Spring naar de content
bron: anp

Pepijn Lanen: ‘Mijn boeken zijn zoveel meer dan alleen leuk geschreven’

Afgelopen dinsdag verscheen Vad3r van Pepijn Lanen, beter bekend als Faberyayo – rapper en lid van succesgroep De Jeugd van Tegenwoordig. Ditmaal geen surrealistische taferelen, maar een naar eigen zeggen ‘zeer intiem portret van het ouderschap’.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Pieter Jansen

In Vad3r beschrijf je van dag tot dag de aanloop naar de geboorte van je derde kind. We zien je niet als de stoere rapper, maar als de zachtaardige huisman die geregeld chili klaarmaakt voor zijn gezin. Waarom telkens die chili? Heb je verder weinig in je mars op culinair gebied?

“Nee hoor. Ik kan ook wel andere dingen maken, maar ik houd gewoon heel erg van chili.”

Chili sin of con carne?

“Het kan allebei. Ik probeer thuis niet te veel vlees te eten, maar soms heb ik het écht nodig.”

In het boek zijn er inderdaad een aantal perioden waarin je vegetarisch eet, maar af en toe verlang je ook juist naar vlees. Hoe zit dat precies?

“Mijn kinderen eten sowieso weinig vlees. Zij houden er niet per se van, dus dat is wel praktisch. Zelf vind ik het zielig voor de dieren en slecht voor de planeet. Ik voel me ook lichamelijk niet goed als ik dagelijks vlees eet. Maar soms ben ik echt op een bepaalde manier slap en zwak en de enige manier om dat dan te verhelpen is door wel weer een keer vlees te eten.”

Houd jij je bezig met de wereld waarin je kinderen opgroeien? Ik heb je weleens horen zeggen dat je het nieuws niet echt volgt.

“Dat is een beetje een misvatting. Ik probeer zeker bij te blijven, maar doe dat niet door naar het nieuws te kijken. Dat is zo specifiek en geframed altijd. Afhankelijk van welk programma je kijkt, krijg je het op een bepaalde manier voorgeschoteld. Daar houd ik niet zo van. Als je verder een beetje ingeplugd bent, bijvoorbeeld via social media, kun je heel goed op de hoogte blijven van wat er gaande is in de wereld.”

Op die social media heb je je de afgelopen periode veelvuldig gemengd in de discussie omtrent Black Lives Matter. Hebben de biculturele achtergrond van je vrouw en daarmee die van je kinderen hierbij meegespeeld?

“Nee, ik denk dat ik daar hoe dan ook fel in was geweest. Het gaat me meer om het feit dat er een soort onzichtbare regel is dat iedereen die niet wit is tot op zekere hoogte getolereerd wordt en vervolgens maar zijn bek moet houden en zich moet schikken naar de bestaande normen.”

Een beetje dat idee van stel je niet aan, je leeft in Nederland en krijgt toch genoeg kansen?

“Ja, precies. Dat heeft me altijd heel erg tegengestaan. Het komt denk ik ook door corona. Ik ontvang veel meer indrukken, doordat ik mijn telefoon constant in mijn hand heb als ik thuiszit. Dat in combinatie met die beelden van George Floyd en de manier waarop daar hier in Nederland dan weer op gereageerd werd, was voor mij een soort drietrapsraket van verontwaardiging. Ik wilde het daardoor niet zwijgend aan me voorbij laten gaan.”

Er is een soort onzichtbare regel dat iedereen die niet wit is tot op zekere hoogte getolereerd moet worden en vervolgens maar zijn bek moet houden

Als je dit boek vergelijkt met eerdere werken ben je veel minder bezig met de manier waarop je dingen verwoordt en het zoeken naar unieke taal- en zinsconstructies.

“Dat klopt. Ik las op een gegeven moment een recensie van mijn voorlaatste boek, Het Wapen van Sjeng, nog steeds een van mijn favoriete werken, al zeg ik het zelf. Het enige wat daarin stond, was dat het zo leuk geschreven was en dat het verhaal er verder niet zoveel toe deed. Toen dacht ik wel, het begint echt een kapstok van mensen te worden: leuk gebruik van taal vaststellen en daarover beginnen. Terwijl er in dat boek zoveel meer gebeurde, zoveel lijpe thruth bombs. Dat kun je niet allemaal onder de tafel vegen met de opmerking ‘het is zo leuk geschreven’. Mede om dat uit de weg te gaan, heb ik geprobeerd dit wat soberder te schrijven.”

Je gebruikt veel voor- en bijnamen zonder daar tekst en uitleg bij te geven. Zo is het af en toe best lastig te begrijpen over wie je het precies hebt.

“Ja, maar dat maakt toch niet uit? Ik heb iedereen expres bijnamen gegeven, zodat er nog wel een soort afstand bestaat tussen de realiteit en de lezer. Juist omdat het zo persoonlijk is. Het is in bepaalde mate soms ook fictioneel, al is het wel heel autobiografisch. Zo heb ik het opgeschreven en dat is de vorm waarin het terechtgekomen is.”

Je omschreef je eigen familiesituatie ooit als een stuk ‘Hollandser’ en nuchterder dan die van je vrouw, die Surinaamse roots heeft. Hoe verhoudt jullie eigen gezin zich tot die twee werelden?

“Het lijkt bij ons thuis veel meer op hoe zij is opgegroeid. Waar ik vandaan kom is het in mijn ervaring zo dat je als kind bij je ouders woont en dan samen een gezin bent. Op het moment dat je gaat studeren of op jezelf gaat wonen begin je aan een nieuwe episode. Vanaf dan doe je het echt voor jezelf. Bij mijn vrouw is het zo dat je vanaf je geboorte onvoorwaardelijk deel uitmaakt van de familie, ongeacht wat je daarna allemaal wel of niet gaat doen.”

Heb je dingen overgenomen van de manier waarop je ouders jou hebben opgevoed?

“Dat zou ik niet zo concreet kunnen zeggen. Mijn moeder hamerde wel altijd erg op het openstaan voor andere mensen en iedereen respecteren en accepteren. Dat wil ik ook graag aan mijn kinderen meegeven, maar we zijn nog niet echt daar. Ze zijn nog heel klein. Verder heb je van die boeken over opvoeding of deskundigen die zeggen dat het zus en zo moet, maar als je kleine kinderen hebt, werkt het toch altijd anders. Het is geen auto waarvan je een startmotor kunt vervangen met een Youtube-tutorial. Je moet in elke situatie aanvoelen wat er precies aan de hand is en hoe jij je kind op dat moment het beste kunt helpen of sturen.”

Je vliegt situaties met je kinderen vaak emotioneel aan en komt over als een zachte ouder. Je vrouw lijkt in die zin een stuk pragmatischer.

“Ik denk dat dat wel klopt, maar dat is ook logisch. Zij is de oudste thuis en heeft een jongere broer en twee zusjes. Van huis uit was ze dus al meer gewend om die volwassen en verzorgende rol aan te nemen. Ikzelf ben daarentegen de jongste van vier. Dat is dus ook precies dat.”

Het begint echt een kapstok van mensen te worden: leuk gebruik van taal vaststellen en daarover beginnen

Je vrouw geeft aan jullie kinderen niet per se ergens voor te hoeven behoeden, terwijl jij dat wel lijkt te hebben. Waar ben je bijvoorbeeld bang voor?

“Ik interesseer me nog altijd voor rapmuziek, want dat vind ik gewoon heel sick. Soms kijk ik naar videoclips waarin veertienjarige mannetjes in trainingspakken hasj aan het roken zijn en dan zie ik in hun gezichten die lieve jongetjes die het eigenlijk nog zijn. Dan denk ik gewoon, jullie hoeven nog niet zo gaaf te doen en je nu al zo te positioneren in de samenleving. Wees gewoon nog even blij en stel je open voor alle leuke dingen. Straks begint het echte leven en heb je je de hele middelbare schoolperiode afgesloten van al het leuks. Nou ja, dat dus. Het lijkt me wel fijn als mijn zoontje daar niet al te ver induikt.”

Je hebt je recentelijk laten ontvallen dat je zelf op die leeftijd eigenlijk alleen maar bezig was met vloeipapier in plaats van met het lezen van boeken.

“Ja, precies, haha. Daarom hoop ik dat ook niet voor mijn zoontje. Nou ja, achteraf ben ik blij met hoe het allemaal gegaan is, maar ik heb vooral tijdens de middelbare school heel veel tijd verspild aan helemaal niks doen.”

En daarna volgden natuurlijk een aantal uitbundige jaren met De Jeugd. Ben je op den duur niet bang voor eventuele excessen met drank- en drugsgebruik bij je kinderen?

“Nee, daar denk ik niet echt over na. Zolang het binnen de perken blijft, is het niet iets waar ik mee bezig ben. En bovendien, ik vind het ook wel echt iets wat iedereen voor zichzelf moet ervaren.”

Hoe zit het met je eigen drank- en drugsgebruik tegenwoordig?

“Gewoon een glaasje wijn drinken kan altijd wel. Maar na drie, of maximaal zes glazen weet ik dat het mooi is geweest. Ik wil altijd kunnen functioneren de volgende dag, me nuttig kunnen maken in het gezinsleven. Nu is het sowieso helemaal anders, want je kunt niet uitgaan, maar in het verleden had ik nog wel eens een eigen clubavond in Den Haag of een avond met mijn label in Amsterdam. Dan kwam ik laat thuis en werd er flink gedronken. Dat was dan allemaal prima, maar de schade is uiteindelijk zo onoverzichtelijk en daar heb ik echt geen zin meer in. Dat kan dus alleen nog als mijn kinderen drie dagen ergens anders zijn.”

En vind je het dan nog wel leuk?

“Dat weet ik eerlijk gezegd niet precies, want het is alweer heel lang geleden. De laatste keer dat ik echt uit de bocht ben gevlogen is denk ik Lowlands 2018. Verder vind ik het leuk om uiteten te gaan en lekkere wijnen te drinken. Maar ja, ten eerste kan dat momenteel ook niet en ten tweede is het heel iets anders.”

Een volwassen en verantwoord alternatief voor dat uit de bocht vliegen, lijkt me.

“Absoluut. Ik kan ook echt genieten van een goed glas wijn. Het smaakt lekker en je wordt er ook nog eens dronken van. Dat in tegenstelling tot de gore tequila die je in een café drinkt om zo snel mogelijk bezopen te worden.”

De laatste keer dat ik echt uit de bocht ben gevlogen is denk ik Lowlands 2018

Je geeft aan je primair op andere artistieke projecten te willen gaan focussen dan op De Jeugd.

“Ja, we kunnen nu ook letterlijk niet anders. Corona is wat dat betreft misschien zelfs wel gunstig geweest. Iedereen is hierdoor noodgedwongen meer gefocust op wat er verder nog gedaan kan worden. Daardoor zitten we niet allemaal krampachtig te wachten tot het moment waarop we weer kunnen optreden.”

Maar als dat moment daar is, wordt de draad wel weer opgepakt?

“Honderdduizend procent.”

En hebben jullie al nieuwe concrete plannen?

“Nee, maar zolang er geen nieuwe concrete plannen voor de wereld zijn, zijn er ook geen nieuwe concrete plannen voor De Jeugd. En begrijp me niet verkeerd hoor. We spreken elkaar vaak en zijn ook wel in de studio, maar uiteindelijk wil je gewoon weer kunnen spelen en daarmee bezig zijn. Dat is momenteel natuurlijk allemaal erg onzeker.”

Op een gegeven moment heb je het over de wens om een van je boeken te verfilmen.

“Dat is nog steeds een wens. Ik vind schrijven heel tof en het liefst zou ik dat alleen maar doen, maar ik wil toch zoveel mogelijk mensen bereiken. Daarom zou ik ook echt graag een film maken. Binnenkort komt mijn nieuwe podcast Gothrecht uit bij de VPRO en dat was een heel gaaf proces. Dat heb ik geschreven, geregisseerd en ik heb zelf de muziek erbij gemaakt. Een hele leuke nieuwe manier om verschillende disciplines te integreren.”

Uit het boek kan niet echt worden opgemaakt waar die podcast over zal gaan. Kun je alvast een tipje van de sluier oplichten?

“Het is een zesdelige absurdistische actiecomedy die zich afspeelt in het Pierre Bokmacomplex, een kantoorgebouw in de periferie, met Pierre Bokma als de stem van een kopieerapparaat en Georgina Verbaan in de hoofdrol.”

Je ervaart veel stress over het al dan niet hebben van geld. Heeft de coronacrisis die stress verergerd?

“Als jij een zak geld hebt en die aan mij wilt geven dan zeg ik daar nog altijd geen nee tegen, maar door de huidige situatie ben ik over het algemeen juist meer gaan waarderen wat we hebben. Ik heb ook wel een bepaalde rust gekregen over hoe het verder allemaal gaat gaan. Als we thuis maar gewoon gezond zijn en elkaar hebben.”

Je nieuwe huis is in het boek een grote lastpost. Je lijkt ook niet geheel overtuigd van de stap die jullie nemen. Hoe bevalt het nu jullie er wonen?

“Het is een fantastisch huis, maar het is heel duur. Amsterdam is een geweldige stad om in te wonen en tegelijkertijd een ontzettende kutstad om in te wonen, omdat het zo facking duur is. Je hebt altijd het idee dat je voor saus aan het betalen bent.”

Tot slot nog even over je derde kindje. Je beschrijft dat mensen je waarschuwen voor de bijkomende lasten, maar maakt je dan niet zo druk. Valt het je tot nu toe mee of tegen?

“Ik denk dat je je van tevoren niet echt een voorstelling van dit soort dingen kunt maken. Je weet toch pas hoe zoiets is als het werkelijkheid wordt, in ieder geval met kinderen. Ja, en de derde was gewoon weer heel anders dan de eerste en de tweede. Vooralsnog is het wel prima, maar het is absoluut een commitment.”

Maar vier was altijd het beoogde eindgetal, net als vroeger bij je vrouw en bij jouzelf. Valt daar nog steeds geen speld tussen te krijgen?

“Nou, wellicht. Vooralsnog zijn we tevreden met drie. We hebben er onderling nog geen eindoordeel over geveld.”

Vad3r van Pepijn Lanen is verkrijgbaar in uw lokale boekhandel.