Spring naar de content
bron: Gabriel kousbroek

G.H.B. in Wuhan en Lombardije

G.H.B. brengt een bezoek aan Wuhan, op uitnodiging van de Nederlandse Kamer van Koophandel. Na een succesvolle tournee door de Volksrepubliek doet hij ook Teheran en Lombardije aan.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door G.H.B. Hiltermann

Vrienden en vriendinnen van het goede leven! Vorig jaar verwittigde ik u in deze bescheiden kroniek over mijn rondreis door China. Ik was daar mede op uitnodiging van onze Kamer van Koophandel in Wuhan. 

In die indrukwekkende miljoenenstad, waar tot mijn bezoek nog nooit iemand van had gehoord, hield ik in het Bonsai, Strange Stone & Root Carving Art Museum én aan de voet van de Gele Kraanvogel-toren drukbezochte referaten over Cui Hao, de bekende dichter uit de Tang-dynastie. Onder mijn pseudoniem W.L. Idema schreef ik ooit in het Hollands Maandblad:

Cui Hao, die stierf in 754, was een ambtenaar. In zijn ambtelijke carrière bracht hij het niet ver, zijn hoogste post was die van een van de twee vice-directeuren van het bureau voor honoraire titels. Zijn biografen wijten dat aan zijn niet-correcte gedrag. Cui Hao hield van het spel, de drank en de vrouwen: “Zijn levenswandel was verdorven, hij hield van het gokspel en was verslaafd aan de drank. Wanneer hij trouwde lette hij alleen op uiterlijke schoonheid. Maar als zijn vrouw hem dan even niet beviel, liet hij haar meteen in de steek. Dat gebeurde een vier, vijf maal.”

Honi soit qui mal y pense! Bohemiens als Cui Hao worden vandaag de dag niet meer gemaakt en wat er tegenwoordig voor dichter doorgaat, betreft in de regel burgermannelijke staatsruiveniers die in hun doorzonwoningen in Vinexland met de ene hand sinterklaasrijmpjes bakken en met de andere hand de baby wiegen terwijl moeder de vrouw druk doende is met een tupperwareparty voor haar ‘dinnies’. 

In Wuhan at ik uit beleefdheid geroosterd vlees van wolvenpuppy’s en gestoofde poedel met lotushart. 

Na mijn succesvolle tournee door de Volksrepubliek, tijdens welke ontelbaar veel Chinezen mij dankbaar de hand schudden, vloog ik voor een korte Erholungsurlaub door naar de spa van Bagni di Bormio in het Noord-Italiaanse Lombardije. U kent mijn levensmotto ‘mens sana in corpore sano’, wat zoveel betekent als ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’, een citaat uit een van de satiren van de Romeinse dichter Juvenalis.

Onderweg naar Milaan maakte ik nog een korte tussenstop in Teheran, waar ik een meet-and-greet had met diverse hoogwaardigheidsbekleders vanwege mijn dit najaar verschijnende, nu reeds omstreden pageturner over Farah Diba Pahlavi en haar intieme contacten met het Nederlands koningshuis en met name met die schavuit van een ZKHPB. 

Nu hoor ik u brommen: maar G.H.B., heeft u met dit fascinerende tripje niet een ontzagwekkende koolstofvoetafdruk achtergelaten? U bent immers altijd zo begaan met klimaat en milieu? 

Ik moet u in alle eerlijkheid bekennen dat ik op advies van mijn goede vriend Frans Timmermans en uit respect voor zijn Green Deal even overwogen heb om van Londen naar Peking te reizen met de Transsiberië Express: via Moskou, Tasjkent, Almaty en Ürümqi. 

Dat werd helaas wat te begrotelijk voor de Nederlandse Kamer van Koophandel in Wuhan en ik heb natuurlijk ook niet het eeuwige leven. Twee weken treinen onder barre omstandigheden door die uithoek van de planeet staat voor een krasse octogenarius als ik gelijk aan een jaar globetrotten voor een jonge, frisse knul. Bovendien was ik wat huiverig voor de talloze reisprikken die ik voor deze expeditie verplicht moest halen bij het Tropencentrum in Amsterdam. 

Je hoort de laatste tijd de raarste verhalen over vaccinaties. Met Rennies, norit, paracetamol en Hansaplast in mijn reisapotheek heb ik Afrika, Papoea-Nieuw-Guinea en Zuid-Amerika overleefd, dus waarom zou ik mij nodeloos laten volspuiten met rommel waarover eigenlijk niets bekend is? Voor geen goud wil ik het weerloze proefkonijn van Big Pharma spelen. Aan mijn lijf geen polonaise, vrienden. En wat hebben vaccinaties voor zin als je een grote boodschap moet doen in het legendarisch smerige sanitair van de Transsiberië Express, nog even los van de struikrovers in de Gobiwoestijn, zelfmoordaanslagen door de jihadistische Oeigoeren in Sinkiang en – last but not least – het voeder in de restauratiewagon? 

De tekst gaat onder de tekening verder.

Illustratie: Gabriel Kousbroek

In Wuhan at ik uit beleefdheid onder andere geroosterd vlees van wolvenpuppy’s, roergebakken civetkat, slangen- en vleermuizensoep en natuurlijk de lokale topper: gestoofde poedel met lotushart en bamboescheuten. 

U kent mij als een buongustaio, een smulpaap. Welnu, ik ben dol op de Chinese keuken en met name die van mijn vriend Nam Kee op de hoofdstedelijke Zeedijk en Royal San Kong aan de Dorpsstraat in Amstelveen (waar ik voor de plagerij altijd even zeg: doet u mij maar wat meneer Van Hout hier de laatste keer bestelde), maar na de regionale keuken van Wuhan was ik toe aan een eenvoudige doch voedzame maaltijd bij Da Vittorio van de gebroeders Enrico en Roberto Cerea, op het vertrouwde adres in Brusaporto nabij Bergamo. 

Met alle respect: u begrijpt dat ik snakte naar piccione al sambuco, crema cotta di porri e taleggio, een en ander besprenkeld met een fraaie barolo van Bruno Giacosa Collina Rionda en natuurlijk de degustazione di cioccolato, afgeblust met een drupje Vecchia Romagna Etichetta Nera.

Onze consul in Milaan had mij uitgenodigd voor La traviata van Giuseppe Verdi in La Scala van Milaan, onder de bezielende leiding van dirigent Myung-whun Chung. Een schitterende uitvoering, mag ik wel zeggen, en de nazit bij de consul thuis was ook indrukwekkend qua gastenlijst. 

Als ospite d’onore had ik in de villa van onze man in Milaan diverse tête-à-têtes met de beau monde van Lombardije en u begrijpt dat ik dolblij was dat ik – op mijn tandvlees – terug kon naar de Bagni di Bormio om te herstellen van de slopende reis en de geweldige indrukken. In Nederland wachtte mij in het kader van de Boekenweek een wekenlange signeertournee, met als feestelijke afsluiting het Boekenbal in de Stadsschouwburg in Amsterdam, waar ik als eregast was uitgenodigd omdat ik bij de eerste editie in 1947 was. De laatste der Mohikanen, zo werd ik aangekondigd door het CPNB. Maar daarover deo volente meer in de mei-editie van de Haagsche Post

Arrivederci, amici. Salute!

Word lid van HP/De Tijd