Spring naar de content
bron: shutterstock

Kruising tussen een Kia en een Mazda

De Chinese auto betreedt de Europese markt. Fabrikant SAIC komt met een nieuwe elektrische MG. Hiermee krijgt u wel waar voor uw geld, maar er ontbreekt ook de nodige romantiek aan.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jo Simons

Ach, we zijn wat gewend. De tranen schieten al niet meer meteen in de ogen. Het is een beetje een kwestie van verdringen geworden. 

De genadeklap was eigenlijk de eerste elektrisch aangedreven Porsche. Een elektrische Jaguar kon er dan ook nog bij. Het zal allemaal wel. Er bestaat al een hybride Ferrari en ze willen zelfs een compleet elektrische gaan maken over vijf jaar. Rolls-Royce neemt afscheid van zijn beroemde twaalfcilinder en heeft ook plannen voor een geheel elektrische versie. De tranen beginnen toch te komen, merk ik. 

De enige hoop is nog dat de benzineprijzen definitief bodemloos laag blijven, zodat elektrisch rijden de duurdere variant wordt. Maar nu draaf ik door.

Ieder automerk heeft inmiddels een elektrische variant, en die trend lijkt nauwelijks meer te keren. Waterstof is de verstandige versie daarvan, maar waterstof geeft uiteindelijk ook stroom aan het wasmachinemotortje dat de aandrijflijn zal worden van alles wat rijdt.

Het is misschien een wat ongunstig tijdstip om het erover te hebben, dacht ik, toen ik achter het stuur kroop van een nieuw autootje op de Nederlandse markt. Een Chineesje is niet meteen een populair dingetje, nu het virus gelinkt wordt aan alles wat onze samenleving heeft doen ontsporen (waarbij aan goedkope Chinese waar een flink aandeel wordt toegedicht).

Rolls-Royce neemt afscheid van zijn twaalfcilinder en heeft plannen voor een elektrische versie. De tranen beginnen te komen.

In de garages in de Verenigde Staten, waar vroeger Amerikaanse slagschepen als Pontiac, Studebaker, Lincoln en Cadillac stonden, staan geen auto’s meer. Ze staan nu vol met meuk, made in China, aangekocht in de plaatselijke Walmart, die via de populaire Garage Sale in het gunstigste geval jaarlijks verfrist wordt. En met een beetje pech staat er vóór die garage een Aziatisch automobiel. In één ding heeft de gek Trump gelijk: weg met de rommel! Koopt Amerikaansche waar! Die overigens in de meeste gevallen niet meer of onbetaalbaar duur gefabriceerd wordt.

Of de pandemie tot hervormingen zal nopen? We zullen zien.

Feit is dat Europa zich tot nu toe op vrijwel identieke wijze het graf in shopte, met alles wat het gele gevaar op de markt flikkerde en in enorme smerige containerschepen liet omkieperen in de Waddenzee. 

Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden dat de plaatselijke garagist, die in alles de boot gemist had, tot ieders leedvermaak opeens dealer werd van een Japans automerk. Made in Japan, het stond op alle blikken speelgoed, die op de verjaardag zelf al meestal het loodje legden. Maar dat lachen is iedereen – en zeker de Fiatdealer, die nu niet eens een elektrische auto kan leveren – helemaal vergaan. En dat geldt misschien ook voor een heleboel andere dealers en importeurs. Want naast de oerdegelijke Japanners en Koreanen komt nu dus ook de Chinese auto op de Europese markt.

Hij heet niet Lange Muur, niet Rijzende Zon en ook niet Lucky Drive, hij heet MG. En ja hoor, daar komen ze weer, de waterlanders. Het zal mede aan de lange tijd in quarantaine liggen, maar het verdriet is ook wel enorm natuurlijk.

MG staat voor Morris Garage, het Engelse automerk dat voluit Morris Garage Car Company heette – naar zijn oprichter, de heer Morris – en die sinds 1920 in Oxford in de Longwall Street gehuisvest was. Ai, ai, ai, Longwall Street, misschien dat het lot toen al bezegeld was, maar eerst maakten ze nog ruim vijftig jaar prachtige zogenaamde sportauto’s. 

Voor wie het niet meer weet: dit waren lage tweezitter-cabrio’s, gemaakt om ‘sportief’ te rijden, een ouderwets automobielfeest voor wie geen toupetje had. Een auto waar je niet instapte, maar die je aantrok. Zonder veiligheidsgordel, want de veiligste weg bij malheur was eruit vliegen. Het onbekrachtigde mechaniek vereiste niet alleen een redelijk atletisch vermogen van de bestuurder, maar ook een verfijnde kennis van mechanische overbrenging en elektrische ontstekingen, koelsystemen en bandenspanning. In de beleving reed je twee keer zo hard als de teller aangaf en ach… er zijn boeken over geschreven.

In één ding heeft de gek Trump gelijk: weg met de rommel! Koopt Amerikaansche waar!

Tijden veranderen, en alle moedermaatschappijen die zich in de jaren zeventig ontfermden over het sportwagenmerk MG gingen failliet. Het prachtige logo MG ging in de ramsj en belandde uiteindelijk bij de Shanghai Automotive Industry Corporation (SAIC). Het was de tijd van Thatcher; nu zouden ze er een stokje voor gestoken hebben, neem ik aan.

Nu kan elke Nederlander de MG ZS EV kopen voor ruim 30.000 euro, en het moet gezegd, alles wat een moderne auto zoal heeft, zit erop en eraan. Hij ziet eruit als een kruising tussen een Kia en een Mazda, de spoorbreedte mag wat breder, alle techniek mag wat verfijnder, de actieradius houdt niet echt over en wat u ervoor terugkrijgt na een paar jaar zal wel meevallen, want het is een elektrische en dus gewilde variant. De eerlijkheid gebiedt te zeggen: een Audi voelt net zo blikkerig en plastic aan, om maar eens een zijstraat te noemen, en je betaalt er tien mille meer voor. En een bedrijf als SAIC is niet het eerste het beste; ze maken al auto’s sinds de jaren vijftig en zijn bijna net zo groot als Volkswagen. Om het een vlag op een modderschuit te noemen is wel heel oneerbiedig, maar om dat mooie logo zo terug te zien, doet pijn. 

Als uw kinderen vragen waar ‘MG’ voor staat – áls ze het al vragen, want kinderen geven geen snars meer om auto’s –, dan zegt u gewoon: Mega Gaaf. De Nederlandse portemonnee maalt er niet om, die heeft sowieso geen historisch besef. Karren maar! 

Word lid van HP/De Tijd

Onderwerpen