Spring naar de content
bron: Hielco Kuipers

Wim Voermans: ‘Mijn vak is het vak der seriositeit’

Midden in augustus verscheen Het verhaal van de grondwet van Wim Voermans, hoogleraar Staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden en rector van de Europese Academie voor Recht en Wetgeving. Dinsdag wordt het boek in de Oude Zaal van de Tweede Kamer overhandigd aan Kamervoorzitter Khadija Arib. We dronken een glas met Voermans op het terras van het Leidse Stadscafé Van der Werff.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Robbert van Rijswijk

Zeg, in de geadverteerde omschrijving van uw boek staat dat de grondwet in korte tijd viral is gegaan, dat ze een rage is, en wordt de vraag opgeworpen of het een blijvertje is. Is dat uw taal?
“Dat is mijn taal en dat is ook de taal van het boek. Zeg eens eerlijk, is het over de top? Van de taalkundige en psycholoog Steven Pinker, mijn grote held, heb ik geleerd hoe belangrijk het is om ritmisch te schrijven en bijna geen jargon te gebruiken. Mijn lieve, lieve collega’s in het recht hebben daar vaak problemen mee, omdat ze vinden dat die taal niet serieus genoeg is. Mijn vak is het vak der seriositeit, met mensen die in één zin ‘voorshands’, ‘niettegenstaande’ en ‘voorts’ zeggen, mensen die het een beetje weird vinden dat ik Wie is de Mol? gebruik om de public choice theory uit te leggen.

Lacht: “Het is daarmee wellicht een onverkoopbaar product geworden. Het is geschreven in een taal die vakgenoten laat denken: ja, dág. Terwijl niet-vakgenoten juist denken: ja, de grondwet…”

Dat is het mooie: onze grondwet past perfect bij Nederland, er staat heel weinig in, en zeker niet veel zaken die ons zouden moeten verenigen.

Waarom heeft u dit boek geschreven?
“Dit boek gaat over de vraag waarom er in korte tijd over de hele wereld zo veel grondwetten bij zijn gekomen – maar liefst driekwart is ontstaan na 1975. En wat zijn de motieven en de effecten daarvan? En waarom zijn ze zo populair terwijl onze democratieën tegelijkertijd in verval raken?

“In mijn vak vindt bijna niemand die vragen interessant. Sterker, je zoiets afvragen wordt gezien als het bevragen van een evidentie. Namelijk de evidentie: omdat grondwetten goed zijn. Daarom moet ik, vind ik, verantwoordelijkheid nemen. Het is eigenlijk ontzettend jammer dat het zo lang heeft moeten duren, dat ik nooit het lef heb gehad of de tijd heb genomen om daadwerkelijk te doen wat ik behoor te doen: werkelijk proberen te snappen wat het recht en de grondwetten zijn en die kennis op een begrijpelijke manier proberen over te brengen.”

189 landen ter wereld hebben een grondwet… waaronder Noord-Korea. Nou, read it and weep, zou ik zeggen.

Amerika en Nederland hebben de twee oudste grondwetten ter wereld, maar in de Amerikaanse samenleving speelt de grondwet vandaag nog een veel grotere rol dan in de Nederlandse. Hoe komt dat?
“Nederland heeft – misschien op het Koningshuis na – nooit grote nationale symbolen gehad. Niet omdat we ze niet willen, maar omdat ze niet werken. Nederland is een land van minderheden en we doen al 500 jaar zaken met minderheden. Wij zetten de zaken liever niet op scherp. Dat is het mooie: onze Grondwet past perfect bij Nederland, er staat heel weinig in, en zeker niet veel zaken die ons zouden moeten verenigen.

“Voor Amerikanen staat de grondwet daarentegen gelijk aan religie. Hun grondwet is een uitvloeisel van hun ontstaansgeschiedenis; ze vinden de inhoud ervan zelfevident en onbetwistbaar. De Amerikanen hebben het idee van de grondwet nog steeds nodig is, of gebruiken die althans, om de diverse groepen in de samenleving te verenigen. Dat betekent trouwens niet dat Amerikanen de inhoud van hun grondwet kennen. Het mooiste voorbeeld daarvan is het niet bestaande 12e artikel dat Trump in 2016 koste wat kost wilde verdedigen – de Amerikaanse grondwet kent er maar zeven!”

De grondwet kan dus helpen bij het creëren van ingebeelde gemeenschappen.
“Precies. In deze lijn zou je de grondwet dus kunnen definiëren als: een meeslepend verhaal dat een leiderschapssysteem en een rechtssysteem inricht én normeert. En in dat verhaal kan van alles staan. Tegenwoordig vinden we eigenlijk dat er minimaal een democratische rechtsstaat in moet worden uitgedrukt. Alleen, 189 landen ter wereld hebben een grondwet… waaronder Noord-Korea. Nou, read it and weep, zou ik zeggen. Wat daarin allemaal beloofd wordt… dat is fantastisch. Grondwetten worden ook gebruikt in het nastreven van een internationaal gerespecteerd imago als bijvoorbeeld goede handelspartner.

“De mensheid gebruikt verhalen en verbeelding om over haar neurobiologische grenzen te springen. Door onze verbeelding kunnen wij op verbluffende wijze met elkaar communiceren en samenwerken. Geld, een contract, een rechtsorde, leider, economie – je kunt het zo gek niet noemen of het is gebaseerd op verbeelding.

Tegenwoordig leest iedereen Harari, daar heb ik geluk mee.

“En datzelfde geldt voor het recht. John R. Searle noemt het verbeelde orde, een theorie uit The Construction of Social Reality die de basis voor mijn boek vormt. Het recht is zo’n verbeelde orde. Toen ik dat in 2005 en 2006 tegen collega’s zei, dachten ze dat ik overwerkt was. Het recht als een niet-bestaand systeem waarin je moet geloven was een no-go. Tegenwoordig leest iedereen Harari, daar heb ik geluk mee. Harari – los van die doemscenario’s die hij schetst, waar ik niet zo’n fan van ben – heeft het idee van de verbeelde orde tot de huisraad van heel veel mensen gemaakt.”

En waar schrijft u mee?
“Zo’n heel ouwe bak. De kast is inmiddels twaalf jaar oud; zo nu en dan laat ik er een nieuw moederbord in zetten.
Lacht: “ Waarom ik dat blijf doen? Ja, weet niet… Ik vind het lekker werken op zo’n vaste plek; ik vind zelfs het gezoem dat-ie maakt lekker.”

Dimitri Verhulst is de man van de beste titels ooit; ze zouden hem eigenlijk ieder jaar moeten vragen een titel te verzinnen waar een ander vervolgens een boek bij schrijft.

Wat is de ergste tegenslag die u te verduren hebt gekregen tijdens het schrijven van dit boek?
“Het voorwoord van het boek begint met mijn grootste frustratie, die je een tegenslag zou kunnen noemen: ik krijg altijd de beste ingevingen tijdens het hardlopen, wat ik bijna iedere dag doe (Voermans werd in 2016 marathonkampioen van Nederland in de categorie 55-59 – RvR). ’s Zondags loop ik een lange duurloop, zo tussen de twintig en vijfentwintig kilometer, drie keer per week een herstelduurloop van een kilometer of twaalf, en dan nog twee snelheidstrainingen. Hoe snel ik nog loop? Een kilometer jagen kan ik nog wel in 3 minuut 35, hoor.

“Enfin, met die goede ideeën kon ik niks doen, want ik had niks bij me om ze te noteren, en als je thuiskomt, ben je alles alweer vergeten.

“Pas in de laatste fase, toen de draadjes aan elkaar geknoopt moesten worden, heb ik mijn telefoon meegenomen en stopte ik weleens om een snelle notitie te maken. Een beetje zoals Simon Carmiggelt. Carmiggelt schreef in zijn correspondentie met Gerard Reve dat hij zulke goede ideeën kreeg in zijn slaap, maar dat hij ze daarna altijd vergat. Reve schreef terug dat hij een notitieblokje naast zijn bed moest leggen – en daarbij natuurlijk iets als: met je vrouw doe je het toch nog niet meer. Carmiggelt volgt de raad op en ja hoor, hij heeft ’s nachts een briljant idee.

Lacht: “De volgende ochtend leest hij het terug: klein meisje met rood mutsje wacht op tram. Daar kan je dus helemaal niets mee.”

Wie zijn uw favoriete Nederlandstalige schrijvers? 
“Vroeger was ik idolaat van Adri van der Heijden. Eén van zijn zinnen over hoe je goed schrijft, heeft me enorm geholpen bij het schrijven van het boek: een onzichtbare structuur en het gouden detail.

“Tegenwoordig lees ik graag Marjolijn van Heemstra, Franca Treur en nog altijd Maarten Biesheuvel. Ook de Belgen vind ik leuk, ze voelen cultureel dichterbij voor mij als Brabander. Tom Lanoye is erg goed. En Dimitri Verhulst is de man van de beste titels ooit; ze zouden hem eigenlijk ieder jaar moeten vragen om een titel te verzinnen waar een ander vervolgens een boek bij schrijft. Dat zou een gouden combinatie zijn, toch? Verhulst zelf raakt in zijn boeken vaak verstrikt in zijn eigen gedachten.”

Tot slot: op het huis van welke schrijver zou u wel een precisiebombardement willen laten uitvoeren?
“Op het huis van één van die helden en heldinnen die hun gedachten durven te toevertrouwen aan het papier? Nee, nee, nee. Ik geloof niet dat ik ooit onzekerder ben geweest dan met het verschijnen van dit boek. Voor mij voelt dit boek zowel qua stijl als inhoud zó gedurfd – kun je nagaan hoe truttig ik ben.”

Het verhaal van de grondwet van Wim Voermans wordt uitgegeven door Uitgeverij Prometheus.