Spring naar de content
bron: anp

Avonturen met de doe-het-zelf huisarts

De vrouw van Bob Soeverijn heeft een nieuwe huisarts, maar hij is niet erg tevreden over haar, schrijft hij in zijn dagboek: “Van den Heuvel maakte een enigszins schampere opmerking over ‘Dokter Google’ en scheepte haar af met een pijnstiller.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Donderdag 17 september 2020, 10.45 uur.

Ik hoorde iets. Een schel, rinkelend geluid, dat ik niet thuis kon brengen. 

Als ik beneden kom staat Francien in de keuken, gebogen over het aanrecht. Dat was het: een ijzeren hondenbak die in de gootsteen landde.

‘Ik word gek!’ roept ze. ‘Gek, gek, gek, gek, gek!’

‘Schatje, wat is er?’

‘Ik heb zo’n PIJN! En die, die, die KUTZORG helpt me niet!’

Grrrrrrr.

Het begon een jaar geleden, ongeveer. Ze kreeg pijn in haar scheenbeen. Huisarts kon niets vinden. Ze begon mank te lopen, schommelend als een oud vrouwtje. Terug naar de huisarts. Opnieuw geen verklaring. Huisarts zei iets over ‘mogelijk beenlengteverschil’. Toen kreeg ze pijn in haar schouder. Zoals ze het beschreef klonk het naar bursitis.

Toen haar heup, dezelfde soort pijn, vooral na beweging. Haar wandelingen met de hond werden steeds korter. Ze leek erin te berusten.

‘Maar schat, dit kan toch niet zo? Dit moet toch onderzocht worden?’

‘Ja, maar Van den Heuvel kan niks vinden. Rust nemen, zegt ze.’

Van den Heuvel is haar huisarts. Ik ben ook ooit op spreekuur bij haar geweest, toen ze inviel voor Terborg. Vrouw van een jaar of veertig, moeder van drie kinderen. Francien is matig tevreden over haar. Zij vermoedt dat ze haar niet serieus neemt. Een paar jaar geleden had zij verschillende klachten, vermoeidheid, gewrichtspijn, concentratieproblemen. Ze dacht aan de ziekte van Lyme. Ze loopt elke dag twee keer in het bos, dus het was geen onlogische gedachte. Zij drong aan op tests, maar Van den Heuvel hield de boot af. Had zij een rode kring gehad, ergens op haar lijf? Nee, die hadden we niet gezien, maar zo’n kring doet zich niet altijd voor, las Francien op internet. Van den Heuvel had een enigszins schampere opmerking gemaakt over ‘Dokter Google’ en haar afgescheept met een pijnstiller. Later bleek zij wel degelijk Lyme te hebben.

Ik begreep het niet. Francien heeft drie bibliotheken, twee muziekscholen, een provinciaal archief en een lokale omroep gereorganiseerd – zij weet in het algemeen heel goed haar zin te krijgen, maar op deze vrouw krijgt ze geen grip.

‘Wat zei ze ook al weer? De huisarts als schildwacht, of zoiets. Huisartsen moeten meer zelf doen. Niet alleen verwijzen naar dure specialisten, ook zelf behandelen. Goedkoper.’

‘Ah, de poortwachter!’

‘O ja.’

‘Ideetje van Wouter Bos, de huisarts als strenge poortwachter van het zorgstelsel. Goedkoper, maar uiteindelijk toch duurder.’

Terborg benadert de seizoensmode van het beleid met de scepsis van de veteraan. Als ik hem om een verwijzing vraag, krijg ik hem, direct. Blij dat hij van me af is, denk ik. Los daarvan, je gaat toch niet voor je lol naar een specialist? Nu ja, sommige mensen misschien wel. Aan stoornissen geen gebrek. 

‘Terborg is een andere generatie,’ zegt Francien. ‘Hij is meer zoals wij, een beetje anarchistisch. Die haalt zijn schouders op om die mumbo jumbo. Zij neemt dat allemaal héél serieus.’

‘Tja, millennials.’

‘My God, wat zijn die autoriteitsgevoelig. Laat het maar geen oorlog worden.’

Ze heeft gelijk. Ooit was management luisteren met verstand van zaken. Nu is het praten zonder. Experts, luisterend naar nitwits.

Mijn oude vriend Johan heeft ook zo’n doe-het-zelf huisarts. Kostte hem zowat z’n leven! Hij had op een gegeven moment een steenpuist, op z’n gat. En dat ding werd groter en groter. Hij naar de huisarts. 

‘Aha’, zegt die, ‘een peri-anaal abces!’

Oftewel: een abces aan de rand van je anus. 

‘Het is nu nog te vroeg,’ zegt die dokter, ‘maar dat gaan we uitsnijden.’ 

‘Moet dat niet in het ziekenhuis?’ zegt Johan.

‘De huisarts klonk als een thuisklusser met voorpret’, zei Johan.

‘Nee nee, dat kan ik zelf. Het is nu donderdag, ik denk dat het maandag wel rijp is. Intussen zoveel mogelijk in bad zitten, in warm water met soda, misschien breekt het spontaan open.’

Johan naar huis, badderen met soda, maar dat ding wordt steeds groter, en hij krijgt steeds meer pijn. Belt op vrijdag met de huisarts: ik verga van de pijn, m’n hele reet is rood en dik, moet er niet iets gebeuren? Nee nee, maandagochtend, zegt dokter Poortwachter, ik heb de juiste spullen al in huis gehaald. ‘Hij klonk als een thuisklusser met voorpret’, zei Johan. 

Je raadt het: in de nacht van zaterdag op zondag krijgt Johan sepsis – bloedvergiftiging – raakt buiten bewustzijn, Conny vindt hem onderaan de trap, in zijn eigen stront, en hij gaat met gillende sirene naar het ziekenhuis. Eerst naar Enschede, maar dat was een vergissing want daar was geen plaats, en toen naar Hengelo, waar hij nog een uur in de ambulance moest blijven liggen voor z’n bed klaar was. Volgende ochtend direct geopereerd. Wat de chirurg had aangetroffen, vertelde hij achteraf, was een abces ter grootte van een pakje shag. Goh, zei Johan, ik had u niet voor een roker gehouden. Nou, dat was hij ook niet, maar hij kon zo gauw geen ander vergelijkingsobject verzinnen. Johan en ik ook niet, trouwens. Er zijn verbazend weinig dingen in het leven van hetzelfde formaat als een pakje shag, als je erover nadenkt, maar dit terzijde.

‘Mijn huisarts wilde het zelf doen,’ zei Johan, ‘met plaatselijke verdoving.’

‘Gekkenwerk,’ zei de chirurg hoofdschuddend. ‘Zo’n abces is levensgevaarlijk. Het is dat er wat afstand zit tussen je achterwerk en je hersenen, als zoiets in je nek gebeurt ben je d’r geweest.’ 

Ik moedigde Francien aan om een nieuwe afspraak te maken en alleen genoegen te nemen met een verwijzing naar een specialist. Van den Heuvel weigerde opnieuw. Eerst wilde ze cortisone proberen. Die had zij vervolgens toegediend, met een joekel van een spuit, mikkend op de slijmbeurs in Franciens heup. De pijn werd alleen maar erger.

Mijn impulscontrole wil nog wel eens tekortschieten, het huis draagt er de sporen van, maar ik geloof niet dat ik Francien ooit uit frustratie met iets heb zien gooien, al was het dan een onbreekbare hondenbak in een solide gootsteen.

‘Neem nog een ibuprofen,’ zei ik.

‘Ik WIL geen ibuprofen! Ik wil van die fucking pijn af.’

Donderdag 8 oktober 2020, 16.40 uur.

Net terug van de orthopeed. Na twee ineffectieve cortisone-injecties kreeg Francien eindelijk een verwijzing. Niet naar de orthopeed hier in het ziekenhuis, maar naar een privékliniek genaamd Annatommie. Ja, ‘Medisch Centrum Annatommie, voor orthopedie en beweging’. Je gelooft het niet. De zoutarme verleuking heeft ook de medische bereikt. Niets is heilig, niets is veilig.

Het was in Apeldoorn, best nog een rit, dus ik ben maar meegegaan.

‘Juist, mevrouw Soeverijn,’ zei de receptioniste, ‘u komt voor een nieuwe heup.’ Francien zuchtte.

Ze moest haar adres geven.

‘Sparrebaan 18,’ zei ze, ‘Sparrebaan zonder ‘n’.’

Het was even stil.

‘Dus eh, Sparrenbaa?’ zei de receptioniste. Francien hield met moeite haar lachen.

Ze werd opgehaald door een assistente. 

‘Mevrouw Soeverijn? Voor de nieuwe heup?’

Francien rolde met haar ogen. 

Ook de orthopeed stelde een cortisone-injectie voor. Francien protesteerde, die twee van de huisarts hadden de zaak alleen maar erger gemaakt. ‘Dan heeft zij het verkeerd gedaan, vrees ik,’ zei de orthopeed. ‘Injectietherapie zit ook niet in de huisartsenopleiding. Je hoeft die naald maar een paar millimeter verkeerd te plaatsen, en je maakt het alleen maar erger. Maar ja, de poortwachter hè? En uiteindelijk komt u alsnog hier terecht.’

Onderwerpen