Spring naar de content

Rundfunk: ‘Ik hoop vurig dat ik nooit naar Ranking the Stars hoef’

Tom van Kalmthout (28) en Yannick van de Velde (29) van theaterduo Rundfunk staan 2 en 3 juni in een uitverkocht Carré met de show Wachtumsschmerzen, die ze inmiddels al meer dan tweehonderd keer hebben opgevoerd. Er is al een volgend theaterstuk in de maak, én een speelfilm. Hoog tijd voor een telefoontje.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jeroen Konings

Hoe zal ik jullie introduceren? Als de nieuwe Koot en Bie, Neerlands Hoop of Jurk?
Y:
“Please niet iets met Freek de Jonge. En Van Kooten en De Bie is dan weer teveel eer, met zulke iconen moet je jezelf niet willen vergelijken.”
T: “Peppie en Kokkie misschien?”
Y: “Wie zijn Peppie en Kokkie eigenlijk? Zijn zij van ‘tuut tuut boink boink’? Ja, vet is dat.”
T: “Nieuwe Samson en Gert?”
Y: “Waardenberg en de Jong horen we weleens. Ook zij hebben hun eigen stijl, maar dat komt misschien een beetje in de buurt.”

De eerste keer Carré met Rundfunk. Hoe voelt dat?
T: “Best bizar. We begonnen namelijk in een soort kroegsetting in Klein Bellevue in Amsterdam en we sluiten de tour nu dus af in Carré.”
Y: “Voor zover wij weten zijn wij de enigen die zich tijdens een tour zo hebben opgewerkt. In het begin werden we echt klein geboekt, logisch ook. Maar gaandeweg werden de zalen steeds groter.”

In jullie tv-serie wordt een donker jongetje door z’n gymleraar voor een aapje aangezien. Waarom slaat zulke humor aan in deze tijd van lange tenen en korte lontjes?
T: “Juist daarom slaat het aan. Ik denk dat wij heel goed groeien op een grond van politieke correctheid.”
Y: “We zijn compromisloos, doen geen concessies. Wij doen wat wij willen zien en sommige mensen juist helemaal niet willen zien. Daarom vinden mensen ons soms vreselijk, maar vaak ook fantastisch. We zijn daarnaast niet helemaal achterlijk – wel een beetje. Daarom bouwen we grappen zo op dat mensen die graag beledigd zijn, dat net niet kunnen. Zo van: ja, je kunt nu wel beledigd zijn, maar je snapt ook wel dat wij weten hoe het werkt. Mensen vinden het ook wel lekker om even iets anders te horen dan al dat politiek correcte gelul.”
T: “Ook slaat de ongemakkelijkheid die we creëren goed aan, met name in het theater. Scènes worden pijnlijk om naar te kijken, en daarom erg grappig.”


De scène waarin Lars wordt aangezien voor een aapje.

Is het zo dat jullie de hardste grappen wel op theater durven, maar niet op tv?
T: Lachend: “Nou, de show wordt binnenkort uitgezonden op tv, dus dat gaat helaas niet op.”

Mensen zullen niet bij onze show weglopen en denken: ‘Goh ze hebben echt mijn ogen geopend omtrent de vluchtelingenproblematiek.’

Yannick van de Velde

Worden jullie niet moe van geouwehoer zonder boodschap?
T: “Het klopt niet dat we geen boodschap hebben. Als je onze show ziet, dan merk je hoe wij denken en wat wij vinden. Je kunt namelijk nooit vrijblijvend theater maken.”
Y: “Mensen zullen niet bij onze show weglopen en denken: Goh, ze hebben echt mijn ogen geopend omtrent de vluchtelingenproblematiek. Maar het is wél zo dat onze scènes vaak voortkomen uit woede of verbijstering over maatschappelijke onderwerpen.”

Hoe typeren jullie je eigen stijl wel?
Y: “We maken komisch theater, maar we spelen geen komedie. Dat we als echte acteurs zijn opgeleid helpt daarbij. We voeren Rundfunk op, zoals we ook Shakespeare zouden opvoeren. Daar zit een deel van onze kracht. Als we grappige scènes bloedserieus spelen, wordt het schrijnend, ongemakkelijk en grappig.”
T: “Met de ernst in ons spel geloven mensen de situaties die we schetsen. Binnen die geloofwaardigheid werken onze grappen veel beter.”

Jullie trekken vooral jong publiek. Komen er wel oudere mensen, en lachen die even hard?
Y: “We hebben het precies uit laten zoeken. 80 procent van ons publiek is tussen de 18 en 36.”
T: “Maar we zien ook veel andere leeftijden hoor, met name familie-uitjes.”
Y: “Heel veel vaders en zoons die samen komen bijvoorbeeld. Als die vader ons dan na de show aantikt en vertelt dat hij het leuk vond is dat een extra kick. Laatst kwam er nog zo een vader naar me toe. Die zei: ‘Jullie zijn echt helemaal gek hè?’ Prachtig is dat.”
T: “Ook zie ik weleens groepjes écht oude mensen. Ik vermoed dan dat ze een seizoenpas hebben en niet weten wat ze te wachten staat. Veel van onze collega’s doen er alles aan om een jong publiek de zaal in te krijgen. Maar ik vind het juist vet als er hele oude mensen een kaartje kopen.”
Y: “Precies. En als zo’n oudje het vervolgens helemaal geweldig vindt en een topavond heeft, dan is dat fucking cool.”

In het theater is het heel simpel: je hebt betaald om hier naar te kijken, dus je blijft zitten, ook als je denkt my god wat gebeurt hier?

Yannick van de Velde

Wat is het grootste verschil tussen Rundfunk in het theater en op televisie?
T: “Dat het ene in het theater is en het andere op tv. En dat we in het theater met z’n tweeën zijn.”
Y: “Er gelden zulke andere wetten op het podium. Daar maken we dankbaar gebruik van. Op tv kun je het mensen niet écht ongemakkelijk maken. Je kunt gewoon wegzappen. In het theater is het heel simpel: je hebt betaald om hier naar te kijken, dus je blijft zitten, ook als je denkt my God wat gebeurt hier? Het is een enorm theatercliché en het klinkt vreselijk stom, maar het is wel zo: je maakt de voorstelling mét het publiek. We hadden laatst een avond – ik zal niet zeggen in welk theater – waar we weinig respons kregen van het publiek. Dan is het zo veel moeilijker om die show uit te spelen. Het publiek heeft een belangrijke taak, het is een wisselwerking – om nog maar een cliché aan te boren.”

Heeft het publiek ook daadwerkelijk een taak in jullie voorstelling?
T: “We halen geen mensen op het podium, dat vinden we lelijk. Maar we halen wel geintjes uit met het publiek, hoewel die eigenlijk altijd ten koste van ons gaan.”

Jullie doen behoorlijk extreme dingen op het toneel. Wat durven jullie niet aan voor een volle zaal?
T: “Het is geen kwestie van durven. Als we een scène bedenken, die goed vinden en die vervolgens toch niet opvoeren, dan heeft dat altijd met praktische bezwaren te maken. Er zijn namelijk heel veel regels en richtlijnen waar je je aan moet houden in al die verschillende theaters.”

Hebben jullie een voorbeeld?
Y: “Het probleem is dat we een hoop van die dingen misschien alsnog gaan proberen in een volgende voorstelling. Die vertellen we je graag, maar dan mag je dat niet in het stuk zetten. Laten we ook iets verzinnen wat je wél mag gebruiken. Ja, oké, dit mag je opschrijven: we hadden eens iets bedacht met een nepwapen, maar om dat in de tour te gebruiken moet je voor iedere voorstelling apart een vergunning aanvragen. Niet te doen.”

Jullie zijn enorm op elkaar ingespeeld. Zouden jullie de scènes die jullie opvoeren ook met iemand anders aandurven?
Y: “Dat zou héél raar zijn. En onverstandig, want dan wordt de voorstelling vijfhonderd keer zo slecht.”
T: “Ja, of het wordt ineens beter en dan is dat heel kut.”
Y: “Nou, ik heb wel ooit bedacht om een bevriende acteur mijn volledige rol aan te leren. Die zou ik vervolgens het podium opsturen, zonder dat Tom dat weet. Ik zou in de zaal gaan zitten en gedurende de show alleen maar kijken naar Tom’s reactie. Die verbijstering op zijn gezicht zou ik echt fantastisch vinden.”

Een lange theatertour, uitverkocht Carré, miljoenen views op Youtube en succes op tv. Wat is jullie volgende doel?
T: “Er komt een speelfilm aan die zich afspeelt op een camping. Daarnaast ook een nieuwe theatertour voor volgend seizoen. Die zijn we nu aan het schrijven.”
Y: “Dat wordt super geëngageerd en doorgecomponeerd. We doen alles zingend. Nee, zonder grappen: het kan zomaar heel anders worden dan Wachtumsschmerzen.”

Ik heb ook niks tegen Johan Nijenhuis. Behalve dan dat zijn films kut zijn.

Tom van Kalmthout

Jullie wagen je aan veel verschillende disciplines. Wat zou je niet willen doen?
Y: “Ik ga nooit in een opera of musical spelen. Moderne dans of ballet juist wel, maar ik ben bang dat dat er niet in zit. Ik hoop ook vurig dat we nooit aan Ranking the Stars mee hoeven te doen. Maar als we straks niet meer leuk gevonden worden, diep in de schulden zitten en HP/De Tijd niet meer belt, kan het zomaar zijn dat ik daar moet gaan zitten.”
T: “Een serieuze, maar heel slechte arthouse-productie lijkt mij het ergst. Dat je tijdens de opnamen al denkt: dit wordt verschrikkelijk. Al zie ik Rundfunk nog wel een serieuze arthouse-film maken. Een rolletje in een Johan Nijenhuis-film zou nog wel lollig zijn. Ik heb ook niks tegen Johan Nijenhuis, behalve dan dat zijn films kut zijn.”

Hebben jullie nog een boodschap voor onze lezers?
Y: “Dat ze naar onze shows moeten komen. Kunnen ze op de bridgeclub niet meer stuk. Oh, en: Live fast, die young. Als dat nog kan.”