Spring naar de content
bron: Anouk O’Leary

Dit zijn de verborgen gevolgen van festivaldrugs

In een interview met De Telegraaf vertelde minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid deze week dat hij het aantal festivals – intussen zo’n 1100 per jaar – wil terugdringen in de strijd tegen drugscriminaliteit. Handhaven door de politie is op zo’n schaal niet meer mogelijk, meent de minister. Maar hoe schadelijk zijn die partydrugs nou eigenlijk voor de samenleving? En helpt het om een beroep te doen op de gebruikers zelf?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Eva de Koeijer

Nergens in Europa is er zoveel van xtc-component mdma in het rioolwater aangetroffen als in Amsterdam en Utrecht. Dat bleek dit jaar uit cijfers van een grootschalig onderzoek dat in Nederland is uitgevoerd door instituut KWR. Het aantal drugsafvaldumpingen neemt toe: in 2014 159 dumpingen, in 2017 al 206. Resultaat van de gedumpte chemicaliën is duur opruimwerk, maar ook het afsterven van gewassen en dieren op de dumplocatie. Boswachters, zoals Erik de Jonge, kijken met lede ogen toe. In mei vorig jaar sprak hij in tweetvorm de drugsafnemers dus maar direct toe.

De drugshandel in Nederland, die ondertussen al negentien miljard euro per jaar waard is, zorgt daarnaast voor ernstige bedreigingen aan het adres van burgemeesters en ambtenaren en een toenemend aantal liquidaties en vergismoorden. Ernstige ondermijning van onze samenleving, vindt minister Grapperhaus. En reden te meer om honderd miljoen euro extra te investeren in het tegengaan van deze criminaliteit. Het leed dat de productieketen van bijvoorbeeld cocaïne veroorzaakt is wat verder van huis, maar knaagt ook aan het geweten. Cocaïneproductie zorgt bijvoorbeeld voor uitbuiting, corruptie, vervuiling en het kappen van oeroude bossen, om nog maar te zwijgen van geweldplegingen en liquidaties. Begin dit jaar was de boodschap van Wilbert Paulissen, voormalig hoofd van de landelijke recherche en huidig politiechef in Oost-Brabant, dan ook gericht aan de consument: wie cocaïne snuift, helpt de criminaliteit.

Die visie wordt vaak niet gedeeld door gebruikers zelf. Menig festivalganger knoopt een duurzaam leven ‘doordeweeks’ en het gebruik van drugs in het weekend naadloos aan elkaar. ‘Yogasnuivers’, worden ze genoemd. Of ‘agendahedonisten’. “De yogasnuivers, […] hippe bakfietsmensen die doordeweeks naar klimaatbetogingen gaan maar in het weekend de wereldwijde drugshandel steunen door een gram plezier te kopen” – schreef Roderik Six deze week nog in zijn pleidooi voor de legalisering van alle drugs. Ze zijn niet bang voor een lijntje coke of een pilletje ‘X’.

Illustratie: Anouk O’Leary

Is dat niet hypocriet? “Je kunt tegenwoordig geen banaan meer eten of er is ergens een kind voor omgelegd”, vertelt Jelle, een 25-jarige ‘yogasnuiver’, wanneer we hem vragen zijn gebruik te verantwoorden. Omdat hij zijn drugs alleen van Nederlandse bodem haalt, vindt hij zichzelf een ‘bovengemiddeld’ verantwoorde gebruiker. Hij wil praktisch kunnen aanwijzen van welke Brabantse amfetamineboerderij zijn spul komt. “Zo is de kwaliteit gegarandeerd goed en weet ik dat de omstandigheden van de makers ook niet slecht waren. Het ergste dat er kan gebeuren is dat er afval wordt gedumpt langs de kant van de weg, en dat is in mijn optiek omdat de overheid niet zoekt naar oplossingen.”

Je kunt tegenwoordig geen banaan meer eten of er is ergens een kind voor omgelegd

“Legalisering of regulering zouden al helpen”, gaat Jelle verder, “of bijvoorbeeld een toegewezen plek waar je anoniem je drugsafval kunt dumpen. Met regulering zou er überhaupt al een stuk minder afval zijn, omdat die laboratoria dan veel efficiënter zouden werken.” Bij het spreken van nog een aantal yogasnuivers, bleek hun credo hetzelfde. ‘Tja, wij hebben er niet voor gekozen om deze producten te criminaliseren, dus zijn wij ook niet verantwoordelijk voor de schade die dat teweegbrengt.’ Immers, met legalisering zou er controle kunnen zijn; regulering; wetgeving. Jelle: “Het opent in ieder geval de deur naar oplossingen. Elke discussie loopt nu gewoon spaak.”

Thomas Aling, woordvoerder van de Landelijke Recherche, ergert zich aan deze instelling. “De werkelijkheid is nu dat het niet legaal is en dat je met gebruik dus een criminele lijn in stand houdt. Als je geen afnemer hebt, heb je ook geen productmaker. Dat is hetzelfde principe als stoppen met vlees eten om vleesproductie tegen te gaan. Iedereen vindt het normaal dat er maar van alles gebruikt wordt, maar staat met open mond te kijken als er iemand op straat wordt doodgeschoten vanwege een drugsdeal of wanneer er chemicaliën worden gedumpt in het oppervlaktewater. Als we alles maar gewoon legaliseren, wordt het volgens mij een rommeltje. Dan kunnen we net zo goed ook geen snelheidscontroles meer uitvoeren omdat iedereen toch te hard rijdt.”

Als we alles maar gewoon legaliseren, wordt het een rommeltje

En een plek waar je anoniem je drugsafval kunt dumpen? Dat is niet eerlijk voor de belastingbetaler, vindt Aling. “Je bent dan wel de schadelijkheid van de dumping en de opruimkosten kwijt, maar er bijt toch iets aan het legaal afvoeren van een crimineel product. Dan moet de gemeente dus restproducten van een crimineel gaan afvoeren, waar flinke kosten mee gemoeid zijn, terwijl die crimineel nog eens een Mercedes gaat uitzoeken omdat hij zo lekker aan het produceren is en daar hartstikke veel geld mee verdient.”

‘Yogasnuivers’ zeggen zich wel bewust te zijn van de impact die hun gebruik heeft, maar nemen het verder voor lief. “Ons gebruik is niet echt te rechtvaardigen, maar ik denk wel dat we het makkelijk kunnen vergeten, omdat vrijwel alles wat we consumeren schadelijk is voor milieu of maatschappij”, vindt Sascha, een 24-jarige filosofiestudent die regelmatig truffels, mdma en lsd gebruikt. Vegetariër Björn (29, gebruikt geregeld mdma en ketamine) deelt die visie: “Die voetafdruk is absoluut een issue waar we niet vrolijk van worden, maar helaas zie je soortgelijke problemen bij voedselproductie en het kopen van een nieuwe telefoon of kleding.”

Illustratie: Anouk O’Leary

Janneke Nijmeijer, een 32-jarige antropologe, heeft precies met deze gedachte haar stichting Fairtrade Coke opgericht. “Om me heen ging iedereen milieubewuster consumeren, terwijl ze drugs bleven gebruiken. Bij chocola en vlees heb je de keuze voor een duurzamer alternatief, maar bij drugs niet. Er is steeds meer aandacht voor duurzaamheid en dat moeten we toejuichen. Maar als dat niet op alle vlakken honderd procent lukt, ben je dan gelijk hypocriet? Moet je daar gelijk op afgekeurd worden? De gebruiker verantwoordelijk stellen voor de schadelijke productieketen van drugs is te kort door de bocht.”

We moeten duurzaam gedrag toejuichen, maar ben je gelijk hypocriet als dat niet honderd procent lukt?

Met haar stichting wil Nijmeijer vooral een constructief gesprek openen over een duurzamer en eerlijker alternatief op harddrugs, met de nadruk op cocaïne. Coke heeft misschien wel de grootste criminologische voetafdruk van alle harddrugs en ontwricht hele regio’s in Peru, Bolivia en Colombia. “Geweld en corruptie zijn de gevolgen maar ook de voorwaarden van cocaïneproductie en handel. Chocola kun je gewoon legaal vervliegen, maar coke natuurlijk niet. Contracten zijn ook niet rechtsgeldig bij een illegaal product, dus heb je geweld nodig om te garanderen dat afspraken nageleefd worden. Ligt dat nou aan de gebruiker of aan het feit dat het illegaal is en niet op een normale manier vervoerd kan worden?” Nijmeijer vindt het stigmatiseren van gebruikers ook gevaarlijk, omdat je als maatschappij dan helemaal de controle verliest. “Tien tot twintig procent schiet door in problematisch gebruik, en voor hen moet het onderwerp bespreekbaar blijven zodat ze hulp kunnen zoeken.”

Nijmeijer wil dus een soort Max Havelaar-coke ontwikkelen, maar geeft toe dat dat niet mogelijk is in de vorm zoals we cocaïne nu kennen. Wel is het mogelijk met andere cocaproducten. “Je moet de hele wereldpolitiek meekrijgen als je cocaïne wilt legaliseren of reguleren. Een realistischer doel is het opzetten van een internationale markt voor andere cocaproducten. Dat zou voor zowel de productiekant als consumptiekant voordelen opleveren.”

Op dit moment is het verbouwen van cocaplanten illegaal in veel Zuid-Amerikaanse landen. In Bolivia wordt het verbouwen gereguleerd, maar mag de plant niet geëxporteerd worden. “Dit terwijl er veel mogelijk is met coca. Het is een sterk en lucratief gewas dat drie keer per jaar geoogst kan worden. Het is heel voedzaam, heeft medicinale eigenschappen en is een milde stimulans”, vertelt Nijmeijer. Waar je voor één gram cocaïne vierhonderd gram cocabladeren nodig hebt, heb je dat voor andere cocaproducten een heel stuk minder, wat dus ook oerboskapping scheelt. “Je kunt er thee van zetten of snoepjes van maken, wat voor de huidige cocaïneconsument interessant kan zijn bij het uitgaan. Een gezond en eerlijk alternatief.”