Spring naar de content
bron: Frank Krake

Leven in een sekte: de terreur van de profeet Jusaiah

Frank Krake schreef een boek over Hannelore van Otterloo (42), die vijftien jaar van haar jeugd doorbracht in de sekte Gemeente Gods. Ze wil mensen met haar verhaal waarschuwen. ‘Nog steeds zijn er in Nederland meer dan tachtig sektes actief.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Astrid Theunissen

Hannelore van Otterloo was drie jaar toen haar ouders in aanraking kwamen met de ‘Gemeente Gods’ van sekteleider Sipke Vrieswijk, en negen toen ze bij de zelfbenoemde ‘profeet Jusaiah’ in een klooster in het Gelderse Velddriel terechtkwam. Twee jaar later werd ze uitverkoren als bruid van God en heette ze Yaruma. Rond haar vijftiende ontvoerde Vrieswijk haar naar Israël, Zweden en Cyprus. Net voor haar achttiende verjaardag werd ze uit de sekte bevrijd.

Achter de droge feiten schuilt een groot drama. Vrieswijk was een tiran. Samen met zijn partner Aagje, die doorging voor profetes Aïda, voerde hij een schrikbewind. De leden van de Gemeente Gods werden vernederd, uitgehongerd, fysiek uitgeput, financieel uitgekleed, seksueel misbruikt en aangezet om afstand te doen van hun kinderen en ouders. Totdat het profetenstel in 1997 werd opgepakt en werd veroordeeld tot tbs met dwangverpleging wegens verkrachting en kindermisbruik.

Vanaf deze maand is Van Otterloos indrukwekkende verhaal te lezen in het boek Hannelore – Het meisje uit de sekte van Frank Krake. Ze liet het optekenen om mensen te waarschuwen, vertelt Hannelore achter een cappuccino in een hotel in het Drentse Hoogeveen, waar ze met haar man en vier kinderen woont. Van politieman Peter Withag, die destijds betrokken was bij haar bevrijding, weet ze dat er vandaag de dag nog steeds meer dan tachtig sektes actief zijn in Nederland. “Iedereen denkt bij sektes aan iets wat zich ver weg afspeelt, maar er gebeuren de gekste dingen in je nabijheid. Neem het drama in Ruinerwold. Dat dorp ligt hier 25 kilometer vandaan.”

Hannelore van Otterloo.
Bron: Frank Krake

Wat dacht je toen je het nieuws over de opgesloten kinderen hoorde?

Gekscherend: “Ik dacht: weer een man met een baard.” Serieus: “En ik wilde naar die kinderen toe rennen om te zeggen: “Houd vol. Het komt goed.” Een tweede reden om dit boek te maken is omdat ik mensen die een moeilijke jeugd hebben gehad, hoop wil geven. Het kan toch goed komen.”

Het heeft haar de nodige jaren en de nodige therapeutische hulp gekost, maar Hannelore heeft haar leven goed op de rit en dat straalt ze uit. De vrouw aan de hoteltafel is een vrolijke verschijning met een heldere blik in haar blauwe ogen. Dat Frank Krake ook aanschuift, is louter om eventueel achtergrondinformatie te verschaffen over de sekte die Hannelore ontbeert.

Was het maken van het boek een pijnlijk proces?

“Het herinnerde me aan de pijn die ik daar voelde, maar ik voelde die pijn niet meer. Ik was na al die tijd, bijna 25 jaar, echt klaar om het verhaal te vertellen. En omdat Frank ook met mijn ouders en andere sekteleden heeft gesproken en politierapporten over de Gemeente Gods in handen had, werd veel uit mijn verleden opgehelderd. De sekte was voor mij altijd een onaffe puzzel. Door het boek vielen alle stukjes in elkaar. Dat is prettig.”

Wat zijn je eerste herinneringen?

Dat we ranja en koekjes kregen. Vrieswijk maakte het voor nieuwkomers nog enigszins gezellig, anders kreeg hij natuurlijk niemand mee. Al snel moesten we op een extreme manier ontzag tonen voor Vrieswijk en zijn vrouw Aagje. Toen ik tijdens een dienst waarin we de ogen gesloten moesten houden, heel even door mijn oogharen gluurde, werd ik verschrikkelijk uitgescholden. En ineens was onze hond verdwenen. Vrieswijk had gezegd dat die hond bezeten was door het kwaad en het huis uit moest. Hij zei dat om te testen of mijn ouders hem blind zou volgen.”

Samen met zijn partner Aagje, die doorging voor profetes Aïda, voerde Vrieswijk een schrikbewind

Ze volgden hem naar het klooster dat Vrieswijk kocht met het geld van zijn volgelingen.

“In het klooster werd alles erger. We leefden daar permanent met de angst dat we iets fout deden, want dan kreeg je geen eten of je werd afgezonderd of helemaal weggestuurd.”

Zoals je kleine zusje. Het is hartverscheurend om te lezen hoe Vrieswijk publiekelijk tekeergaat omdat ze tijdens een urenlange preek even niet oplet en hij besluit dat het ‘Godonwaardige’ kind van acht onmiddellijk uit het klooster moet vertrekken.

“In het klooster viel ons gezin uiteen. Mijn zusje ging naar oma – door haar is ze grotendeels grootgebracht – en mijn vader mocht pas na een jaar in het klooster komen wonen. Apart van ons. In een gebouw honderd meter verder op het terrein. Mannen en vrouwen leefden gescheiden van elkaar en mochten niet met elkaar praten. Vanaf mijn tiende heb ik niet meer met mijn vader gesproken. Als we beiden in de tuin moesten werken, zal ik hem hooguit om een hark hebben gevraagd.”

Het is voor buitenstaanders onbegrijpelijk dat volwassenen accepteren dat ze hun kind of hun partner moeten afstaan. De profeet palmde de vrouwen in en stuurde de mannen de echtscheidingspapieren.

“Het is niet te begrijpen. Toen ik voor een zoveelste keer het manuscript las, werd ik er ineens ook heel gefrustreerd van. Dat Vrieswijk mijn zusje het klooster uit stuurde en dat ik niet met mijn vader mocht praten, aanvaard je als kind omdat de volwassenen om je heen het aanvaarden. Ik had geen ander referentiekader, de volwassenen wel. Zij wisten dat het leven ook anders kon zijn. Waarom grepen zij niet in?”

Nou?

“Ze waren gehersenspoeld. Mensen dachten niet meer zelf na. En er was die constante angst.”

Frank: “Leden van de sekte werden ook vaak uit hun slaap gehouden en kregen weinig te eten. Daar brak Vrieswijk mensen mee. Als je nauwelijks aan slapen en eten toekomt, word je breekbaar.”

Hannelore knikt.

Wat maakte je ouders zo gevoelig voor een man als Vrieswijk?

“Het was vooral mijn moeder. Zij was weg uit haar vertrouwde omgeving, verhuisd van het oosten naar het westen, en zocht naar geestelijk voedsel. Ze had een sterke band met haar vader, die ouderling was in de Hervormde Kerk in Vriezenveen, en miste de sfeer en beleving van de kerk waarmee ze was opgegroeid. Toen werd mijn moeder op haar school – ze was onderwijzeres – door een ouder geattendeerd op Vrieswijk. Ze was nieuwsgierig en als je eenmaal een keer bij hem bent geweest en je je kwetsbaar hebt getoond, begint het spel van indoctrinatie en manipulatie. Het is jammer dat er maar één klein tv-fragment van hem bestaat. Anders zouden mensen beter snappen hoe manipulatief hij is.”

Je opa woonde een dienst van de Gemeente Gods bij en zei meteen dat Vrieswijk een oplichter was.

“Opa probeerde ons te redden uit de handen van die man, maar mijn ouders waren al gehersenspoeld. Dat opa tegen ons zei dat Vrieswijk niet deugde, had Vrieswijk ons ook al voorspeld. Hij sprak altijd over de slechte buitenwereld die ons niet begreep. Vrieswijk voorspelde ook dat opa gestraft zou worden. En opa viel tijdens een dienst als voorganger dood neer op de kansel.”

Vrieswijk voorspelde dat opa gestraft zou worden. En opa viel tijdens een dienst als voorganger dood neer op de kansel.

Toeval?

Knikt. “Achteraf gezien: ja.”

Je moeder ging niet naar de begrafenis.

“Vrieswijk plukte teksten uit de Bijbel en plaatste die in een andere context. ‘Wie zijn vader en moeder liefheeft boven God, is mij niet waardig,’ sprak hij. Die zin herinner ik me letterlijk. Daarmee zette hij mensen op tegen hun ouders die wantrouwig waren tegenover de sekte. Vrieswijk dwong hen om ze te terroriseren, liet sekteleden hun ouders ’s nachts wakker bellen en bedreigen.”

Jij werd ook weggehaald bij je moeder.

“Ik was tien toen ik weg moest uit de kamer van mijn moeder en in een ander gebouw op het terrein ging wonen. Dat was heel heftig. Ik had het verdriet van mijn moeder om het vertrek van mijn zusje gezien; nu raakte ze mij ook nog kwijt. Huilend zat ze op de trap en ik liep zonder iets te zeggen langs haar heen, omdat ik wist dat ik haar niet mocht troosten. Anders zou ik gestraft worden. Mijn moeder heeft als straf wekenlang opgesloten gezeten in een piepklein kamertje waar de maaltijden voor de deur werden gezet. Ze heeft heel vaak in afzondering gezeten. Ze was de pispaal daar.”

Frank: “Haar moeder vertelde dat ze de stenen van de kerk tegenover telde, tegen de verveling. Ze had geen boeken, niks. Alleen haar bijbel.”

Sipke Vrieswijk.
Bron: Frank Krake
bron: Roel Dijkstra

Hannelore: “Toen ik mijn moeder zag huilen en ik niets kon doen, heb ik mijn gevoel uitgeschakeld. Ik ben me gaan schikken in die rol die van me werd gewenst. Ik was als de dood dat ik, net als mijn moeder, als uitschot zou worden behandeld en ook opgesloten zou worden of op straat zou worden gezet of het bloedhete washok in moest.”

Frank: “Of dat je zwijgplicht kreeg?”

Hannelore lachend: “Wat was de ergste straf? Ik kan niet kiezen.” Dan: “Bij zwijgplicht had je in elk geval nog toegang tot school en eten. Als je op straat of in het kippenhok werd gezet, wist je nooit wanneer de straf over was. En we spraken toch al niet of nauwelijks met elkaar. Alles kon namelijk tegen je worden gebruikt, niemand was te vertrouwen. Wie had gezien of gehoord dat iemand iets ‘fout’ had gedaan, moest dat opschrijven en in een interne brievenbus doen.”

Op je elfde werd je verkozen tot bruid van God, ging je Yaruma heten en moest je het bed delen met Vrieswijk, Aagje en anderen.

“Het was nog een geluk dat ik zo onwetend was. Mijn moeder had me ooit gewaarschuwd voor potloodventers, maar dit was anders. Ik deed wat alle andere vrouwen deden. Ik was me er niet van bewust dat wat er gebeurde, niet hoorde. Vrieswijk en Aagje vertelden dat het heilig was. Ik was uitverkoren. Ik kreeg sieraden, mocht ineens tijdens de diensten dichter bij de profeet zitten, ik hoorde ergens bij. We waren allemaal eenlingen, en als je naar boven werd geroepen, werd je gekend en kreeg je even geen straf. Al bleef de angst dat ik iets fout deed. Dat kon altijd, op elk moment, ook in bed.”

Op een nacht trof je je moeder aan in datzelfde bed. Hoe erg was dat?

“Het maakte niet uit. Omdat we al jaren niet meer met elkaar mochten praten en zij allang niet meer voor me zorgde, was ik van mijn moeder vervreemd. Ze was gewoon een van de vrouwen daar.”

Frank: “Jullie werden ook beneveld met alcohol voordat jullie het bed in moesten. De kinderen ook.”

Ik was tien toen ik weg moest uit de kamer van mijn moeder en in een ander gebouw op het terrein ging wonen.

Maakt dat drogeren het nog erger, nu achteraf?

“Nee. Fout is fout.” Na een slok koffie: “Toen mijn dochter elf werd, dacht ik: was ik zo jong? Zo klein? Maar ik was op mijn elfde allang geen kind meer.”

Hoe hield je dat leven vol daar, die permanente angst?

“Als je constant onder hoogspanning staat, ervaar je dat niet meer als zodanig en geef je je over aan de situatie. We leefden bij de dag en we wachtten op de wederkomst van Jezus. Vrieswijk dacht dat hij een heraut was en op een dag voor volle stadia zouden gaan verkondigen dat Jezus op komst was. Dat we plotseling met een kleine groep naar Israël, het heilige land, verhuisden, leek daar een voorbode van te zijn.”

Frank: “De ware reden was dat voor Vrieswijk in Nederland de grond te heet onder de voeten werd. Er waren meerdere aangiftes tegen hem gedaan van voormalige leden van de Gemeente Gods die er door hem uitgezet waren. De Belastingdienst en de kinderbescherming zaten achter hem aan.”

Hannelore: “Eenmaal in Israël geloofde ik ook niet meer in die doorbraak van Jezus. De bijbel ging niet meer open. Het draaide alleen nog om de verering van Aagje en Vrieswijk.”

Heb je nooit aan vluchten gedacht?

Hannelore: “Want wat zou er dan van mij terechtkomen?! Vrieswijk waarschuwde ons constant voor de boze buitenwereld en daarin werd hij voortdurend bevestigd, want we werden altijd raar bekeken. Logisch, want wij spraken niet met elkaar en droegen vormeloze kleren. Nee, ik dacht er niet aan om weg te gaan. Ik had trouwens ook geen paspoort en ik wist niet dat ik naar de politie kon gaan voor hulp. Dat was me niet geleerd. Ik had toen niet de indruk dat ik weg kon.”

Frank: “Je was ontvoerd. Je had geen geld, geen paspoort. Je vertelde me dat je gedurende het jaar dat je in Israël verbleef, maar tien keer buiten de poort van jullie huis bent geweest. In Cyprus, waar jullie later heen gingen, kwam je in een jaar slechts vijf keer buiten.”

Hannelore: “Klopt. Maar ik had aanvaard dat dat mijn leven was.”

Toen jij in Israël zat, is je moeder uit de sekte gezet. Zij heeft jouw oom, die al jarenlang bezig was om jou eruit te krijgen, geholpen om je naar Nederland te krijgen. Dat viel je rauw op het dak.

“Het was heel moeilijk om uit de gemeente te zijn. Ik vond het niet onprettig bij de oom en tante die me opvingen, maar ik schrok van mijn positieve gedachten over de boze buitenwereld. Als alles wat mij vijftien jaar lang was voorgehouden niet waar was, was alle pijn voor niks geweest. Ik heb bijna een jaar getwijfeld of ik terugging.”

Goddank trof je een leuke jongen op de EO-Jongerendag.

“Zeker. Ik weet echt niet wat ik anders had gedaan. Door Eduard, mijn huidige man, had ik een reden om in de buitenwereld te blijven.” Grappend: “Ik denk dat hij een goedmakertje van God was.”

Je bent nog steeds gelovig?

“Ja. Ik heb nooit getwijfeld of God bestaat, maar heb me wel afgevraagd: wie is dan de echte God? Ik ben ook boos geweest dat God destijds niet heeft ingegrepen. Maar ik geloof dat hij nu het beste met me voorheeft. Ha.”

Het klooster in Velddriel.
Bron: Frank Krake

Aagje en Vrieswijk zijn beiden veroordeeld tot tbs met dwangbehandeling. Je hebt Aagje in de kliniek opgezocht om haar te vergeven.

“Ik zag haar in eerste instantie alleen als dader. En ze blijft uiteraard verantwoordelijk voor haar daden, maar later begreep ik dat ze ook slachtoffer was. Ik heb haar in 2010 opgezocht. Wel op mijn voorwaarde. Ik wilde in de ruimte zijn voordat zij kwam, zodat ik niet, zoals voorheen, het gevoel had dat ik bij haar op audiëntie kwam. Ik heb een brief voorgelezen en haar in de ogen gekeken.”

Heeft zij excuses gemaakt?

“Nee, ze reageerde nauwelijks, maar het ging me niet om haar reactie. Haar vergeven gaf mij vrijheid. Na afloop kon ik wel een vreugdedansje maken. Ik wilde Vrieswijk overigens ook opzoeken, maar dat moest op zijn voorwaarden. Dat wilde ik niet.”

Ze kwamen beiden in 2010 kort na elkaar vrij. Was dat schrikken?

“Van Aagje wist ik dat ze zou vrijkomen, van Vrieswijk niet. Hij ging in Papendrecht wonen, waar een paar zusters willens en wetens dertien jaar op hem hadden gewacht.”

Frank: “Hij werd vrijgelaten omdat hij volgens de tbs-kliniek op sterven na dood zou zijn, maar Vrieswijk heeft nog negen jaar geleefd. Dan is zijn conditie totaal verkeerd ingeschat, of hij heeft heel veel geluk gehad.”

Hannelore: “Daar kun je je kwaad over maken, maar wat schiet je daarmee op?”

Op 18 januari 2019 is hij gestorven. Wat deed dat bericht met je?

“Het was een vrijdagavond en we waren met de kinderen tv aan het kijken. Frank had kort daarvoor contact gehad met een zuster in Papendrecht omdat hij Vrieswijk wilde ontmoeten. Prompt werd hij gebeld met de mededeling dat de profeet dood was, dus Frank belde mij. Ik heb die vrijdagavond lang voor me uit gestaard. Hij is gewoon dood, dacht ik steeds. En ineens kwam de vreugde. Ik hou niet van taart, maar taart is feestelijk en ik had iets te vieren, dus ik ben op zaterdagochtend naar de banketbakker gegaan. Ik hoor de kinderen nog vragen: ‘Waarom zit je toch steeds zo te lachen, mam?’”

Frank, zijn laptop openklappend: “Ik had uitgezocht wanneer de begrafenis plaatsvond. Ik was niet welkom, maar ben er stiekem heengegaan en heb liggend met mijn buik in de sneeuw een filmpje gemaakt. Kijk dit! Onze profeet die voor volle stadions zou spreken… Ha!”

De profeet is gewoon dood, dacht ik steeds. En ineens kwam de vreugde

Hannelore, lachend: “Hij wordt begraven door welgeteld drie zusters.” Ze schudt haar hoofd. “Die man was echt compleet gek.”

Hij heeft jullie gezin destijds vernietigd. Hoe is de relatie met je ouders en zus nu?

“Mijn band met iedereen is inmiddels goed. We lopen elkaars deur niet plat, maar er is vertrouwen. We praten alleen niet over vroeger. Ik heb er ook geen behoefte aan. Ik wil niet in hun pijn wroeten. De sekte komt alleen zijdelings ter sprake. Dan zeg ik bijvoorbeeld: ‘Kijk, die schapen hadden we in het klooster ook.’ Maar ze staan alle drie volledig achter dit boek.”

Jouw kinderen zijn tussen de zes en negentien jaar. In hoeverre kennen zij jouw geschiedenis?

“Kinderen vragen altijd: ‘Mama, wat deed jij toen je zo oud was?’ Ik wil geen geheimen meedragen, dus al mijn kinderen weten ervan, ieder op de manier die bij hen past. Mijn dochter van negentien liet weten het boek niet te willen lezen. Nu nog niet.”

Hannelore – Het meisje uit de sekte
Frank Krake
Uitgeverij Achtbaan
€22,99

Kadertekst: Over de sekte Gemeente Gods

De sekte van Sipke Vrieswijk begon in 1975. Een zestigtal leden van de Volle Evangelie Gemeente in Dordrecht, die woonden in ’s-Gravendeel en omgeving, wilden in hun eigen dorp een gemeente beginnen. Ze trokken de in Friesland geboren verzekeringsagent Sipke Vrieswijk (1928) aan als voorganger. De Gemeente Gods verhuisde in 1983 van ’s-Gravendeel naar een voormalig klooster in Velddriel, dat werd aangekocht met spaargeld en erfenissen van de pakweg tachtig leden. Vrieswijk noemde zichzelf ‘de profeet’. God sprak via hem, dus Vrieswijk bepaalde wat er moest gebeuren. Verzet werd in de kiem gesmoord. De meeste mannen moesten het klooster verlaten, hun vrouwen zette hij aan tot echtscheiding. Vrieswijk verstootte zijn echtgenote, zijn tweede, en koos sektelid Aagje Folkerts als zijn nieuwe partner.

In 1992 raakte de sekte in financiële problemen en kreeg de kinderbescherming Vrieswijk in het vizier. Met Folkerts en een aantal vrouwelijke volgelingen vertrok hij naar Israël. In 1997 werden Vrieswijk en Folkerts aangehouden in het Engelse Sussex. In 1999 zijn ze veroordeeld tot tbs met dwangverpleging wegens jarenlang seksueel misbruik van minderjarigen. De destijds 71-jarige profeet beaamde in de rechtbank dat hij seksueel contact had gehad met minderjarigen en stelde: “Als het allemaal zonder goddelijke opdracht gebeurd zou zijn, was het afschuwelijk geweest.” Het psychiatrisch rapport over Vrieswijk stelt dat hij een dominante man is die lijdt aan grootheidswaanzin en andere mensen bewust manipuleert en exploiteert. Net als zijn vriendin Aagje heeft hij een vervormd geweten. In 2010 kwam hij vrij.

Word lid van HP/De Tijd