Spring naar de content
bron: pexels

Waarheid is waar je mee wegkomt

Uit het dagboek van Bob Soeverijn: Donald Trump, webwinkel Wish en de vader van John Le Carré: oplichters en zwendelaars. “Waarheid is waar je mee wegkomt. Alleen de meubelmaker spreekt de waarheid.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Dinsdag 15 december, 17.20 uur

Wat mij nu weer overkomt!

Ik schreef al dat ik de schuur heb opgeruimd. Voor het eerst sinds we hem lieten zetten, denk ik. Je kon er je kont niet keren. Een tuinstoel tevoorschijn halen of een fiets wegzetten was een gevecht. Van oorsprong was het m’n bedoeling er een werkplaats in te richten, maar daar kwam niets van terecht. Te druk. Toen kwam corona.

Het woord ‘opgeruimd’ heeft niet voor niets ook een figuurlijke betekenis, het is goed voor het humeur. Overbodige dingen weggooien en orde scheppen in wat blijft – het geeft een eenvoudige, robuuste voldoening. Ik maakte een houten wandbord om het gereedschap op te hangen, hamers bij hamers, zagen bij zagen, tangen bij tangen, enzovoorts. Zeer bevredigend.

Ik kocht een stofjas. Ik veranderde een beetje in mijn vader. Hij zat in de commercie, maar in zijn vrije tijd deed hij wat zíjn vader deed: meubels maken. Ik hoefde in mijn geheugen maar naar hem te kijken om te weten wat ik moest doen. Ik kocht een koperborstel, zette hem op de slijpmachine en ontroestte het gereedschap, net als hij. Ik zag hem meten, afschrijven, zagen, lijmen, kantfineren, deuvels plaatsen, zaagsel vegen. Ik deed het na en op een gegeven moment, twee weken geleden, had ik een kast. Een simpele, solide kast voor de geluidsapparatuur, die altijd maar zo’n beetje stond te balanceren op een boekenplank.

Overbodige dingen weggooien en orde scheppen in wat overblijft – het geeft een eenvoudige, robuuste voldoening

Een oude vriend van mij, hij leeft niet meer helaas, was kunstschilder. Als ik hem bezig zag in zijn atelier, in een oude school met grote, hoge ramen, was ik soms jaloers. Hij zat aan tafel om te schetsen, stond bij zijn ezel te schilderen of hing op een oude bank om te kijken en na te denken. Kwasten spoelen, verf mengen, ramen maken, doek opspannen. En altijd muziek aan.

Ik vergeleek zijn werk met het mijne: die ruimte, de beweging, de afwisseling, versus de monotonie van het schrijven: zitten, altijd maar zitten, starend naar een traag vorderend breiwerk van letters. Miles Davis, keihard – ik zou geen woord op papier krijgen. Eens in de zoveel tijd stond zijn atelier vol met nieuw werk. Oogst. Objecten, die je kunt tentoonstellen en verkopen, zonder de kunstgrepen die een schrijver nodig heeft om zijn publiek te bereiken. Die moeizame conversie van een gedachte naar een blok bedrukt papier. Dat ontcijferd moet worden, geweekt en opgelost, als poedersoep die nooit meer een verse minestrone wordt.

‘Muziek!’, dacht ik na een paar midddagen in mijn nieuwe werkplaatsje. Ik had online een etui gekocht voor steeksleutels, zo’n canvas ding dat je oprolt, bij een webshop genaamd Wish. Het duurde tien dagen – keurig bezorgd. Ik keek of Wish misschien een bouwradio had, en inderdaad: een compacte ‘jobsite radio’ met bluetooth, precies wat ik zocht. En dat voor maar negentien euro. Bij MediaMarkt betaal je voor zo’n ding vijf, zes keer zoveel. Deze kwam waarschijnlijk uit een restpartijtje, een faillissement, van de vrachtwagen gevallen, het was allemaal mogelijk. Het interesseerde me niet. Het begint ernaar uit te zien dat wij een flat voor Daniël zullen moeten huren, willen we hem ooit het huis uit krijgen, dus ik ben in stilte begonnen te bezuinigen. Al mijn lezingen staan ook stil.

Het apparaat kwam niet op de beloofde dag, niet een week later en ook een maand later was het er niet. Ik mailde de klantenservice, geen reactie. Francien heeft een bluetooth-speakertje; op voorwaarde dat ik het niet in de schuur zou laten overnachten mocht ik het lenen. Ik had mijn arbeidsvitaminen en vergat de kwestie.

Tot er van de week een dikke envelop in de bus viel. Er zaten twee plaatjes piepschuim in van pakweg 15 bij 25 centimeter. Daartussen zat een blikken plaatje met een afbeelding van een draagbaar muziekapparaat. Mijn werkplaatsradio-met-bluetooth!

Ik zag een handelsgebouw voor me met honderden genummerde kamertjes, een bijenkorf vol nijvere scharrelaars, ieder met zijn eigen dubieuze handelspraktijkje

Godverdegodverdegodver. Opgelicht!

Daniël kwam binnen en zag me staan met de opengescheurde verpakking. 

‘Pap! Je gaat toch niet bij Wish kopen?’

‘O? Hoezo niet?’

‘Dat is een scam! Dat zijn shipdroppers!’

Of zei hij dropshippers? Wacht even, nee, dropshippers. 

‘Wat zijn dat?’ 

Hij legde het uit, ik hoop dat ik het goed heb begrepen. Het is een bepaalde vorm van online retail. Een dropshipper is een soort stroman, die zelf niets op voorraad heeft, maar zijn artikelen bij een Chinese groothandel bestelt, die het vervolgens rechtstreeks aan je opstuurt. Of niet. Of je krijgt iets heel anders. Reclameren is zinloos. De verkoper verwijst naar de verzender, de verzender is een postbus in China.

‘Hier, kijk,’ zei Daniel en gaf me zijn telefoon. Bij mijn werkplaatsradiootje stond een chaotische Engelse omschrijving, met plausibele technische details, het voltage, de afmetingen, en daartussen, verstopt, de woorden ‘metal’ en ‘decor’. Een rammelende Google-vertaling, dacht ik. 

‘Nee, een blikken wandversiering!’ zei Daniël. ‘Nou, die heb je gekregen. Twintig ballen. Beetje duur!’

Hij lachte. Ik was nog in het grom-stadium. 

‘Dropshippers, klotebibbers.’

De afzender was Yunexpress, Donghaiwan Building, 3rd floor. Ik zag een handelsgebouw voor me met honderden genummerde kamertjes, een bijenkorf vol nijvere scharrelaars, ieder met zijn eigen dubieuze handelspraktijkje. En bij Yunexpress, op de derde verdieping, bestond dat dus uit de verzending van 2D-afbeeldingen van het 3D-object dat kopers menen te hebben besteld. Kassa. Tien cent handelswaar verkocht voor honderdnegentig keer zoveel. Niet slecht! Ik zag hem zitten, de bedenker van deze scam, in zijn hokje, achter de computer. Gniffelend ziet hij de bedragen binnenkomen.

Pieper was de bijnaam voor een ‘semafoon’, een zendertje dat je liet weten dat je iemand moest bellen. Als je erin trapte en het geld overmaakte, ontving je per post een aardappel

De malafide dropshipper is in opmars, zegt Daniël. In China kun je voor een habbekrats van alles kopen, maar je moet de weg weten, westerse consumenten durven niet, dus handige types gaan daartussen zitten en kunnen enorme winsten toucheren, eerlijk of oneerlijk. Wish is berucht. Wist ik veel. Die gereedschapsetui, uitstekend product, spotgoedkoop, kwam keurig aan. Daniël vond direct allerlei andere gedupeerden. Iemand meende een bureaustoel te hebben aangeschaft maar kreeg een computermuis toegestuurd. De productafbeelding is een foto van een bureaustoel, aan een bureau, waar ook een computermuis op ligt. Ingenieus, geef toe. Je bestelt een spijkerbroek en is het is een poppenbroekje. Je bestelt een poppenbroekje en het is een foto van een poppenbroekje. Vaak is er een clou voor wie héél goed oplet, het alibi voor de oplichter. De foto van mijn klusradiootje heeft op elke hoek een piepklein stipje.

‘Ziet u? Dat zijn de gaten om hem op te hangen.’

Dat ‘Wish’ staat voor wishful thinking, van sukkels als ik!

There’s a sucker born every minute, zeggen de Amerikanen. In de jaren tachtig had je hier zo’n oplichter, die adverteerde in het AD voor een ongekend goedkope ‘pieper’. Pieper was de bijnaam voor een ‘semafoon’, een ontvangertje dat je liet weten dat je iemand moest bellen. Als je erin trapte en het geld overmaakte, ontving je per post een aardappel. Er was er ook een die een ‘schaalmodel van de Wereldcup’ verkocht – kreeg je een kurken balletje op drie cocktailprikkers.

Een grifter, noem je zo iemand in het Engels.

Dat woord valt de laatste tijd in de Amerikaanse media ook vaak als het over Donald Trump gaat. Zijn claims van verkiezingsfraude zijn gewoon een manier om geld los te krijgen bij zijn supporters, schrijven ze, een grift die al 300 miljoen dollar in de la bracht.

Gisteren kwam ik het woord ook weer tegen. John Le Carré is overleden. In de meeste necrologiën werd het vermeld: zijn vader was een notoire grifter. John groeide op zonder ‘enig reëel besef van waarheid,’ zei hij ooit. ‘Waarheid was waar je mee weg kwam.’

Zo is het: waarheid is waar je mee wegkomt. We zijn omringd door grifters. Maar een meubelmaker spreekt de waarheid.

Bob Soeverijn Zonder Filter – dagboek van een oude witte man is elke dinsdag te lezen op onze website, en nu ook maandelijks als huisgemaakte podcast. Beluister de tweede aflevering via o.a. SoundcloudSpotify of iTunes!