Spring naar de content
bron: anp

Waarom ik me erger aan het debat rond Lale Gül

Kemal Rijken heeft met ongemak en ergernis het debat gevolgd rond Lale Gül. In plaats van een voorspelbaar en rellerig debat te voeren, was het volgens hem zinvoller geweest om meer inzicht te verschaffen over de denk- en levenswijze van Turkse Nederlanders en een bredere groep Turken, onder wie vrouwen, aan het woord te laten.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Kemal Rijken

Met ongemak en ergernis heb ik in de afgelopen weken het debat rond Lale Gül gevolgd. Ongemak, omdat ik mij als Nederlander met een Turkse achtergrond niet geheel herken in het beeld dat over Turken wordt geschetst. Ergernis, omdat dit voorspelbare en gepolariseerde debat vooral opiniemakers en politici dient, en niet in de laatste plaats haar uitgever. Dat wil niet zeggen dat ik de benarde positie van Gül wil bagatelliseren. Het is ontzettend treurig dat opnieuw een Nederlandse ex-moslim met de dood wordt bedreigd en ik wens haar alle sterkte toe.

Waar komt het ongemak vandaan? Het zit hem in de loop der dingen. Güls werk zou een ‘islamkritisch boek’ zijn, een aanklacht tegen de Turkse gemeenschap. Ze haalde er de grote talkshows mee en op de sociale media gingen haters tegen haar tekeer. Gül deelde de ergste verwensingen op Twitter en kreeg bijval uit rechtse en vrijzinnige hoek. Samen met politici van allerlei pluimage ondertekenden ze een petitie voor haar. Intussen was het boek al een bestseller geworden. Ook was het weer tijd voor ouderwets moddergooien. Rechtse opiniemakers verweten linkse mensen dat ze ‘te stil’ waren en hun linkse tegenpolen kwamen met tweets van Gül, waarin ze sprak van ‘oikofobie’ en flirtte met de omvolkingstheorieën van Thierry Baudet.

De mediahype ging door, want Gül verkondigde de sociale media niet meer te trekken en te stoppen met schrijven. Opnieuw veel media-aandacht. In een van de lijsttrekkersdebatten gebruikte PVV-leider Geert Wilders de casus Gül. Zoals vaker werden alle Turkse Nederlanders weggezet als een stelletje proleten dat niet wil integreren en zich als vijfde colonne gedraagt, terwijl uit onderzoeken blijkt dat zeker niet alle Turkse Nederlanders op dit spoor zitten. Ook DENK deed een duit in het zakje. De Amsterdamse fractie keurde de intimidatie en bedreigingen tegen Gül af, maar vindt haar wel een ‘islamofoob’ die stadgenoten ‘stigmatiseert’ en werkt aan een ‘voor haar mooie pr-campagne’.

Nu de ergste discussie rond Gül voorbij lijkt te zijn, moeten we eens kijken naar de wijze waarop dit debat in de media en op sociale media is gevoerd

Daags na de verkiezingen verklaarde de schrijfster uit huis te zijn gezet door haar familie, waarna de Amsterdamse burgemeester Halsema voor haar in de bres sprong en zei dat ze in aanmerking komt voor urgentie voor een sociale huurwoning. Niettemin bleef ze interviews geven. Terugblikkend op enkele turbulente weken verklaarde ze zondag in Buitenhof toch door te gaan met schrijven, weliswaar niet meer over de islam.

Nu de ergste discussie rond Gül voorbij lijkt te zijn, moeten we eens kijken naar de wijze waarop dit debat in de media en op sociale media is gevoerd. Het is namelijk een eenzijdig schouwspel met veel platgetreden paden. Een scenario dat rechtstreeks uit de jaren 2000 komt, toen ex-moslims als Ayaan Hirsi Ali en Ehsan Jami in het oog van hun storm stonden. Net als toen is het nu telkens weer dezelfde reflex: kom niet aan onze ex-moslims!

Doordat de media zich op de controverse hebben gericht, blijft het grotere verhaal, ‘de plaats van Turkse vrouwen in Nederland’, onderbelicht. Naar dat laatste onderwerp is nauwelijks volwaardig onderzoek gedaan. Klopt het dat Turks-Nederlandse vrouwen worden onderdrukt? Hoe geëmancipeerd zijn Turkse vrouwen en wat is hun gemene deler? Is Lale Gül representatief voor de gemiddelde Turks-Nederlandse vrouw? Zelf heb ik verschillende kanten van de Turkse gemeenschap gezien en ervaren. Naar mijn indruk zijn er veel Turkse vrouwen die meedoen, doorleren en middenin de maatschappij staan. Er zijn weliswaar significante problemen, maar er is ook een andere kant van het verhaal.

Als je de Turkse gemeenschap daadwerkelijk wilt emanciperen, zijn inzicht en nuance essentieel, en is het focussen op excessen niet constructief. In plaats van een voorspelbaar en rellerig debat te voeren, was het zinvoller geweest om meer inzicht te verschaffen over de denk- en levenswijze van Turkse Nederlanders, en een bredere groep Turken aan het woord te laten. Alleen door het debat breder te trekken kan voorkomen worden dat we vervallen in een herhaling van zetten zonder uitkomsten. Daar hebben zowel Turkse Nederlanders als de samenleving als geheel meer aan. Dat brengt ons verder en maakt ons land juist sterker.