Spring naar de content
bron: Ernst Coppejans/Lumen

Daria Bukvić: ‘Alles groeit beter in omgewoelde aarde’

Daria Bukvić (1989) is sinds juni de artistiek directeur van Toneelgroep Oostpool. Dat er een jonge, biculturele vrouwelijke theatermaakster aan het roer staat, zal het publiek merken in het nieuwe culturele seizoen. ‘Door deze grote crisis moest alles meteen op de schop.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Astrid Theunissen

In opperbeste stemming schuift Daria Bukvić aan op het terras in de Spaarndammerstraat in Amsterdam. Ze verheugt zich op het lange weekend Londen dat voor haar ligt. Even bijkomen moet ze. Van haar recente verhuizing naar deze kleurrijke buurt, en van het vele werk dat ze heeft verzet. Per 1 juni is ze officieel aangetreden als nieuwe artistiek directeur van Toneelgroep Oostpool in Arnhem, maar al een jaar was ze achter de schermen bezig met een grondige revisie van het gezelschap. Dat had de hoogte prioriteit, aangezien haar voorganger was opgestapt naar aanleiding van een signalenonderzoek naar grensoverschrijdend gedrag. “Met mijn artistieke team heb ik werkelijk iedere kiezel in het theater omgekeerd om zo een volledige cultuuromslag te kunnen maken,” zegt ze. “Door deze grote crisis moest meteen alles op de schop.” Het grote voordeel daarvan: “Ik kon in korte tijd een gigantische omslag maken en een veilige werkplek creëren voor een jong inclusief gezelschap.” Lachend: “Alles groeit beter in omgewoelde aarde.”

Het was een stevige klus, maar lang niet de enige die Bukvić omhanden had. Ondertussen bewerkte ze het toneelstuk Melk & Dadels, dat ze in 2018 regisseerde, tot de televisieserie Zina, en was ze betrokken bij de recente opnamen van deze ‘Marokkaans-Nederlandse versie van Sex and the City mét eigentijds drama’. “Van november tot januari wordt het uitgezonden bij de NPO.”

Daarnaast regisseerde Bukvić de comedy Meskina, die sinds 22 juli in de bioscoop draait (en die vier ballen kreeg van de NRC). Onlangs vond de première van Hollandsch Glorie plaats, een satire op het zelfbeeld van Nederlanders en hun ongemakkelijke omgang met de lelijke kanten van de vaderlandse geschiedenis. Het is de eerste Oostpool-productie onder Bukvićs leiding en zal de hele zomer in het Amsterdamse Bostheater worden opgevoerd. “Die première van Hollandsch Glorie was fantastisch,” zegt ze, een vitamineshot in haar handen met lange acrylnagels geklemd. “Na een heel gek jaar, met corona en die ingewikkelde bedrijfscrisis, zat ik ineens op een tribune in het bos te midden van achthonderd uitzinnige mensen. Het was een enorme ontlading. Het voelde als de ware kick-off van Oostpool 2.0. Ook omdat Hollandsch Glorie zo representatief is voor wat Toneelgroep Oostpool het komende jaar gaan doen. We gaan intelligent, maatschappelijk relevant topentertainment brengen voor een groot publiek.” Vrolijk: “Alleen herkenden niet alle recensenten dat in de voorstelling. Gemiddeld kreeg Hollandsch Glorie 2,5 ster.”

De tekst gaat onder de foto verder.

‘Ik fantaseer er weleens over om op West End te staan, ja…’
bron: Ernst Coppejans/Lumen

Je lacht erbij. Doet het geen pijn? 

“Ach, geen enkele voorstelling van mij is onverdeeld ontvangen. Mijn grootste successen, Nobody Home, Othello en Melk & Dadels, kregen van sommige recensenten ook slechts twee sterren. Dat hield ik de acteurs na die kutrecensie in de Volkskrant ook voor. Slechte recensies zeggen niets. Sommige mensen die behoren tot de zogenaamde theaterelite vinden mijn werk te commercieel, te snel, te snappy, te luid, maar de tickets voor de herneming van Nobody Home waren binnen een uur uitverkocht, alsof het een rockconcert betrof.”

Jouw interpretatie van Shakespeare’s Othellowordt inmiddels wel ‘baanbrekend’ genoemd. 

“Sommigen hebben hun mening bijgesteld omdat zij natuurlijk ook hebben gezien dat het publiek mijn werk enorm waardeert, en dat het ook nog eens een jong en divers publiek trekt. En natuurlijk was lang niet iederéén negatief. Anders was ik nooit gekomen waar ik nu ben.”

De in Bosnië geboren Bukvić rondde tien jaar geleden op 21-jarige leeftijd de regie-opleiding van de Toneelacademie Maastricht af en brak in 2014 door met Nobody Home. Dit theaterstuk draait om de autobiografische vluchtverhalen van vier theatermakers, afkomstig uit Iran, Syrië en Bosnië, waaronder dat van Daria. Zij is de dochter van een Kroatische vader en een Bosnische moeder, die in 1992 de oorlog in Bosnië ontvluchtte. Haar moeder klauterde met haar als driejarig meisje op de arm via een kapotgeschoten brug en een touwladder naar Kroatië, en kwam later in een azc in Roermond terecht. 

De voorstelling, waarin de aangrijpende teksten over ontworteling werden gelardeerd met komische elementen, raakte midden in de Europese vluchtelingencrisis een blootliggende zenuw en werd een theaterhit. Arnon Grunberg spoorde in de Volkskrant alle politici aan te gaan kijken, en Nobody Home werd, als een van de opmerkelijkste voorstellingen van 2014, geselecteerd voor het Nederlands Theater Festival van 2015. In datzelfde jaar won ze de Amsterdamprijs voor de Kunst.

Haar ingrijpende bewerking van Shakespeares Othello, die ze in 2018 als gastregisseur opvoerde bij Het Nationale Theater in Den Haag, maakte opnieuw veel los. Bukvić verlegde het accent van een liefdesverhaal naar een felle aanklacht tegen racisme en ze koos geen zwart geschminkte hoofdrolspeler, maar een zwarte acteur.

Het is een onderdeel van haar missie, stelt ze. “Ik wil ook mensen op het podium zien die ik daar niet elke dag zie. Toen ik een jaar of veertien was, zag ik My Big Fat Greek Wedding, een hilarische film over de culturele botsing tussen Grieken en Amerikanen. Ik was in de zevende hemel. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik de Balkancultuur weerspiegeld zag op het witte doek. Ik dacht: mijn god! Ik ben dus niet de enige met een te luidruchtige familie die beweert dat zij alles in de wereld hebben uitgevonden dat goed is, en die voortdurend met hun handen in andermans gezicht zitten te wroeten. Herkenbaarheid is verschrikkelijk belangrijk. Mensen willen zich kunnen identificeren. Waarom zitten er bijna alleen witte mensen in de schouwburg?”

Omdat er vooral witte mensen op het podium staan?

“De voorhoede van het toneel is white as fuck. Soms lijkt het alsof de culturele elite zich er niet van bewust is hoe Nederland er op dit moment uitziet. Het is een privilege om je niet druk te hoeven maken over welke acteurs je cast. Dan wordt er gezegd: ‘Ik kies gewoon de beste mensen.’ Néé! Dat zijn de beste mensen binnen jouw bubbel.

Melk & Dadels is een toneelstuk over vier Marokkaans-Nederlandse vrouwen die balanceren tussen de Nederlandse en de Marokkaanse cultuur. Dit stuk was geschreven door deze actrices zelf en werd in 2018 opgevoerd in de Koninklijke Schouwburg. Het was voor het allereerst dat daar een toneelstuk werd getoond met Marokkaans-Nederlandse vrouwen in de hoofdrol die hun eigen verhaal vertelden. In 2018. Dan zijn we vijftig jaar Marokkaanse migratie verder.”

Dat is best laat…

Luid gelach. “Dat is laat. We zijn in Nederland wel met meer dingen laat. Wanneer zei Gerda Havertong op een bescheiden, lieve toon in Sesamstraat dat Zwarte Piet haar pijn deed? Was dat niet in 1987? Als je je op dit moment niet druk maakt over inclusiviteit, zit je met je hoofd in je eigen reet, ben je wereldvreemd.

“Ik spreek ook vanuit mijn bubbel, maar kom op. Een van de opdrachten van kunst is om vergezichten of utopieën te creëren. Dat begint met dingen op het podium te laten zien die je niet standaard ziet. In Zina zien we voor het eerst een Marokkaans-Nederlandse transgender vrouw in een dramaserie van de NPO. En ik wil met de film Meskina biculturele meiden in Nederland het gevoel geven dat ze niet alleen zijn. Dat ze niet raar zijn, dat hun cultuur niet raar is. Ik voel de noodzaak om de verhalen te vertellen die ik als jong meisje zelf gemist heb.”

Jij voelde je heel alleen, daar in Limburg?

“Extreem. Na het azc in Roermond kwamen we in een dorp vlakbij terecht. Ik heb daar niet zo’n leuke jeugd gehad. Er werd door veel inwoners continu gewezen op ons anders zijn. Mijn moeder werd door andere moeders op het schoolplein genegeerd. Mijn vader was jurist, hij had rechten gestudeerd in Sarajevo, maar werd door mensen aangesproken alsof hij een totale debiel was. 

“Mensen zijn kuddedieren. Het is heel pijnlijk als je voortdurend het gevoel hebt dat je er niet bij mag horen. Als ik niet zo’n stabiele thuisbasis had gehad met fantastische ouders die me aan mijn haren bij de les hielden, had ik zo de criminaliteit in kunnen gaan. Ik snap de jongens wel die daarin terechtkomen. Als je jaar in, jaar uit wordt gedemoniseerd vanwege je identiteit waarmee je geboren bent, waaraan je niets kunt doen, word je woest. Die woede probeer ik te kanaliseren en in schoonheid en troost te verpakken, in voorstellingen, films en tv-series. Als ik dat niet zou doen, then I would be an angry bitch.” 

Sommige mensen die behoren tot de zogenaamde theaterelite vinden mijn werk te commercieel

Schop je nog weleens een vuilnisbak omver? 

“Af en toe, ja.”

Wanneer? 

“Na het neerschieten van Peter R. de Vries. Hij was zo’n voorvechter van gelijkwaardigheid. Een echte antiracist. Een man die zich tegen Zwarte Piet uitsprak en die vluchtelingen en statelozen hielp. En de usual Dutch shit. Wilders die zegt: hoofddoekjes horen niet in de Tweede Kamer. Maar goed, die uitsluiting die ik ervoer, heeft mij ook strijdbaar gemaakt. Ik wil tien keer beter te zijn dan de rest.”

Ken je een sterke bewijsdrang?

“Enorm. Ik denk dat ieder kind van een vluchteling dat heeft. Als er op je ouders wordt neergekeken alsof het ongedierte is, krijg je wel de drang om een dikke middelvinger op te steken en de beste te worden.”

Zie je daar gezichten bij?

Ze kijkt heel tevreden, knikt en geeft een voorbeeld dat niet in het verhaal mag. “Dat is te herleidbaar.”

Wonen je ouders er nog? 

“Ja, ze zijn gebonden aan hun werk. Mijn vader werkt bij het UWV, mijn moeder in de logistiek van het magazijn van Action. Het werk is ver onder hun niveau, want het zijn mensjes met IQ’tjes van 130-plus, maar ja. Prima. Ik kom er iedere maand een weekend om mijn ouders te zien, maar na 48 uur I have to run.”

Ze neemt een slok van haar drankje en klinkt weer opgewekt. “Mijn grondhouding is misschien boosheid, maar ik maak geen theater omdat ik boos ben. Ik wil mensen verbinden. Omdat wij elkaar beter begrijpen. Omdat we samen zijn. Uitdagend: eigenlijk ben ik een hele simpele liefdesprediker.”

Eigenlijk.

Bulderende lach.

Eigenlijk neem je de wereld op je schouders. 

“Ik kan me daar niet van ontdoen. Ik kan geen andere jeugd en achtergrond aanmeten, maar het is niet zo dat ik gebukt ga daaronder. En andere mensen hebben andere shit. Ik heb twee levende ouders, een functionerend lijf, een mooie kop, ik kan doen wat ik wil. Ik race weliswaar tegen de klok om te doen wat ik allemaal wil of vind dat ik moet doen, maar er zijn genoeg mensen die niet eens weten wat ze met hun leven aan moeten. En als ik na een voorstelling een brief krijg van een meisje dat ze door een voorstelling van mij thuis een moeilijk onderwerp bespreekbaar heeft gemaakt, nou… Man! Die impact is toch waanzinnig.”

Wat is volgens jou in de maatschappij ten goede gekeerd? 

“Door #MeToo is seksuele intimidatie bespreekbaar geworden, maar het is natuurlijk nog niet zo dat, om in mijn sector te blijven, in alle culturele instellingen elke steen is omgekeerd. We zijn er nog niet. Het debat over macht en machts-excessen moet gevoerd blijven worden. 

Maar het begin van een cultuurverandering is ingezet. Sowieso is een groeiende groep mensen in de samenleving zich bewuster geworden van sociale onrechtvaardigheid. De inclusieve samenleving begint een onderwerp van gesprek te worden.” Satanisch lachje. “Ik ben positief over de nieuwe generatie. Laatst zag ik twee meisjes van een jaar of veertien voor een middelbare school hand in hand lopen alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Ik zou in mijn tijd kapot zijn gemaakt. Dus: vooruitgang vindt langzaam plaats.”

En de wokecoach doet zijn intrede – althans, hij kwam voorbij in Hollandsch Glorie. Heel geestig.

“Ja, de zogenaamde diversiteitsmanager. Met dat personage namen we onszelf als inclusiviteitsstrijders ook flink op de hak. Om jezelf kunnen lachen is heel gezond.”

Hebben jullie zo’n manager bij Oostpool? 

“Nee. We zijn een jong, progressief, inclusief gezelschap.”

Jij hebt zelf geen blinde vlekken wat inclusiviteit betreft?

“Natuurlijk wel, die heeft iedereen. Ik ben mezelf aan het onderwijzen in de taal die je het beste kunt gebruiken in de context van mensen met een beperking en, ook niet onbelangrijk, ik ben nu pas aan het kijken hoe we ons theater toegankelijk kunnen maken voor mensen met een fysieke beperking en programma’s kunnen ontwikkelen voor mensen met een visuele beperking. Dat valt ook onder inclusiviteit. Maar blinde vlekken zijn niet erg.”

Nee?

“Het wordt pas erg wanneer iemand die daarop wordt aangesproken meteen in de verdediging schiet. Natuurlijk had je het niet zo bedoeld, maar daar gáát het niet om. Het gaat erom wat de ander voelt. Arjen Lubach had een goed voorbeeld. ‘Als jij een kast uit je raam gooit en die komt op mijn hoofd, kun je zeggen dat je het niet zo hebt bedoeld, maar die kast heeft mij wel geraakt.’ Als iemand zegt: ‘dit kwetst mij’, ga gewoon even na wat je kunt doen om dat te verhelpen. Waarom is dat zo moeilijk in Nederland?”

Waarom is het iets Nederlands? 

“Het komt door het geïnternaliseerde denken dat we een heel tolerant land zijn. We hebben het homohuwelijk al, dus de kritiek van zwarte Nederlanders op het zelfbeeld is een beetje too much. Zo denken we, kort door de bocht genomen. Het feit dat je het op veel vlakken goed doet in de wereld betekent niet dat je de legitimiteit hebt om te stoppen met je ontwikkelen. We willen toch een inclusieve samenleving voor alle Nederlanders? Dat betekent dat je iedere fokking minderheid moet aanhoren en serieus moet nemen.”

Mijn ultieme droom is een musical te maken die wereldwijd wordt verkocht

Lonkt Londen? 

“Ik fantaseer er weleens over om op West End te staan, ja… In Londen komt de hele wereld theater kijken, en met Engelse voorstellingen bereikt je boodschap een veel groter publiek.”

Ik vermoed dat als jij ergens aan denkt, het besluit al is genomen.

Knikt glimlachend: “Mijn ultieme droom is een musical te maken die wereldwijd wordt verkocht. En ja, daar heb ik al wel een idee over. Een andere droom is om een videoclip te maken met Beyoncé. Zij is voor mij de ultieme kunstenaar, omdat ze het optimale uit haar talent haalt. In elk detail van wat ze maakt, een choreografie, een tekst of clip, legt ze haar visie op de wereld. Ze is ook de ultieme samenkomst van wat mensen zien als lage en hoge kunst. Die videoclip die ze met Jay-Z heeft gemaakt, Apeshit, bijvoorbeeld is een trap-nummer. Op totale poppy muziek wordt door zwarte vrouwen in het Louvre gedanst rondom beelden en schilderijen van uitsluitend witte kunstenaars. Ze positioneren hun lichamen op een uitdagende manier tegenover de eurocentrische beelden in het museum. Pure kunst! Er is geen kunstenaar die ik zo inspirerend vind als zij.”

Kent ze je naam al?

“Nog niet, maar daar dat komt wel goed. Ik vind het trouwens ook fantastisch hoe ze zich als vrouw profileert. Ze is zo in tune met zowel haar vrouwelijke als mannelijke energie.”

Zij doet gewoon.

“Zó inspirerend. Toen ik eens volledig opgedoft op de cover van een damesblad stond, werd ik gebeld door een grootheid van het Nederlands toneel. Hij beweerde dat die glamourfoto afbreuk deed aan wat ik te zeggen heb.” Grote ogen. “Waarom denk jij iets te kunnen zeggen over wat ik doe met mijn lichaam! En het idee! Het idee dat een vrouw zich moet camoufleren om intellectueel serieus genomen te worden. Ik ben toen juist meer shoots gaan doen, voor de Vogue en Elle en al die shit. Juist. Let’s go!

Triomfantelijk roffelend met haar scherpgevijlde nagels op het terrastafeltje. Dan, terugkerend naar het onderwerp: “De musical gaat er komen, en die videoclip, maar niet voordat ik mijn missie als directeur van Oostpool heb volbracht.”

Waar verheug je je op in het nieuwe theaterseizoen? 

“Eind oktober gaat Girls & Boys, mijn eerste eigen Oostpool-voorstelling in première. Dat is een monoloog van de Britse toneelschrijver Dennis Kelly, die door Hadewych Minis wordt opgevoerd. Het gaat over een vrouw wier kinderen worden vermoord door haar man. 

“Het begint als stand-upcomedy, glijdt af naar tragedie en eindigt als aanklacht tegen mannelijk geweld. Het is een meesterlijk stuk. En daar hebben we er nog heel wat van nodig om deze wereld mooier te maken.”  

Meskina, met Maryam Hassouni, Nasrdin Dchar, Soundos El Ahmadi en Bilal Wahib draait nu in de bioscoop.

9, 10 en 11 september: Laura H. van Toneelgroep Oostpool in het Internationaal Theater Amsterdam tijdens het Nederland Theater Festival.