Spring naar de content
bron: ANP

Wybren van Haga: ‘Ik kan nog veel verder de grenzen overgaan’

En weer raakte de VVD een prominent Tweede Kamerlid kwijt: Wybren van Haga (1967), een van de weinige ondernemers uit de fractie. Een gesprek met een onvervalste klassieke liberaal, volgens Van Haga ‘een soort die het zwaar heeft in de huidige VVD’, waar de afdeling Voorlichting de lakens uitdeelt. ‘Ook bij die partij zijn imago en beeldvorming overheersend geworden.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

We spreken Van Haga op de burelen van zijn kantoor in Haarlem, gelegen op een industrieterrein. Hij heeft zojuist de eerste week als eenmansfractie achter de rug. Eind september werd hij uit de VVD-fractie gezet, nadat hij voor de derde maal in opspraak was gekomen, omdat hij zich tegen de afspraak in toch zou hebben bemoeid met zijn vastgoedbedrijf. De vraag die zich meteen opdringt, is: hoe deden de collega’s tegen hem? “Gewoon, normaal. Vanuit de oppositie werd er zelfs hartelijk gedaan. Femke Merel van Kooten – de collega die bij de Partij voor de Dieren is weggegaan – en de twee Denk-jongens waren ook zeer hulpvaardig. Zij weten wat het is om uit een fractie gezet te worden.”

En hoe is dat?
“Tsja, het is in mijn geval wel een heel rare afwijzing geworden. Ik heb nog steeds het gevoel bij de VVD te horen. Ik ben 38 jaar lid geweest. Ik ben een overdreven loyaal persoon. Dus ja…”

Klaas Dijkhoff nog gesproken, Rutte?
“Ja hoor, ging prima allemaal. Klaas liet mij zelfs voorgaan toen ik moest spreken in het debat dat ging over de vraag wat mijn vertrek nou betekent voor de coalitie die geen meerderheid meer heeft. Een onzinnig debat, want de meerderheid is niet weggevallen. Ik zal in 99 procent van de gevallen meestemmen, omdat ook ik het regeerakkoord heb ondertekend. Dus er is niks veranderd eigenlijk.”

Wat deed het u dat Dijkhoff u betichtte van zetelroof, wat toch hetzelfde is als iemand beschuldigen van diefstal?
“Dat stak wel, ja. Maar staatsrechtelijk is het volkomen in orde dat ik alleen verderga. Ik heb dus niks geroofd. De nuance is dat de fractie met mij heeft gebroken en ik niet met de fractie. Nadat ik had aangekondigd mijn zetel te behouden, werd ik meteen geroyeerd door de partij. Dat vond ik heel erg, ja.”

De beëdiging van Wybren van Haga (VVD) als lid van de Tweede Kamer, oktober 2017

Los van alle onverkwikkelijkheden waarvan u – terecht of onterecht – werd beschuldigd, wat zegt uw ontslag uit de VVD-fractie u over het huidige klimaat in Den Haag?
“Dat dat klimaat wordt gedomineerd door mensen die ambtenaar of wethouder zijn geweest. Kijk naar het boerenprotest. Er zit in de Kamer welgeteld één boer, Maurits von Martels van het CDA. Eén ervaringsdeskundige die weet wat de boeren doormaken, die snapt wat hen dwarszit. Ondernemers, zelfde verhaal. Hoeveel Kamerleden zijn ondernemer? Nog geen handvol, denk ik. Ik ben ondernemer sinds 2002. Ik weet bijvoorbeeld hoe het is om in mei wakker te liggen van de vraag hoe ik het vakantiegeld van mijn personeel moet ophoesten. Ik weet dat veel ondernemers het onzinnig vinden dat zij moeten sparen voor de vakantie van hun werknemers. Het is altijd weer een bedrag dat een enorm beslag legt op je cash. Dit soort verhalen krijg je alleen te horen als je uit die wereld komt.”

Ambtenaren en ondernemers, dat lijken mij verschillende werelden.
“Zijn het ook. Er bestaat onder ambtenaren weinig tolerantie voor ondernemers. Ambtenaren hebben er geen enkel begrip voor dat ondernemers vaak op verschillende manieren naar een einddoel werken. Als ondernemer kom je nu eenmaal elke dag problemen tegen, krijg je bijvoorbeeld ruzie met een leverancier, moet je mensen ontslaan, of wil je een contract beëindigen. Ambtenaren stellen van achter hun bureau een spreadsheet op, bepalen een staffel en zo gaan ze het dan doen. Of het in de praktijk werkt, weten ze niet. Ambtenaren kijken gewoon heel anders, veel meer zwart-wit, naar allerlei onderwerpen. En het is inherent aan dat ambtelijke Den Haag dat er oneindig veel vergaderd wordt, vergaderingen uitgesteld worden, van alles geheim wordt gehouden en wat dies meer zij. Mede door die oververtegenwoordiging van ambtenaren is de politiek een machine geworden die vol met zand is gelopen.”

Wat zegt uw ontslag over de huidige staat van de VVD?
“Ik ben een klassieke liberaal, maar die soort heeft het zwaar in de huidige VVD. We gaan steeds meer de sociaal-liberale kant op. De partij wil zich niet meer identificeren met de spreekwoordelijke parelkettingen of met ouwe knakkers die graag een balletje slaan op de golfbaan. Ik mag graag intern een stevig, inhoudelijk debat voeren. Maar de inhoud is steeds minder van belang. Ook bij de VVD zijn imago en beeldvorming overheersend geworden. De partij is een omslag aan het maken van een partij die er voor het bedrijfsleven was naar een partij die de middenklasse opzoekt. Dit alles om de macht te bestendigen. Ieder rumoer, ieder dingetje dat eventueel slecht kan overkomen, wordt de kop ingedrukt. Dus als zo’n Van Haga de regels overtreedt, al is het maar de schijn daarvan, dan krijg je het moeilijk. Dan raak je uit de gratie.”

Waarom had u trouwens niet het midden- en kleinbedrijf in uw portefeuille, maar onderwijs?
“Dat gebeurt vaker bij grote partijen. Ik heb jaren bij Shell gewerkt, maar het woordvoerderschap voor energie en klimaat kreeg ik niet. Men is bang voor conflicterende belangen. De integriteitskramp is zo groot geworden. Mij gaven ze in eerste instantie onder meer groen onderwijs, waar ik niks van afwist, maar waar ik ook geen integriteitsprobleem mee zou kunnen hebben.”

Wybren van Haga in zijn werkkamer, vlak nadat hij uit de VVD-fractie is gezet, september 2019

Hoe verstikkend was de fractiediscipline in de VVD? Ik vraag dat omdat juist VVD-coryfee Frits Bolkestein in de jaren negentig van de vorige eeuw de zogeheten Carrington-doctrine introduceerde, waarbij hij een dualistische en geen monistische rolverdeling zag voor coalitiefracties in de Kamer.
“Bolkestein, maar ook Hans Wiegel, waren ongelooflijk sterke leiders. Bolkestein zei tegen Kamerleden: ‘Je bent helemaal vrij, maar als je het kabinet wilt laten vallen, hoor ik het graag even van tevoren.’ En Hans Wiegel zei altijd: ‘Mijn fractie heeft geen flanken, maar vlerken.’ Bolkestein en Wiegel durfden die vrijheid te geven, omdat zij niet bang waren voor concurrentie. Zij voelden zich niet bedreigd, omdat ze krachtig en zelfverzekerd waren.”

En Klaas Dijkhoff is dat niet?
“Jawel, maar het gaat niet alleen om hem, maar ook om de groep om hem heen. Waaruit die bestaat? Uit de voorlichters onder aanvoering van Kees Berghuis en de vicefractievoorzitter Bas van ’t Wout, de chief whip, degene die de fractiediscipline bewaakt. Die groep bestaat verder uit een Kamerlid als Roald van der Linde, een stabiele, risicomijdende kerel die het fractieprotocol heeft geschreven. Daarin zijn nog meer integriteitseisen geformuleerd, zoals dat Kamerleden en hun familieleden geen aandelen mogen bezitten. Ik weet dat wij een voorbeeldfunctie hebben, maar deze eisen gaan veel verder dan wat de wet voorschrijft en dat kan riskant zijn. Hierdoor komen leden in een steeds strakker korset te zitten. Iedereen dient binnen deze nieuwe lijntjes te kleuren. Geen gekkigheid, niet al te veel opvallen. Daar houden ze van en dit soort mensen kan dat ook goed, binnen de lijntjes kleuren, want dat doen ze hun hele leven al. Voor sommige mensen is dat makkelijker dan voor anderen. Roald was voorheen ambtenaar, die heeft geen moeite om zich aan die strakkere regels te houden.”

Laat Dijkhoff zich ringeloren door dergelijke onderknuppels?
“Klaas is een vrijdenker, maar kennelijk vindt hij het toch wel fijn om mensen om zich heen te hebben die de boel in het gareel houden.”

Ik mag graag intern een stevig, inhoudelijk debat voeren. Maar de inhoud is steeds minder van belang.

Over Dijkhoff komen we nog te spreken, maar laten we ondertussen niet vergeten dat u uw ontslag toch over uzelf heeft afgeroepen. U bleef betrokken bij uw zakelijke activiteiten, ondanks duidelijke afspraken met de partijleiding om daar ver van te blijven.
“Luister. Een ondernemer kan onmogelijk alles in één keer op afstand zetten. Ik heb op aandringen van Klaas Dijkhoff al mijn bv’s – ik heb er een stuk of acht – op afstand gezet. Daarna heb ik opnieuw op zijn verzoek alles in een stichting gezet; nu ben ik niet eens meer tekeningsbevoegd. Maar als een huurder van een woning die ik privé bezit een proces aanspant, komt de dagvaarding nog steeds bij mij thuis. Die geef ik dan weer door aan de beheerder, die de advocaat erbij betrekt, en dan wens ik ze verder veel succes. Maar nog steeds ga ik met een advocaat in overleg, praat ik met mijn accountant over mijn inkomstenbelasting. Als iemand iets vraagt over een bepaalde portefeuille uit 2011, ja, dan geef ik daar ook antwoord op.”

Wat de partijtop van u eiste, kon dus niet in de praktijk?
“Ik had een conflict met een huurder in Haarlem, en die heb ik een keer een e-mail gestuurd. Daarin verwees ik hem naar de beheerder. Een bericht van niks, er vinden hier vijftigduizend van dergelijke mutaties per jaar plaats. Maar goed, dat mailtje kwam in de publiciteit. Klaas Dijkhoff zei: je zou je er niet meer mee bemoeien. Nou, antwoordde ik, ik vind dit niet een geval van ‘ermee bemoeien’ hoor.”

De VVD startte eerder een integriteitsonderzoek naar u over mogelijk geschonden regels bij het zogeheten delen van woningen in Amsterdam. Daaruit bleek dat u niets had overtreden. Toch was u daarna aangeschoten wild. Hoe kan dat?
“Ja, de uitkomst van het onderzoek was dat er geen enkele onregelmatigheid was geconstateerd, maar subsidiair hadden ze eraan toegevoegd dat het ondernemerschap onverenigbaar is met het Kamerlidmaatschap. Sloeg werkelijk nergens op, want mij viel niks te verwijten in die kwestie. Maar daarmee was wel de toon over mij gezet.”

U kwam ook nog eens in het nieuws vanwege rijden onder invloed.
“Ik had 0,6 promille in mijn bloed. Dat zijn twee glazen wijn. Normaal pak ik altijd een taxi als ik te veel op heb. Deze keer dacht ik dat dat niet nodig was. Sowieso een rare gang van zaken, dit. Ik werd op de snelweg aangehouden terwijl ik keurig honderd kilometer per uur reed. De agent nam mij mee naar het bureau in Badhoevedorp omdat hij geen blaastest bij zich had. Merkwaardig. Ik had dus 0,6 promille, te veel, en ik kreeg een boete van driehonderd euro. Een van de agenten zei dat ik niet bang hoefde te zijn dat dit in de publiciteit zou komen, dus daar ging ik maar van uit. Een week later, pats, op de voorpagina van De Telegraaf: ‘Dronken VVD’er…’ Uiterst merkwaardig allemaal. Net als bij Femke Halsema kun je je afvragen hoe dit uitlekt. Zelfs Michael P. komt niet met zijn naam en foto in de krant. Werkelijk schandalig dat je als politicus of bestuurder deze bescherming niet hebt.”

Dus?
“Waarschijnlijk heeft iemand de krant getipt, maar wie en waarom dat is gebeurd, kan ik niet zeggen.”

Wybren van Haga in gesprek met de pers nadat hij uit de VVD fractie is gezet, september 2019

Oké, maar nu dus eenmansfractie. Wat moet ik me voorstellen: vergadert u op dinsdagochtend met uzelf?
“Haha, voorlopig wel ja. Ik hoop binnenkort iemand aan te trekken die fungeert als ambtelijk secretaris en als beleids- en persoonlijk medewerker ineen. Met hem of haar zal ik bepalen welke vergaderingen ik volg, waarover Kamervragen te stellen en dat soort zaken.”

Hoe groot is uw kamer, en tussen wie bent u weggestopt?
“Ik krijg twee naast elkaar gelegen kamertjes van drie bij zesenhalve meter. Ik zit bij Femke Merel en de Denk-jongens, inderdaad een beetje weggestopt. Sowieso houdt de behuizing van Kamerleden niet over, zeker niet in verhouding tot de werkplekken van sommige ambtenaren.” 

Hoeveel uur per week zullen we u zien in de Kamer? Of wordt u een spook-Kamerlid, zo’n figuur dat altijd afwezig is en zogenaamd steeds werkbezoeken aflegt?
“Geen sprake van. Ik ben in principe bij alle vergaderdagen, wat soms loodzware dagen zijn, doordat de planning nogal eens verandert. Soms wel ieder uur. Niet te doen. Dan verwacht je dat een debat om vier uur begint, en dan blijkt het ineens te zijn verplaatst naar tien uur ’s avonds. Verschrikkelijk.”

In welk debat gaan we u prominent zien?
“Bij de VVD zeiden ze altijd: wij zijn overal bij. Bij alle vergaderingen, maakt niet uit welke. Als je bij wijze van spreken een vergadering over de rechten van pinguïns in Polynesië hebt, dan moet je daarnaartoe. Soms heb je debatten die echt nergens over gaan. Daarvoor moet dan eerst een fractienotitie geschreven worden die wordt besproken in de fractiecommissie, daarna moet-ie door naar de fractie, spreektekst erbij, uiteraard in overleg met Voorlichting, beleidsmedewerker erbij… de doorlooptijd was gigantisch. Dat ga ik allemaal niet doen. Ik kies net als Esther Ouwehand en Thierry Baudet de krenten uit de pap, focus me daarop en hoop dat ik op die manier een paar dingen voor elkaar krijg.”

Doet u ook mee met een nieuwe partij aan de verkiezingen van 2021?
“Dat weet ik niet. Eerst maar eens zien of het de komende tijd een beetje aanslaat allemaal.” 

Heeft u al een andere naam dan de huidige, de groep-Van Haga?
“Nee, heb ik nog niet. Wacht ik ook nog even mee.”

Wat dacht u van Ondernemerspartij Voor Nederland?
“Zoiets zou kunnen, ik ga erop broeden.”

Wat neemt u zichzelf kwalijk? 
“Ik vrees dat ik mezelf toch niet zo veel kan kwalijk nemen. Sommigen in de partij vonden mij lastig. Ik hou van stevige debatten, van elkaars nieren proeven. Klaas Dijkhoff vond dat goed, maar bij de afdeling Voorlichting hebben ze weleens met hun handen in het haar gezeten over mij. Want kijk, als een journalist mijn mening wil weten over het vrouwenquotum, dan kan ik het niet nalaten om te vertellen dat ik dat een grote belediging vind voor vrouwen. En als hij mij vraagt of we per direct van het gas af moeten, dan zal ik toch echt zeggen dat dat op korte termijn niet kan. En wellicht is dat dan in strijd met de opvattingen van het kabinet. Technisch is dat naar mijn mening namelijk onmogelijk. Ik ben ingenieur van origine, dus ik weet waarover ik het heb. Maar ja, dan ontploften ze in het begin bij de afdeling Voorlichting, want het was niet de bedoeling dat ik zomaar met journalisten praatte. Maar dat ging dan over het beeld, want inhoudelijk weet een voorlichter vaak niet van de hoed en de rand. Voorlichting kon er slecht tegen als iemand iets deed wat zij niet wisten. Zij bewaken het beeld en het imago. We kregen bij de VVD ook allerlei trainingen voor omgang met de pers of praten in het openbaar. Ik kreeg er weleens kramp in mijn nek van. Ik liep net iets te veel uit de pas, denk ik. Ik ben onafhankelijk, ook financieel. Ik zit hier niet, zoals zovelen, omdat het Kamerlidmaatschap mij status en een leuk salaris geeft. Ik zit hier voor de ondernemers. Dat is mijn missie.”

Had u ook niet de eer aan uzelf moeten houden?
“Nee, dat wilde ik juist niet. Ik wilde de fractie uitleggen wat er was gebeurd, de collega’s laten zien dat het echt weinig voorstelde allemaal. Dat ik bij wijze van spreken niet iemand had vermoord, of dat er 2,5 promille in mijn bloed zat. Maar het voorstel om afscheid van mij te nemen, werd uiteindelijk unaniem goedgekeurd.”

Ook dat nog eens, volkomen in de steek gelaten door alle 32 collega’s…
“Tijdens die stemming was duidelijk dat Klaas Dijkhoff geen vertrouwen meer in me had. Ja, dan is dat een marsorder voor de rest om hem te volgen. Ik kan niemand wat kwalijk nemen.”

Natuurlijk zou ik in theorie het kabinet kunnen laten vallen, maar nooit uit wraak. Wel om puur inhoudelijke redenen.

Ik zou me zwaar genaaid voelen.
“Nee, zo voel ik dat niet.”

Had Dijkhoff toch niet wat coulanter kunnen zijn? Ik bedoel, zo erg waren uw overtredingen nou ook weer niet.
“We hebben de afgelopen jaren natuurlijk een paar kwesties gehad die de partij schade hebben berokkend. Jos van Rey, voorzitter Henry Keizer, Halbe Zijlstra, Robin Linschoten, Han ten Broeke, Mark Harbers… nog een omstreden figuur erbij, werd gewoon niet meer geaccepteerd. Ik begrijp wel dat op enig moment de rek eruit is.”

Stel, Dijkhoff grijpt de kerstperiode aan om eens goed terug te kijken, vervolgens vast te stellen dat hij met u toch een fout heeft gemaakt en te besluiten u terug te halen. Wat doet u dan?
“Staatrechtelijk kan dat wel geloof ik. Grappige situatie. Zou groots van Klaas zijn als hij dat deed. Terecht ook.” 

Hoopt u er stiekempjes op dat de VVD u alsnog terug gaat nemen? Dat zou uw mildheid jegens hem meteen verklaren.
“Nee, dat gaat niet gebeuren. Die kans is nul. Er zit een heel partijapparaat achter, dat draai je niet zo snel terug.”

Heeft dat vertrek uit de fractie en het royement u veel verdriet gedaan? Heeft u erom gehuild, bij voorbeeld?
“Nee, dat niet.”

Carla Joosten van Elsevier schreef dat u er zo schijnbaar onbewogen over praat. Zo komt u op mij ook over.
“Ik huil heus weleens. Ben best een emotionele jongen. De schade die is aangericht, is behoorlijk groot. Maar ik kan hier niet om huilen. Het besluit om mij eruit te zetten vind ik dom en onnozel, want het gaat tenslotte om een klein verschil van mening.” 

En voor zoveel domheid haalt een Van Haga z’n neus op… lekker hooghartig!
“Het was veel gemakkelijker en netto-positiever geweest, voor alle betrokkenen, als ik in de VVD was gebleven. Ze hadden kunnen redeneren dat er misschien af en toe wat in de krant zou komen rond mijn persoon, maar dat weegt dan maar op tegen het vertrek uit de partij en alle herrie eromheen. Bovendien missen ze nu een kritisch geluid in de fractie.”

Geen wraakgevoelens?
“Nee, die heb ik niet, al is wraak een heel goede emotie die in onze samenleving volkomen wordt getaboeïseerd. In het strafrecht heb je bij de afweging van de strafmaat te maken met de factor wraak, met bescherming van de samenleving en met re-integratie van de dader, maar de laatste jaren draait het steeds vaker om re-integratie van de daders. Volkomen doorgeschoten zijn we daarin. Een slachtoffer moet ook zijn wraakgevoelens bevredigd zien worden door een hoge straf.”

Wat vindt uw vrouw van al dit gedoe?
“Mijn vrouw is woest op mij omdat ik doorga. Was lekker gestopt, zei ze. Je bent eruit gegooid. Ga weer wat normaals doen. Ja, je trekt toch een wissel op je gezin met al die publiciteit.”

Ik snap haar reactie wel.
“Ik ook… kijk eens, ik heb voor hetere vuren gestaan in het leven. Het raakt me gewoon niet omdat ik de juistheid er niet van kan inzien. Als er geen plek meer is voor types als ik, dan moeten we onze eigen weg vervolgen. Dat vind ik niet slim, maar het is nu eenmaal zo.”

Wybren van Haga als zelfstandig Kamerlid, oktober 2019

U bent tijdens uw militaire dienst commando geweest. Groene baret. Dat zijn jongens met wie niet valt te sollen.
“In die opleiding leer je hoe je lang zonder slaap en zonder eten kunt. Je leert je eigen grenzen overschrijden. Dat is weleens lastig als je terugkeert in de gewone samenleving, want sommige mensen gaan nooit een grens over. Dat is ondenkbaar voor hen. Vinden ze onfatsoenlijk ook. Ik denk vaak: ik kan nog veel verder de grenzen overgaan. Ik vind het ook helemaal niet erg als mensen mijn grenzen overgaan. Prima. Maar dat vinden heel veel mensen dus niet fijn hè, dat types als ik ook nog eens de uíterste grenzen durven over te gaan.”

Ging u als kind of als puber ook wel eens over grenzen?
“Ik ben in de vierde klas van het College Hageveld in Heemstede van school gestuurd, omdat ik met een paar andere jongens ingebroken had tijdens Luilak-nacht. Ik heb mijn opleiding vervolgd op het Coornhert Lyceum in Haarlem.”

Aha…
“In mijn pubertijd was ik redelijk emotioneel, ja. Ook zoiets: als je dergelijk kattekwaad in deze tijd uithaalt, heb je meteen een Halt-straf te pakken. Ik ben er veel meer een voorstander van om pubers lekker te laten puberen, dan komt het meestal vanzelf weer goed.”

Uw stem kan doorslaggevend zijn bij de stemmingen. Is het een prettig gevoel te weten dat Rutte u nodig kan hebben?
“Wat ik al zei: ik heb dit regeerakkoord ook ondertekend, dus ik vorm geen risico. En revanchistische gevoelens jegens de premier heb ik niet. Ook niet ten aanzien van de VVD. Wel zeg ik: partij, heb wat meer aandacht voor de geverfde vogels in je fractie. Die geven kleur aan een partij.”

Ik kan me voorstellen dat u weleens dagdroomt dat u het kabinet laat vallen, wat de ultieme vergelding zou zijn.
“Natuurlijk zou ik in theorie het kabinet kunnen laten vallen, maar nooit uit wraak. Wel om puur inhoudelijke redenen. En als straks in het Wilders-proces het onomstotelijke bewijs wordt geleverd, echt on-om-stotelijk, dat Justitie daarin heeft gemanipuleerd, en er wordt een motie van wantrouwen ingediend tegen de verantwoordelijke minister, ja, dan zou het kunnen dat ik mijn stem daaraan geef. Maar nogmaals, dan moet er echt stevig bewijs liggen.”

Dat klinkt toch een beetje dreigend…
“Er is een nieuwe werkelijkheid ontstaan, waar ik niet om heb gevraagd. Maar nu die er eenmaal is, kan ik verder. Zonder last. Ergens ben ik daar ook heel opgelucht over. Bevrijd van al die fractiebureaucratie, van al die onvrijheid. Heerlijk.”