Spring naar de content
bron: shutterstock

Zo winnen we de strijd tegen kanker

Bijna vijftig jaar na de aankondiging van de ‘oorlog tegen kanker’ zijn we nog niet veel verder gekomen. De gevreesde ziekte komt juist steeds vaker voor, en de effectiviteit van de behandelingen vordert langzaam. Laten we het over een andere boeg gooien.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door William Cortvriendt

In 1971 verklaarde de Amerikaanse president Richard Nixon de ‘War On Cancer’. Hij was ervan overtuigd dat de snelle toename van het aantal kankergevallen kon worden gekeerd door grotere onderzoeksinspanningen. Zijn latere collega George W. Bush wist tijdens een interview zelfs te vertellen dat ‘we nu met redelijk vertrouwen kunnen verklaren dat we de oorlog tegen kanker kunnen winnen’. De ontnuchterende statistieken tonen helaas een andere waarheid.

Cijfers laten namelijk zien dat we steeds vaker en vroeger kanker krijgen en dat kanker de voornaamste doodsoorzaak is geworden. Sinds 1990 is het aantal jaarlijkse nieuwe kankergevallen in Nederland meer dan verdubbeld. Op dit moment heeft een man 45 procent kans om gedurende zijn leven kanker te krijgen en een vrouw 37 procent. Uiteindelijk sterft een op de drie mensen in Nederland aan de gevolgen van kanker. Deze cijfers betekenen voor een gezin met twee ouders en twee kinderen dat de kans ondertussen bijna negentig procent is dat ten minste een van deze vier familieleden tijdens zijn leven wordt getroffen door kanker! 

De kans op kanker neemt sterk toe naarmate je ouder wordt, dus de toename van het aantal kankergevallen wordt nogal eens geweten aan de vergrijzing van de bevolking. Dit verklaart echter slechts een deel van de stijging, want ook per leeftijdsgroep krijgen we steeds vaker kanker. Zo blijkt dat in de periode tussen 1990 en 2018 het risico op kanker van een zestigplusser met 28 procent is gestegen. Bij kinderen is het risico zelfs nog sterker opgelopen. Amerikaans onderzoek laat zien dat tussen 2000 en 2012 het aantal nieuwe gevallen van kanker bij kinderen toenam met veertig procent, terwijl het aantal kinderen in diezelfde periode met slechts drie procent was toegenomen. Het grotere risico blijkt ook uit een Brits onderzoek dat aantoont dat voor iemand die in 1930 werd geboren de gemiddelde kans om gedurende diens leven kanker te krijgen 37,5 procent is. Voor iemand uit 1960 is dat al opgelopen tot meer dan 50 procent! 

Het geeft daarbij te denken dat in prehistorische menselijke botten nooit kanker is aangetroffen. In een studie van duizend Egyptische mummies werd slechts in één exemplaar kanker aangetroffen. Onderzoek toont aan dat 90 tot 95 procent van alle kankergevallen samenhangt met onze moderne omgeving en de bijbehorende leefstijl. Vooral sinds de opkomst van de chemische industrie zijn we in toenemende mate blootgesteld aan nieuwe chemicaliën, hebben we nieuwe gewoonten aangeleerd zoals overmatig zonnebaden, en zijn de samenstelling van onze voeding en de aard en mate van lichaamsbeweging volledig veranderd. Onze genen, die gedurende vele miljoenen jaren geleidelijk aan zijn geëvolueerd, hebben geen tijd gehad om zich hieraan aan te passen. 

Met afstand de beste remedie tegen kanker is de voorkoming van de ziekte.

Gelukkig is gedurende de afgelopen 25 jaar de gemiddelde vijfjaarsoverleving vanaf het moment waarop de diagnose kanker wordt gesteld geleidelijk toegenomen van 48 naar 62 procent. Vandaar ook de optimistische geluiden dat kanker door steeds betere behandelingen geleidelijk verandert van een dodelijke in een chronische ziekte. Helaas is dit slechts ten dele waar. We zijn er namelijk in geslaagd om in de afgelopen decennia enkele van de meest voorkomende tumoren zoals borstkanker, dikke darmkanker, prostaatkanker en baarmoederhalskanker in een steeds vroeger stadium op te sporen, onder meer door intensief bevolkingsonderzoek. Iedereen zal begrijpen dat als kanker in een vroeg stadium wordt opgespoord – met of zonder succesvolle therapie – de overlevingsduur vanaf het moment van de diagnose veel langer is. 

Intussen weten we dat kanker een zeer veelzijdige ziekte is. Kankercellen kunnen snel muteren, waardoor ze resistent worden tegen zelfs de modernste medicijnen. We zien dan ook steeds weer dat de vooruitgang in behandeling vooral in kleine stapjes komt, en niet of nauwelijks door de gewenste spectaculaire doorbraken. Uiteindelijk moeten we na decennia van grote onderzoeksinspanningen constateren dat het aantal sterfgevallen door kanker sedert 1990 met bijna een derde is toegenomen en dat kanker daarmee hart- en vaatziekten is gepasseerd als de belangrijkste doodsoorzaak. Vooralsnog is er dus geen sprake van dat we de strijd tegen kanker winnen! 

Helaas is er veel te weinig aandacht en geld voor preventie van kanker. Want met afstand de beste remedie tegen kanker is om de ziekte niet te krijgen. In een aantal gevallen lukt dit ook door minder te roken en door het voorkomen en vroegtijdig behandelen van bepaalde infecties zoals hepatitis, gastritis, hiv en het humaan papillomavirus. Maar er zijn nog veel onbenutte mogelijkheden, omdat veel mogelijkheden tot preventie minder bekend zijn. Wist u bijvoorbeeld dat gebrek aan lichaamsbeweging, het eten van suiker of het drinken van suikerhoudende drank en het hebben van overgewicht en diabetes type 2 tot de belangrijkste risicofactoren voor kanker behoren? 

Helaas heeft de praktijk ook uitgewezen dat het decennia kan duren voordat intensieve voorlichting over het verband tussen roken en kanker effect sorteert. Het zal dus nog wel enige tijd duren voordat de toenemende kennis over de kankerverwekkende effecten van bijvoorbeeld suiker en weinig lichaamsbeweging leidt tot een afname van het aantal kankerdiagnoses.

Word lid van HP/De Tijd