Spring naar de content
bron: lumen

Tussen traditie en vernieuwing

Frederik Spengler, de verteller van Jaap Scholtens nieuwe roman Suikerbastaard, verzet zich tegen de gewoonten van het voorname geslacht waaruit hij voortkomt, maar is er ook door gevormd. Als hij in Ethiopië belandt, doet deze spanning zich op meerdere niveaus gelden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Thomas van den Bergh
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is dt728x90f.jpg

Ook de boekensector ontkomt niet aan het corona-spook. Bibliotheken zijn tot nader order gesloten, boekwinkels werden omgevormd tot afhaalloket en uitgevers schuiven nieuwe titels zoveel mogelijk door naar het najaar.

Of dat laatste verstandig is, is nog maar de vraag. In post-coronatijd zal er een gigantische boekenconstipatie ontstaan, terwijl er nu, in quarantaine, meer gelezen wordt dan ooit. De honger naar nieuwe titels is groot, zo merken de boekwinkels die wel openbleven.

Bravo dus, op voorhand, voor die uitgevers die stoïcijns hun nieuwe boeken blijven uitbrengen. Zoals uitgeverijen Pluim en AFdH, die in gezamenlijkheid de nieuwe roman van Jaap Scholten lanceren. Suikerbastaard werd eerder trouwens wel degelijk uitgesteld, niet vanwege het virus, maar vanwege een onfortuinlijk incident met een oliekachel. Scholten, die woonachtig is in Hongarije, had daarbij ernstige brandwonden opgelopen. Liet hij aanvankelijk op Facebook weten dat hij ook met ingezwachtelde handen best de deadline kon halen, korte tijd later moest hij toch erkennen dat typen op deze manier nauwelijks doenbaar was.

Het is typerend voor deze auteur, die graag het avontuur opzoekt. Een verstild, intellectueel bestaan achter de schrijftafel is aan Scholten niet besteed, het is al paardrijden, rugbyen, jagen en verre reizen wat de klok slaat.

Dat geldt niet alleen voor zijn leven, maar in mindere mate ook voor zijn literaire werk. De hoofdpersonen zijn wars van het middelmatige en vastgeroeste, ze willen roekeloos leven en uit de band springen, al blijft het soms bij dromerij. 

Ook in dit boek wordt weer flink masculien met bijlen gezwaaid, drugs gebruikt en op motoren door ruige woestijnlandschappen gecrosst. Maar hoe combineer je zo’n vrijgevochten bestaan, bevrijd van de klemmende tradities van je familie en geboortegrond, met een stabiel en gelukkig gezinsleven?

Het is een vraag die ook de verteller, Frederik Spengler, bezighoudt. We kennen Frederik uit eerder werk van Jaap Scholten. Al in diens geprezen debuutroman Tachtig (1995) verzette deze telg uit een voornaam en welgesteld Twents geslacht zich tegen de saaie voorspelbaarheid van het patriciërsbestaan.

In deze roman is hij uitgeweken naar Roemenië, waar hij een oud, vervallen huis bewoont in de bergen. Hij plant er bomen en schrijft er zijn boeken. Op een dag valt hij in een uitzending van Spoorloos. Een Ethiopische Nederlander beweert daarin dat er in zijn geboorteland verschillende afstammelingen rondlopen van Nederlanders die ter plaatse halverwege de jaren vijftig enkele suikerfabrieken oprichtten. Een van die ‘verlaten Nederlandse kinderen’ zou een zoon zijn van Frederiks grootvader Balthasar Spengler.

In het boek Horizon City schreef Jaap Scholten eerder over de expansiedrift van Nederlandse grootindustriëlen in den vreemde. Via moederskant is Scholten gelieerd aan de familie Stork, groot geworden met machine-industrie. Inderdaad zijn de Storks ook zeer nauw betrokken geweest bij de bouw van enkele suikerfabrieken in Ethiopië. Net als in Horizon City gaan fictie en werkelijkheid in Suikerbastaard hand in hand, wat nog eens wordt benadrukt doordat de auteur foto’s en handschriften heeft opgenomen die precies aansluiten bij zijn verhaal.

De roman valt in drie delen uiteen. In het eerste deel volgen we Frederik op zijn tocht door Ethiopië, waar hij zijn vermeende neef tracht op te sporen. Hij neemt een jeugdvriendinnetje mee, Mila, die zelf op zoek is naar haar vader die nooit uit Ethiopië terugkeerde. In het laatste deel krijgt Mila een kist in handen waarin zich documenten en foto’s bevinden waarmee ze het bewogen leven van haar vader kan reconstrueren.

Het beste beviel mij het tussenliggende deel. Dit speelt in de jaren vijftig en zestig en beschrijft hoe Marinus Hilbrink, een eenvoudige boerenzoon uit het Twentse Stokkum, als lasser in dienst van Dupont (zoals Stork in de roman heet) in de binnenlanden van Ethiopië terechtkomt. Scholten heeft dit hoekige, nuchtere personage volkomen overtuigend vormgegeven. Marinus is zeer verliefd op zijn Mirjam, een beeldschone joodse meid van een paar dorpen verderop. Eenmaal in Ethiopië houdt hij via aandoenlijke briefjes contact met haar, en na anderhalf jaar slaagt hij erin haar voor veertien dagen te laten overkomen.

Bijzonder schrijnend is het tafereel dat Scholten dan ontvouwt. Marinus heeft een romantische nacht in een tent voorbereid, midden in de ruige natuur, tussen de wilde dieren. Maar zijn Mirjam is al te ver van hem afgedreven, of hij van haar, en de bom barst.

Een paar maanden later ontvangt Marinus een kort telegram: ‘Rinus ik ben zwanger’. Marinus besluit in Ethiopië te blijven. Zijn vrijheidsdrang wint het van zijn behoefte aan veiligheid en geborgenheid.

Maar je kunt nog zo vrijgevochten en rebels zijn, je blijft altijd door onzichtbare banden gebonden aan je geboortegrond en je familie, benadrukt Scholten. Marinus ervaart die mystieke band als zijn ouders plotseling overlijden. Vader is met zijn pas verworven Dafje het Twentekanaal in gereden. Als hij dat verneemt, valt Marinus ten prooi aan diepe twijfel en wroeging.

“Zij waren daar altijd geweest, in de boerderij in Stokkum. Zij daar, hij hier, aan de andere kant van de wereld, want er was dat anker, dat hem vasthield, onzichtbaar maar solide. De ketting lag over de bodem van alle zeeën en hield hem op de plaats. Nu was dat ineens weg, er was geen ketting meer naar Stokkum. Geen anker.”

De verteller beoordeelt mensen vaak op hun uiterlijk. De scheidslijn ‘oud geld’ en ‘nieuw geld’ wordt scherp getrokken.

In de laatste brief van zijn moeder, die Marinus pas ontvangt als ze al dood en begraven is, somt ze nog eens enkele gewoontes op die de Stokkummers al generaties lang van vader op zoon doorgeven. “Het zijn dingen die een jongen uit het buurtschap Stokkum moet weten. Nu weet je waar je weg komt. Vergeet je huisbrief nooit.”

Ook Frederik Spengler koestert zijn ‘huisbrief’. Hoezeer hij ook zegt te streven naar spanning en avontuur, tegelijk is hij doordesemd van de tradities, de normen en waarden van zijn peers. Zijn liefde voor de gabardine jassen en zijden dassen van zijn opa. Zijn afkeer van rolkoffertjes en mensen die hem ‘een fijne dag’ wensen.

Dit snobisme maakt Frederik niet per se tot een sympathiek personage. Hij beoordeelt mensen vaak op hun uiterlijk, waarbij de scheidslijn ‘oud geld’ en ‘nieuw geld’ scherp getrokken wordt. Maar net als je echt een hekel aan hem dreigt te krijgen, zet Scholten hem vakkundig in z’n hemd, en blijkt deze blaaskaak ook maar een sullige twijfelaar.

Van meet af aan is Frederik gespitst op een seksueel avontuur met Mila. Steeds zindert er een erotische spanning tussen hen beiden: doen ze het of doen ze het niet? Maar als Frederik eindelijk de kans krijgt, is hij zo bang gezien te worden door de tuinman dat hij afdruipt.

Nee, zo revolutionair en meedogenloos als hij zou willen zijn, is Frederik niet. In hem woedt de strijd tussen traditie en vernieuwing, dezelfde strijd die Ethiopië in de twintigste eeuw verscheurde. Ooit waren de Abessijnen een succesvol innovatief volk, omdat ze zo’n sterke band met hun geboortegrond en hun strenge vaders onderhielden, citeert Scholten socioloog Donald Levine. Maar onder de revolutionaire beweging van de Dergue won het avontuur het van de traditie. Met alle noodlottige gevolgen van dien.

In enkele aangrijpende hoofdstukken schetst Scholten de twintigste-eeuwse historie van Ethiopië, die eindigde in bloedige terreur. Het is knap hoe hij die grote geschiedenis steeds verknoopt met het persoonlijke verhaal van zijn hoofdpersonages, en indirect van hemzelf, de schrijver. 

Suikerbastaard is een indrukwekkende roman om diep in weg te zinken. Zeer geschikt voor een complete lockdown.

Jaap Scholten
Suikerbastaard
Pluim/AFdH
€26,50

Word lid van HP/De Tijd