Spring naar de content
bron: Hollandse Hoogte

Na vijftien jaar couturejurken, wilde Jan Taminiau iets nieuws

De 44-jarige mode-ontwerper Jan Taminiau kleedt de internationale beau monde en is hofleverancier van koningin Máxima. En speciaal voor prima ballerina Igone de Jongh bedacht hij een danskostuum – nu te bewonderen in Kunstmuseum Den Haag. We bellen naar zijn atelier, waar de couturier nijverig aan nieuwe jurken werkt.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Sharon Stork

Voordat we beginnen: u geeft zelden interviews. Waarom is dat?
“Het is niet dat ik mij wil verstoppen, maar het is mijn natuurlijke instinct om mijn atelier in te duiken. Daarbij lees ik mijn mails nooit. Ik ben zo dyslectisch als de pest.”

Voor iemand die royalty kleedt, is een balletkostuum vast een makkie.
“Kleding ontwerpen voor een danseres is heel anders. Je moet rekening houden met de longinhoud en de bewegingen die ze maakt. Iemand die normaal gesproken kleding bij mij koopt, gaat vaak naar een receptie. Drinkt wat en doet misschien een dansje. Dit is anders. De kleding moet gaan leven en met dezelfde schijnbare moeiteloosheid als de danseres zelf. Probeer maar eens een been in de lucht te gooien. Ik krijg het nog steeds niet voor elkaar.”

Heeft u niet zo’n beetje alles al bereikt?
“Mijn droom is om jurken te blijven maken en daarbij steeds meer de omgeving te betrekken. Op welke stoel zit ze? Welk glas heeft ze vast? Waar gaat ze naartoe? Is alles groen, geel of paars? De kleuren mogen natuurlijk niet vloeken. In de toekomst wil ik de Taminiau-lijn nog verder uitbreiden, maar daar mag ik nu nog niets over zeggen.”

Waar mag u wel iets over zeggen? 
“Begin oktober organiseer ik een show voor mijn vertrouwelijke klantenbestand. Ook open ik rond die tijd een nieuwe winkel in Madrid waar we ready-to-wearkleding verkopen. Na vijftien jaar couturejurken te hebben gemaakt, wil ik de garderobe van ons klantenbestand uitbreiden met kleding die dagelijks gedragen kan worden. Ik wil het geen ‘mode’ noemen terwijl het na een jaar ergens in de uitverkoop ligt. De kledingstukken moeten zo lang meegaan dat ze van moeder op dochter worden doorgegeven.”

jan-taminiau

Heeft Jan Taminiau ook weleens tegenslagen?
“Zoals elke ondernemer heb ik keihard moeten knokken. Toen ik in de couture begon, werd er nog niet echt gekeken naar het ambacht. Daar was nog niemand mee bezig en het was heel on-Hollands. Mensen verklaarden me voor gek dat ik een miljoen pailletten op een kledingstuk wilde borduren. Daar verdien je nooit zoveel mee als wanneer je een miljoen T-shirts ontwerpt en verkoopt. Dan moet je heel erg geloven in wat je doet. Ik ben blij dat het tij langzaam is gekeerd en dat mensen weer met hun handen aan het werken zijn. Zelf heb ik daar nooit zo’n moeite mee gehad. Als je met zijn allen iets moois maakt, levert dat zoveel meer fraais op dan een miljoen euro.”

Let’s dance! Dansmode: van tutu tot pattas is tot en met januari te zien in het Kunstmuseum Den Haag.