Spring naar de content
bron: Shutterstock

Vitamine D tegen kanker

Vele onderzoeken tonen aan dat een hoog vitamine D-gehalte van je bloed preventief werkt tegen kanker, en ook helpt bij de bestrijding ervan.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door William Cortvriendt

Het belang van vitamine D werd voor het eerst duidelijk toen een gebrek hieraan de oorzaak bleek van de zogenaamde ‘Engelse ziekte’, waarbij de normale botgroei wordt verstoord. We krijgen vitamine D vooral binnen met de consumptie van dierlijke vetten. Verder maken we zelf vitamine D aan in de huid, onder invloed van zonlicht. We weten nu dat een gezonde botgroei een vitamine D-bloedspiegel van minimaal 20 nanogram per milliliter (ng/ml) vereist. Geleidelijk aan is gebleken dat vitamine D ook een belangrijke rol speelt in ons afweersysteem, de aanmaak van hormonen en bij het voorkomen van onder meer hart- en vaatziekten en multiple sclerose.

Vrouwen met de laagste vitamine D-bloedspiegels hebben tot vijfmaal meer kans op borstkanker dan vrouwen met de hoogste waarden.

Een bijzonder interessant fenomeen is de samenhang tussen het vitaminegehalte van ons bloed en het risico op kanker. De eerste aanwijzingen hiervoor werden al gepubliceerd in 1941. Hoe noordelijker men in Noord-Amerika woont, hoe hoger de kans op kanker, zo bleek. De reden hiervoor zou weleens kunnen liggen in de verschillen in vitamine D-bloedspiegels, die worden veroorzaakt door het hogere aantal zonuren in het zuiden van de VS dan in het noorden, zo werd al snel gesuggereerd. Dit werd steeds duidelijker bevestigd door de resultaten van daaropvolgende onderzoeken. Die toonden aan dat vrouwen met de laagste vitamine D-bloedspiegels tot wel vijfmaal meer kans op borstkanker hebben dan vrouwen met de hoogste waarden! Ook bij dikkedarmkanker blijkt er een belangrijke samenhang met vitamine D. Het risico hierop wordt steeds kleiner naarmate de bloedspiegel stijgt tot 100 ng/ml. Ondertussen bleek dat hoge vitamine D-bloedspiegels ook het risico kunnen verkleinen op andere vormen van kanker.

Maar de resultaten uit deze onderzoeken beschrijven slechts de samenhang tussen vitamine D-bloedspiegel en kanker. Op zichzelf bewijst dit nog niet dat we door het innemen van extra vitamine D kanker kunnen voorkomen, en al zeker niet dat dit helpt bestaande kanker te bestrijden. De enige betrouwbare manier om dit te bewijzen is met een zogenaamd prospectief placebo-gecontroleerd onderzoek. Deelnemers zouden dan gerandomiseerd ofwel vitamine D ofwel een placebo slikken, en na een aantal jaren kijken onderzoekers of er verschillen zijn opgetreden tussen de twee groepen. Onlangs zijn twee van zulke onderzoeken gepubliceerd, waarbij deelnemers gedurende ruim vijf jaar dagelijks vitamine D innamen (in een dosis van 2000 IU) dan wel een placebo.

In het eerste zogenaamde Vital-onderzoek werd vooral gekeken of suppletie met vitamine D bij gezonde deelnemers het ontstaan van kanker in de daaropvolgende jaren kan voorkomen. Ondanks de hooggespannen verwachtingen vielen de resultaten tegen, althans op het eerste gezicht. Het bleek dat er na vijf jaar in de vitamine D-groep ‘slechts’ 4 procent minder gevallen van kanker ontstonden. Wel bleek bij nadere analyse dat diegenen die kanker kregen in de vitamine D-groep vergeleken met de placebogroep een 25 procent lagere kans hadden om er in die vijf jaar ook aan te overlijden. 

William Cortvriendt is medicus en auteur van diverse bestsellers. Hij werkt momenteel aan een nieuw boek over wat je zelf kunt doen om kanker te voorkomen en te overwinnen.
Illustratie: Gabriël Kousbroek

Een groot mankement van deze studie is echter het gebrek aan een grondige analyse van de relatie tussen de vitamine D-bloedspiegels en de waargenomen effecten. De uitwerking van een bepaalde dosering vitamine D op de bloedspiegel verschilt namelijk sterk per persoon. Uit de eerder besproken bevolkingsonderzoeken blijkt dat naarmate de bloedspiegels van vitamine D hoger zijn, het risico op kanker sterker daalt. De onderzoekers hadden de placebo dus moeten vergelijken met een individueel aangepaste dosering van vitamine D die ten minste een bepaalde minimale bloedspiegel tot gevolg had, in plaats van met de standaard vitamine D-dosering van 2000 IU.

Het Japanse Amaterasu-onderzoek keek of vitamine D helpt de terugkeer van kanker van het maagdarmstelsel te voorkomen na de in eerste instantie succesvolle operatieve verwijdering. In de placebogroep bleek na vijf jaar de kankervrije overleving 69 procent, tegen 85 procent in de vitamine D-groep. De hoogste bloedspiegels reikten echter niet hoger dan 40 ng/ml.

We weten nu dus dat dagelijkse supplementen met 2000 IU vitamine D gedurende vijf jaar een licht preventieve werking tegen kanker hebben. Die komt echter niet in de buurt van de resultaten van bevolkingsonderzoeken, die immers het effect meten van levenslang hogere vitaminespiegels. Die tonen vooral gunstige effecten bij de hoogste bloedspiegels, vaak veel hoger dan 40 ng/ml. Verder blijkt uit het Japanse onderzoek dat vitamine D de overlevingsduur van kankerpatiënten verder doet toenemen, vooral bij degenen met de hoogste vitamine D-bloedspiegel. Maar de mogelijk effectievere niveaus van boven de 40 ng/ml werden in het onderzoek niet bereikt. 

We maken zelf vitamine D aan in de huid, onder invloed van zonlicht. – Foto: Shutterstock

Mijn conclusie op basis van de tot nu toe bekende onderzoeken is dat het voor iedereen is aan te bevelen om een vitamine D-bloedspiegel van minimaal 40 ng/ml na te streven, en als je kanker hebt liefst nog hoger. In de praktijk zullen bijna altijd veel hogere doseringen nodig zijn dan de momenteel aanbevolen 800 IU per dag. Zo bleek dat ikzelf met 2000 IU per dag op 38 ng/ml uitkwam. Ik heb me ten doel gesteld om dit verder te laten stijgen tot tenminste 50 ng/ml en heb daarvoor mijn eigen dosering opgehoogd tot 5.000 IU per dag. Dit najaar laat ik mijn bloedspiegel opnieuw bepalen. Meten is weten!