Spring naar de content
bron: Serv Wiemers

Wat onze wereldleiders kunnen leren van indianen

De klassiek westerse idee van hiërarchisch leiderschap voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Indianen kennen van oudsher waardengedreven en dienend leiderschap. Hoe werkt dat en wat kunnen wij daarvan leren? Een ronde langs opperhoofden en wereldleiders.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Serv Wiemers

Ineens waren ze er weer: indianen. Ze bleken niet uitgestorven of verbannen naar musea en avonturenboeken. De oorspronkelijke bewoners van Amerika haalden in 2016-2017 het wereldnieuws. Sioux-indianen verzetten zich tegen de Dakota Access-oliepijpleiding bij hun Standing Rock-reservaat. Wat begon als het beschermen van water en begraafplaatsen kreeg steun van alle andere stammen. En vervolgens van niet-indianen; milieuactivisten en beroemdheden wisten massaal de weg naar Standing Rock te vinden: de dochters Obama, Neil Young, Katy Perry, Naomi Klein, Leonardo DiCaprio, iedereen was er. Alles bij elkaar trokken zo’n 100.000 mensen naar Standing Rock om hun solidariteit met de Sioux te tonen. Zelfs in Nederland werden tipi’s opgezet en werd er actie gevoerd bij ING, die in het Dakota Access-project investeerde – en zich vervolgens als een haas terugtrok. 

Het bijzondere van ‘Standing Rock’ was dat het niet alleen om indiaanse rechten ging. Het ging ook om een andere omgang met de aarde en haar bronnen. Kort daarvoor was de wereld wakker geworden in Parijs: doorgaan op dezelfde weg leidt tot klimaatverandering en onherstelbare schade aan natuur en milieu. Dat is precies wat indianen al roepen sinds het eerste contact met Europeanen. Indianen (ik gebruik dat woord omdat de meeste dat zelf ook doen) voelen zich als familie verbonden met de aarde en alles dat daarop leeft, en daarmee verantwoordelijk die te beschermen. Sioux en andere inheemse volken deden dan ook actief mee met het Parijs-akkoord.

Indianen vervullen dus een leidende rol in de discussie over milieu en klimaat. Niet op basis van korte termijn-eigenbelang, maar gedreven door diepgevoelde waarden. Dat is al een interessante vorm van leiderschap, maar er is meer.

Al die niet-indiaanse idealisten die naar de Standing Rock-kampen trokken, zagen een rommelige verzameling tenten en bouwsels. Het zag er voor ons anarchistisch uit. Waar waren hier de leiders? Wie gaf de orders? Niet die ene indiaan met die imposante verentooi in ieder geval; die demonstreerde ook maar gewoon mee met de massa. Sommige buitenstaanders begonnen aanwijzingen te geven hoe je zo’n protestkamp moest organiseren. Dat wekte woede bij de Sioux: “Neokoloniaal gedrag!” Want ze hadden het – natuurlijk – heel goed georganiseerd. Anders kon je nooit zo’n groot protest soepel laten verlopen en de wereld bereiken. Maar dat deden ze op hun traditionele manier. En die is volstrekt anders dan de Euro-Amerikaanse.

Indiaans leiderschap is ethisch, niet primair gericht op effec-tiviteit.

Wat kenmerkt de indiaanse stijl van leiderschap en waarom hebben wij die juist nu hard nodig?

Nadat de storm rond Standing Rock was gaan liggen, trok ik naar het land van de Sioux – ze noemen zichzelf trouwens liever Lakota. Ik wilde weten waarom ze zo fanatiek hun water en land verdedigen en wat typerend is voor hun leiderschapscultuur.

Indiaanse leiders zijn niet makkelijk te vinden. Dat is niet omdat ze over Winnetou-achtige superkrachten beschikken die hun sporen onzichtbaar maken voor de Europese reiziger. Nee, het komt door een typische eigenschap van indiaanse leiders: bescheidenheid. De leiders van Standing Rock die ik sprak, zeiden geen van allen volmondig dat zij daar de leiding hadden.

Neem Dave Archambault II. Hij was de stamraadsvoorzitter van Standing Rock. Hij ontving president Barack Obama in zijn achtertuin en ging naar de VN in Genève om namens zijn volk de mensenrechtenschendingen onder de aandacht te brengen. “Alle zielen zijn met elkaar verbonden. Of het nou dieren zijn, gras, bomen…” vertelt Archambault mij. “Ik ben niet belangrijker dan wat dan ook. Ik ben niet groter dan enig ander levend wezen. Ik ben gewoon een onderdeel, en dat begrijp je als je weet dat je verbonden bent met andere zielen.” Een leider die zegt dat gras net zo belangrijk is als hijzelf?

Vrouwelijk opperhoofd van de Crow Natie – Serv Wiemers

Of neem Madonna Thunder Hawk, een Lakota-activiste van het eerste uur. In 1969 was ze een van de bezetters van het verlaten gevangeniseiland Alcatraz. In 1973 stond ze vooraan bij de bezetting van Wounded Knee, een dorp in South Dakota. En daarna bij alle indiaanse protestacties om te organiseren en initiatieven te starten. Over haar leven is een film gemaakt, Warrior Women, die nu in de VS draait. “De jongere generaties moeten nu de verantwoordelijkheid voor de acties nemen,” vertelt de inmiddels 78-jarige Thunder Hawk. “Maar ik was vanaf de allereerste dag tot aan het einde in de Standing Rock-kampen. Als stamoudste ben je zichtbaar aanwezig om de jongeren te laten weten dat je achter hen staat. Als ze ons om advies vragen, geven we dat. Maar we preken niet. Zij moeten het doen. En ze mogen fouten maken; dat deden wij vroeger ook.” Een leider die haar mening niet opdringt?

Bescheidenheid dus, als kern van de traditionele indiaanse leiderschapsstijl. Ook Amerikaanse managementgoeroes ontdekken langzamerhand de waarde daarvan. In zijn wereldwijde bestseller Good to Great schrijft Jim Collins dat bedrijven een grote sprong vooruit kunnen maken indien hun leiders over bescheidenheid beschikken.

Een andere Amerikaanse managementgoeroe, Stephen Covey, schreef het boek De zeven eigenschappen van effectief leiderschap, waarvan wereldwijd 25 miljoen exemplaren zijn verkocht. De titel van het boek lijkt zo overgenomen van de eeuwenoude zeven waarden van Lakota-leiderschap. Over die waarden spreek ik met Ivan Lookinghorse. Hij is een wicasa wacan, een heilige- of medicijnman. Hij leidt ceremoniën, ook in Standing Rock.

“In de traditionele indiaanse gemeenschap moet een leider het volk beschermen en eervolle daden verrichten,” zegt Lookinghorse. “Echte leiders zijn spirituele leiders. Ze moeten leven naar de zeven Lakota-waarden. De eerste waarde is dus spiritualiteit/gebed. De overige zijn respect (voor al het leven), zorg/medeleven, oprechtheid/eerlijkheid, generositeit/helpen (zonder iets terug te verwachten), bescheidenheid en wijsheid (toepassen van kennis).”

Ondanks de populariteit van zijn boek was Stephen Covey niet tevreden over zijn theorie. Die gaat namelijk over effectiviteit en minder over waarde. In zijn latere leven ontdekte hij wat de Lakota allang zeggen: echte leiders zijn spirituele leiders. Daarover schreef Covey het vervolgboek De achtste eigenschap – waarvan helaas minder exemplaren zijn verkocht…

Indiaans leiderschap is dus ethisch leiderschap, niet primair gericht op effectiviteit. Maar burgers en werknemers volgen wel het liefst een leider die naar hoge ethische standaarden leeft (waarbij de waarden die worden uitgedragen overeenkomen met de waarden die worden gepraktiseerd). Dat vergroot de toewijding van volgers en verhoogt daarmee vanzelf de effectiviteit.

Opperhoofd van de Zwartvoet-indianen met staf en adelaarsveren geeft aanwijzingen tijdens een traditionele
bijeenkomst in Heart Butte, Montana
– Serv Wiemers

In mijn zoektocht naar de kenmerken van indiaans leiderschap spreek ik ook met Timothy Elijah. Bij de Irokezen, indianen die noordelijk van New York wonen, is hij verantwoordelijk voor het organiseren van traditionele ceremoniën. Elijah vertelt: “Het is een zware last opperhoofd te zijn. Onze samenleving is een omgedraaide piramide. Opperhoofden staan in dienst van het volk. Als iemand honger heeft, geeft hij hem voedsel; als iemand het koud heeft, geeft hij hem kleding, enzovoort.”

Dat leek mij bijna te mooi om waar te zijn. Totdat ik op een oude tekst stuitte van de Nederlander Johannes Megapolensis, die de Irokezen in 1643 bezocht: “Hun stamhoofden zijn over het algemeen de armsten, want anders dan bij christenen, waar de politieke leiders ontvangen van de gewone man, of waar degenen die in functie zijn zichzelf door corruptie verrijken, moeten de indiaanse stamhoofden juist geven aan het gewone volk.” Dus toch.

Dat dienende leiderschap van de indianen dreef de Euro-Amerikaanse kolonisten in de negentiende eeuw af en toe tot waanzin. Zij wilden snel en duidelijk een afspraak maken met ‘de leider’, zoals ze dat gewend waren in Europa. Maar in onderhandelingen over vrede of land vonden de indiaanse gesprekspartners dat iedereen gehoord moest worden, zelfs de aarde. Het beroemde verdrag van Fort Laramie – waarin de Sioux land ter grootte van Frankrijk toekwam en waarover nog steeds wordt geprocedeerd in de VS – werd uiteindelijk gesloten met zeven ondertekenaars namens de Amerikaanse regering en 135 namens de Sioux.

Madonna Thunder Hawk,
stamoudste van de Lakota-Sioux, geeft haar ervaring door
aan de jongste generatie
– Serv Wiemers

Het onderscheid tussen de Europese en indiaanse levensvisies vindt zijn wortels in de verschillende scheppingsverhalen. In onze cultuur schiep God de mens als hoogtepunt, naar Zijn evenbeeld en met de opdracht over alle andere wezens te heersen. De hiërarchische piramide zit er dus van meet af aan ingebakken. Indiaanse scheppingsverhalen maken het belang van een specifieke plek op aarde duidelijk. Dieren komen erin voor als bondgenoten van de mens. De idee dat de mens een belangrijk onderdeel is van de schepping wordt getemperd door het besef afhankelijk te zijn van diezelfde schepping.

Werkt leiderschap zonder hiërarchie? Bij Standing Rock wel. Maar wat als er een crisis is? Dan kun je toch niet die 135 Sioux bij elkaar roepen om het eens te worden?

Indiaans leiderschap werkt. Zien we dan ook kenmerken daarvan bij de huidige wereldleiders? Als we kijken naar waar indiaans leiderschap voor bedoeld is – zorgen dat de schepping in balans blijft – is de uitslag negatief. De leiders van nu hebben klimaatverandering, afnemende biodiversiteit en plastic soep veroorzaakt. En op individueel niveau?

De gangbare opvatting dat we in tijden van crisis meer hebben aan autoritair leiderschap wordt steeds meer betwijfeld. Zo werd onlangs een studie gepubliceerd die de leiderschapsstijlen van de legendarische Lakota-leider Crazy Horse en de Amerikaanse generaal George Armstrong Custer met elkaar vergeleek. Crazy Horse en Custer stonden in 1876 tegenover elkaar in de slag bij de Little Bighorn, waarbij het Amerikaanse leger werd verslagen door een coalitie van indianenstammen. Er vielen bijna driehonderd doden aan Amerikaanse zijde, waaronder Custer zelf: een gevoelig verlies voor de Amerikanen.

Volgers van een dienend leider zijn intrinsiek gemotiveerd en durven verantwoordelijkheid te nemen.

Custer was de typische autoritaire leider. Hij was arrogant, ijdel, dictatoriaal en kweekte gehoorzaamheid bij zijn volgers met straffen en beloningen. Custer liet zich niet corrigeren en bouwde zijn gezag op formele hiërarchie. Crazy Horse daarentegen was de typische dienende leider. Hij was ingetogen en bescheiden, gaf voedsel en paarden weg aan degenen in zijn stam die dat nodig hadden. Ook was hij opofferingsgezind: bij Little Bighorn reed hij in zijn eentje te paard vlak voor de troepen van Custer om daarmee het vuren naar zich toe te trekken, zodat zijn mensen konden aanvallen – een scène die acteur/regisseur Kevin Costner zich later toe-eigende in de film Dances with Wolves.

De conclusie uit de studie van de twee leiderschapsstijlen is verrassend, maar logisch. Dienend leiderschap creëert bij de volgers vertrouwen in de leider. Een dienend leider heeft een grotere invloed op zijn volgers dan een autoritair leider, zeker in een crisissituatie als de formele hiërarchie niet werkt. Volgers van een dienend leider zijn intrinsiek gemotiveerd en durven verantwoordelijkheid te nemen. Bij dienend leiderschap zijn formele organisatiestructuren minder nodig; bureaucratie kan worden gereduceerd!

We beginnen aan de andere kant van de wereld, in Azië. Daar vinden we twee politieke leiders,Xi Jinping van China en Kim Jong-un van Noord-Korea, die mijlenver af staan van indiaans leiderschap. De belangrijkste waarde, bescheidenheid, is aan beide heren niet besteed. Ze hebben een persoonlijkheidscultus om zich heen gecreëerd en laten zich ‘geniaal’ noemen. Alternatieve geluiden zijn niet welkom; er heerst een angstcultuur, het tegenovergestelde van dienend leiderschap. 

Wel is Xi gefascineerd door wijsheid en kennis, de zevende Lakota-waarde, maar die laat hij stiekem in andere landen halen. Beiden pretenderen ook wel ethisch leiderschap, Xi gebaseerd op zijn eigen ‘Visie op socialisme met Chinese kenmerken voor een nieuw tijdperk’ en Kim op de Juche-ideologie. Los van de on-indiaanse zelfverheerlijking is oprechtheid, de vierde Lakota-waarde, hier ver te zoeken. Dat met name in China natuur en milieu worden misbruikt voor economische vooruitgang doet het ook niet goed in de indiaanse wereldvisie. Rapportcijfers: allebei 2.

Crow-indianen bij de Native Days,
een jaarlijks feest naar aanleiding van de
indiaanse overwinning op generaal Custer
– Serv Wiemers

Dan twee politieke leiders dichter bij huis: premier Mark Rutte en FvD-leider Thierry Baudet. De verheerlijking door Baudet van de jacht door inheemse Noord-Europeanen op de mammoet heeft ontegenzeggelijk paralellen met de indiaanse bizonjacht. Maar verder komt hij niet in de buurt van indiaanse waarden. Zijn ijdelheid is niet alleen naar indiaanse, maar zelfs naar onze standaarden groot. Bovendien heerst binnen zijn partij een angstcultuur; andersdenkenden worden hard afgeserveerd. Zijn fascinatie met wijsheid, de zevende Lakota-waarde, wordt tenietgedaan door zijn tekortschieten wat betreft de vierde waarde, oprechtheid. Niet het verkrijgen van betere inzichten, maar het koketteren met verhevenheid lijkt immers zijn doel (wat ook weer botst met de zesde waarde, bescheidenheid). Rapportcijfer: 2.

Rutte scoort op deze meetlat een stuk beter. Alle jaren in het centrum van de macht zijn hem niet naar het hoofd gestegen; decorum is niets voor hem. Zonder pak of stoet begeleiders is hij in Den Haag gewoon op de fiets of op een terrasje te vinden. Hij helpt bij een verkeersongeluk, ruimt zelf zijn omgestoten bekertje koffie op en staat donderdag voor de klas. Daarmee scoort hij goed op de Lakota-waarden respect, zorg/medeleven, generositeit/helpen en vooral bescheidenheid. Ook het hardnekkig steunen van zijn bewindspersonen past goed bij dienend leiderschap. Minder hoog scoort Rutte op de waarde oprechtheid en eerlijkheid, door zijn ‘flexibiliteit’ wat betreft politieke standpunten en wanneer er weer eens een memo of whatsappje zoek zou zijn. Rapportcijfer: 7.

En hoe zit het met het internationale bedrijfsleven? We kijken naar twee leiders bij Unilever: de onlangs afgetreden Paul Polman en zijn opvolger Alan Jope. Polman heeft in zijn periode als CEO duurzaamheid hoog op de agenda gezet. Kwartaalrapportages werden afgeschaft; het moest gaan om ‘langetermijnwaardecreatie’. Met zijn ambitie om de ecologische footprint te halveren en armoede en klimaatverandering op te lossen was hij een ethisch leider die past bij indiaanse waarden. Maar met zijn 11,7 miljoen euro beloning die hij afgelopen jaar opstreek, verkeert hij in een ander universum dan opperhoofden als Crazy Horse die juist de armsten zijn. Zeker omdat de loonkloof tussen topman en de gemiddelde werknemer bij Unilever het grootst is van alle AEX-bedrijven. Rapportcijfer: 5.

Bij Jope blijft helemaal niets van de indiaanse waarden over. Bij zijn aantreden kondigde hij aan dat niet duurzaamheid, maar omzetgroei voortaan de allerbelangrijkste prioriteit binnen Unilever is. Jope wil wel ‘dat duurzaamheid meer terugkomt in onze advertenties’. Ook nog eens een negatieve score voor oprechtheid en eerlijkheid dus. Rapportcijfer: 2.

Tot slot wereldleiders waar indianen het meest mee te maken hadden/hebben: Barack Obama en Donald Trump. Dat Obama de Dakota Access-oliepijpleiding liet stilleggen en Trump het project op zijn tweede werkdag weer in gang zette, zegt eigenlijk alles. In zijn presidentschap leefde Obama naar de waarden die hij uitdroeg. Tijdens zijn verkiezingscampagne werd hij geadopteerd door de Crow, een buurvolk van de Lakota. De beloftes die hij toen aan de indianen deed, heeft hij altijd gehouden, zowel op politiek als persoonlijk vlak (hij had bijvoorbeeld, buiten de publiciteit, geregeld contact met zijn Crow-adoptiemoeder). Indiaanse leiders van over de hele VS noemden Obama een van hen; hij leidde volgens hun waarden. Rapportcijfer: 9.

Serv Wiemers
Veerkracht – Indianen van nu over de wereld
van morgen

ISVW Uitgevers
€30,95

Trump is zijn tegenpool. Neem oprechtheid en eerlijkheid: Trump probeerde in 1999 te voorkomen dat een groep Irokezen een concurrerend casino bouwde door kwaad over hen te spreken in krantenadvertenties. Of bescheidenheid: Trump vindt zichzelf veel beter dan de rest. Ook met wijsheid en kennis heeft hij niets op; Trump liet doorverwijzingen naar wetenschappelijke rapporten van overheidswebsites verwijderen. Op het helpen van anderen zonder daar iets voor terug te verwachten is deze man nooit betrapt. Trump ontslaat respectloos zijn mensen als die hem niet bevallen en daarmee kwalificeert hij als autoritair en niet-dienend leider. Wat betreft de Lakota-waarde van respect: het belachelijk maken van een gehandicapte journalist en van de indiaanse wortels van senator Elizabeth Warren kunnen niet door die beugel. Dan hebben we nog niet eens over respect voor ander leven: Trumps besluit de plezierjacht op de grizzlybeer toe te staan was een schok voor de Lakota. Rapportcijfer: 1.

Leiders van nu staan voor grote uitdagingen. Enerzijds is er een ander paradigma nodig als we de aarde leefbaar willen houden voor de komende generaties. Anderzijds veranderen burgers. Babyboomers accepteerden autoritair leiderschap en waren trouw aan partij en baan. Millennials – en zeker generatie Z – zijn vrijer en meer geneigd van baan, politieke partij en zelfs land te ruilen.

Voor beide uitdagingen zijn de principes van traditioneel indiaans leiderschap essentieel. Maar er is werk aan de winkel voordat onze huidige leiders dat doorhebben.