Spring naar de content

Kader Abdolah: ‘Ik heb tijdens het schrijven meermaals gehuild’

De totstandkoming van zijn nieuwe roman, De farao van de Vliet, was emotionele arbeid voor Kader Abdolah (pseudoniem van Hossein Sadjadi Ghaemmaghami Farahani, Arak, 1954). We belden naar Delft om verhaal te halen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Robbert van Rijswijk

Zeg, uw nieuwe roman, waar gaat die over?
“Een beroemde gepensioneerde Nederlandse egyptoloog, Maarten Raven, die zijn geheugen kwijt is. Ik volg hem in de laatste fase van zijn leven.”

Waarom heeft u dit boek geschreven?
“Ik ben eigenlijk zomaar begonnen met schrijven, zonder te weten waar ik zou uitkomen. De voorbije dertig jaren stonden in het teken van vlucht en immigratie, maar ik heb het gevoel dat die fase voorbij is, en dat daarmee ook het schrijven van boeken die daarbij horen voorbij is.

“Mijn eerdere boeken hadden veel oosterse elementen en gingen over traditie, religie, politiek, verleden… heel zware onderwerpen. Ook waren er altijd veel autobiografische bouwstenen in mijn boeken aanwezig. Met een beangstigend gevoel van geluk en vreugde denk ik dat dit boek een keerpunt is in mijn schrijfproces. Er is iets gaande in mijn hoofd. Blijkbaar zijn mijn hersenen toe aan iets lichters. Ik verlangde naar een ander boek dan de boeken die ik voorheen schreef. Ik verlangde naar een verhaal dat niets met mij of mijn herinneringen te maken heeft.”

Uw verhaal gaat over ouderdom, geheugenverlies, het verlangen naar het thuis in een ander land dat niet kan worden bevredigd door een geheim. Zware thema’s en volgens mij toch best autobiografisch. Is dat wel gelukt, het schrijven van een licht verhaal dat niets met u te maken heeft?
“Dit verhaal heeft niets met mij te maken, je kunt er niets in vinden wat direct met Kader Abdolah te maken heeft, of met Kader Abdolah en zijn vaderland. Toch verrast het me hoe autobiografisch het verhaal is geworden. Misschien heb je gelijk.

Geëmotioneerd: “Sorry, ik krijg opeens tranen in mijn ogen. De egyptoloog en zijn beste vriend doen er alles aan om hun geheim naar huis te brengen… misschien heb ik een soortgelijk geheim in mijn geheugen dat ik het liefst naar huis wil brengen. Kader Abdolah past ook niet in een vitrine; hij moet terug naar waar hij vandaan komt.”

Het is een verdrietig boek.
“Ik heb ook tijdens het schrijven meermaals gehuild. Toch gaat het verhaal ook over twee oude mannen die proberen om het leven te vieren, die goed kunnen omgaan met de tragiek van het ouderdom en het gemis van het thuis.”

Wat is de mooiste zin van het boek?
Abdolkarim, geef niet op, denk aan die oude visser en de grote vis.

Er gebeurt niets in dit land. Waarover moet je dan een roman schrijven?

Wat is de ergste tegenslag die u te verduren hebt gekregen tijdens het schrijven van dit boek?  
“Ik laat al mijn manuscripten lezen door een paar vrienden en familieleden – geen professionals, maar ik heb gewoon hun eerlijkheid nodig. Met hen heb ik één afspraak: ik zal hen haten als ze mij in bescherming nemen. Telkens als ik een manuscript af had en eindelijk boven op de berg stond, werd er gezegd: nee, verander deze zin, en dit is al helemaal niets. En dan moest ik weer bergafwaarts en opnieuw beginnen. Zo heb ik van dit boek misschien wel zeventien versies moeten maken. Het was een ware beproeving om telkens dat gevoel van overwinning ervaren maar dan toch weer naar beneden moeten.”

Hoe snel schrijft u?
“Anderhalf jaar geleden ben ik begonnen. De eerste versie schrijf ik heel snel. Ik heb dit verhaal in drie maanden geschreven – elke dag van zes tot negen uur ’s ochtends. Ik let in zo’n eerste versie niet op grammatica en woordkeuzes en foutjes. Het trage deel van het proces komt in de maanden daarna pas. Dan kan ik een kwartier bezig zijn met een formulering, of met het zoeken van het juiste woord in het woordenboek.”

Welke schrijvers schaart u onder uw vrienden?  
“Met Nederlandse schrijver heb ik vooral contact op festivals en dat soort bijeenkomsten. Mijn ervaring is dat diepgewortelde vriendschappen onder schrijvers er niet inzitten. De vriendschappen blijven vaak oppervlakkig en nep. Ik heb het gevoel dat er altijd wel iets wordt achtergehouden. Dat komt misschien door de concurrentie, door jaloezie. Zelf word ik ook weleens gelukkig als ik een lelijk boek van een collega lees.”

Wie zijn uw favoriete Nederlandstalige schrijvers?   
“Mijn favoriete Nederlandstalige schrijvers zijn overleden: W.F. Hermans en Multatuli. Hermans is een goed voorbeeld van Nederlandse literatuur. Er gebeurt niets in dit land, behalve een paar grappige dingen in de politiek. Waarover moet je dan een roman schrijven? Wat is je literaire bouwmateriaal? Dat heeft Nederland niet. Daarom wordt er geen grote wereldliteratuur geschreven, en daarom worden er ook geen gewichtige films gemaakt. Hermans heeft in Nooit meer slapen wonderen verricht door van niets toch iets te maken. Dat vind ik heel knap.”

Tot slot: op het huis van welke schrijver zou u wel een precisiebombardement willen laten uitvoeren?  
“Wat voor bombardement? Nee, ik heb veel respect voor iedereen die schrijft; schrijvers zijn bijzondere, hardwerkende geesten. Ik zou nog eerder kiezen voor mooie grote tuinen met bloemen en boomvruchten, als ik schrijvershuizen maar mag overslaan. Ik zou het graf van Annie M.G. Schmidt willen bombarderen met bloemen.”

De farao aan de Vliet wordt uitgegeven door Uitgeverij Prometheus en ligt nu in de winkels.