Spring naar de content
bron: Linda Stulic

Abdelkader Benali: ‘Migranten zijn VVD’ers, ze hebben een MKB-instelling’

Vorige week verscheen De weekendmiljonair, de achtste roman van Abdelkader Benali. Het is zondagavond en we bellen de schrijver, die zelf niet het beste weekend van zijn leven beleeft; Benali is zojuist teruggekeerd van een bewogen middag in speelparadijs Candy Castle, vertoefde ’s ochtends nog grieperig in bed, en werd zaterdagnacht tegen enen tot overmaat van ramp van de vluchtstrook gesleept met een lekke band.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Robbert van Rijswijk

Zeg, het oorspronkelijke idee was dat u op campagne zou gaan in een rode Ford Transit, het busje dat in uw roman een grote rol speelt. Gaat dat nog gebeuren?
“Gelukkig gaat dat niet door. Nee, nee, dat gaat niet gebeuren. Het was een idee van de uitgeverij, maar ik heb er niets meer over gehoord. Een leuke gimmick maar uiteindelijk komen de mensen voor Benali; ik ben de Ford Transit.”

Waar gaat die roman van u eigenlijk over?
“Ik heb een boek willen schrijven over het eerste contact met de nieuwe wereld en de onschuld daarvan. De nieuwe wereld is in dit verhaal de Rotterdamse Messerstraat van de jaren tachtig, waar ik zelf ben opgegroeid. En het eerste contact wordt in dit verhaal gemaakt door een jong gezin: vader, moeder en zoon.”

Laatst eindigde u uw column in Trouw, die ging over migranten die vanuit Marokko naar Europa willen vertrekken, met de zinnen: ‘Ik kijk naar de gezichten. Dit is wie we zijn: hongerig, onwetend, dromerig, vermoeid.’ Die constatering resoneert in uw roman.
“Afgelopen zomer zag ik op het strand van Tanger inderdaad een paar jongens zitten die naar Europa wilden. Ik dacht: willen deze losers naar Europa? Waarom dan? Daar is helemaal geen plek voor hen. Het zijn analfabeten, boerenpummels die het niet eens in Marokko redden.
Lachend: “Maar toen dacht ik: dit is precies wie de mens is. De mens is gevangen in zijn drang en honger en ambitie en hybris. Ieder mens streeft naar bestaanszekerheid, de motor van de vooruitgang én van de destructie. Ik heb eigenlijk geen beter antwoord voor die jongens dan wat zij nu aan het doen zijn. Ze zijn gewoon bezig met verder komen in het leven, met geld, met knaken: met het bestendigen van hun bestaan.

Eigenlijk zijn het juist migranten die het neoliberale gedachtegoed intuïtief omarmen.

“Het is heel pervers. Eigenlijk zijn het juist migranten die het neoliberale gedachtegoed, de heersende westerse ideologie, intuïtief omarmen. In onze neoliberale samenleving is de markt heilig; mensen moeten zichzelf vermarkten. Migranten snappen dat. Migranten zeggen: geef me tweeënhalve vierkante meter en don’t worry about verzekeringen. Ik zei ooit tegen Oussama Cherribi (oud-Kamerlid van de VVD – RvR): ik begrijp niet waarom de VVD de migranten nooit heeft omarmd. Migranten zijn VVD’ers, ze hebben een MKB-mentaliteit en hebben geen moeite met geld als motor van vooruitgang – alleen maar vanuit de gedachten: mijn kinderen zullen het beter hebben dan ik.

“In mijn verhaal gelooft de vader van het gezin ook in de goocheltrucs van het kapitalisme. Hij doet alles om maar zo veel mogelijk bestaanszekerheid voor zijn gezin en voor zichzelf te vergaren. Hij overdrijft zijn accent om sympathie te winnen, hij ritselt, liegt, en rijdt – naast zijn baan – in het weekend stad en land af om afgedankte spullen te verkopen. En het werkt. De mensen respecteren hem. Uiteindelijk gunnen we het mensen die het proberen, alsof we iets van onszelf in hen herkennen. Dat heb ik ook bij mijn eigen ouders gezien.”

Twintig jaar geleden, kort na uw debuut, zei u dat u het jammer vond dat men altijd zal zeggen dat Abdelkader Benali in Ighazzazen werd geboren en op zijn vijfde naar Nederland kwam, dat Abdelkader Benali altijd de schrijver van de tweede generatie zal zijn, altijd te maken zal hebben met politiek correcte stromingen. Hoe denkt u daar nu over?
“Ja, grappig. Ik weet nog precies wat ik destijds bedoelde. Ik ben lang gefrustreerd geweest over die zaken, maar de oudemannenverzuchting die ik toen had, zal je bij mij niet meer vinden. Tijden veranderen. Wat heeft geholpen is dat de politiek correcte opvattingen van twintig jaar geleden niet meer politiek correct zijn. De stereotype benadering van de migrantenliteratuur van de tweede generatie, ‘het leven in twee werelden’, al dat soort clichés van de buitenwacht zijn stukgegooid door jonge generaties. Het hele gesprek over identiteit is intellectueler, rauwer en gevoeliger geworden. Je komt niet meer weg met: ik leef in twee culturen, of: die en die hebben gemengd bloed. Ik voel me daarmee gezegend en mijn boeken zijn daar een weerslag van.”

Mijn tip aan beginnend schrijvers: volg een cursus fiscaliteit.

Wat is de mooiste zin van het boek?
Theedrinkend begonnen ze de verkennende gesprekjes die teruggrepen op de ongeschreven regels van de gastvrijheid dat je op een vraag die je niet begreep begripvol glimlachte en op een antwoord dat je niet begreep begripvol knikte.

En staan er ook slechte zinnen in?
“Natuurlijk, dat kan niet anders. Anders moet je poëzie gaan schrijven. Het oeuvre van Dostojevski – een grote schrijver natuurlijk – bestaat voor tachtig procent uit slechte zinnen, hij gebruikte ontzettend veel stoflappen. Hij heeft daar maling aan – en zo moet het. Het moet primair draaien om het verhaal.

De slechtste uit mijn roman is:
Er ging een pijnscheut door mijn lichaam.

Hoe snel schrijft u?
“Ik kan heel snel schrijven, maar ik blijf altijd lang kloten en ben notoir ontevreden. Een deadline redt mijn hypotheek. Ik heb het fundament voor deze roman in zes maanden gelegd, waarna ik nog anderhalf jaar heb besteed aan neurotisch gepriegel.”

Waar schrijft u mee?
“Een MacBook.”

Abdelkader Benali

En hoeveel verdient u hier nou mee?
“Ik heb een voorschot gekregen van 10.000 euro. In de zero’s kreeg ik het dubbele, hoor. Het geld klotste toen echt over de plinten.
Lachend: “Behalve bij het Letterenfonds. In 2002 gaf het me een werkbeurs van 15.000 euro, maar toen ik in 2003 de Libris Literatuur Prijs – en dus veel geld – won, ontving ik een brief met het verzoek om 11.000 euro terug te betalen. Ik heb de brieven, die steeds strenger werden, twee jaar lang in de onderste la gestopt. Uiteindelijk heb ik het Letterenfonds toch maar terugbetaald. Ach, ik mag niet klagen, want het huis dat ik kocht van het librisgeld heb ik laatst kunnen verkopen voor het dubbele van mijn hypotheek.

“Wist je, trouwens, dat voorschotten fiscaal eigenlijk heel belastend kunnen zijn? Een voorschot wordt fiscaal namelijk gezien als schuld, niet als inkomen, waardoor je er geen belasting over betaalt. Alleen, er komt een dag waarop de uitgever zegt dat ze het boek uit de verkoop halen. Als je het voorschot dan nog niet hebt terugverdiend, wordt het resterende schuldbedrag vanaf dat moment fiscaal gerekend als inkomen. En dan kun je dus een gigantische naheffing krijgen, dan zit je zo met een aanslag van tien mille. Mijn tip aan alle beginnende schrijvers is daarom: volg een cursus fiscaliteit. Als je niet scherp bent, komt er een dag dat je in de problemen komt.”

Ik had graag een bombardement laten uitvoeren op zo’n vegan chai latte-tentje.

Wie zijn uw favoriete Nederlandstalige schrijvers?
“Mijn volgende geheimtip: Aukelien Weverling. Ze schrijft in de traditie van Elsschot en ik vond haar laatste roman, In alle steden, heel vermakelijk: stilistisch sterk, venijnig, warm en erg humoristisch.”

Tot slot: op het huis van welke schrijver zou u wel een precisiebombardement willen laten uitvoeren?
“Toen ik een paar jaar geleden IJstijd van Maartje Wortel las, heb ik me ontzettend zitten ergeren. Het was van dat pretentieuze millenniumgezwatel over de Lebensangst van de young millennial. Ik was toen zo’n lul die dat vervolgens op Facebook zette, terwijl ik haar de volgende dag moest interviewen. Trouwens, ik was jullie toen voor, hè? Ik vroeg op Facebook: ‘Wie gooit er alsjeblieft een bom op de jonge Nederlandse auteurs?’ Ik had destijds maar wat graag een bombardement laten uitvoeren op zo’n vegan chai latte-tentje, waar ze allemaal samenklonteren. Inmiddels vind ik Maartje Wortel eigenlijk best een toffe auteur. Hetzelfde geldt voor meer schrijvers van die generatie, zoals Marjolijn van Heemstra.”

De weekendmiljonair van Abdelkader Benali wordt uitgegeven door De Arbeiderspers en ligt nu in de winkels.