse Wapendepot van Holland in Delft verbouwd tot hotel- en horecavoorziening. En welke toekomst gaat de Seyss-Inquart-bunker op landgoed Clingendael tegemoet? “Seyss-Inquart was tijdens de oorlog de hoogste Duitse gezagdrager in Nederland. Je kunt het je als Rijk toch niet permitteren dat zulk erfgoed uit je handen valt? Maar toch gaat het gebeuren.” En iedere keer zal dat afstoten leiden tot chaos en gordiaanse knopen, daar is Ronnes van overtuigd.

De tekst gaat onder de foto verder.

bron: tobias kleuver/anp

Volgens de cultuurhistorica heeft Soestdijk met de MBE Groep nog een goede koper getroffen, vanwege haar ervaring met het renoveren van erfgoed, zoals de Westergasfabriek. Maar wat straks als MeyerBergman van Soestdijk af zou willen, vraagt Ronnes zich af. Ze wijst erop dat bij de eerste verkoop de Leidraad Afstoot Monumenten geldt, waarin cultuurhistorische waarden, duurzaam onderhoud en het belang van het monumentale vastgoed voor de omgeving worden geborgd. “Maar wat als het paleis wordt doorverkocht?” 

Maya Meijer bezweert dat er geen angst hoeft te zijn voor commerciële toestanden bij eventuele doorverkoop. “Dan blijven dezelfde voorwaarden gelden. De eerste elf jaar mag sowieso niet worden doorverkocht, en áls het gebeurt dan met toestemming van het Rijk. Soestdijk wordt dus nooit een Chinees goksyndicaat, om maar eens wat te noemen.” Van der Avert: “Het is en blijft een Rijksmonument.” Bovendien is verkoop niet aan de orde. Meijer is maar wat blij met Soestdijk. “Er waren honderdtwintig gegadigden. Ik was zielsgelukkig dat we wonnen, want ik win graag, of het nu om tennis gaat of de aankoop van een paleis.”

De onderneemster geeft toe dat het logischer was geweest wanneer het Rijk een icoon als Soestdijk zelf onder handen had genomen. “Ik denk er geen land ter wereld is waar een private onderneming eigenaar wordt van een koninklijk paleis. En ik kan me voorstellen dat mensen het raar vinden dat er nu appartementen moeten komen omdat anders de paleisrestauratie niet kan beginnen. Maar goed, de MBE Groep zelf kan aan dat alles niets doen. Het is het Rijk dat heeft besloten tot verkoop.”

Op het gemeentehuis eenzelfde soort geluid. Wethouder Jansma: “Als historicus zeg ik: ik zou het hele landgoed Soestdijk graag in één stijl behouden, zoals ze dat in Italië zouden doen, maar dat gaat onder de huidige omstandigheden niet lukken. Het Rijk heeft het paleis laten verpieteren. De Tweede Kamer zei: we gaan verkopen. De parlementaríërs hadden leergeld betaald met eerdere paleisverbouwingen, zoals Het Loo en het Mauritshuis, die behoorlijk uit de hand waren gelopen. Dat wilden ze niet nog eens. Dus de markt op met Soestdijk.”

Het Rijk heeft het paleis laten verpieteren

Erwin Jansma, wethouder Baarn

Maar had het niet meer voor de hand gelegen om, zoals cultuurhistorica Ronnes suggereert, van het paleis puur een museum te maken? De 54-jarige wethouder loopt naar zijn bureau, bladert door een stapel papier – het dossier Soestdijk telt inmiddels zo’n 2500 pagina’s – en roept: “Ziehier. 2011, ik was hier toen nog geen wethouder: de provincie Utrecht en de gemeenten Baarn en Soest stellen voor een nationaal historisch museum te vestigen. Antwoord van het Rijk: onhaalbaar.”

Met als gevolg dat een betrekkelijk kleine gemeente als Baarn – vijfentwintigduizend inwoners – werd opgescheept met een royaal probleem van koninklijke allure. Is die kluif niet te groot voor het Oranjestadje? “Het is een zware klus, maar ook een eer,” antwoordt Jansma. “Om een vergelijking te maken: stel u voor, u verkoopt uw huis en de nieuwe eigenaar zegt: ik wil een serre. Wat is dan uw antwoord? Precies: daar ga ík niet over, maar de gemeente. Welnu, in een vergelijkbaar parket zitten wij als gemeente Baarn. Het Rijk heeft geen bruidsschat meegegeven, nog geen euro. Daarom moeten we de MBE Groep een eerlijke kans gunnen.”

Tijd om een hapje te eten. Bij bakkerij/ijssalon De Smaecken van Hamelink vertelt eigenaar Abel Hamelink dat hij weinig brood ziet in het nieuwe Soestdijk. “De bezoekers van evenementen, ik noem het een kermis, zullen dáár hun natje en droogje halen. Hoeveel bezoekers van De Efteling gaan in Kaatsheuvel winkelen? Tja, en of we nu veel profijt gaan trekken van die honderd appartementen…”

Terug naar Jansma, die vermoedt dat aan het ‘nieuwe Soestdijk’ voor Baarn wel degelijk voordelen zijn verbonden. Bijvoorbeeld voor de middenstand. “De MBE Groep heeft met het Baarnse en Soester bedrijfsleven afgesproken dat ze worden betrokken bij aanbestedingen. Pas nog heeft een glazenwasser uit Soest alle ramen van het paleis gelapt. Dat werk blíjft terugkomen. Ook gaan cliënten van Baarnse zorginstellingen bij wijze van dagbesteding op het landgoed helpen.”

Ook voor de gemeentekas is Soestdijk nieuwe stijl een aantrekkelijk object. Terwijl de gemeente zelf geen cent kwijt is aan het paleis – subsidies komen slechts van provincie en Rijk – zullen leges en onroerendezaakbelasting de gemeentelijke portemonnee ten goede komen. Om welk bedrag het gaat, dat houdt de wethouder voor zich. Lachend: “Nee, nee dat is nog niet bekend. Miljoenen? Mis. Tonnen? Nee, zo ver krijgt u mij niet.”

Nou, laten we dat dan maar ’het geheim van Soestdijk’ noemen.