Spring naar de content

Trio Buurtcohesie

Bob Soeverijn was niet zo lang geleden op een voorlichtingsavond over de herinrichting van een schoolplein bij hem in de buurt. “De schoolouders keken elkaar aan: boomer, beleefd uit laten praten, niet naar luisteren en zéker niet op ingaan.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Dinsdag 22 september 2020, 12.15 uur

Echt, die millennials. Ze kunnen ongelooflijk irritant zijn, maar echt boos op ze worden is moeilijk. Het moet raar zijn om op te groeien met het besef dat je het niet beter zult hebben dan je ouders, maar slechter. De weg leidt niet verder omhoog, er is een top bereikt, de volgende generatie daalt weer af. Onze ouders vonden ons verwend en brutaal, maar medelijden hadden ze niet. Wij hadden medelijden met hén. Nu is het eerder andersom.

Shit, iemand aan de deur, en Francien is tennissen. Ik ga een bord bij de oprit zetten: GEEN PAKJES VOOR BUREN!

Dinsdag 22 september 2020 13.10 uur

Geen koerier dit keer, maar de wijkagent! Ik schrok me rot. Iets met Daniël natuurlijk, dacht ik, maar dat was het niet. Hij deed een buurtonderzoek. Of wij vorige week donderdagnacht misschien iets geks gehoord hebben. Er is een meisje aangerand, op het schoolplein van de Brederode, hier om de hoek. (We hebben inmiddels in onze agenda’s gekeken om te zien wat we die avond deden, maar herinneren ons niets.) 

Dat verdomde schoolplein!

Over millennials gesproken.

De Brederode is een keurige openbare basisschool, oud gebouw van Cuypers, staat er al 100 jaar. Ruim een jaar geleden werden de omwonenden opgetrommeld voor een voorlichtingsavond in de gymzaal. Ouders vonden het zo jammer dat er een hek om het schoolplein stond en dat het niet beter gebruikt werd door de buurt, voor allerlei ‘activiteiten’. Bullshit. Ondanks dat hek, dat voortdurend gemolesteerd wordt, nooit gerepareerd wordt en altijd open staat, wordt dat plein buiten schooltijd wel degelijk gebruikt, namelijk door hangjongeren uit andere wijken. Die er voetballen, drinken, blowen, dealen, speeltoestellen vernielen en met meisjes rotzooien, vaak tot diep in de nacht. Johan woont er vlak naast en belt geregeld de wijkagent, als het te gek wordt. De hangjongeren weten dit en hebben al twee keer de spiegel van zijn Volvo getrapt.

Maar nu wilden deze schoolouders dat hek dus afbreken en het schoolplein een ‘sociale buurtfunctie’ geven. De initiatiefnemers, drie mannen van rond de veertig, geen van drieën omwonend, gaven een powerpoint-presentatie. De een stelde zich voor als ‘ruimtelijk vormgever’, de ander als ‘onderwijsadviseur’ en nummer drie was alleen maar ‘consultant’. Ze droegen alle drie cognac-kleurige schoenen met een puntige, rechte neus. Worden die ergens gratis uitgedeeld op vertoon van een millennialpaspoort? 

Daar kwam de artists impression van hoe het moest worden. Ineens was het hele schoolplein van gras, overal waren leuke zitjes geplaatst, bomen, struikjes, een klein amfitheater, een schaakbord van zwart-witte tegels en een kunstzinnig klimobject. Links en rechts stonden fleurige jonge moeders geanimeerd met elkaar te praten. En: weg hek. Het kwam er op neer dat ze gewoon een prettig geoutilleerde, rond-de-klok toegankelijke speelplek voor hun kinderen wilden, maar dat zeiden ze natuurlijk niet. Ze brachten het als een ‘burgerinitiatief ter versterking van de sociale cohesie van de buurt’. Daar had de gemeente namelijk een potje voor, waaruit zij een bijdrage van misschien wel vijftig mille konden krijgen. 

Een wat oudere vrouw stond op. ‘Wij wonen direct aan dat schoolplein,’ zei ze. ‘Kinderen krijsen tegenwoordig érg hard, dus wij vinden het wel prettig dat het plein ‘s avonds en in het weekend dicht is. Anders zitten we continu in de herrie, zeven dagen in de week.’ 

‘U heeft het wel over kínderen, ja?’ riep iemand achter ons boos, alsof kindergeluid eigenlijk geen geluid is. Alsof langgerekt, snerpend gillen een vorm van vrije meningsuiting is.

‘Meneer,’ zei de vijftigster, ‘ik ben net uit de kinderen, en nu moet ik op die van ú gaan letten?’

De vrouw negeerde het. ‘En weet u wel dat er buiten schooltijd ook veel hangjongeren zitten?’

Dit was duidelijk nieuw voor Trio Buurtcohesie, maar ze lieten niets merken.

Johan bemoeide zich er ook mee. Hij heeft ooit in het opbouwwerk gezeten. ‘Ik wil de feestvreugde niet bederven, en de powerpoint ziet er gelikt uit, complimenten,’ zei hij, ‘maar ik weet uit ervaring dat als je zoiets niet heel goed organiseert en regelt, je alleen maar een nóg aantrekkelijker omgeving voor hangjongeren creëert. En dan wíllen uw kinderen daar niet eens meer spelen.’

De schoolouders keken elkaar aan: boomer, beleefd uit laten praten, niet naar luisteren en zéker niet op ingaan.

‘En als het plein altijd open is, wie gaat het dan beheren?’ wilde iemand anders weten, een vrouw van rond de vijftig. Daar had de bende van drie wél over nagedacht. Het leek hen leuk als de omwonenden dat zouden doen, bij toerbeurt. Een aantal aanwezigen keken elkaar verbaasd aan. 

‘Meneer,’ zei de vijftigster, ‘ik ben net uit de kinderen, en nu moet ik op die van ú gaan letten?’ Er klonk instemmend gemompel. ‘Nou,’ reageerde de consultant geïrriteerd, ‘dan blijven jullie toch lekker achter je hoge heg zitten?’

Ik stond op – wat denkt zo’n gast wel! – maar Francien trok me terug in mijn stoel. 

Er kwam een compromis: het schoolplein werd inderdaad opnieuw ingericht, maar het hek bleef voorlopig staan. De gemeente droeg geen vijftig maar vijfentwintig mille bij, dus het moest op een koopje, en het resultaat was een armzalig aftreksel van het paradijsje uit de powerpoint. In plaats van gras kwamen er vaalgroene tegels, de betonnen zitelementen zijn dermate ruw uitgevallen dat de conciërge ze provisorisch heeft afgewerkt met ongeverfd multiplex dat inmiddels al even ruw is, en het kunstzinnige klimobject werd in de verkeerde kleur geleverd, zodat het pijnlijk vloekt met de rest. En inderdaad: het plein werd nóg populairder bij hangjongeren.

En nu is er dus een meisje aangerand.

‘Aangerand of verkracht?’ vroeg Francien.

De wijkagent sloeg zijn ogen neer. 

Dinsdag 22 september 2020 15.30

Ik ben er even langs gelopen daarnet, met de hond. Het slot van het hek is nog steeds kapot. Of opnieuw, wie zal het zeggen. Het ‘amfitheater’ is overwoekerd door onkruid, overal ligt zwerfvuil, het schaakbord dient als parkeerplaats voor het busje van de schoonmakers. Maar het straatnaambordje dat bij de opening feestelijk onthuld werd, staat er nog netjes bij. Het schoolplein werd toen ‘officieel’ herdoopt tot het ‘Jansen-Lejeune-Smid-plein’, naar de Drie Cohesiepioniers. 

Was het misschien allemaal dáár om te doen? Ze pronken ermee op hun LinkedIn-pagina’s. Kijk toch eens hoe wij ons belangeloos inzetten voor onze gemeenschap, terwijl we zo druk en belangrijk zijn. Narcistische eikels.