Spring naar de content
bron: Gabriël Kousbroek

Hoe de smaak verdween uit Nederland

Kaas die naar plastic smaakt, vlees waar een halve liter water uit spuit en laf brood met toegevoegde suiker, smaak- en conserveermiddelen. Dat het voedsel dat we met z’n allen dagelijks inslaan bij de grootgrutters van deze wereld vaak te veel verkeerde vetten, suikers en zout bevat, weten we onderhand wel. Maar dat veel van deze producten het gevolg zijn van een systeem waarbij de supermarkten het doorgeefluik zijn geworden van de industrie, dringt veel minder tot ons door. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Tom Kellerhuis

“We zijn als consumenten behoorlijk de weg kwijtgeraakt,” schrijft redacteur Oswin Schneeweisz in een verhelderend betoog over het verdwijnen van de smaak uit het Nederlandse voedsel na de Tweede Wereldoorlog. Na de Hongerwinter in het laatste oorlogsjaar kregen landbouwers en voedingsindustrie de opdracht om grote hoeveelheden voedsel te produceren, volgens het devies ‘nooit meer honger’.

“Aan die opdracht heeft de voedingsindustrie ruimschoots voldaan,” zegt smaakprofessor Peter Klosse: “Men heeft een pervers systeem opgetuigd waarin de consument gevangenzit. Alle processen in de voedingsindustrie zijn gericht op efficiency en omzet. Daarbij is het fenomeen smaak volledig uit beeld verdwenen.” 

Er is een industrie ontstaan die massaal en goedkoop produceert, en dat kan alleen met ultra-processed foods. De gemiddelde supermarkt lijkt welbeschouwd meer op een opslagplaats van een chemische fabriek dan op een voedingswinkel, aldus de auteur. Chemische toevoegingen als ftalaten, bisulfiet, polycyclische aromatische koolwaterstoffen en transvetten zijn zo ondertussen de norm geworden. 

Hierdoor weet een complete naoorlogse generatie vrijwel niet hoe natuurlijke voeding smaakt. Dat paprikachips bijvoorbeeld helemaal niet naar paprika smaken, ondervond de auteur onlangs toen hij een greep deed in de chipszak van zijn zoon. Zijn mond vulde zich met een laffe, half zoute, halfzoete smaak: iets tussen maggi en zoete sojasaus in. Een smaak die, als je er eenmaal op gaat letten, kenmerkend is voor heel veel producten. Voor tieners is dit echter de smaak van paprikachips: een combinatie van aardappelen, zonnebloemolie (26 procent), koolzaadolie (6 procent), paprikasmaak, paneermeel, paprikapoeder, suiker, fructose, karnemelkpoeder, uipoeder, aroma’s, cafeïne, vanille, knoflookpoeder, champignonpoeder, kaliumchloride, rookaroma’s, rijstmeel, kleurstof (paprika-extract), zuurteregelaars (citroenzuur en appelzuur) en zout. 

Hoeveel ingrediënten heb je nodig voor een normale paprikachip? En wat moeten wij – de overheid, de industrie en de supermarkten – doen om het tij te keren? Lees en huiver. 

Onderwerpen