Spring naar de content

Annet Malherbe: ‘Verhalen kunnen mij niet goor genoeg’

Annet Malherbe (61) speelt in de voorstelling InVrede. Als tv-actrice werd ze bekend door onder meer Jiskefet en Gooische Vrouwen. Wat leest, luistert en ziet zij zoal in haar vrije tijd?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

Boeken
“Ik heb al een jaar een reader’s block. Ik heb wel een aantal boeken op mijn nachttafel liggen, maar die worden altijd vrijwel meteen weer neergelegd. Laatst begon ik in Mijn zusje, de seriemoordenaar, het debuut van de Nigeriaanse schrijfster Oyinkan Braithwaite. Het schijnt een goed boek te zijn, alleen ben ik niet verder gekomen dan de eerste drie bladzijden, die ik ook alweer vergeten ben. Ik zeg het je: het is echt een aandoening. Ik word wel graag voorgelezen. Mijn man (kunstenaar en regisseur Alex van Warmerdam – red.) leest mij nu voor het slapengaan voor uit Een huis vol – een geschiedenis van het dagelijks leven van Bill Bryson. Hij las gisteren bijvoorbeeld voor dat het helemaal niet vanzelfsprekend was dat mensen zich vroeger wasten. Ook vooraanstaande mensen wasten zich niet. Hij vertelde iets over een of andere koning die zich elfenhalf jaar niet had gewassen, maar ook zijn onderhemd niet had verwisseld of verschoond. Toen het uit moest, omdat er waarschijnlijk niet veel meer van over was, bleek dat hemd helemaal in zijn huid gegroeid te zijn. Hele repen vel werden meegetrokken. Ik ben dus echt dol op dat soort verhalen. Het kan mij niet goor genoeg.”
“Het laatste boek dat ik helemaal heb uitgelezen, is denk ik De huisgenoten van Sarah Waters. Het speelt zich af in Engeland, in het interbellum. Het gaat over een moeder en een dochter van een hogere sociale klasse die in een groot huis wonen. De mannen zijn aan het front of zijn dood – dat weet ik niet meer. Ze hebben geen geld meer voor personeel en moeten tegen hun zin in alles zelf doen: de vloer vegen, de haard aanmaken… De moeder stelt daarom voor om mensen in huis te nemen, zodat die het huishouden kunnen doen, of in ieder geval geld in het laatje brengen om personeel te betalen. Een jong echtpaar biedt zich aan en mag daar komen wonen. Je denkt al: o jee, die dochter begint natuurlijk iets met die man, maar dan krijgt ze iets met die vrouw! Dat vond ik zo ontzettend verrassend. Later las ik dat de schrijfster zelf een lesbienne is en veel van dit soort boeken heeft geschreven. De seksscènes waren trouwens ook echt opwindend om te lezen. Je snapt dat ze met elkaar naar bed willen, want ze zijn gewoon smoorverliefd op elkaar.”

Sarah Waters, <i>De huisgenoten</i>

Sarah Waters, De huisgenoten

Kunst
“Ik heb een soort museumfobie. Ik vind het heel moeilijk om in een museum te zijn, omdat er gewoon te veel is om te zien. Een poos geleden waren we in het Prado in Madrid. Alex stond erop dat ik Las Meninas (de hofdames) zag van Velázquez. Ik heb in de enorme museumhal op een bankje gewacht terwijl hij het schilderij ging zoeken. Als acteur is het fantastisch om daar te zitten. Je ziet allemaal kleine dingen – bijvoorbeeld hoe iemand loopt of hoe iemand zijn jas uittrekt – die je later weer kunt gebruiken voor een rol. Na een tijdje kwam hij me halen en heeft hij me linea recta naar dat schilderij geleid. Het is inderdaad een prachtig schilderij. Ik heb het goed op me in laten werken en daarna zijn we weer vertrokken. Het Guggenheim in New York vind ik wel een prettig museum, omdat je in een krul omhooggaat. Je loopt niet van zaal naar zaal; je ziet waar je naartoe gaat. Je hebt ook maar één wand met schilderijen. De andere wand is open. Heel overzichtelijk.

Het Solomom R. Guggenheim Museum in New York

“Onlangs zijn we in Oslo wezen kijken naar de werken van Edvard Munch. Eigenlijk kende ik hem alleen van De schreeuw, maar hij blijkt meer dan veertigduizend werken te hebben gemaakt. Die man is ongelooflijk. Hij smijt de verf op het doek en het is meteen goed. De handen die hij schildert zijn niet meer dan een paar strepen, maar het zijn wel handen. Daar zou ik graag wat van aan de muur hebben hangen als ik het kon betalen.”

“Ik heb laatst voor het eerst mijn van leven een kunstwerk gekocht: het schilderij Reflections van Els Timmerman, een goede vriendin van mij, de weduwe van Peter van Straaten. Het is gemengde techniek, een reflectie van de flats en de gebouwen in het IJ. Ik zag het schilderij hangen op haar tentoonstelling en ik was meteen verkocht. Een maand later werd het bezorgd. Ik vond het best spannend. Wat nu als ik het niet meer mooi zou vinden? Maar ik vind het nog steeds prachtig.

“Of ik door mijn man ook anders naar kunst ben gaan kijken? Dat denk ik niet. Ik weet heel goed wat ik mooi vind en wat niet. Francis Bacon vind ik verschrikkelijk. Alex vindt het heel mooi, maar ik vind het intimiderende, onaangename en ontregelende schilderijen. En dat is prima, kunst moet ook ontregelen, maar dit staat me gewoon niet aan. The Beanery van Edward Kienholz vind ik wel echt fantastisch. Een tijd geleden waren we in Fondazione Prada in Milaan. Toevallig was er op dat moment een grote tentoonstelling van hem. Het was één grote uitbarsting van energie en feest en narigheid.

Detail van de installatie Volksempfaengers, Edward Kienholz

“Het indrukwekkendst vond ik zijn installatie Five Car Stud. Je stapt een donkere ruimte binnen waar een lynchpartij aan de gang is. Er staan drie pick-uptrucks met de koplampen aan. Tussen de wagens ligt een zwarte man. Hij wordt vastgehouden door drie witte mannen. Het lichaam van de zwarte man, dat een olievat is, wordt door de witte mannen opengesneden. Aan zijn benen worden touwen vastgemaakt, zodat hij door die auto’s uit elkaar getrokken kan worden. Het is zo’n gruwelijk beeld, maar op een vreemde manier is het ook heel levenslustig.”

Muziek
“Ik luister eigenlijk nauwelijks naar muziek. Behalve als ik een groot diner moet voorbereiden en heel veel moet koken. Dan zet ik meestal country op en zing ik keihard mee met bijvoorbeeld Gillian Welch. The Band vind ik ook te gek. Ik moet altijd huilen als ik hun muziek hoor. Wat daar zo goed aan is, is dat die mannen helemaal niet zo goed kunnen zingen, maar als ze zingen, dan zingen ze gewoon. Snap je wat ik bedoel? Ze trekken hun mond open en ze zingen. Ik ben vooral dol op Levon Helm. Hij kon drummen en zingen tegelijk. Ik hou daar ook van. Ik kan er helaas niet van leven, maar ik ben in de gezegende positie dat ik af en toe het podium op mag om te zingen. Een paar jaar geleden heb ik met Frédérique Spigt een voorstelling gemaakt met muziek van Elvis Presley. Ik had niet zoveel met Elvis, want ik kende hem eigenlijk alleen van zijn laatste jaren, toen hij in die rare pakken liep en veel geld verdiende in Las Vegas. Fré overtuigde mij door te laten horen hoe goed hij eigenlijk was. Hij heeft alles gedaan: van gospel tot country, van rock tot glamourrock. Hij was een veel betere muzikant dan ik dacht.

Frédérique Spigt

“Vroeger zong ik ook in allerlei bandjes. Op mijn achttiende kwam ik naar Amsterdam. Ik kwam vaak in café Folk Fairport aan de Prinsengracht, waar veel Ierse en Schotse folkzangers kwamen. Ik werd verliefd op een van die jongens en ben met hem gaan zingen. Wat we zongen, weet ik niet meer: het waren allemaal nummers van artiesten van wie ik nog nooit had gehoord. We zongen de nummers die hij van huis uit had meegekregen. Met de relatie is het uiteindelijk dramatisch afgelopen, maar de liefde voor folk is gebleven.”

Theater
“Ik ga steeds minder vaak naar het theater. Ik kijk toch altijd met een soort beroepsdeformatie en zie nu voorstellingen waarvan ik denk: die zou ik vijftien jaar geleden te gek hebben gevonden, maar nu niet meer. Ik word niet gauw meer verrast. Dat ligt aan mij, niet aan de makers. Ik heb denk ik al te veel gezien. Ik vind het wel weer heerlijk om te spelen. Ik heb drie jaar niet op het toneel gestaan en hunkerde echt weer om iets in het theater te doen. Dat is waar mijn hart ligt. Film en televisie zijn leuk, vooral ook omdat je er iets meer mee verdient, maar er gaat niets boven de magie van een schouwburg. Pierre Bokma zei in deze rubriek dat het toneel langzaam zal verdwijnen. Dat denk ik niet. Misschien wordt het minder – dat zou kunnen. Cabaret is tegenwoordig natuurlijk een grote trekker en mensen geven hun geld maar één keer uit. Ze gaan dan misschien toch eerder naar Youp van ’t Hek dan naar De meeuw. Maar toneel is al zo oud. Dat overleeft wel. Wat misschien een idee zou kunnen zijn, is om alleen nog in grote steden te spelen. Ik bedoel: er is geen land ter wereld met zo veel theaters. Soms sta je voor veertig man in Groningen en een paar weken later voor vijftien man in Winschoten. Haal die mensen uit Winschoten gewoon op met een bus en breng ze naar Groningen. Dat is voor de toneelgezelschappen in alle opzichten fijner.”
“Je vraagt wat ik vind van de #Metoobeschuldigingen aan het adres van Job Gosschalk en Ruut Weissman. Natuurlijk vind ik iedere ongewenste seksuele avance verwerpelijk. Ik weet dat er uiteindelijk maar één aanklacht is geweest tegen Job Gosschalk. Ruut Weissman is een ander verhaal. Een docent kan geen seksuele relatie hebben met een leerling. Dan is er altijd sprake van een machtsverhouding. Natuurlijk kan een docent verliefd worden op een leerling, dat mag van mij best, maar dan moet je wel stoppen met lesgegeven. Ik vind het trouwens verbazingwekkend hoe weinig aanklachten er zijn geweest in Nederland. Ik ken acteurs van wie ik in die periode dacht: jij zult wel zenuwachtig worden, maar ze zijn ermee weggekomen. Er zijn trouwens nog steeds mannen die hun handjes niet thuis kunnen houden. Ook nu nog worden er ongevraagd tongen naar binnen gestoken. De predatoren staan zichzelf vrijheden toe die nog steeds worden gedoogd. Even de hand langs de borst of tussen de benen. Jonge actrices durven daar misschien niet zo snel iets van te zeggen, omdat ze denken: heb ik dat wel goed gemerkt? Zolang mensen hun mond dichthouden, blijft dit doorgaan. Als ik nu getuige zou zijn, dan zou ik er ogenblikkelijk werk van maken. I don’t give a fuck. Zolang we er niets van zeggen, blijft dit doorgaan.”

Film
“De laatste film die ik heb gezien is The Favourite van Yorgos Lanthimos. Ik vond de acteurs fantastisch, ik vond het ook te gek dat Olivia Colman een Oscar kreeg voor haar rol als Queen Anne, maar ik ergerde me in het begin enorm aan de camera die alles van onderaf filmt. Waarom moet dat? Ik denk dat ik ook gewoon niet zo van die regisseur houd. The Lobster vond ik bijvoorbeeld ontzettend vervelend, daar viel ik voortdurend bij in slaap. Dogtooth heb ik ook met tegenzin uitgekeken. Op de een of andere manier verliest hij het altijd op twee derde van de film. Dan weet hij het niet meer en dan doet hij maar wat. Misschien doet hij dat expres, maar ik hou er niet van.

Jeff Bridges en Gil Birmingham in Hell or High Water (2016), David Mackenzie

Three Billboards Outside Ebbing, Missouri vond ik wel heel goed, maar het laatste deel van de film vond ik ongeloofwaardig. Hell or High Water vind ik misschien wel de beste film die ik de laatste tijd zag. Die film kan wat mij betreft niet lang genoeg duren. Jeff Bridges speelt een geweldige rol als stugge sheriff. Het gaat over twee broers, van wie er een in de gevangenis heeft gezeten en de ander in het ouderlijk huis woont. Als de eerste uit de bak komt, blijkt dat zijn broer diep in de schulden zit en gedwongen wordt om het huis te verkopen. Dat willen ze niet. Dus besluiten ze lokale banken te beroven om zo het bedrag buit te maken dat ze nodig hebben om de schulden af te lossen. Alleen dat vind ik al een geniaal gegeven: dat ze dat precieze bedrag bij elkaar jatten.

“Ik ben een binge watcher van series. Dirty John heb ik net gezien. Dat gaat over een vrouw die valt voor de manipulaties en leugens van een man. Uiteindelijk trouwt ze ook met hem. De serie is soms een beetje saai en langdradig, maar ik kijk vooral voor die vrouw, omdat zij alles gelooft wat hij zegt. De liefde maakt haar blind. Dat vind ik intrigerend. De moeder aller series is natuurlijk Breaking Bad. Die heb ik onlangs weer helemaal gezien op mijn telefoon. Ik keek de eerste aflevering en kon niet meer stoppen. Na de laatste aflevering was ik ook weer in diepe rouw. Ik ben zo’n grote fan van die serie dat ik overwoog om de auto van Walter White te kopen. Niet de originele, maar het model. Hij rijdt in een Pontiac Aztek uit 2004 – ik heb het helemaal uitgezocht. Het is het losertje onder de SUV’s, hij ziet er echt uit alsof hij uit karton gevouwen is. Veel mensen vinden het een van de lelijkste auto’s die ooit zijn gemaakt. Alex zei: je gaat het niet doen! En het gaat denk ik ook niet meer gebeuren, maar ik vind het echt een waanzinnige auto. Hij was ook helemaal niet zo duur, ik geloof een kleine drieduizend dollar. Alleen het invoeren kost veel geld.”

Malherbe in het kort

Annet Malherbe (1957) is actrice. Na de toneelschool speelde ze onder meer bij de theatergezelschappen Baal, Orkater en De Mexicaanse Hond. Daarnaast speelde ze diverse rollen op televisie (Juffrouw Jannie in Debiteuren/ crediteuren van Jiskefet, Willemijn Lodewijkx in Gooische Vrouwen) en in films. Zo speelde ze bijna in alle speelfilms van haar man Alex van Warmerdam, waaronder AbelDe Noorderlingen en Borgman. Malherbe speelt tot en met 10 mei in In Vrede, een mozaïekvoorstelling over de littekens die de Tweede Wereldoorlog heeft achtergelaten. Een complete speellijst staat op www. tgbergenbos.nl.