Spring naar de content
bron: ANP

Politici zijn bang voor de boze burger

Politici worstelen openlijk met het vraagstuk hoe om te gaan met de ontevreden achterban. Misschien zouden ze in plaats van de verongelijkten naar de mond te praten beter hun zorgen kunnen relativeren.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl
Haagse
Erger
Nisjes

Goedkope euroscepsis
Soms is politiek zo doorzichtig, dat het bijna kinderachtig wordt. Neem nou de onlangs verkregen Kamermeerderheid die opriep om een passage weg te halen uit artikel 1 van het Europees Verdrag die een ‘steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa’ voorstaat. Afgezien van de praktische onuitvoerbaarheid van dit voorstel (het herzien van verdragen kost jaren aan onderhandelingen) is het ook een idee waar niemand op zit te wachten. Uit alle onderzoeken blijkt dat een overgrote meerderheid van de bevolking tegen een Nexit is. Sterker, de meeste Nederlanders willen juist meer Europese samenwerking op het gebied van klimaatverandering en nog zo wat grensoverschrijdende problemen. Dus op welk vermeend draagvlak zou een dergelijk voorstel gebaseerd moeten zijn?

Beveiligingspersoneel hijst de Europese vlag op het Binnenhof – Foto: ANP

Tenzij het is gefundeerd op het gevoel uit de onderbuik dat Europa te zeer is verworden tot het product van verstikkende begrotingsdiscipline, van belachelijke richtlijnen en voorschriften voor, ik noem maar wat, de grootte van champignons, van een doorgeschoten vrij verkeer van goederen en vooral van personen (lees: spotgoedkope Polen, Roemenen en Bulgaren die onze banen afpakken).

De indieners en voorstemmers willen natuurlijk niet dat Nederland daadwerkelijk pleit voor een minder hecht Europa. Want dat Europa staat allang als een huis, overigens wel met hier en daar wat scheuren in de muren, maar daarmee valt redelijk te leven. Dat blijkt ook uit allerlei tevredenheidsonderzoeken. 

Dus wat bezielde die Kamermeerderheid dan? Nou gewoon, de voorstemmers wilden hun kiezers laten zien dat zij ook heus eurosceptisch durven te zijn. Dat hun kiezers dus echt niet hoeven over te stappen naar het Forum van Thierry Baudet, de uitgesproken Europa-basher en gedoodverfde winnaar van de Europese verkiezingen. Doorzichtig, inderdaad. Kinderachtig. Je zou die weifelende kiezer haast willen aansporen om nou juist wel op FvD te gaan stemmen. Lekker puh! 

Radicale oplossingen
Het pleidooi van enkele CDA-coryfeeën die vinden dat hun partij het ‘radicale midden’ moet opgaan, is eveneens van een grote doorzichtigheid. Zij beschouwen het huidige profiel van de partij als te flets, schrijven zij in hun discussiestuk ‘Verandering en vertrouwen’. Christendemocraten moeten een veel duidelijker alternatief bieden voor de partijen op de flanken van de politiek, die in hun ogen onvrede mobiliseren en deelbelangen behartigen. “Wij bepleiten een radicaal midden dat uit eigen overtuiging richting geeft.”

CDA’er Jeroen Kremers, pleitbezorger van het radicale midden – Foto: ANP

Anders dan de huidige CDA-leider Buma zetten deze zelfbenoemde radicalen zich af tegen de ontevredenen, de kortzichtigen en de klagers die o zo goed weten dat ze het nergens zo goed hebben als hier. Dus geen scepsis meer over migratie, klimaat en Europa, maar, als het aan de Radicalen ligt, juist meer aandacht voor elk van deze thema’s. En die mag best op een radicale manier tot uiting worden gebracht. 

Het klinkt campagne-wise misschien wel lekker, radicaal en dan ook nog naar het midden (het zal wel geestig zijn bedoeld), maar zou radicaliteit geschikt zijn voor de mensen op wie het CDA zich richt? Ik denk het niet. Als CDA’ers al boos of ontevreden zijn, dan zijn ze dat niet over de gevestigde orde of het door God gezonden gezag. Hooguit zijn ze een beetje bang voor al die mensen uit die rare landen, voor de robots die hun hun werk gaan overnemen, en nog zo wat visioenen. Het CDA zou die mensjes beter gerust kunnen stellen of, nog beter, hun eens een spiegel kunnen voorhouden: “Waaruit bestaat uw ongerustheid nu precies? Is het wel echt ongerustheid, en als dat zo is, is dat dan niet van alle tijden? Leven we thans niet in een van de rijkste landen van de wereld, en daarbij nog steeds zo lang zonder oorlog? Zou u, anders gezegd, niet beter eerst en vooral uw eigen zegeningen moeten tellen? En telt u ze gerust, een voor een.” 

Ach ja, verhalen
De Britse historicus Timothy Garton Ash zei laatst in de Volkskrant: we hadden het praten over de betekenis van de natiestaat niet moeten overlaten aan rechts en het populisme. Hij refereerde aan een opmerking van de Franse politicoloog Pierre Hassner, die aan het begin van het millennium zei: “Terwijl we de triomf van de vrijheid en het universalisme vieren, moeten we het oude verlangen naar gemeenschap en identiteit, naar solidariteit en gelijkheid niet vergeten.” 

Garton Ash vindt dat er nu nagedacht moet worden over een niet-populistisch antwoord op het verlangen naar waarden als geborgenheid en identiteit. De kracht van het nationalisme is dat het een aansprekend verhaal vertelt. De pro-Europeanen moeten een eigen verhaal vertellen, zeker nu het oude verhaal over de oorlog volgens hem aan kracht zou verliezen.

Maar ja, welk verhaal? Ash is het project Europe’s Stories gestart, waarin onderzoekers op zoek gaan naar verhalen over Europa. Ach ja, verhalen. Ook weer zo’n doorzichtig toverwoord van deze tijd. Ik durf erop te wedden dat die verhalen zullen gaan over het klimaat, over de macht van China en hoe die tegenwicht te geven, over de dominantie van Google en Facebook en vooruit, ook over #MeToo. Het type verhalen en onderwerpen waar Jan met de pet weinig tot niets mee heeft. Die Jan wil gewoon bij een kleine gemeenschap behoren, de familie, het dorp. Jan wil helemaal geen hechter verbond tussen de volkeren van de EU. Jan voelt zich eerst Nederlander, nee: hij voelt zich eerst dorpeling, dan Nederlander en pas helemaal aan het einde, met het mes op de keel, vooruit, dan misschien nog een beetje Europeaan. Het is een romantische, negentiende-eeuwse kijk, maar hier en daar kennelijk nog virulent.

Wopke Hoekstra, geen kleine jongen – Foto: ANP

Zou de pro-Europese mede-mens er niet verstandiger aan doen om die zorgen en angstjes van de rechtse, populistische medeburger meer te relativeren, om sowieso heel die beweging minder groot en belangwekkend te maken? En wat meer uit te gaan van de eigen kracht, zoals Wopke Hoekstra dat deed met zijn begin mei uitgesproken Berlijn-speech? Daarin kwam veel samen: een pleidooi voor een eigen Europese defensie, stevige kritiek op en desnoods strafmaatregelen tegen lidstaten die geen vluchtelingen opnemen (uit het Akkoord van Schengen gooien, zodat inwoners niet meer vrij door Europa kunnen reizen) en het stopzetten van subsidie bij lidstaten waarvan de begrotingen ontsporen.

Geen kleine jongen, die Wopke, zoveel is zeker. En misschien wel de nieuwe sterke man die ons verwende landje nodig heeft.