Spring naar de content
bron: Danique van den Tillaar

In Satricum is het einde zoek: ‘Ik weet meestal wel waar ik moet beginnen, maar waar ik moet eindigen is wat lastiger’

Ongeveer zestig kilometer buiten Rome ligt Satricum, een pre-Romeinse stad die veertig hectare huidige landbouwgrond beslaat. Deze verborgen parel wordt al meer dan veertig zomers onderzocht door een groep Nederlandse archeologen. Marijke Gnade, archeologe en bijzonder hoogleraar aan de UvA, geeft een rondleiding over het terrein. “Alles wat je in Rome vindt, vind je hier ook. Qua historische ontwikkeling is Satricum het kleine Rome.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jelle Kolen

In de luwte van de Italiaanse hoofdstad Rome, ongeveer zestig kilometer zuidwaarts, nabij provinciesteden Anzio en Latina, bevinden zich opgravingen die met recht een Nederlandse archeologische enclave genoemd kunnen worden. Satricum is een pre-Romeinse stad die maar liefst veertig hectare huidige landbouwgrond beslaat. Sinds 1977 is de historische plek het decor van een jaarlijks terugkerend tafereel. Dan arriveert in juli, gelijktijdig met de zomerse hittegolven, een groep Nederlandse archeologen en studenten om het uitgestrekte gebied stukje bij beetje te ontdekken. Het is een unieke reis door de tijd die al veel bijzondere vondsten en historische dwarsverbanden heeft opgeleverd. In de snikhete zon vertoeven Nederlandse studenten, aangevoerd door vooraanstaand Nederlands archeologe Marijke Gnade van de Universiteit van Amsterdam, in de door wijnvelden omgeven ruïnes, zoekend naar sporen van de verschillende beschavingen die zich hier door de geschiedenis heen gevestigd hebben. Gnade: “Satricum is het langstlopende Nederlandse project dat gezien de hoeveelheid bijzondere vondsten en de continuïteit internationaal gerenommeerd is.” 

Het is een bijzonder aangezicht. Arriverend in Borgo Le Ferriere, zoals veel dorpjes in de provincie Latium een slapend Italiaans gehucht, doet niets vermoeden dat vlakbij het dorpscafé de resten liggen van onder meer een gigantische Romeinse villa en een tempel gewijd aan Mater Matuta, godin van het beginnende leven. Te midden van de vele wijngaarden van Casale del Giglio, eigendom van de invloedrijke familie Santarelli, die zich hier in de jaren 60 vestigde, bevindt zich een intrigerende erfenis van ruim 2000 jaar geschiedenis. Gnade: “Alles wat je in Rome vindt, vind je hier ook. Qua historische ontwikkeling is Satricum het kleine Rome.” Het gebied begon indertijd als kleine hutten nederzetting van de Latijnse bevolking, groeide in de archaïsche periode uit tot een omvangrijke stad en werd hierna door zijn gunstige ligging veroverd en bevolkt door de roemruchte Volsken. In de Romeinse tijd raakte de stad in verval, omdat het na opening van de koningin der wegen, de Via Appia Antica, niet langer een belangrijk knooppunt was. Er werd een Romeinse villa gebouwd, waar een rijke Romein zijn optrek had. In de Middeleeuwen werd de in verval geraakte villa gebruikt als begraafplaats en verdween de Romeinse pracht en praal in kalkovens. Gedurende de Tweede Wereldoorlog dienden diezelfde ruïnes als basis voor de Amerikanen die landden gedurende de geallieerde invasie van Anzio. 

De tekst gaat onder de foto verder.

De verschillende lagen van de geschiedenis in een beeld gevangen. Foto: Danique van den Tillaar
bron: Danique van den Tillaar

Op steenworp afstand van het knooppunt van het dorp, de rotonde met het dorpscafé, ligt een verlaten lagere school. Deze dient al sinds de snelle leegloop en vergrijzing van het dorp als optrek voor de studenten die Marijke Gnade assisteren in haar zoektocht naar resten van voormalige beschavingen. Het is een understatement dat het veldwerk voor de studenten geen luxeverblijf is. Studenten verblijven in het vervallen gebouw dat door de Nederlanders zelf onderhouden wordt. Ze maken de toiletten ieder jaar zelf opnieuw werkbaar, de douche levert enkel koud water en ze slapen met vier personen per lokaal op afgeserveerde matrassen. De wekker staat bij zonsopkomst, rond half zes, zodat de ergste middaghitte vermeden kan worden. Na de lunch, plaatselijke lekkernijen gefaciliteerd door een eigen Italiaanse kokkin, hervat de groep haar werkzaamheden. De zaterdagmiddagen en zondagen gelden als vrije dagdelen, die veelal op het nabijgelegen strand gespendeerd worden. Een corveerooster zorgt voor de broodnodige schoonmaak vanwege de grote hoeveelheid rondhangend stof van de vondsten. Vaak liggen er studiepunten in het verschiet of zetten de archeologen in spe het veldwerk in als stage. Aan gezelligheid is echter in de avonden geen gebrek. Gnade: “Creatieve studenten namen een eigen beamer mee. We kijken na hun korte introductie wijnslobberend populaire films aan een grote tafel in de tuin.”

De Nederlanders arriveerden in 1977 onder leiding van Coen Stibbe onder de noemer van het Nederlands Instituut in Rome (NIR), toen bij Italiaanse archeologen het besef indaalde dat onherstelbare schade werd aangericht aan historische resten door landbouw, stedelijke expansie en wegenaanleg. Een comité genaamd Comitato per l’Archeologia Laziale werd opgericht in 1974, dat toezag op de bescherming van archeologische omgevingen, en hen stuk voor stuk als noodopgravingen toewees aan archeologen uit verschillende landen. Zonder onderbreking keren de Nederlandse onderzoekers, nu reeds 21 jaar onder de noemer van de Universiteit van Amsterdam, terug naar de historische grond. Hier graven zij ieder jaar een ander deel op, dat ze aan grondige bestudering onderwerpen en waar ze betekenisvolle publicaties aan wijden. Het is een heus Nederlands opgravingsfeest waar inmiddels meerdere generaties Nederlandse archeologen in opleiding aan hebben bijgedragen. 

Het sorteren en rapporteren van alle vondsten in de school. Foto: Danique van den Tillaar
bron: Danique van den Tillaar

Al sinds jaar en dag is het archeologisch onderzoek vereenzelvigd met Marijke Gnade. De begenadigd archeologe van de Universiteit van Amsterdam is onlosmakelijk verbonden met Satricum als algemeen projectleider. In 1980, drie jaar na haar eerste landgenoten, verscheen ze als student voor het eerst in Midden-Italië en de zoektocht naar ruïnes heeft haar nooit meer losgelaten. Hoofdverantwoordelijk sinds 1990, werd ze in 2007 benoemd tot bijzonder hoogleraar archeologie pre-Romeinse culturen in Midden-Italië. Onafgebroken keert ze terug met een harde kern, aangevuld met enkele jonge studenten die praktijkervaring op willen doen. Tot een diepte van 2,5 meter kan de geschiedenis van Satricum worden gevolgd, laag op laag of sterk door elkaar heen, wat de betekenisgeving aan vondsten bemoeilijkt. Dat maakt het een eindeloze klus, waarbij Gnade’s fascinatie voor het onbekende doorslaggevend is. Zo besloot ze met haar team op de laatste dag nog een bassin uit te diepen, om te zien wat onder de muurranden verborgen zou liggen. “Noem het onverstandig: ik weet meestal wel waar ik moet beginnen, maar waar ik moet eindigen is een stuk lastiger.”

Marijke Gnade fungeert als een soort chef de mission die het overzicht over de operatie behoudt. Naast de Nederlandse taal spreekt ze vloeiend Italiaans en Engels, waarmee ze de helpende handen afwisselend aanspreekt. Nog altijd documenteert ze in het veld alles met pen en papier. “Dat heeft eeuwigheidswaarde, met een iPad werken hier is niet handig, die kunnen niet tegen stof of gaan kapot van de enorme hitte.” Als hoofd van de jaarlijkse opgravingen heeft Gnade enkele grote nevenfuncties op haar bordje gekregen. Naast het enthousiasmeren van en leiding geven aan studenten, leidt ze ook verschillende groepen toeristen en locals rond en is ze het contactpunt voor het regiobestuur, lokale inwoners en wijnboer Santarelli, op wiens privéterrein de opgravingen plaatsvinden. Het laveren tussen verschillende belanghebbenden en daarmee corresponderende taken maakt haar jaarlijkse aanwezigheid tot een veelomvattende exercitie. “Het is als een cirkel: eerst de opgraving, dan het organisatorisch werk en daaromheen de politieke zaken. Het is allemaal met elkaar verweven en je moet van alles wat afweten: financiën, verantwoording afleggen. Het is echt een levensvullend project.” 

De tekst gaat onder de foto verder.

Marijke Gnade, archeologe en bijzonder hoogleraar aan de UvA, documenterend met pen en papier. Foto: René Gerritsen, Satricum-project UvA
bron: Satricum-project UvA

Met wijnfamilie Santarelli verliep het contact aanvankelijk stroef. “De vroegere eigenaar, vader Santarelli, heeft veel kapotgemaakt, die had geen zin in archeologie en al helemaal niet in Nederlanders op zijn terrein. Wij wonnen de daaruit volgende diplomatieke rel.” Inmiddels is met de overname van zijn zoon Antonio het sentiment aanzienlijk veranderd. Hij gaf hen goedkeuring voor het graven, bood hen huisvesting en betaalt nu zelfs Italiaanse arbeiders die assisteren bij het blootleggen van de opgravingen. Het zijn lokale jongens die, soms al vanaf hun dertiende, van grote dienst zijn voor het team en bovendien zelf archeologische ervaring en interesse ontwikkelen. Daarnaast stelde Santarelli magazijnen beschikbaar waar torenhoge sets gele kistjes met resten zoals pre-Romeins aardewerk, restanten van de Romeinse villa, overblijfselen van Middeleeuwse inwoners en koeienschedels liggen opgeborgen. “Hij doet dat voor ons als een soort goedmaker.” Tegelijkertijd heeft Santarelli’s wijnbedrijf er voordeel mee gedaan, aangezien hij de wijnen heeft omgedoopt tot Mater Matuta, Satricum en Antinoos, alle antieke namen. 

Bovendien heeft Gnade de rol opgepakt van belangenbehartiger in de regiopolitiek. Dat is hard nodig, want het enthousiasme voor het behoud van archeologische sites is onder boeren in de regio niet altijd groot. Boeren hebben een weerzin gecreëerd tegen de archaïsche overblijfselen die zich onder hun land bevinden, zeker nu de Italiaanse wetgeving niet langer een vindersrecht voorschrijft. Terwijl landeigenaren vroeger recht hadden op 25 procent van de waarde, gaat dat bedrag nu volledig naar de Italiaanse staat. Die wetswijziging heeft negatieve effecten in de hand gewerkt, aangezien illegale opgravingen net als vroeger weer aan de orde van de dag zijn. Italiaanse grondeigenaren zijn niet langer direct happig op opgravingen door archeologen. “We zijn terug bij af, zonder ons ploegt iedereen alles weg. Het is hier in de regio Latina vrij onontgonnen. Als ze erfgoed wegploegen, is er behalve wij geen haan die er naar kraait. Dat maakt het lastig.” Regelmatig belt ze de Ispettore van de Sopritendenza, de opzichter van de archeologische dienst, om te controleren of een plaatselijk boer met zijn ploeg historisch erfgoed omhoog haalt.

Satricum is met recht een verborgen parel. Net buiten het gezichtsveld van hoofdstad Rome is het slecht te bereiken met het openbaar vervoer. Met ander vervoer moeten toeristen enorme gaten in de weg trotseren met alle gevaren van dien. Nederlandse toeristen verkiezen bekendere sites als Pompeii, Ostia of Palestrina voor dagtrips. Met de Satricumvereniging proberen de archeologen middels publieksdagen meer bekendheid te genereren. Met ruim zes miljoen gulden aan Europees belastinggeld werd door de Italianen een documentatiecentrum gemaakt dat door Gnade als museum werd ingericht, waarin de belangrijkste vondsten liggen uitgestald, nu al tijden gesloten wegens onderhoudsproblemen van de gemeente Latina. Participerende Italiaanse jongeren hebben de plaatselijke interesse alleszins bevorderd. Dit jaar kreeg Satricum bijvoorbeeld de lokale scouting op visite. Andere jaren leidde Gnade groepen rond van soms wel 150 toeristen. Echter, in de gemeentepolitiek liggen de prioriteiten elders. “Het project ligt zo voor het oprapen, klaar om het deel van de gemeenschap te worden. Van mij hoeven geen denderende groepen te komen, als het maar bekend is en er bezoek mogelijk is. Dat vergt een gemeentebestuur dat stimuleert en zorgt voor lokale faciliteiten.” Het idee om van Satricum een archeologisch park te maken is al luttele jaren in de ijskast gezet. Zonder uitvoering van die plannen verdwijnen de ruïnes, noodgedwongen en ter bescherming, wederom onder een puinlaag aarde.

De tekst gaat onder de foto verder.

Een van de Middeleeuwse skeletten die tijdens de opgravingen blootgelegd en verwijderd werd. Foto: Danique van den Tillaar
bron: Danique van den Tillaar

Dit jaar heeft Gnade zich met haar team gefocust op het completeren van de plattegrond van de Romeinse villa. Tijdens de opgravingen hebben ze onder meer een grafveld bestaande uit vijftig Middeleeuwse doden gevonden, die in de vervallen Romeinse villa begraven waren. “We graven de resten netjes op, ze komen er in stukjes uit. Het is best onbehaaglijk als je zomaar een Middeleeuws hoofd in je hand hebt, maar dat hoort bij het vak.” Met vernieuwende dronetechnieken lukt het haar en haar team nu de Romeinse villa beter te visualiseren. Middels drie honderd luchtopnames is het mogelijk een uiterst gedetailleerde plattegrond te maken. Het stelt Gnade in de gelegenheid de muurresten in detail te bestuderen. Graag zou ze een 3D-reconstructie maken van de villa. De plannen daarvoor zijn al gereed, maar ze zijn prijzig en het vinden van een geldschieter blijkt lastig.

De hoofdvondst van dit jaar was een marmeren Romeins hondenbeeld zonder kop, dat ternauwernood wist te ontsnappen aan de Middeleeuwse kalkoven. Aan de precisie van de uitvoering is te zien dat de bewoner van de villa een zeer welgesteld en eerbiedwaardig persoon was. Marmeren beelden verdwenen een voor een in de oven, als versterkingsmateriaal voor cement. “In de Middeleeuwen gingen alle beelden eraan, deze zijn ze vergeten. Het is een vrouwelijke jachthond uit de keizertijd, waarschijnlijk de tweede eeuw na Christus.” Het is nog onduidelijk of de hond als grafversiering of als tuindecoratie gebruikt werd. Daarnaast vonden de archeologen de Middeleeuwse kalkoven waarin vermoedelijk veel van de Romeinse decoratie is beland. Verder worden het enorme aantal gevonden fragmenten aardewerk door de partner van Gnade, die eenzelfde passie bezit, met grote precisie gerestaureerd. Dat is een behoorlijk puzzelwerk. Daarbij komt dat de restauratie volgens officiële archeologische regels ongedaan moet kunnen worden gemaakt. “Als een grote vaas niet tot boven met stukjes gesloten kan worden, dan moet alles weer uit elkaar gehaald kunnen worden.”

De tekst gaat onder de foto verder.

Het marmeren hondenbeeld dat dit jaar gevonden werd. Foto: Danique van den Tillaar
bron: Danique van den Tillaar

Het opvolgingsvraagstuk van Marijke Gnade hangt als het zwaard van Damocles boven het archeologisch project. Ze wijdde als archeoloog het grootste deel van haar werk aan Satricum en ze spendeerde al haar zomers in de velden. “Wie wil een dergelijke erfenis hebben? Mijn opvolger erft ook de magazijnen, het beheer en de nevenfuncties. Archeologen willen liever hun eigen project.” Daarenboven is volledige opvolging van Gnade nog allesbehalve zeker, aangezien de financiering door de Universiteit van Amsterdam vanwege bezuinigingen de afgelopen jaren getemperd is. Archeologie kost veel geld en het is een kleine opleiding, de aanwas van nieuwe studenten is meestal beperkt, hoewel er sprake is van een kentering dankzij de invoering van het Engels. Het faculteitsbestuur heeft het Satricumproject nu afgestoten en zijn focus naar andere gebieden verlegd. De leerstoel pre-Romeinse tijd lijkt te gaan verdwijnen. En dat terwijl er nog veel kennis over deze tijd te winnen is: “Er is nog heel veel te ontdekken, terwijl we van de Romeinen nu ongeveer wel alles weten.” Gnade blijft in ieder geval tot haar emeritaat de zomerse opgravingen leiden en zal daarna mits gezond nog zeker een decennium terugkomen voor het finaliseren van haar eigen publicaties. 

De jaarlijkse Nederlandse volksverhuizing van wetenschappers naar de heuvel van Satricum is weer ten einde. Het is tijd om met opgedane inzichten in Nederland verder te werken aan publicaties. Ter afsluiting dienen de overgebleven groepsleden de opgegraven stukken land met vilten doeken af te dekken. Een enorme klus die veel tijd vraagt, maar broodnodig, aangezien de stevige regenbuien en daaropvolgende droogte in de regio stevige schade aan kunnen richten. Om de vondsten van dit jaar te beschermen en te conserveren, is het bedekken van de gaten van groot belang. Volgend jaar schakelen Gnade en haar team vol frisse, nieuwe krachten door naar een ander deel van de onvoltooide plattegrond. “We zijn zeker nog niet klaar. Slechts 40 procent van de stad is nu blootgelegd, wat betekent dat er onder de wijngaarden nog van alles ligt.” Als de zoektocht naar de wijdverbreide historische resten wordt voortgezet, zal dat op termijn echter wel zonder haar meest doorgewinterde, voornaamste deskundige moeten. “Ik red het geen zestig jaar meer, ik ben bijna aan pensioen toe. Het houdt een keer op voor mij.” In de school gaat het wassen van het aardewerk en het zorgvuldig rapporteren nog even door. Want, zoveel is duidelijk, in Satricum is het einde nog lang niet in zicht.

De groep Nederlandse archeologen van dit jaar. Foto: René Gerritsen, Satricum-project UvA
bron: René Gerritsen – Satricum-project UvA