Spring naar de content

Bella figura

Het einde van de auto zoals we hem kennen is nu wel in zicht. Ontkennen heeft ook voor de verstokte liefhebber van cilinders en nokkenassen geen zin meer. Nog even rijden in een van de laatste schoonheden in het land waar de mooiste vandaan kwamen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jo Simons

Wie in 2035 geen auto met verbrandingsmotor gekocht heeft, kauft sich keines mehr, vanaf die datum is dat domweg verboden. De Denen willen er klaar mee zijn in 2030, de Noren al in 2015, in Spanje mag in 2050 helemaal geen verbrandingsauto meer rondrijden. Of het illegale bezit verstopt onder een deken in een schuur strafbare contrabande is, kan ik nergens vinden.

Of het zinvol is om bij privéauto’s zo hard in te grijpen terwijl grootvervuilers als vrachtwagens, bussen en teer stokende schepen er met veel lossere regels van afkomen, is de vraag.

Ook is het misschien zinvol te kijken naar het internetverkeer, dat meer rotzooi produceert dan het gezamenlijke vliegverkeer bij mekaar. Voor elke Nederlandse like op Facebook ratelt ergens in een datacentrum in de kop van Noord-Holland een server die niet alleen stroom vreet, maar ook de CO2 produceert die we met autorijden verbieden. Maar laten we liever onze auto staan of gebruiken we geen telefoon en internet meer?

De branche zelf denkt in ieder geval dat het verbannen van het woord ‘auto’ op zichzelf al een goede stap is in de richting die het dreigt op te gaan. Op de website van de Internationale Automobil-Austellung dit jaar in München en op de Austellung zelf komt het woord auto niet meer voor. We moeten spreken van een mobiliteitsplatform, een bijna net zo lelijk woord als slaafgemaakten, maar daarmee is de auto noch de slaaf verdwenen.

Het enige wat ontbrak: een vijftonige klassieke Italiaanse claxon, voor het volmaakte geluk

Volkswagen bouwt vanaf 2033, Volvo vanaf 2030 en Jaguar zelfs al vanaf 2025 alleen nog maar elektromotoren. Hoe en waar die dingen geladen moeten worden zonder dat het hele elektriciteitsnetwerk opgeblazen wordt blijft een raadsel.

Zelfs als dat voor mekaar is, dan kunnen we geruisloos elektrisch zoevend vrijwel nergens meer naartoe. 

Niet alleen hebben vrijwel alle Europese steden de diesel in de ban gedaan, de toegang van benzinebolides wordt stevig beperkt, en binnenkort wordt autoverkeer – ook elektrisch aangedreven – in de meeste steden helemaal verboden. De rubberbanden van de loodzware elektro-auto’s produceren namelijk te veel fijnstof – exit auto.

De aanslag van parkeerplaatsen op de openbare ruimte is ook menig burgervader een doorn in het oog, met burgermoeder Anne Hidalgo van Parijs voorop. De Parijzenaren hebben ervaring met radicale veranderingen, zullen we maar zeggen. Geen bepruikte koppen dit keer maar auto’s. Volgend jaar al wordt er in het centrum een autovrije zone ingesteld, waar alleen nog maar toeleveranciers en taxi’s mogen rijden en… alla, ook dieseldampen blazende toeristenbussen, want ook de groene schoorsteen moet blijven roken. Tussen Place de la Concorde en Place de la Bastille mag u volgend jaar helemaal niet meer rijden, ook niet elektrisch. Daarbij komen 1400 kilometer nieuwe fietspaden en worden 60.000 van de 83.000 parkeerplaatsen opgeheven. Dat heet doorpakken.

Gelukkig kunnen we op Netflix altijd nog even kijken naar een achtervolging van Alain Delon in een Citroën DS over de Champs Élysées of Jean Gabin in een Traction Avant over de kinderkopjes van Montmartre.

Allora! Vanuit dit druilerige gepeins is het fijn om te zien dat sommige dingen niet van plan zijn anders te worden dan ze waren. Zoals de saffraanrisotto met truffel in het restaurant van Villa d’Este aan het Lago di Como, het hotel zelf ook, en de slapende vakantiepaleizen, de Riva’s op het meer en de Italiaanse oktoberzon. En de mannen van Alfa Romeo natuurlijk, die vol vuur het nieuwste van het merk aan de man kwamen brengen: twee nieuwe kleuren. Jawel: twee nieuwe kleuren! Twee nieuwe kleuren voor de twee overgebleven modellen die ze nog produceren: de Giulia en de Stelvio, twee ongelooflijk mooie Italiaanse klassiekers, die ongelooflijk fijn sturen en rijden! Twee ouderwetse raspaarden die terecht de neus optrekken voor Japanse en Koreaanse massaproductie en Duitse lompheid, gepresenteerd op de plaats waar ze thuishoren en waarvan ze de naam dragen: Villa d’Este.

We moeten spreken van een mobiliteitsplatform, een bijna net zo lelijk woord als slaafgemaakten

De plaats ook waar de iconische Alfa Romeo 6C 2500 in 1949 bij het Concours d’Elegance van Villa d’Este de publieksprijs won: de Gran Premio Referendum.

Rijdend in het schitterende diep donkere nieuwe Alfa Romeo-rood en in de donker-goudgele alfa-okrakleur, die er ook mag wezen, was er één ding dat ontbrak: een vijftonige klassieke Italiaanse claxon, voor het volmaakte geluk. 

En een Italiaanse filmster.

Haast u, als u nog een echte bolide wilt kopen! Er komen er negen van naar Nederland.

En echt, volgend jaar komt ook Alfa met elektronische mobiliteitsplatformen, verzekerden de mannen van Alfa met de hand op het hart en een traan in hun ogen.  

Alfa Romeo Giulia 6C Villa d’Este, €61.460. 

Alfa Romeo Stelvio 6C Villa d’Este, €82.990.