Spring naar de content
bron: Mieke Meesen

Geert Dales: ‘Ik heb hardhandig afgerekend met de foute partijcultuur’

Voormalig VVD-burgemeester en -wethouder Geert Dales (67) is een nieuw politiek leven begonnen als voorzitter van het door vele ruzies geplaagde 50Plus. Lukt het de knokker aan de Kneuterdijk om rust in de tent te brengen? ‘Als wij ineens negentien Kamerzetels krijgen, sodemietert de hele boel in elkaar.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:

Op de derde verdieping van een statig pand aan de Haagse Kneuterdijk heerst de beschaafde kalmte, de bedaagde stilte die je onder ouderen kunt verwachten. Hier zetelt het hoofdkantoor van 50Plus, waarvan Geert Dales (67) sinds een jaar voorzitter is. 

Waar is Geert?

“Geert is even zijn handen wassen,” grinnikt een medewerkster. Uit haar lacherige stem moeten we haast wel opmaken dat de voorzitter dat wel vaker doet op ’n dag. Algemeen bekend is in ieder geval dat Dales slecht tegen vuil kan. Niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk. En aangezien hij zich gedurende zijn woelige carrière meerdere malen flink besmeurd heeft gevoeld, leverde die eigenschap nogal wat vuurwerk op met zijn directe omgeving. Als hij ook maar ’n greintje onrechtvaardigheid proeft, gaat hij recht op het vuil of de vuilbek in kwestie af. Mediaman Harry de Winter kan daarover meepraten. Hij noemde Dales ‘metro-oplichter’ vanwege de gigantische budgetoverschrijding van de Noord/Zuidlijn, waar Dales als Amsterdamse wethouder voor verantwoordelijk was. Inmiddels heeft De Winter een dagvaarding aan de broek wegens smaadschrift.

Dertig meter om de hoek van het 50Plus-kantoor staat een standbeeld voor Johan de Witt, een held aan wie Geert Dales zich best zou kunnen spiegelen, behalve dan dat hij zich niet zo makkelijk laat lynchen als deze raadpensionaris ooit. Dales knokt altijd onverdroten terug.

Na zijn turbulente wethouderschap in Amsterdam en zijn burgemeesterschap in Leeuwarden moest hij als voorzitter van het college van bestuur bij Hogeschool Inholland nog het hardst van zich afbijten. Hij werd beschuldigd van buitensporig declareren. Die aantijgingen bleken nonsens, maar de verwikkelingen bij de Hogeschool duwden hem vervolgens wel in een zware depressie. Jarenlang lag hij in de lappenmand, hij moest zelfs worden opgenomen in de Valeriuskliniek. 

Maar de eeuwige knokker krabbelde weer overeind en laat zich inmiddels op menig front gelden. (“Je zou het niet zeggen, maar ik ben ook fysiek sterk, hoor, ik heb eens eigenhandig een inbreker de deur uit geslagen.”) Zo werkt hij aan een boek dat Na de val gaat heten; over lotgenoten die – net als hij – op achterbakse wijze pootje werden gelapt.

En kijk, daar is Geert alweer, terug van het handen wassen. Meteen gaat er een wervelwind door het ietwat slaperige 50Plus-kantoor. Andere tijden met riantere behuizingen, royalere hofhoudingen laat hij nonchalant achter zich als hij zegt: “Het is hier klein, we moeten het doen met krap vier medewerkers, maar wat zitten we hier prachtig hè. Kijk dan, daar is het Binnenhof! We hebben een regelrecht uitzicht op de plek waar het allemaal gebeurt. Ik voel me hier bijzonder thuis.”

Als we de verse voorzitter van de ouderenpartij mogen geloven, hoefde hij zich maar over één bezwaar heen te zetten: de huiskleur van 50Plus. 

“Paars, en nog eens paars, alles is paars hier. Kijk maar, dit ding is ook al paars.” Hij houdt een 50Plus-koffiemok omhoog. 

“Persoonlijk vind ik donkerpaars niet zo’n fijne kleur, ik associeer het te veel met de donkere kant van de katholieke kerk. Maar ik zal je iets grappigs vertellen, ik heb net een tweedehands cabriootje gekocht, dat toevallig ook paars is. Aan alle collega’s van het hoofdbestuur heb ik een foto gestuurd met de mededeling dat als ze hart hebben voor de partij, ze ook in een paarse auto moeten gaan rijden. Zo zie je maar, ik geef het goeie voorbeeld hier.” 

Er zijn weinig vragen nodig om Dales aan de praat te krijgen, de spraakwaterval dendert enthousiast voort over hoe fantastisch hij het vindt terug te zijn op het politieke toneel en hoe geweldig hij het heeft bij 50Plus. Dus de eerste vraag die we voor hem in petto hebben, kunnen we pas stellen na een dik halfuur. 

Mieke Meesen

Waar bent u blijer mee? Met de prestaties van Ajax of met het nieuws dat de Amsterdam Architectuur Prijs 2019is toegevallen aan de Noord/Zuidlijn?
“Voor voetbal heb ik geen belangstelling, misschien wel voor Cristiano Ronaldo, maar dat heeft andere oorzaken. Dus de keus is snel gemaakt. Die architectuurprijs is fantastisch, ik heb het nieuws meteen naar Jan en alleman rond-geappt, ook in verband met wat er hier op het Binnenhof speelt over de verbouwing van de Tweede Kamer. Sober en doelmatig moet de renovatie worden. Het mag natuurlijk weer eens niets kosten. Ongelooflijk, terwijl het om een van de grootste iconen gaat die we hebben. Doelmatig begrijp ik, maar sober vind ik een totaal verkeerd uitgangspunt.”

Probeert u nu indirect een excuus te vinden voor de gigantische budgetoverschrijding van de Noord/Zuidlijn?
“Zeker niet, dat is gebeurd en dat heb ik als wethouder fout ingeschat. Maar in the end denk ik dat die 3,1 miljard in plaats van de begrote anderhalve miljard toch de reële prijs is. Misschien zelfs wel een faire prijs als je ziet wat Amsterdam ervoor terugkrijgt.”

U woont tegenwoordig in Hoofddorp. Heeft u zelf al van de Noord/Zuidlijn genoten?
“Als ik eens een dipje heb, neem ik een ritje met de metro, dan gaan de duimen omhoog. Veel mensen hebben geen flauw idee meer wie ik ben, maar hierom word ik best nog vaak herkend. Ik kan soms wel zes treinen voorbij laten gaan om die prachtige stations te bewonderen. Er zijn inmiddels cijfers uitgedeeld door de reizigers aan het openbaar vervoer en dan krijgt de Noord/Zuidlijn een 8,5. Dat is ongehoord hoog.”

De vraag is of hij ooit rendabel wordt.
“Wat betekent nou rendabiliteit? Is het onderwijs rendabel? Is een snelweg door Friesland rendabel? Is het Binnenhof rendabel? Het gaat om publieke voorzieningen, die hoeven niet per se rendabel te zijn. En Amsterdam is er niet aan ten onder gegaan. Weet je, als het om rendabel gaat, zouden we eerder eens moeten nadenken of het wel eerlijk is dat iemand met een pandje langs de Noord/Zuidlijn nu substantieel meer overwaarde in zijn eigen zak steekt. De gemeenschap betaalt dus uiteindelijk de waardevermeerdering. Ik heb dat laatst te berde gebracht tijdens een bijeenkomst waar ook Tineke Netelenbos, oud-minister van Verkeer en Waterstaat, aanwezig was – zeg maar de minister van de mislukte tolheffing voor snelwegen. Zij moest gieren van het lachen en zei: ‘Geert, je wilt dus een Noord/Zuidlijn-belasting. Dat zullen de mensen leuk vinden. Als ik jou was, zou ik maar mijn mond houden.’ Dat doe ik dan maar. Toch vind ik dit voordeel onrechtvaardig en hoor eens even: vijftien jaar geleden kwam niemand in Amsterdam-Noord, behalve mensen die er woonden. Mensen dachten: wat moet ik daar? Dat is sinds de bereikbaarheid met de metro totaal anders. Dat hoort toch ook bij de rendabiliteit.” 

Beschouwt u het succes als een persoonlijke triomf?
“Dat zou al te ijdel zijn, maar wanneer je vijftien jaar bent uitgejouwd, er een hoop bagger over je is uitgestort, geniet je daar natuurlijk wel van. Ik en de metro, het kon niet deugen, het was haast een geloofsartikel geworden, ik kon me nauwelijks nog verdedigen. Maar ik ben altijd blijven voorspellen: als de Noord/Zuidlijn af is, zal het tij keren. Toch, dat het zo snel zou gaan, meteen al na de opening, had ik nooit verwacht.”

Je zou het niet zeggen, maar ik ben ook fysiek sterk. Ik heb eens eigenhandig een inbreker de deur uit geslagen.

Televisieproducent Harry de Winter denkt er het zijne van.
“O ja, haha, hij noemde mij op Twitter ‘metro-oplichter’. Ik snap hem niet, we hadden het bij een glas bier kunnen oplossen, maar meneer gaf niet thuis. Nu heeft hij een dagvaarding op de mat. Sinds mijn aangifte van smaad en laster heeft hij het voor zichzelf alleen maar erger gemaakt. Hij moest naar het politiebureau komen en heeft me daar zitten uitmaken voor rotte vis. In zijn verweer beweert hij dat ik me nooit om een enkele reactie druk gemaakt heb, dat ik hem alleen maar moet hebben omdat hij een bekende Nederlander is. Ik ken de beste man helemaal niet. Verder zei hij dat ik niet moet klagen over reputatieschade, want volgens hem heb ik helemaal geen reputatie, behalve een slechte. De strafzitting is uitgesteld.”

Misschien denkt De Winter dat het met een sisser afloopt.
“Dat geloof ik niet. Hij is zich te pletter geschrokken, anders had hij Bénédicte Ficq niet als advocaat in de arm genomen. Via haar liet hij het OM ineens weten dat hij enorm veel spijt heeft van zijn tweet. Dat is dan wel behoorlijk laat, ik geloof er geen zak van. Volgens mijn eigen raadsman Peter Plasman gaat het hier om een klassiek staaltje smaadschrift. Je mag mij best een belabberde bestuurder noemen, maar ik ben geen oplichter zoals De Winter beweert. Hier is een strafbaar feit gepleegd. Punt uit.

“En waarom belde hij míj dan niet met de excuses. Nee, in plaats daarvan ging hij op de sociale media gewoon door met valse opmerkingen over de zware depressie die ik achter de rug heb, waarover ik vorig jaar een heel openhartig interview gaf aan Het Parool. Dan ben je toch gewoon een slecht mens. Die man deugt niet.”

Reageert u zelf wel eens op toestanden of personen via de sociale media?
“Twitter is me wel aangeraden toen ik voorzitter werd van 50Plus, maar nee, ik maak me daar niet kwetsbaar voor. Ik kan als het moet ook best vals zijn en wil er liever niet aan denken dat ik in een opgewonden bui op een knop druk en een beledigende tweet de wereld in stuur. Je ziet aan Harry de Winter wat de gevolgen kunnen zijn.”

Hoe gaat dit aflopen? Bent u uit op schadevergoeding?
“Nee zeg, en het gaat in deze zaak niet alleen om mijzelf. Ik wil iets ondernemen tegen de smaad en laster die op de sociale media epidemische vormen aanneemt. Intussen vergiftigt dat de maatschappij. Het beledigen van personen met een publieke functie is desastreus voor het functioneren van de democratie, mensen worden kopschuw, voelen zich in het uitvoeren van hun openbare ambt belemmerd. Gelukkig zeggen de ministers Kajsa Ollongren en Ferdinand Grapperhaus nu: we verhogen de straf, iedereen die dit treft moet aangifte doen. Ik heb dat alvast gedaan en ik hoop dat dat leidt tot een veroordeling. Dan voelen types als De Winter eindelijk welke onaangename gevolgen hun gedrag kan hebben. Als De Winter straks veroordeeld wordt, heeft hij een strafblad. Dan komt hij niet zomaar de Verenigde Staten meer binnen, maar moet hij eerst naar eer en geweten melden dat hij een misdrijf heeft gepleegd. Dat is echt niet fijn.” 

Het beledigen van personen met een publieke functie is desastreus voor het functioneren van de democratie.

U windt zich de laatste tijd ook nogal op over het Trump-bashen. Valt die negativiteit in dezelfde categorie?
“Ik vrees van wel. Mensen denken dat ik een fan ben van Trump, sommige 50Plussers hebben zelfs hun lidmaatschap opgezegd omdat de voorzitter zo’n Trumpaanhanger is. Anderen werden daarom juist lid. Maar dat is het punt niet. Het gaat mij om de vooroordelen, om de foute mededelingen die journalisten structureel over hem doen, met name bij de publieke omroep.”

Vereenzelvigt u zich als slachtoffer met Trump? 
“Nee, ben je mal, zo erg is het met de kritiek op mij nou ook weer niet gesteld. Maar ik geef je een leuk voorbeeld. Trump en zijn vrouw gingen naar de paus. Gepland stond een bezoek van een half uur, maar het duurde een klein kwartier langer. De paus vond het gesprek dus blijkbaar interessant genoeg om het te laten uitlopen. Ik heb het bezoek bekeken via de livestream van Vaticaan-TV, het ging er allemaal heel gemoedelijk aan toe. Maar dan komt correspondent Andrea Vreede voor de NOS-camera vertellen dat Trump aangeslagen oogde, dat de paus chagrijnig was, nors keek, en dat het bezoek veel korter duurde dan was gepland. Drie keer een leugen. Een paar weken later komt onze koning Willem-Alexander samen met Máxima bij de paus op bezoek. Zelfde ceremonie, ook nu is er een halfuur gepland. Wat zien we daar later in de media van terug? Allemaal vrolijke plaatjes en er werd verteld dat je wel kon zien dat de paus het reuze naar zijn zin had; daarom duurde het bezoek zelfs langer dan dat van president Trump. Dus weer drie keer fake news. Ik heb zelf foto’s die het tegendeel bewijzen, gemaakt via mijn tv-scherm. Het ergert me. De publieke omroep ontvangt belastinggeld waar je zuiver mee om moet gaan, je mag de mensen met je berichtgeving niet belazeren of in een bepaalde richting sturen. Ik kan heel slecht tegen liegen.”

Is liegen niet inherent aan politiek? 
“Je hoeft in de politiek niet altijd de waarheid te vertellen, je mag er best omheen draaien, maar ronduit liegen hoort absoluut niet bij de politiek.”

U was lang weg uit de politiek. Waarom bent u via 50Plus weer teruggekeerd? Om uw hunkering naar macht te stillen?
“Uhm… nee… hunkeren naar macht? Ik dacht ’t niet.”

U bent toch iemand die het graag voor het zeggen heeft.
“Ja, dat is wel fijn! Haha, ik ben nu partijvoorzitter, hè, dus ik heb wel íets in te brengen. Ik zit in een andere levensfase, op mijn veertigste, mijn vijftigste bezat ik veel meer geldingsdrang. Nu ben ik ontspannen, eigenlijk hoeft er helemaal niets. Bovendien ging het me in het verleden niet zozeer om macht, maar vond ik het fijn om invloed uit te oefenen.”

Daar is macht voor nodig.
“Klopt en dat is ook helemaal niet vies, want dan mag je iets doen, kun je iets betekenen, dat is alleen maar leuk. Maar luister, dit is een vrijwilligersbaan, ik ben hier helemaal niet gekomen, noch geparachuteerd – zoals is gesuggereerd – om overheersend de scepter te zwaaien. Ik wilde graag politiek weer ergens bij horen, mijn kennis en ervaring delen, een bijdrage leveren aan de samenleving. Ik heb een goede studie gemaakt van verschillende partijen en ik kwam op inhoudelijke gronden bij 50Plus terecht. Verder bezit ik van nature een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ik wil op een constructieve manier bezig zijn voor de maatschappij.”

Waar komt dat verantwoordelijkheidsgevoel vandaan?
“Van mijn papa en mama, een fatsoenlijke christelijke opvoeding op de School met de Bijbel en de christelijk-gereformeerde hbs in de Achterhoek, vermoed ik.”

Dat klinkt als een donkere, orthodoxe jeugd.
“Nee hoor, ik kom uit een liberaal nest in Doetinchem, mijn vader was ondernemer en braaf VVD-lid. Ik had een leuke jeugd, veel vriendjes op school, kon goed met mijn ouders, broer en zussen opschieten. Allemaal tamelijk harmonieus.” 

Er viel in uw jeugd dus nog niet zoveel te knokken.
“Nou, van binnen zat wel al veel geldingsdrang, ook ongeduld. Ik vond de dingen te langzaam gaan, omdat ik best slim was. De kleuterschool vond ik ver beneden mijn niveau. Ik dacht: wat moet ik hier? Tekenen, knippen en plakken, daar had ik geen gein in. De lagere school duurde me te lang en wat we leerden over Jezus en de goedheid van God vond ik al snel twijfelachtig. Op mijn elfde heb ik het geloof afgezworen nadat ik mijn boezemvriendje had verloren aan een hersentumor. Ik heb heel vaak teruggedacht aan die vreselijke scène op het kerkhof toen de vader zich in het graf wilde storten, door de familie werd tegengehouden en ik daar als klein jochie met verbijstering naar stond te kijken. Het is een sleutelmoment geweest, ik dacht: Geert, je zal het verder echt zelf moeten doen, zelf de leiding nemen over je leven en niet je hoop vestigen op hogere krachten.”

Hadden ze in dat christelijke milieu geen moeite met uw seksuele voorkeur?
“Toen ik jong was, had ik nog helemaal geen seksuele voorkeur, ik was niet zo’n jeugdige homoseksueel die op zijn twaalfde al de drang voelde om uit de kast te komen. Ik ben een beetje een laatbloeier op dat gebied, ik was al dik in de twintig toen ik een jongen tegenkwam waar ik echt zin in had. Ik zal het je nog sterker vertellen: er is zelfs een moment geweest dat ik overwogen heb om met een vrouw verder door het leven te gaan. We waren heel dol op elkaar, maar zij durfde het niet aan.”

Ik spreek Frans, Hongaars, Spaans, kan mij makkelijk bewegen in paleizen, maar ook in arme buurten. Ik voel me nergens te goed voor.

U staat te boek als een kosmopolitisch mens. U was in het verleden diplomaat, baas van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst, locoburgemeester van de hoofdstad, et cetera. Is 50Plus niet een beetje een te benepen, kleinburgerlijk clubje voor u?
“Mijn intimi reageerden aanvankelijk meewarig, vroegen zich af wat ik daar nou te zoeken had, moesten onbedaarlijk lachen. Zelfs mijn echtgenoot Rinze was verbaasd. Inmiddels is hij ook lid en dan hebben we het echt niet over iemand die zich zomaar laat dwingen. 

“Ik heb niets tegen kleinburgerlijkheid; ik vind het een belangrijke dragende waarde in de maatschappij. Samen met Rinze bezocht ik een ledenvergadering, dat was een revelatie. We keken om ons heen en wat ons allebei zo beviel was dat we daar een dwarsdoorsnede van de gewone samenleving zagen, van heel rijk tot heel arm, van goed in het pak tot slecht gekleed, van maatschappelijk geslaagd tot totaal mislukt. Ik ben zelf weliswaar hoogopgeleid, een gepromoveerd academicus – ik spreek Frans, Hongaars, Spaans, kan mij makkelijk bewegen in paleizen, maar ook in arme buurten. Ik voel me nergens te goed voor. Dat vind ik nu juist het aantrekkelijke van 50Plus: het is geen eenzijdige partij met een typisch publiek, zoals de SP of GroenLinks. Bij ons zit van alles, zonder dat extreme. Onredelijke, woedende mensen hebben we niet bij 50Plus. Het zijn allemaal keurige mensen die uit zijn op een stabiel en fatsoenlijk bestaan zonder de boel te willen verzieken.”

Wat trekt iemand als de wereldse Dales aan de kleine burger?
“Ik zal het je zeggen: ik heb het geluk dat ik, zonder er bewust over na te denken, mijn hele leven in loondienst ben geweest en daardoor een fatsoenlijk aanvullend pensioen betrek. Maar als gehuwde heb ik een AOW van netto 631 euro. Stel dat je daarvan samen met een miniem aanvullend pensioentje – zoals veel doorsnee Nederlanders – moet rondkomen. Bij elkaar zo’n 1500 euro bruto, dan heb je het al heel goed gedaan in dit land. Voor die mensen wil ik iets doen, zij verdienen meer financiële zekerheid, in ieder geval een geïndexeerde AOW op een niet te hoge leeftijd. En dat doel reikt over het probleem van oudere generaties heen. Betaalbare gezondheidszorg, fatsoenlijke ouderenhuisvesting, het bestrijden van leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt, het zijn ook vraagstukken die jongeren in de toekomst aangaan.”

Uit de laatste verkiezingsresultaten bleek niet meteen dat 50Plus het verschil kan maken. Uw partij heeft qua achterban een enorm potentieel. Hoe gaat u dat ooit verzilveren?
“We hadden bij de laatste Kamerverkiezingen 3,4 procent van de stemmen en zijn bij de Statenverkiezingen in maart gestegen naar 3,6. Toegegeven, dat is geen daverende groei. Met zo’n groot potentieel electoraat moeten we ons wel degelijk afvragen: wat doen we fout, waar laten we kansen liggen? Ik zie genoeg ruimte voor groei.”

De vraag was: hoe gaat u dat bewerkstelligen?
“Als jij het weet moet je dat onmiddellijk aan me doorgeven, dan ga ik er meteen mee aan de slag. We zitten er met z’n allen nog op te broeden.”

Intussen hijgen de jonge honden in uw nek, Forum voor Democratie weet massaal het electoraat te mobiliseren. Kunt u iets leren van Forum?
“Zeker, daar kijk ik goed naar. Bij Forum weten ze niet alleen leden te werven maar ook leden te binden aan elkaar. Bij ons moet er meer geparticipeerd worden. Onze ledenvergaderingen zijn niet slecht, maar ik wil ze politieker maken, ik wil vaker debatten over inhoudelijke standpunten. Wat dat betreft is er nog heel veel werk te verzetten.” 

Zijn oudjes moeilijker te activeren dan jongeren?
“Nou, ze willen heel graag debatteren, hoor, en met elkaar koffiedrinken, maar ik vind wel dat er uiteindelijk een wezenlijk resultaat uit moet komen, dat het moet leiden tot iets waarmee je naar buiten kunt komen, iets wat op de langere termijn stemmen oplevert. Daarom kijk ik, nogmaals, met lichte jaloezie naar hoe Forum dat doet. We zijn aan die partij niet voor niets stemmen kwijtgeraakt.”

Heeft u zich niet te vroeg bij 50Plus gemeld? Had u niet liever bij de grote winnaar op rechts gezeten, Forum voor Democratie?
“Nee, ben je gek geworden. Om die Minerva-uilentoespraak van Thierry Baudet heb ik keihard gelachen, dat was pseudo-intellectuele quatsch! Ik heb ook niks met dat poseren van Baudet of Hiddema, het is zo fake, totaal niet mijn politieke stijl. Ik ben ook niet voor een explosieve groei van 50Plus. Ik geloof meer in een stapsgewijze klim, zoals bij de Partij voor de Dieren. Als wij ineens negentien Kamerzetels krijgen, sodemietert de hele boel in elkaar, daar zijn wij niet op voorbereid.”

U kwam bij 50Plus niet meteen in een warm bad terecht.
“Nou, ik ben met een bijna Noord-Koreaanse stemuitslag tot voorzitter verkozen, ik had 72 procent van de stemmen.”

Toen u eenmaal gekozen was, haalden leden u stiekem over de hekel. Er waren erbij die zeiden: we willen Dales niet, voor hem gaan we niet harder lopen, deze man heeft geen empathie.
“Sommige mensen zeiden dat, ja. Dat doet me wel zeer, omdat het echt onzin is, een vooroordeel. Ik besef heus wel wat ik afstraal: een pedante nicht, maar dat is niet wie ik ben. Ik heb sinds mijn depressie de ontspannen kant in mezelf ontdekt, die kan ik tegenwoordig heel goed laten zien en zien anderen ook in mij.

“Ik wil het er niet te lang over hebben, de roddel en achterklap is weg. Er is nieuw elan. Intern, extern, van alle kanten word ik enthousiast gesteund. Het probleem zat bij een kleine groep querulanten. Die zijn gelukkig afgetaaid, iedereen wilde af van dat gezeik. Mijn voorganger had er al problemen mee en ik heb er definitief korte metten mee gemaakt.”

Om die Minerva-uilentoespraak van Thierry Baudet heb ik keihard gelachen. Dat was pseudo-intellectuele quatsch!

Voor korte metten kunnen ze u nog steeds overal inhuren?
“Forse maatregelen nemen is voor mij geen doel op zichzelf, maar ik ben nooit bang geweest om de bijl erin te zetten als het moet. Er hing een sfeer bij de partij die niet goed was. Kritiek is prima, maar dan wel graag rechtstreeks en niet via mails aan anderen. Dat leidt tot desintegratie van een partij. Ik kwam dat achterbakse gedoe, deze foute partijcultuur bij 50Plus overal tegen. Ik maak er geen geheim van: ik heb er hardhandig mee afgerekend. Ik wil geen voorzitter zijn van een club die zich zo gedraagt.”

Zijn er onder uw bewind als voorzitter strengere regels gekomen? Bestaan er nu sancties voor subversief gedrag?
“Je moet niet alles in regels willen vatten. We hebben gewoon met z’n allen afgesproken: zo doen we het voortaan nooit meer. En dat werkt, ik merk een geweldige loyaliteit. En om gedonder in de toekomst toch te voorkomen werken we aan ‘Code Paars’, een document met integriteitregels over hoe je met respect met elkaar om kunt gaan. Onfatsoenlijke mensen hebben we er liever niet meer bij. Nu heb ik er wel genoeg over gezegd.”

Toen u aantrad als voorzitter, ontdekte u hier en daar een cultuur van coöptatie, vriendjespolitiek. Hoe staat het daar nu mee?
“Het is een beetje inherent aan de basis van 50Plus. Deze partij is klein begonnen, als een soort vriendenclub. Jan Nagel heeft de partij opgezet, heeft bekenden uit zijn vriendenkring en politieke verleden gebeld en die mensen zijn voorts aan de slag gegaan. Met alle respect voor die oude rotten, maar daardoor kom je nog steeds een hoop vriendschappelijke of familiaire banden tegen: twee echtgenoten, twee buren, een broer en zus. Dat vind ik niet professioneel. Inmiddels hebben we bijna honderd volksvertegenwoordigers en moet je er erg op beducht zijn dat er niet te veel sprake is van te nauwe persoonlijke banden. Ik heb me voorgenomen daarop te letten bij het samenstellen van toekomstige kieslijsten. Maar gelukkig – daar ben ik trots op – komen wij niet voor in het jaarlijkse Vrij Nederland-overzicht van integriteitsschendingen in de politiek. Er zijn partijen waar oud-bewindslieden in de bak belanden. Ik zal geen namen noemen.”

U bedoelt Robin Linschoten van uw oude VVD. 
“Ja, maar dat is niet om mijn oude club af te vallen. Integendeel, ik heb het contact altijd goed gehouden.”

Waarom bent u weggegaan bij de VVD?
“Dat ga ik niet vertellen. Ik bevuil niet graag het oude nest en ik heb daar nog veel vrienden, dat wil ik graag zo houden. Ik ontmoette laatst Mark Rutte, dan schudden wij elkaar de hand en gaan we vrolijk verder.”

U bent natuurlijk teleurgesteld dat u nooit gevraagd bent voor een functie op landelijk niveau.
“Die ambitie heb ik nooit gehad.”

U riep ooit dat u minister-president wilde worden.
“Allemaal overmoed en grootspraak. Kijk, als je ergens vertrekt, gebeurt dat natuurlijk niet uit een positieve overweging. Ik zou dus nu iets onaardigs moeten zeggen over de VVD, maar dat ga ik nooit doen. Mij is nooit iets aangedaan, het opzeggen kwam voort uit een groeiproces.”

Wellicht stuitte de samenwerking met de PVV van het kabinet-Rutte I u in 2010 tegen de borst.
“Ik ga het echt niet vertellen.”

U ontkent het niet.
“Ach nu krijgen we dit: hij ontkent niet, dus het zal wel waar zijn. En ik mag natuurlijk ook niet liegen, dat heb ik zelf zojuist beweerd.” 

Kunt u goed opschieten met Henk Krol? U bent een zakelijke leider, een man van de feiten. Krol is meer de emotionele man, die soms zelfs zijn cijfertjes niet goed op orde heeft. 
“Ach, Henk is statistisch een keertje de mist ingegaan met de koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden. Het zij hem vergeven. Maar goed, Henk is inderdaad een ander soort politicus dan ik.”

De good cop en de bad cop, is het bij 50Plus zo verdeeld tussen Krol en u?
“Nu klinkt het net alsof Henk of ik één karakterhelft helemaal zouden missen. Dat is onzin.

“We kunnen het heel goed met elkaar vinden, maar ik bezit absoluut niet zijn stijl. Sterker nog, op sommige eigenschappen ben ik zelfs jaloers. Henk heeft een groot vermogen om aardig gevonden te worden. Hij is van nature een vriendelijke man, dat ben ik ook, maar dat wordt bij mij niet meteen als zodanig herkend. De eerste indruk die mensen van mij hebben is: o jee, Geert Dales, wat een strenge man, hij zal me er wel uit willen gooien. Maar als ze me een tijdje leren kennen, zeggen ze: dat is een hartstikke goeie vent. Ik ben een heel loyale, zorgzame man. Als partijvoorzitter moet je soms streng zijn, boos mag af en toe ook, maar in principe moet je aardig gevonden worden, anders lukt het niet! Dus dat is voor mij voortdurend een punt van aandacht: hoe kom ik over? Dat gaat me steeds beter af.”

Misschien is Henk Krol in zijn optredens weer te clownesk. Kijk naar hoe hij zich graag presenteert in de politieke items van Jaïr Ferwerda bij Jinek.
“Clownesk, dat klinkt me weer net iets te negatief. Bij Henk krijg je gewoon wat je ziet. Henk is inderdaad weleens bereid om een kunstje te doen dat de mensen leuk vinden en waarbij het de vraag is of ik het wel leuk vind. Ik denk vaak van niet, maar het past gewoon bij hem. Wat hij juist niet moet doen als hij op tv is, is boos en kwaad zijn. Dat oogt geforceerd.”

Aan ouder worden zitten veel voordelen, het inzicht dat je met EQ verder komt dan met IQ is er een van.

En wat moet u volgens Henk Krol niet doen?
“Als we het land in gaan, wijst hij me er weleens op hoe dingen kunnen aankomen bij mensen, dat ik mensen een beetje bang kan maken. Dat probeer ik dan te vermijden. Een van mijn late levenslessen is: wees maar gewoon een aardig mens. Ik hoef niet zo nodig meer mensen met dossierkennis om de oren te slaan. Sociale vaardigheden zijn belangrijker. Kijk naar Hans Wiegel, je kunt van hem niet zeggen dat hij een groot intellectueel is, maar hij heeft wel een enorm sociaal talent om mensen aan zich te binden en grappen te maken op het juiste moment. Aan ouder worden zitten veel voordelen, het inzicht dat je met EQ verder komt dan met IQ is er een van.”

Hebt u nog gesolliciteerd naar het burgemeesterschap van Amsterdam?
“Nee zeg, maar er waren wel mensen die vonden dat ik dat moest doen. Er is nu een burgemeestersvacature in Haarlemmermeer – ik woon in Hoofddorp, dat is dezelfde gemeente. Ik kreeg in mijn omgeving aanmoedigingen om een visje uit te gooien. Als ik geen 67 was geweest, had ik gesolliciteerd. Je kunt maar burgemeester zijn tot je zeventigste. Een termijn van drie jaar, geen gemeenteraad die dat wil. Ik heb ze daar wel aangeraden om de benoemingsprocedure een beetje te verzieken. Dan kan ik misschien nog waarnemend burgemeester worden, daar zit geen leeftijdsgrens aan.”

Wat is het grootste inzicht dat zich na al dat vallen en opstaan aan u heeft geopenbaard? 
“Ik besef nu wat wel en niet belangrijk is. Zaken waar ik me vroeger druk over maakte, zijn relatief geworden. Het zo nodig erbij willen horen, niks willen missen, gepronk… allemaal flauwekul. Ik ben een gelukkig mens en dat komt ook doordat jonge mensen – dertigers, veertigers – vrienden van me willen zijn; ik ben heel blij met de intellectuele wisselwerking met jonge generaties. Ik zit in een geweldige levensfase, ik ben het zonnetje in huis, het kan me niet lang genoeg duren. En er bestaan nog zo veel andere dingen buiten de politiek.”