Spring naar de content
bron: twitter tim de gier

De Rode Lantaarn: eindeloos ouwehoeren over mannen met sprinkhanenlichamen op een fiets

Jonne Seriese presenteert samen met Willem Dudok en Tim de Gier de populaire wielerpodcast De Rode Lantaarn. De mannen hebben de harten van wielerliefhebbers van jong tot oud veroverd met hun borrelpraat over de sport en alles eromheen. In een tijd van ongebreideld Nederlands wielersucces gedijen de heren goed met hun verheerlijking van de koers. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jelle Kolen

Na de teleurstellende uitschakeling van Nederlands Elftal op het EK volgde een zinderende eerste week met sprookjesachtige prestaties van Mathieu van der Poel. Werd de kortstondige oranjekoorts ingeruild voor geelkoorts? 

“Alles wat Mathieu van der Poel doet is bijzonder en dit hoorde daar ook gewoon weer bij. Je zou het door het EK voetbal bijna vergeten, zeker nu de Avondetappe elke keer zo belachelijk laat begint, maar er stonden slechts drie Nederlanders ooit langer in het geel. Het is wonderbaarlijk dat hij dat gewoon doet. Het is een leuke gast, hij is jong, ziet er goed uit en zit schitterend op zijn fiets. Dat is reclame voor de sport. Toch is wielrennen geen sport waarbij je successupporters gaat krijgen, waarbij mensen in een geel leeuwenpak voor de televisie gaan zitten. Misschien is het niet toegankelijk genoeg, misschien denken veel mensen: het zijn een paar mannen met sprinkhanenlichamen op een fiets.” 

De etappes zijn van begin tot eind een spektakel. Jij komt niet meer toe aan je befaamde koersdutjes, of wel?

“Ik kom wel aan mijn uurtjes koersdutjes, want ik heb net een tweede kind gekregen. Er is zeker veel spektakel, maar spektakel op de verkeerde gronden, er wordt veel gevallen. Dat mag de organisatie zich aanrekenen, maar ook de ploegleiders die de druk hoog leggen. Het is een samenspel van factoren dat ervoor zorgt dat het een soort snelkookpan wordt, waarin het tot een kookpunt komt met valpartijen van dit kaliber. Daar moet goed over nagedacht worden door renners, ploegen, de organisatie en een onafhankelijk orgaan dat het parcours van tevoren door gaat nemen. Sommige finales zijn misdadig, als er iemand zwaargewond raakt is dat niet eens heel gek. Het is gewoon te krap en te bochtig met een te hoge snelheid, dan krijg je dit soort ellende.”  

Jullie presenteren de podcast al een aantal jaar in deze samenstelling. Hoe kwamen jullie aanvankelijk op het idee om deze podcast te maken?

“Tim en Willem kenden elkaar al langer. Ze zijn goed op de hoogte van trends en luisterden Amerikaanse en Britse podcasts. Ze vroegen zich af waarom er niet of nauwelijks podcasts waren in Nederland en besloten er zelf een te maken over wielrennen. In 2016 zijn ze begonnen met het NK en de Tour de France. Ze groeiden best rap en na anderhalf seizoen vroegen ze mij erbij. Ik stond destijds achter de bar, werkte daarnaast bij een vriend die in Aziatisch antiek handelde. In die tijd waren Anne Janssens en Tim net het imperium Dag en Nacht Media begonnen. De Rode Lantaarn was een beetje de start van Dag en Nacht. Ik begon met opnemen en editen, maar het was ook de bedoeling dat ik de derde stem zou worden. Dat klikte heel goed, zowel achter de microfoon als achter de schermen. We zaten net voor de grote golf aan podcasts.”

We hebben het nog steeds gekscherend over het tijdperk Rob Ruijgh. Toen was het armoe troef

De podcast is een doorslaand succes, met recht de best beluisterde wielerpodcast van dit moment tot ver in het Belgische achterland. Waar ligt de kracht van jullie podcast denk je?

“We zijn een podcast voor wielerkijkers, voor bankzitters. We zijn alle drie verschillend en hebben het gewoon heel leuk met elkaar, dat hoor je denk ik wel terug. Onze nieuwsgierigheid levert een boeiend gesprek op en daar krijg je energie van. Ik zie onszelf niet als journalisten, verre van zelfs, maar meer als verhalenmakers. Elke renner heeft zijn verhaal en het verhaal van de winnaar is lang niet altijd het vetst. Wij proberen andere verhalen in het peloton te zoeken en we hebben inmiddels ook ons eigen verhaal gecreëerd. Het beste compliment is dat het voelt alsof de luisteraar met vrienden aan tafel over wielrennen zit te praten. Wielrennen is namelijk een dusdanig niche sport dat sommige mensen geen vrienden hebben die ervan houden.”

Nederland kent op dit moment een ongekende generatie wielrenners. Merk je wat van de topgeneratie in de huidige populariteit?

“Dat helpt zeker. We hebben het nog steeds gekscherend over het tijdperk Rob Ruijgh. Toen was het armoe troef. Ik vond heel lang geen enkele Nederlandse wielrenner leuk, nam geen Nederlanders mee in wielerpoultjes, want je wist toch dat ze gingen falen.”

Hoe kunnen we de rolverdeling tussen jullie beschouwen?

“Tim en Willem hadden al een chemie als vrienden en ze hebben bewust iemand gekozen met een ander geluid qua stem, invalshoek en knowhow. We weten wat we aan elkaar hebben. Willem en Tim denken altijd een stap vooruit, Tim over het podcasten an sich en Willem op strategische wijze over De Rode Lantaarn zelf. Ik ben vrij creatief, kan snel schakelen, lul makkelijk en maak veel slechte grappen, waarvan maar de helft aankomt. We hebben een document met als format negen pagina’s aan voorbereiding, dat fungeert als rode draad om aan vast te houden. Dat staat dusdanig goed dat Frank Heinen moeiteloos Tim kon vervangen gedurende de Giro. We hebben een narratief gecreëerd met onze eigen grappen en onze eigen ideeën. Als Oeroeboeroe (lees: Aranburu) er lekker inzit, kunnen we uitweiden over Dispuut Uylenbal en dan kan Tim zeggen: ‘Gooi die bar eens nat, joh!’ Het is een beetje geiten en plezier maken. Als ik naar de studio fiets, heb ik zin om met die gasten achter een microfoon te zitten en over wielrennen te lullen.”

Hoe ziet jullie luisterpubliek eruit?

“Het loopt enorm uiteen. Ik denk dat we best toegankelijk zijn en dat je zelfs naar De Rode Lantaarn kunt luisteren zonder dat je wielrennen leuk vindt. Naar passages over de brandweerman in Made, de postduif en alle andere nonsens die we er lukraak ingooien. Bovendien laten we best wat van onszelf zien, dat waarderen mensen ook, merk ik. Toch is het ook voor de liefhebbers interessant genoeg, door bijvoorbeeld de specials die we maken met wielrenners zelf.”

Het is een beetje geiten en plezier maken. Als ik naar de studio fiets, heb ik zin om met die gasten achter een microfoon te zitten en over wielrennen te lullen

Jullie hebben al een aantal specials gemaakt, waarin jullie in gesprek gaan met wielrenners. Wie zouden jullie nog graag in de show willen ontvangen?

“Ik zou wielercommentator Michel Wuyts heel graag in de podcast willen ontvangen om hem een waardig afscheidsinterview te geven. We hoorden dat recent Giro-ritwinnaar en Nederlander Taco van der Hoorn groot fan is. Dat scheelt voor ons ook, dan spelen we direct een thuiswedstrijd. De Belg Victor Campenaerts bood zichzelf aan bij ons, dat is ook nog een interessante optie. Zo’n gesprek schept automatisch een band, zo creëren we een eigen fanbase. Bij Belgische renners was die klik goed te merken. De Belgische krant Het Nieuwsblad moet iedere dag acht pagina’s met wielernieuws vullen. In de eerste tien tot vijftien minuten antwoordden de Belgische coureurs op de automatische piloot, daarna ontdooiden ze. Ze vonden het leuk om over hun vak te praten: hoe ze het beleven, wat ze ervoor doen en laten en wat leuk en minder leuk is aan de sport. We hebben inmiddels al aardig wat ‘Vrienden van de show’, als die het goed doen is dat extra leuk om door te spreken.”

Dat schept toch een band, niet? Hebben jullie ook tijdens de koers nauw contact met de wielrenners, zoals appjes sturen of live de koerssituatie doorkrijgen?

“Ik had een goede klik met David Dekker, ook wel Sneaker Dave gedoopt door ons. We houden beiden enorm van schoenen, dus als ik een nieuw paar heb gescoord stuur ik altijd een foto dat ik weer geslaagd ben. Met de bepaalde renners heb je die klik wat meer, zoals ook Mike Teunissen. Hij reageert altijd, ook als een van ons weer eens een slechte grap heeft gemaakt in de podcast. We volgen ze ook als het minder gaat. Ik stuur altijd een appje als een renner gevallen is om hem op te beuren. Tim kwam laatst met het idee voor ‘omapost’, waarbij renners ineens tientallen kaartjes krijgen van onze luisteraars. Dat snijdt aan alle kanten, want ook wij krijgen de lieve reacties te zien. Zo dragen we ons steentje bij.”

Kom je ook renners tegen die niet zitten te wachten op die gesprekken?

“We hebben Mollema weleens gevraagd om langs te komen tijdens het WK in Yorkshire. Doe maar niet, zei hij toen. Een aardige, sympathieke afwijzing. Hij is naar mijn idee ongelooflijk eigengereid en doet niets waar hij geen zin in heeft. En terecht, waarom zou je ook! Wielerploeg Sunweb (het huidige Team DSM, red.) deed altijd heel moeilijk, dan kregen we maar tien minuten op een officieel persmoment van Wilco Kelderman. Dan heb je het idee van de podcast niet begrepen. Het is een grandioos aanbod, anderhalf uur lang de tijd om een renner in de etalage te zetten. ” 

Een van de voordelen aan de sport is dat het publiek dichtbij de renners kan komen. Vind je wielrennen daarom zo fascinerend?

“Het is fascinerend dat een professionele sportwedstrijd op een openbare weg plaatsvindt. Renners zijn uitermate benaderbaar. Je kunt er gratis naartoe en als de beveiliging even niet kijkt, klim je over een hekje en sta je tussen die gasten. Het zijn over het algemeen ook hele aardige jongens. Ik ben ooit een beetje afgeknapt op voetballen en merkte dat ik wielrennen steeds leuker begon te vinden. Vooral door Michel Wuyts en José de Cauwer, mijn twee absolute helden. Wielrennen is echt een gelaagde sport: hoe meer je weet, hoe meer je ziet. Iemand met wie je de hele dag in de kopgroep hebt gereden, kan ineens je grootste concurrent worden. Is het een individuele sport of een teamsport? Dat zijn interessante vragen.”

Wat is je favoriete koers en wat is je favoriete wielermoment?

“Mijn favoriete koers is de Ronde van Vlaanderen, de Hoogmis, de mooiste dag van het jaar. Ook van de Giro d’Italia houd ik ontzettend, al heeft de Tour de France als gigantisch voordeel dat het in de zomer is, als er verder niet zoveel plaatsvindt. Het is de grootste wedstrijd, 80 procent van de inkomsten van sponsoren zit daarin. Het is jarenlang saai geweest, maar dat beeld is recentelijk wel geflipt. Mijn favoriete wielermoment is Tom Dumoulin die de Giro d’Italia won in de tijdrit. Dat was echt ongelooflijk. Ik keek met vrienden en we hebben champagne opengetrokken en gefeest. Een Nederlander die een grote ronde wint: dat hadden we nog nooit meegemaakt en zouden we wellicht ook nooit meer mee gaan maken. Het was echt drie weken lang meeleven, hopen, vrezen, juichen, genieten, schijten, ellende. En dan toch winnen!”

Het cliché ‘Parijs is nog ver’ is nog nooit zo waardevol geweest. Wellicht is de wens hier vader van de gedachte, maar laat de gekkigheid maar komen de aankomende koersdagen

Wat zou je de wielerleek met beginnende interesse in de sport adviseren om te doen of te luisteren? 

“Ga met iemand kijken die je kan uitleggen wat je ziet. Kijk, luister en geniet. Onze podcast is uiteraard ook een manier om van de koers te leren genieten. Schakel in op de Belg (Sporza red.), want qua stemmen en qua eloquentie is dat geweldig. Het zit echt in hun bloed, Wuyts en De Cauwer maken daar vier, vijf uur per dag poëzie. En lees Frank Heinen, zijn boek De Kleine Heinen, een handboekje voor wielerliefhebbers, waarin hij alle wielertermen uitlegt.” 

Wat kunnen we nog van jullie verwachten? Jullie pakken er steeds meer bij!

“Enkel spektakel. Het cliché ‘Parijs is nog ver’ is nog nooit zo waardevol geweest. Wellicht is de wens hier vader van de gedachte, maar laat de gekkigheid maar komen de aankomende koersdagen. We moeten onszelf weleens in bescherming nemen. Ik ben inmiddels fulltime ‘podcaster’, Tim en Willem hebben beiden een eigen bedrijf. We hebben ook alle drie twee kinderen. Dit jaar gaan we zeker nog de Olympische Spelen en het WK doen. De Ronde van Lombardije zal fungeren als seizoensafsluiter. In de winter wellicht weer specials. En dan is volgend jaar de start van de Vuelta (alsnog) in Utrecht, daar gaan we vast en zeker ook wat speciaals voor doen.”